Sekswerkbranche

Sekswerkbranche verdwijnt ook zonder corona uit het zicht

Twintig jaar na de legalisering is de sekswerkbranche er niet in geslaagd om volledig bovengronds te opereren. Accountants, banken en autoriteiten houden afstand. De coronacrisis drijft de sector verder ondergronds.

Henk Vlaming

Dit voorjaar was het topdrukte bij een Amsterdams administratiekantoor. Zzp'ers verdrongen zich voor hulp bij het aanvragen van coronasteun. Menig accountantskantoor in het mkb herkent dit uit de eigen praktijk. Behalve de aard van de klanten, die verschilt aanzienlijk. Het administratiekantoor uit Amsterdam heeft vijfhonderd sekswerkers als klant, de beroepsnaam die de sector zelf verkiest boven de bekendere term prostituee. 

Net zoals in tal van sectoren sloeg de coronacrisis ook hard toe in de sekswerkbranche. Alle clubs, escortfirma's en massagesalons lagen stil, rode lichten achter de ramen waren uit. Duizenden sekswerkers vroegen coronasteun aan. "Velen verdienen minder dan het minimumloon", zegt een consulent van het Amsterdamse administratiekantoor. "Ze hebben zelfstandigenaftrek en soms ook startersaftrek, daarom ziet hun inkomen er anders uit dan hun omzet. Dat is nog los van hun kantoor- en verkoopkosten, zoals kamerhuur, outfit en advertentie-uitgaven." 

Zo lijkt de sekswerkbranche op een gewone sector. Op papier is dat ook zo, want sinds de opheffing van het bordeelverbod twintig jaar geleden is deze sector legaal. Toch is de sekswerkbranche allesbehalve normaal, zoals opnieuw blijkt tijdens de coronacrisis. Duizenden sekswerkers raakten brodeloos, verstoken van overheidssteun. Dat zijn degenen die via een opting-in werken, een zelfstandigheidsconstructie die geen recht geeft op steunmaatregelen vanuit TOZO of NOW. Ongeveer een derde van de sekswerkers werkt via opting-in, aldus onderzoekscentrum WODC

'Duizenden sekswerkers raakten brodeloos, verstoken van overheidssteun.'

Van vrijeberoepsuitoefening is geen sprake. Die is uitsluitend toegestaan op werkplekken met een vergunning, de zogenaamde vergunde werkplekken. Gemeenten krijgen het verwijt dat ze de sector actief ontmoedigen door steeds dieper te snijden in het aantal vergunde werkplekken voor zelfstandige sekswerkers. In 2015 waren het er 335, ongeveer een halvering ten opzichte van de eeuwwisseling, constateerde onderzoeksplatform Investico. Vorig jaar waren het er nog 298. 

Aan banden

Volgens Richard Steunebrink grijpen sommige gemeenten de coronacrisis aan om het sekswerk verder aan banden te leggen. Hij is eigenaar van Steunebrink Financial Clarity, een administratiekantoor in Alkmaar met 120 sekswerkers als klant. Hij heeft de gemeente Alkmaar voor de rechter gesleept omdat die coronasteun weigert voor een aantal sekswerkers. "Ik krijg het gevoel dat onze burgemeester intern de opdracht heeft gegeven om alles af te wijzen dat niet helemaal in orde is. Alsof dit de kans is om van sekswerkers af te komen." 

Ondernemers krijgen evenmin een poot aan de grond, ziet een Brabantse boekhouder die zijn kantoor vrijwel volledig heeft ingericht op de sekswerkbranche. "Zij willen graag legaal aan de slag, maar gemeenten maken dat onmogelijk. Een sekswerkbedrijf in de buurt van scholen, kerken of stadscentra wordt niet toegestaan. Sommige gemeenten geven slechts een tijdelijke vestigingsvergunning af, waardoor het onzeker is of de investering kan worden terugverdiend." Hij ziet dat steeds meer ondernemers het bijltje erbij neergooien, zonder opvolging. "Vastgoed waarin ze hun geld hadden gestopt, stoten ze af. Dan krijgt het soms een andere bestemming, zoals woningen of studentenkamers." 

