Klachtencommissie

Ruzie, echtscheiding, inschattingsfout: relevant voor accountants

Accountancy is niet alleen cijfer-, maar ook mensenwerk. Dat wordt soms pijnlijk duidelijk in situaties waarbij een accountant het naliet om oog te houden voor wijzigingen in de persoonlijke omstandigheden van zijn cliënt.

Ebo Roek

Een wijziging in de persoonlijke verhoudingen aan de zijde van de cliënt kan belangrijke invloed hebben op de positie van de accountant. De van de accountant te verlangen zorgvuldigheid betekent dat hij hier alert op moet zijn. Soms echter realiseert de accountant zich, vaak vanwege de jarenlange relatie met de cliënt, niet of onvoldoende dat gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer bij de cliënt invloed kunnen hebben op de klantrelatie en/of de manier waarop de accountant zijn opdracht dient uit te voeren. Een aantal voorbeelden die de Klachtencommissie heeft behandeld waarbij deze problematiek speelde:

Inschattingsfout: accountant miskent positie echtgenote in man-vrouw vof

In deze zaak was verweerder al vele jaren de accountant van de man, zakelijk, en van het echtpaar in privé. De man had in verschillende rechtsvormen zijn werkzaamheden verricht, maar voerde ten tijde van de klacht al weer enkele jaren zijn werkzaamheden in een vof uit. In die vof nam ook zijn echtgenote als volwaardig vennoot actief deel. Het echtpaar voerde gezamenlijk alle werkzaamheden uit, en daarnaast waren er consultancy-werkzaamheden die uitsluitend de man deed. Alle activiteiten vonden plaats vanuit de vof.

Het echtpaar moest na een verhuizing nog een fiscale keuze maken met betrekking tot de woning die ook zakelijk werd gebruikt. Bij de eerstvolgende bespreking van de jaarrekening was de man op het laatste moment verhinderd. De vrouw was echter wel bij het gesprek en had ter ondersteuning de broer van de man meegenomen, die bovendien door de man was gemachtigd. Het gesprek liep stroef en de fiscale keuze is niet aan de orde gekomen. Verweerder liet in de klachtenprocedure blijken dat hij vond dat hij de jaarcijfers eigenlijk niet zonder aanwezigheid van de man kon bespreken, aangezien deze volgens verweerder alle noodzakelijke beslissingen moest nemen.

De Klachtencommissie merkte op dat verweerder kennelijk de man beschouwde als de (belangrijkste) ondernemer. Dat standpunt is in deze zaak echter onjuist en gaat volledig voorbij aan het feit dat de vrouw medevennoot was en in die hoedanigheid zelfstandig bevoegd was de vof te vertegenwoordigen.

Echtscheiding: miskenning wijziging verhouding van de natuurlijke personen áchter de cliënt

De opdrachtgever van de accountant is een onderneming. Naast het samenstellen van de jaarrekening en het verzorgen van de aangiften Vpb/OB betreffen de werkzaamheden ook het verzorgen van de privéaangiften van de dga en diens partner. Dat gaat jarenlang goed.

Dan gaan de dga en zijn partner scheiden. De partner laat de accountant op enig moment weten dat haar aangifte IB niet zonder haar expliciete toestemming mag worden ingediend. De accountant verzorgt vervolgens de aangiften IB waarbij hij, zoals ieder jaar, uitgaat van fiscale optimalisatie. De aangiften worden ingediend. De partner verwijt de accountant dat hij haar aangifte IB zonder haar expliciete toestemming heeft ingediend.

De Klachtencommissie heeft dit jaar twee klachten behandeld met een dergelijke problematiek. In beide gevallen kwam de Klachtencommissie tot de conclusie dat de aangifte IB van de partner ten onrechte zonder expliciete toestemming van de betrokkenen waren ingediend.

Dit voorbeeld geeft goed weer dat de accountant zich altijd dient te realiseren dat een wijziging in de persoonlijke verhoudingen in relatie tot de cliënt belangrijke gevolgen kan hebben voor de wijze waarop de accountant de opdracht dient uit te voeren. Alhoewel er in beide gevallen sprake was van een fiscaal partnerschap in het jaar waarop de aangifte IB betrekking had, er tussen de (bijna) ex-echtelieden nog een verplichting tot onderlinge verrekening van de belastingaanslagen bestond en er vaktechnisch gezien sprake wellicht was van een 'juiste' aangifte, had de accountant zich meer bewust dienen te zijn van de gewijzigde onderlinge verhoudingen bij de opdrachtgever en de gevolgen daarvan. Waar de voorgaande jaren de echtgenoten in goede harmonie hun fiscale zaken regelden, inclusief de aangiften IB, lag dat in de moeizame echtscheidingssituatie totaal anders.

Ruzie: Miskenning gevolgen wijziging opdracht

Klager X is met zijn zakelijk partner Y gebrouilleerd: ze willen uit elkaar. Beiden zijn voor vijftig procent (middellijk) aandeelhouder in Beheer BV, die op haar beurt honderd procent aandeelhouder van Werkmaatschappij is. Verweerder wordt door de zakelijk partner Y gevraagd hem bij te staan in het splitsingstraject. In dat verband informeert verweerder bij de accountant die de jaarrekeningen samenstelt naar zaken die hem onduidelijk zijn. Hij stuurt deze e-mail in cc naar klager en de zakenpartner Y. De accountant reageert met de opmerking dat hij de opdracht inmiddels heeft teruggegeven, vanwege het dispuut tussen de partners. En klager reageert ook, en wel met een e-mail waarin hij zijn ongenoegen uit. Als verweerder klager vervolgens uitnodigt voor een inhoudelijk gesprek, waarin klager zijn visie op het geheel kan toelichten, weigert klager dat.

Ondertussen heeft de zakenpartner Y aan verweerder rechtsgeldig de opdracht gegeven om de jaarrekening samen te stellen van de werkmaatschappij. Verweerder brengt de concept jaarrekening uit, zonder zich daarbij te hebben laten informeren door klager, die tevens aandeelhouder is. Zijn motivatie: hij heeft het al gevraagd, en klager heeft geweigerd informatie te verstrekken.

Volgens de Klachtencommissie is verweerder hierbij voorbijgegaan aan het feit dat zijn rol en opdracht inmiddels gewijzigd was. In de eerste opdracht had hij slechts de zakenpartner Y als zijn opdrachtgever, bij de samenstelopdracht was dit de BV met de beide, ruziënde, aandeelhouders. Kortom: verweerder had bij het opstellen van de concept jaarrekeningen niet voorbij mogen gaan aan klager.

De Klachtencommissie was van mening dat de van hem te verlangen zorgvuldigheid betekent dat hij klager had moeten informeren over de opdracht die hem was verstrekt door de werkmaatschappij. De accountant had klager vervolgens, als zijnde medeaandeelhouder, nogmaals in de gelegenheid moeten stellen zijn visie op de financiële stand van zaken te geven, nog voordat verweerder zijn concept jaarrekening uitbracht.

drs. Ebo Roek RA is voorzitter van de Klachtencommissie van de NBA.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.