Zwangerschaps-discriminatie komt werkgever duur te staan
Een potentiële werkgever besluit geen arbeidsovereenkomst aan te bieden aan een sollicitante, nadat zij heeft medegedeeld dat zij zwanger was. Dat blijkt een dure zet.
Carolin Vethanayagam
Volgens de rechter maakt de werkgever een verboden onderscheid op grond van geslacht en handelt daarmee onrechtmatig. Het gevolg: verplichting tot betaling van een schadevergoeding aan de sollicitante. Wat is in zo'n geval dan de schade die de sollicitante heeft geleden?
De Rechtbank acht het op basis van de omstandigheden van het geval aannemelijk dat de werkgever een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar zou hebben aangeboden als de sollicitante niet zwanger was geweest. De sollicitante zou namelijk een opleiding tot casemanager gaan volgen en die opleiding zou zes maanden duren. Het is logisch dat de werkgever profijt had willen hebben van deze opleiding, zodat een dienstverband van één jaar aannemelijk was.
Naar aanleiding hiervan concludeert de Rechtbank dat de sollicitante aanspraak maakt op een schadevergoeding ter hoogte van één jaarsalaris, waarbij werd uitgegaan van een bedrag van € 2.867 per maand (inclusief toeslagen), zodat de totale schadevergoeding € 34.406,28 bedraagt. Dit betreft materiële schadevergoeding. Het verzoek om toekenning van een immateriële schadevergoeding wijst de rechter af.
Discriminatie
Potentiële werkgevers moeten dus uitkijken dat zij sollicitanten niet discrimineren. Dat geldt niet alleen bij zwangerschapsdiscriminatie, maar voor alle vormen van discriminatie. Doen ze dat wel, dan kunnen ze verplicht worden tot betaling van een (forse) schadevergoeding.
Het lastige in dit soort zaken is dat het niet altijd gemakkelijk zal zijn om de discriminatie aan te tonen. In de bovenvermelde zaak kon de sollicitante de discriminatie aantonen door middel van een opgenomen telefoongesprek, waarin de werkgever min of meer bevestigde dat de sollicitante niet werd aangenomen vanwege haar zwangerschap. Dit zal niet altijd het geval zijn en/of duidelijk zijn. Vermoedens zijn niet voldoende; de sollicitante zal (harde) bewijzen moeten hebben.
- Uitspraak Rechtbank Den Haag ECLI:NL:RBDHA:2019:584
Gerelateerd
CNV wil geen concurrentiebeding voor werknemers in proeftijd
Werknemers die in hun proeftijd worden ontslagen, blijven gebonden aan het concurrentiebeding. Dat blijkt uit een nieuw wetsvoorstel van demissionair minister Karien...
EU-wetgeving over platformwerkers voorlopig gestrand
Een Europese wet die de rechtsbescherming van platformwerkers zoals maaltijdbezorgers en Uber-chauffeurs moest verbeteren, is voorlopig van tafel. De EU-landen konden...
Forse kritiek op wetsvoorstel om zieke mkb-werknemer te vervangen
De Raad voor de Rechtspraak heeft forse kritiek geuit op een nieuw wetsvoorstel van demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken), dat het voor werkgevers...
SER: Verlofstelsel moet via nieuwe wet overzichtelijker worden
Het verlofstelsel moet simpeler. Daarvoor pleit de Sociaal-Economische Raad (SER), die de regering en het parlement adviseert over sociaaleconomische vraagstukken.
Alliantie moet ondernemersklimaat voor vrouwen helpen verbeteren
64 verschillende organisaties hebben een samenwerking aangekondigd binnen 'Code-V', een alliantie van overheid, financiële instellingen en belangenorganisaties....