Magazine

Morele les

De uitspraken hadden die van een accountant kunnen zijn. “Voor ons geldt geheimhouding. Eigenlijk zitten we altijd klem als we moeten uitleggen wat we precies gedaan hebben en waarom.” “Toezicht is geen garantie. Een agent kan ook niet verhinderen dat iemand door een rood stoplicht rijdt, want hij staat niet bij alle stoplichten.” “Ik ben nu heel voorzichtig. Want als er rechtszaken worden aangespannen wil ik het materiaal niet op de borden van tegenstanders leggen.”

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Aan het woord was echter geen accountant, maar de president van De Nederlandsche Bank, Nout Wellink. In een interview met Vrij Nederland verweert hij zich tegen de kritiek die DNB over zich heen krijgt. De bank ligt zwaar onder vuur en een parlementaire enquête dreigt, maar Wellink is daar niet bang voor: “Dat lijkt me heel goed en prettig, dan kan iedereen zien hoe de afwegingsprocessen tot stand komen.” Om vervolgens nog even te wijzen op zijn geheimhoudingsplicht, maar: “Daar moet dan een oplossing voor gevonden worden. Dus ik ben helemaal voor!”

De echte toets in de vorm van rechtszaken en enquêtes moet nog komen, en het kan best zijn dat achteraf zal blijken dat DNB eerder en steviger had moeten ingrijpen. Maar uit het interview doemt een verontrustend beeld op. Want DNB heeft veelvuldig op de onevenwichtigheden in de financiële sector gewezen. Maar niemand luisterde, hetgeen Wellink doet concluderen dat “iedereen verantwoordelijk is”. In een eerder NRC-interview heeft scheidend directeur Toezicht Arnold Schilder zich in vergelijkende zin uitgelaten. Schilder is om zijn uitspraken hevig bekritiseerd, want met de conclusie dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is, kan niemand uit de voeten. Het vinden en straffen van schuldigen werkt nu eenmaal louterend, niet in de laatste plaats voor degene die beschuldigen, want zij zijn daarmee verexcuseerd. En zo wijst minister Bos naar de aandeelhouders, wijzen de aandeelhouders terug naar het kabinet en het toezicht, en wijzen de parlementariërs zo'n beetje naar iedereen die in de financiële sector werkzaam is.

“De kredietcrisis is een morele crisis” aldus Bos en de vraag is wat hij daar nu precies mee bedoelt. Natuurlijk waren er de excessen - de megabonussen, de agressieve hedgefunds, de misleidende ratings - maar het is te gemakkelijk om het probleem louter daar neer te leggen. Want slechts weinigen hebben zich kunnen en willen onttrekken aan het meeprofiteren van de economische groeispurt, en met die medeplichtigheid zou je kunnen spreken van een collectieve morele verantwoordelijkheid.

Dat betekent dat de oplossing voor de crisis niet louter van technische aard kan zijn - hogere kapitaalbuffers voor de banken, verscherpt toezicht - maar ook een morele dimensie moet hebben. Meer dan ooit zijn sterke, rechte ruggen van belang, niet alleen in toezicht en controle maar in de gehele financiële keten. Integriteit, objectiviteit, deskundigheid en professioneel gedrag - niet toevallig de grondwaarden van accountants - zouden standaard de gedragsnormen voor personen met verantwoordelijke financiële functies moeten zijn. Voorkomen we daarmee een volgende crisis? Nee. Maar er wordt zo wel een collectieve rem in het systeem ingebouwd. Volgens Wellink blies de scheidsrechter wel op zijn fluitje, maar speelden de voetballers gewoon door. Dus kunnen we de scheidsrechter een luider klinkend fluitje geven en meer scheidsrechters in het veld zetten.

Dat zal ook ongetwijfeld gebeuren. Maar je mag ook van de voetballers verwachten dat ze leren luisteren. Een dergelijke discipline kan uiteindelijk wel eens veel effectiever blijken. 

Gert Smit
algemeen directeur

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.