Faillissementsrecht

Kan een oprichter van een vennootschap aansprakelijk zijn?

De oprichter van Heroesdome BV, een bedrijf dat een zogenoemd 'heldenfestival' wilde organiseren in het Gelredome, wordt door de evenementenlocatie persoonlijk aansprakelijk gehouden voor het niet nakomen van de verplichtingen van deze vennootschap. Kan die oprichter aansprakelijk zijn?

Het evenement Heroes Dome moest een combinatie worden van een beurs met live entertainment, samengesteld met ingrediënten uit de wereld van de multimediale popcultuur. Volgens De Gelderlander afficheerde het evenement zich als de eerste popcultuur multi-mediaconventie in Nederland. Het ging echter al gauw mis: de huur werd niet betaald aan het Gelredome en uiteindelijk werd Heroesdome BV eind 2018 failliet verklaard. 

Omdat de vennootschap binnen een jaar na oprichting failliet is verklaard, draait deze zaak om het vermoeden dat de oprichter wist dat de vennootschap haar verplichtingen niet kon nakomen. De oprichter heeft dit vermoeden in een rechtszaak niet weten te weerleggen. Daarom is de oprichter volgens de rechter aansprakelijk. Wat is er precies gebeurd? 

Feiten

Eind 2017 heeft de oprichter ten behoeve van Heroesdome BV in oprichting een huurovereenkomst gesloten met Exploitatiemaatschappij Gelredome BV. Daarbij werd overeengekomen dat een gedeelte van het Gelredome ergens in 2018 voor de duur van één jaar aan Heroesdome werd verhuurd. Een maand nadat de huur aanving is Heroesdome opgericht. De oprichter is tevens enig bestuurder en aandeelhouder van Heroesdome. 

De eerste huurtermijn wordt niet betaald, ook niet na sommatie. In juni 2018 wordt Heroesdome in een vonnis veroordeeld tot betaling van een bedrag van ruim € 86.000. Er wordt niet betaald. Heroesdome wordt eind 2018 failliet verklaard. Gelredome heeft na de faillietverklaring de oprichter en bestuurder van Heroesdome aansprakelijk gesteld, vanwege openstaande huurtermijnen. 

Kantonrechter

De zaak is aanhangig gemaakt bij de kantonrechter omdat de primaire vordering (tegen Heroesdome) voortvloeit uit een huurovereenkomst. Omdat de overige vorderingen (tegen de oprichter/bestuurder) samenhangen met het feitencomplex ten aanzien van de primaire vordering, acht de kantonrechter zich eveneens bevoegd om over die overige vorderingen te oordelen. 

De rechter stelt vast dat Heroesdome de huurovereenkomst die de oprichter ten behoeve van Heroesdome BV in oprichting had gesloten, heeft bekrachtigd. Daarmee is Heroesdome partij bij die overeenkomst geworden. De oprichter is vanwege die bekrachtiging niet langer meer aansprakelijk. 

Dit kan anders zijn indien hij bij het sluiten van de huurovereenkomst wist of redelijkerwijs kon weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. In de wet staat dat indien een vennootschap binnen een jaar na oprichting failliet is verklaard, er automatisch een vermoeden is dat de oprichter(s) wisten dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. 

Volgens de kantonrechter is dat hier het geval, omdat Heroesdome binnen een jaar na oprichting failliet is verklaard en de oprichter dit vermoeden niet kunnen weerleggen. De stelling van de oprichter dat de kaartverkoop tegenviel, leidt niet tot weerlegging van dit vermoeden. Volgens de kantonrechter volgt hieruit niet dat de oprichter erop mocht vertrouwen dat Heroesdome de huurovereenkomst kon nakomen. 

De oprichter moest tijdens de procedure feiten en omstandigheden stellen waaruit kan volgen dat hij redelijkerwijs erop mocht vertrouwen dat Heroesdome over voldoende middelen zou beschikken om de huursom te betalen. Aan die stelplicht heeft de oprichter niet voldaan. Dat hij te kampen heeft gehad met een zakelijke tegenvaller, een normaal risico in het zakenverkeer, duidt er immers niet op dat hij erop mocht vertrouwen dat Heroesdome de huurovereenkomst zou kunnen nakomen. De oprichter heeft bijvoorbeeld niet gesteld dat Heroesdome beschikte over kapitaal om de aanzienlijke huursom van in totaal ruim € 81.000 van Gelredome voor te financieren. De oprichter is daarom aansprakelijk op grond van artikel 2:203 lid 3 BW. 

Onder omstandigheden

Een oprichter die handelt namens een op te richten vennootschap kan aan aansprakelijkheid ontkomen door de inmiddels opgerichte vennootschap de rechtshandeling te laten bekrachtigen. De oprichter is dan niet langer meer aansprakelijk wanneer de vennootschap haar verplichtingen toch niet nakomt. Dit is anders indien hij wist of redelijkerwijs kon weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Dan is de oprichter alsnog aansprakelijk. Indien de vennootschap binnen een jaar na oprichting failliet wordt verklaard wordt vermoed dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De oprichter is dan eveneens aansprakelijk tenzij hij dit vermoeden kan weerleggen. Een oprichter kan dus onder omstandigheden wel degelijk aansprakelijk zijn voor rechtshandelingen die de vennootschap niet nakomt. Bezint eer ge begint. 

Robbert Roeffen is advocaat in Eindhoven bij het kantoor Keizers Advocaten en gespecialiseerd in het insolventierecht.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.