Het gevolg is dat het legale deel van de sector krimpt. "Twintig jaar geleden waren er dertienhonderd bedrijven in de sector" zegt André van Dorst, directeur van branchevereniging VER (Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven). "Clubs, privéhuizen, massagesalons en escortbedrijven die goed worden gecontroleerd. Maar nu tel ik er hooguit driehonderd. Zij bedienen slechts een kwart van de markt. Driekwart van het werk vindt plaats buiten vergunde werkplekken. Dat komt omdat de vraag naar sekswerk vele malen groter is dan het aanbod vanuit de vergunde werkplekken." 

Gebrek aan transparantie

Bij gebrek aan transparantie weet niemand hoe de sector in elkaar zit. Schattingen over het aantal werkenden lopen uiteen van vijftien- tot dertigduizend. Ook het aantal bedrijven staat niet vast, ook al staan sekswerkbedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Ze worden geregistreerd onder de SBI-code 9609, die staat voor 'overige dienstverlening'. Die verwijst naar een restsector waaronder ook een stuk of vijftien andere dienstverleners vallen, zoals honden-uitlaatdiensten, tattooshops, toiletexploitanten en paragnosten. Samen zijn het er ongeveer 2.500, meldt de Kamer van Koophandel desgevraagd. "Zoeken we alleen op de term prostitutie, dan blijven er 99 ondernemingen over. Maar een ondernemer die zich inschrijft is niet verplicht om het bedrijf verder om te omschrijven. De getallen uit de rapportage zijn dus niet helemaal betrouwbaar, ze zijn meer een indicatie." 

'Bij gebrek aan transparantie weet niemand hoe de sector in elkaar zit.'

De omzet is ook een raadsel. Administratiekantoren die voor de sector werken weten het niet en de Belastingdienst zegt ook geen idee te hebben. De enige aanwijzing is een raming van het CBS uit 2001, dat de omzet van de illegale sector op 3,3 miljard euro taxeerde. Hieronder schaarden de CBS-onderzoekers ook sekswerk, zowel legaal als illegaal. Het bedrag was gelijk aan 0,74 procent van het toenmalige bruto binnenlands product. De omzet van het sekswerk schatten zij op vijftien procent van deze omzet uit illegaliteit.

Negentien jaar na dato is het bruto binnenlands product meer dan verdubbeld. Met dezelfde parameters (0,74 procent illegale omzet, 15 procent aandeel van sekswerk) komt hier een bedrag uitrollen van 845 miljoen euro. Als inderdaad driekwart van het sekswerk zich ondergronds afspeelt, dan loopt de overheid honderden miljoenen euro's aan belastingafdracht mis. 

Door dit soort schimmigheid wordt de sector vereenzelvigd met zwart geld, uitbuiting en onveiligheid. Creditcardmaatschappij EMS verbrak in 2018 de banden met sekswerkbedrijven op de Amsterdamse Wallen. Sepay, leverancier van pinautomaten, meldde twee jaar geleden dat sekswerkersbedrijven worden geweerd. "Die mogen wij volgens de regels van banken, Visa en Mastercard niet accepteren", aldus een verklaring op Twitter. 

Contante business

Banken zijn ook schuw. Op het internet circuleren voorbeelden van ASN en de Triodos Bank die, ondanks hun maatschappelijke betrokkenheid, sekswerkers weigerden als klant. ABN Amro heet online sekswerkers online welkom, maar met de kanttekening dat sekswerkers "aanleiding kunnen zijn voor een nadere blik op de regels". 

"Afgelopen jaar heeft de ING-bank rekeningen van een aantal van mijn klanten geblokkeerd", vertelt Richard Steunebrink. "Middenin coronatijd, zodat de dames niet bij hun geld konden komen. De bank wilde uitleg over al dat contante geld van mijn klanten. Deze sector is nu eenmaal een contante business, die valt op bij de bank. Maar een van de dames heeft een pinautomaat, die kreeg precies dezelfde vraag over de herkomst van haar geld."

