Magazine

Controlekosten blijvend lager

In 2009 betaalden beursfondsen voor de jaarrekeningcontrole aanzienlijk minder dan in 2008. Sindsdien zijn de kosten op dat lagere niveau blijven hangen, leert een nieuwe inventarisatie. Ook de eerder gesignaleerde daling in de afname van adviesdiensten door controleklanten blijkt bestendig. En bij een accountantswisseling daalden de controlekosten meestal fors.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 11, 2012

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Erwin Breij

Beursgenoteerde markt stevig in handen big four

De prijsdruk op auditwerkzaamheden en de verminderde afname van adviesdiensten als gevolg van de economische crisis, hebben de afgelopen jaren hun sporen nagelaten in de accountantsrekening bij beursfondsen.

Die trend werd al gesignaleerd in de inventarisatie die ‘de Accountant’ in oktober 2010 publiceerde. Dat beeld bleef ongewijzigd, blijkt uit de nieuwe inventarisatie over 2010-2011.

Bedroeg de totale rekening voor accountantsdiensten van de vijftig Nederlandse ondernemingen die in elk van de jaren 2008-2011 in de AEX, AMX of AScX-index waren opgenomen over 2008 ruim 256 miljoen euro, in 2009 was dat bedrag met ruim zeventien procent gedaald naar bijna 213 miljoen euro. In 2010 en 2011 stegen de totale accountantshonoraria weer iets, maar het niveau van 2008 wordt bij lange na niet gehaald (zie tabel ‘Totale accountantskosten’).

De stijging in de laatste twee jaren is vrijwel geheel toe te schrijven aan de kosten voor auditgerelateerde dienstverlening en belastingadvies. De honoraria voor jaarrekeningcontrole en voor overig advies zijn sinds 2009 op hetzelfde lagere niveau blijven steken.

Stijgers en dalers

Dat beeld zien we ook terug bij de individuele ondernemingen (zie tabel ‘Kosten jaarrekeningcontrole’). Bij 29 van de vijftig ondernemingen bedroegen de kosten voor de jaarrekeningcontrole over 2011 minder dan die over 2008. Bij negen ondernemingen stegen de auditkosten minder dan twintig procent of bleven ze gelijk. Twaalf ondernemingen zagen de kosten voor de jaarrekeningcontrole stijgen met meer dan twintig procent.

Bij twee van die twaalf ondernemingen zijn de kosten voor de jaarrekeningcontrole in de onderzochte periode meer dan verdubbeld: slaapkamerspecialist Beter Bed en baggerconcern Boskalis Westminster. Een verklaring van de stijging van de controlekosten bij Boskalis ligt waarschijnlijk in de overname in 2010 van het eveneens beursgenoteerde Smit Internationale. Bij Beter Bed is niet duidelijk wat de toename van de controlekosten veroorzaakt kan hebben. Beide bedrijven doen er in ieder geval bij de verantwoording van de accountantshonoraria in de toelichting bij de jaarrekening over 2010 (het jaar van de kostenverdubbeling bij zowel Beter Bed als Boskalis) geen aanvullende mededelingen over.

Wisselaars

Bij zeven ondernemingen bedroegen de kosten voor de jaarrekeningcontrole in 2011 minder dan zeventig procent van die kosten in 2008. Vijf van deze ondernemingen wisselden in deze periode van accountantskantoor: Wessanen, Wavin, Mediq, Telegraaf Media Groep en Corio. Bij vier van deze vijf viel de (grootste) daling van de rekening in het jaar van de eerste controle door de nieuwe accountant. Alleen bij medicijnengroothandel en apothekenketen Mediq is dat niet het geval. Hier waren de controlekosten al gedaald het jaar voorafgaand aan de wisseling.

Alleen voedingsconcern Wessanen geeft bij de verantwoording over de accountantshonoraria een toelichting over de sterk gedaalde controlekosten: “The decrease in principal auditor's remuneration in respect of the audit of the annual accounts is partly the result of the divestment of the discontinued operations.”

Bij de andere bedrijven is daarover in het jaarverslag en/of de jaarrekening geen informatie aangetroffen. Bij twee bedrijven die in de periode 2008-2011 van accountantskantoor wisselden stegen de controlekosten juist: advies- en ingenieursbureau Grontmij en vastgoedbelegger Nieuwe Steen Investments (NSI). Bij NSI kan dat gezien de verdeling van de controlekosten verantwoord voor 2009 over BDO en KPMG, ook te maken kan hebben met de wijze van toerekening van de accountantskosten aan het boekjaar (zie tabel ‘Kosten jaarrekeningcontrole (audit) ‘wisselaars’’).

Verhouding audit-advies

Opvallend bij de vijftig bovengenoemde ondernemingen is dat het aantal ondernemingen waarbij de advieskosten meer dan dertig procent van de tota-le accountantskosten bedragen, is gedaald van veertien in 2008 naar zes in 2010 en 2011 (zie tabel ‘Advies als percentage van totale accountantskosten’).

Alleen bij Arcadis bedroegen de kosten voor advies in 2011 meer dan de helft van de totale accountantsrekening. De kosten voor niet-auditgerelateerde adviesdiensten lagen in dat jaar aanzienlijk hoger dan in 2010. Dat had, zo meldt het ingenieurs- en adviesbureau bij de uitleg over de accountantshonoraria, voornamelijk te maken met due diligence-werkzaamheden in verband met de overname van EC Harris.

