EY heeft aangekondigd advies te zullen scheiden van de controletaken. Jan Bouwens vraagt zich af of het voeden en verkopen van adviesactiviteiten onderdeel is van het businessmodel van EY. Want de controle wordt er niet noodzakelijk beter op.
Discussie ColumnOpsplitsing EY als businessmodel
VEB-ceo Gerben Everts stelt het volgende over de scheiding van controle en advies: "Het is een cruciale stap om echt af te komen van de problemen van gebrekkige accountantscontrole." Marcel Pheijffer stelt dat "onafhankelijkheid in het kader van de controle door de accountant idealiter zou moeten leiden tot scheiding of nog beter afsplitsing".
In de eerste plaats zou het samenbrengen van controle en advies in één kantoor van invloed zijn op de onafhankelijkheid van accountants, omdat ze minder zijn geneigd om hun adviescollega's te bekritiseren om de totale inkomsten veilig te stellen. Ten tweede wordt de kwaliteit van het controleteam naar verluidt aangetast door adviseurs die bedrijven hebben geholpen om de grenzen te verkennen van wat acceptabele rapportage- en belastingaangiftepraktijken zijn.
Wetenschappelijk onderzoek naar de eerste zorg geeft echter geen bewijs dat accountants systematisch minder waakzaam worden, wanneer hun kantoor controle en advies in één bedrijf combineert. De onderzoekers Kevin Koh, Shiva Rajgopal en Suraj Srinivasan hebben in dit verband belangrijk onderzoek gedaan. Ze vinden dat kantoren die naast controle- ook adviesdiensten verlenen, minder snel toestaan dat winsten worden gemanipuleerd, dan in de situatie waar advies en controle is gescheiden. Advies op het gebied van internal controls gaf juist aanleiding tot nog strengere controles, dan wanneer advies op accounting information systems (AIS) was verboden. Op basis van het onderzoek is de conclusie dat scheiding van advies en controle juist tot minder goede controles leidt.
Het is belangrijk dat kantoren die advies en controles combineren een breder scala aan vaardigheden ontwikkelen, die de gehele organisatie helpen om betere diensten te leveren. Dat de kennis in het bedrijf aanwezig is, helpt de accountant om zwakke en sterke punten te zien. Bovendien is het in Nederland reeds tien jaar verboden voor een kantoor om hetzelfde (grote) bedrijf van advies en controle te voorzien.
Het tweede argument verwijst naar het idee dat accountantsoordelen zullen worden bezoedeld door adviseurs die zich bij het controleteam voegen; adviseurs die bedrijven hebben geholpen om rapportage- en belastingaangiftepraktijken toe te passen die formeel aanvaardbaar zijn, terwijl de maatschappelijke opinie afwijkt van die conclusie. Hoewel er enige waarheid in dit argument kan zitten - en onderzoek tegenstrijdige resultaten geeft op dit punt - is het ook een feit dat deze adviseurs weten waar mogelijke zwakke punten in rapportagepraktijken aan de oppervlakte komen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij complexe financiële instrumenten die alle oob-kantoren toepassen. In de nieuwe situatie zal een bedrijf advies inwinnen van consultants buiten EY over het controleren van deze instrumenten. En het is zeer waarschijnlijk dat die consultant het bedrijf heeft geholpen om de grens te identificeren van wat vanuit juridisch oogpunt acceptabel is. Deze consultant met relevante kennis maakt echter geen deel (meer) uit van EY en wanneer zulke kennis nodig is, zal EY een consultant van buiten moeten inhuren om mogelijke rapportageproblemen te identificeren. Zal die consultant net zo vooruitstrevend zijn als de EY-consultant? Dat is niet duidelijk. Met andere woorden: Zelfs het argument dat de consultant een slechte invloed heeft op de controlerend accountant, heeft in de praktijk niet veel waarde. De splitsing die EY nu voorstelt, aldus de berichtgeving, lijkt sterk op Ernst & Young die hun adviespoot aan CapGemini verkocht, in de nasleep van sterke druk vanuit met name de SEC eind jaren negentig en aan het begin van dit millennium. Sindsdien heeft EY een gloednieuwe, nu bloeiende adviestak opgebouwd, die het nu mogelijk opnieuw verkoopt. Voedende en verkopende advisering is onderdeel geworden van het bedrijfsmodel van EY. Vanuit politiek oogpunt lijkt de beslissing voor een splitsing sterk op wat de econoom en Nobelprijswinnaar Oliver Hart zei, in reactie op het overheidsoptreden dat leidde tot de introductie van SOx: "De omvang van de crisis was zo groot, dat niet-interventie eenvoudigweg geen optie was."
Wat vindt u van deze column?
ReageerGerelateerd
EY kiest Amerikaanse consultant als nieuwe ceo
De internationale EY-organisatie heeft Janet Truncale gekozen als toekomstige nieuwe bestuursvoorzitter. Truncale volgt per 1 juli 2024 Carmine Di Sibio op, die...
'Misschien liepen we te ver voor'
EY-topman Jeroen Davidson is de tweede niet-accountant die als voorzitter van de raad van bestuur leiding geeft aan de Nederlandse EY-organisatie. Het 140-jarig...
PwC beperkt advieswerk voor controleklanten in VS
PwC wil het advieswerk bij Amerikaanse controlecliënten gaan beperken, om mogelijke belangenconflicten te voorkomen.
Private equity wil mogelijk belang in consultancytak EY
De Amerikaanse private equity-groep TPG Capital heeft EY benaderd met een voorstel voor het nemen van een belang in de consultancypraktijk. Dat zou een nieuwe poging...
EY Global-topman Di Sibio richting pensioen na mislukte splitsing
EY Global chief executive Carmine Di Sibio heeft bekendgemaakt volgend jaar zijn functie neer te leggen en met pensioen te gaan. Aanvankelijk zou Di Sibio leiding...