Accountants bewaren eveneens afstand. Arnout van Kempen, adviseur van accountantskantoren voor compliance-vraagstukken en ethiek, peilde onlangs de inzet van accountants voor de sector. De respons was nihil. "Elk kantoor dat ik ken heeft in de voorwaarden voor klantacceptatie staan dat men deze sector uitsluit als klant." 

'Ik ken geen enkele accountant die voor deze branche werkt.'

Alleen een aantal administratiekantoren bedient de doelgroep. "Ik ken geen enkele accountant die voor deze branche werkt", zegt de Brabantse boekhouder. "Een keer heb ik er één ingeschakeld, dat was toen ik een accountantsverklaring nodig had voor de rechtbank. Het kostte veel pijn en moeite om er een te vinden. We zijn niet gespecialiseerd, zo luidde meestal de reactie." 

Leegloop

Het gebrek aan steun en support tijdens de coronacrisis versnelt de leegloop in de sekswerkbranche, constateert André van Dorst van de VER. "Een aantal bedrijven dat gesloten was gedurende de lockdown gaat niet meer open." Hij denkt dat de sekswerkers verdergaan buiten het zicht van instanties en autoriteiten, zoals vanuit huis of hotels. "Zo houden ze meer geld over dan wanneer ze in een club of achter een raam werken. Ik zie ze niet meer terugkomen in de legaliteit." 

Hoe dat uitpakt laat het onderzoek van Investico zien. Een stad als Delft telt nul sekswerkbedrijven. Maar er zijn wel 120 sekswerkers actief, zoals blijkt uit advertenties op erotische websites. "Het is raar dat de branche steeds verder ondergronds gaat", reageert Van Dorst. "Terwijl het juist de bedoeling is om sekswerk legaal, controleerbaar en veilig te maken." 

'Wat mij dwarszit is de dubbele benadering van de mensen in deze sector.'

Het antwoord van de overheid is nieuwe wetgeving, die sinds half juli ter advies ligt bij de Raad van State. De Wet Regulering Sekswerk verplicht sekswerkers om zich te laten registreren na toetsing door ambtenaren. Hun registratienummer moeten ze tonen bij elk klantcontact. Op ongeregistreerde beroepsuitoefening of ontduiking van de regels staat twintigduizend euro boete. Voor klanten dreigt een jaar cel en achtduizend euro boete. Het advies van de Raad van State valt niet te verwachten voor het najaar.

Insiders denken dat geen sekswerker zich gaat registreren. "Over vijf tot tien jaar werken ze allemaal ondergronds", voorspelt Richard Steunebrink. Zelfs gemeenten zien het niet zitten. Zij vrezen enorme kosten voor intake, registratie en handhaving. 

Sekswerkers in coronatijd

Tijdens de persconferenties van het kabinet over de maatregelen in coronatijd werden sekswerkers bij herhaling genoemd als contactberoep. Aanvankelijk was de bedoeling dat zij per 1 september weer aan het werk mochten gaan, maar die datum is vervroegd naar 1 juli jl. Door belangenorganisaties als Sekswerkexpeditie, PROUD, VER en SOR is een coronaprotocol opgesteld voor seksbedrijven en sekswerkers, om binnen de anderhalve meter-samenleving hun werk te kunnen doen.

Accountantsadviseur Arnout van Kempen beziet de ontwikkelingen met gemengde gevoelens. "Wat mij dwarszit is de dubbele benadering van de mensen in deze sector. De overheid zegt dat ze hen wil beschermen, maar drijft hen tegelijk naar de marge van de samenleving. De financiële sector doet dat ook. Accountants en banken mogen accepteren wie ze willen. Maar men behandelt sekswerkers als een lagere soort en dat vind ik bezwaarlijk. Een positieve bijdrage is er niet."

Henk Vlaming is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.