Totale beursgenoteerde auditmarkt

In de totale beursgenoteerde auditmarkt blijven de big four onveranderlijk de dienst uitmaken (zie tabel ‘Auditmarkt 2008 en 2011’). KPMG heeft de meeste beursgenoteerde controleklanten, maar gemeten in omzet van de gecontroleerde bedrijven is Ernst & Young de onbetwiste marktleider. Dit vooral als gevolg van de controles bij ING en Aegon, de bedrijven die met afstand de hoogste rekeningen ontvangen. In absolute aantallen spelen van de middelgrote kantoren alleen BDO en Mazars met veertien controleklanten (vijftien procent) nog enigszins mee. Maar het gaat daarbij vooral om kleinere beursfondsen. Gemeten naar de omzet van de gecontroleerde ondernemingen is het aandeel van de grote kantoren in 2011 99,6 procent, vrijwel gelijk aan het percentage van 2008.

De drie beursindices zijn op drie ondernemingen na geheel ‘in handen van’ de big four. Alleen de in de AScX opgenomen noten-, zaden- en theehandelaar Amsterdam Commodities (Acomo), ict-dienstverlener Qurius, dat waarschijnlijk van de beurs zal verdwijnen na overname door het Franse Prodware, en de producent van digitale printers Xeikon (voorheen Punch Graphix) worden gecontroleerd door BDO.

Ook de accountantswisselingen, ook buiten de indices, betroffen meestal wisselingen tussen grote kantoren. Alleen NSI stapte over van BDO naar KPMG, en detacheerder DPA Group van Mazars naar KPMG, in beide gevallen dus van middelgroot naar big four. Daarnaast verhuisde Value8 van BDO naar Mazars. Bovendien krimpt de beursgenoteerde markt al jaren. Het beperkte aantal beursintroducties weegt niet op tegen beursexits vanwege overnames of faillissementen.

Noot
Erwin Breij is webredacteur van Accountant.nl.

NIVRA-model en ontwerprichtlijn RJ

Sinds 2008 moeten grote Nederlandse rechtspersonen in de toelichting op de jaarrekening de honoraria voor de accountant vermelden, onderverdeeld naar kosten voor de jaarrekeningcontrole, auditgerelateerde diensten, belastingadvies en overige adviesdiensten. Het wetsartikel waarin dit is geregeld, artikel 2:382a BW, vloeit voort uit een aanpassing van de Europese Achtste Richtlijn.

Achtergrond van de verplichting is dat gebruikers zich hiermee een oordeel moeten kunnen vormen over de onafhankelijkheid van de accountant: als het percentage kosten voor adviesdiensten relatief hoog is, zou dat een bedreiging kunnen vormen voor de onafhankelijkheid.

In het wetsartikel wordt echter gesproken van vermelding van de honoraria van de ‘accountantsorganisatie’ en de ‘externe accountant’ in de zin van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). Het netwerk blijft zo buiten beeld.

Omdat de beoordeling van de onafhankelijkheid naar de mening van het NIVRA is gebaat bij vermelding van de honoraria van het hele netwerk, bracht de beroepsorganisatie in februari 2009 een niet-bindende ‘NIVRA-wijzer’ uit, waarin een aanbevolen wijze van vermelding van accountantskosten in de jaarrekening wordt gegeven in de vorm van een tabel, waarbij zowel voor de accountantsorganisatie als voor het hele netwerk de accountantskosten worden weergegeven.

Met de inwerkingtreding van de ‘Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht’ per 1 oktober 2012 zijn enkele onduidelijkheden rond het wetsartikel opgelost. Dat geldt echter niet voor bovengenoemd probleem. In de nieuwe bundel van de Raad voor de Jaarverslaggeving, verschenen in september 2012, is daarom een ontwerprichtlijn (390.3) opgenomen waarin onder andere wordt aanbevolen om naast de honoraria van de externe accountant en de accountantsorganisatie ook de honoraria van het netwerk te vermelden.

Wijze van vermelding accountantskosten

De onduidelijkheden in de wettelijke rapportagevereisten resulteren nog steeds in een bonte verzameling van manieren waarop bedrijven de accountantskosten in de jaarrekening vermelden. Bovendien is het aantal aangetroffen varianten nog eens toegenomen doordat dit jaar ook de bedrijven uit de AScX-index - met terugwerkende kracht - in de inventarisatie zijn betrokken.

De door het NIVRA aanbevolen wijze van vermelden van de accountantskosten leek wat aan populariteit te winnen, zo werd in het vorige onderzoek geconstateerd. Maar die ‘trend’ heeft zich niet doorgezet (zie tabel ‘Wijze van vermelding accountantskosten’). 24 van de 63 Nederlandse nv's uit de AEX, AMX en AScX-indices maakten in de jaarrekening over 2011 gebruik van het ‘NIVRA-model’, tegen 21 van de 68 in 2008 en 25 van de 61 in 2009.

Het voorbehoud dat bij de vorige inventarisaties van de accountantshonoraria in de jaarrekeningen werd gemaakt blijft dus onverkort van kracht: voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van de gegevens.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.