Nieuws

Zelf oordelen over opname claim als voorziening

Deloitte had als accountant van het - nu failliete - Welsec een eigen oordeel moeten vormen over de noodzaak een voorziening op te nemen voor een claim, zegt de Rechtbank Noord-Nederland. Deloitte is echter niet aansprakelijk voor het boedeltekort, omdat het de schade niet heeft veroorzaakt.

Lex van Almelo 

Volgens de rechtbank heeft het bestuur van Welsec in de jaarrekeningen 2005 tot en met 2009 ten onrechte geen voorziening opgenomen voor een claim van de Staat. De Staat stelde het schilders- en classifiseerdersbedrijfaansprakelijk voor de vervuiling van het slib met zware metalen en PAK's in de Zwaaikom, een deel van de haven van Harlingen. De schoonmaakkosten zouden tussen de 2,6 en 3 miljoen euro bedragen. 

De eigenaar van het bedrijf, Harlingen Holding Industries (HHI), betaalde echter niets. In november 2005 veroordeelde de toenmalige Rechtbank Leeuwarden Welsec om de staat 1,3 miljoen euro te betalen. Het vonnis was uitvoerbaar bij voorraad, dat wil zeggen: meteen betalen, ook al ga je in hoger beroep. HHI en Welsec gingen in hoger beroep. In de jaarrekening van Welsec werd geen voorziening opgenomen voor de claim. Mede omdat de advocaat een kleine kans op winst zag in hoger beroep. 

In hoger beroep bij het Gerechtshof Leeuwarden wint het bedrijf slechts 1 ton: het bedrag dat de onderneming moet betalen, is namelijk niet 1,3, maar 1,2 miljoen euro. Begin 2012 vroeg Welsec zijn faillissement aan. De staat diende bij de curator een claim in van een kleine 2 miljoen euro. Nadat de curator het actief van Welsec voor een een kleine 2 miljoen euro had verkocht, resteert nog een flink boedeltekort. De curator stelt HHI, haar bestuurders, haar commissaris (tevens één van de bestuurders) en de accountant aansprakelijk. 

Verantwoordelijkheden

Het bestuur heeft van 2005 tot en met 2009 in totaal bijna 1,9 miljoen euro aan dividend uitgekeerd. Deloitte heeft zich daar niet tegen verzet en verstrekte in die jaren steeds goedkeurende verklaringen bij de jaarrekeningen waarin een voorziening voor de claim ontbrak. 

Volgens de Rechtbank Noord-Nederland hoefde de schuld pas in boekjaar 2005 op de balans. Na het vonnis van de rechtbank in 2005 was immers duidelijk dát èn hoeveel de onderneming moest betalen. HHI, de bestuurders en de commissaris hebben uitermate onzorgvuldig gehandeld tegenover de schuldeisers door de voorziening achterwege te laten en wel dividend uit te keren. Zij zijn aansprakelijk voor het boedeltekort. 

Ook Deloitte heeft onrechtmatig gehandeld. Het had het bestuur moeten adviseren de voorziening op te nemen in de jaarrekeningen van 2005 tot en met 2009 in plaats van een goedkeurende verklaring te verstrekken. De accountant mocht niet afgaan op de brief van de advocaat over de proceskansen. Niet zozeer omdat de conclusie van de advocaat zeer voorzichtig was. Maar vooral omdat de accountant een eigen verantwoordelijkheid heeft en zelf zijn oordeel moet vellen over de noodzaak om een voorziening op te nemen op de balans. 

Voor Deloitte blijft de schade echter beperkt. Het staat namelijk niet vast dat het onrechtmatig handelen van de accountant de schade voor de schuldeisers heeft veroorzaakt. Het bestuur zou volgens de rechtbank waarschijnlijk niet anders hebben gehandeld als Deloitte had geadviseerd een voorziening op te nemen en een goedkeurende verklaring had geweigerd bij het uitblijven daarvan. Het bestuur was namelijk zo eigenwijs dat het volhield dat de Staat geen, althans een minimale, vordering had op Welsec. Zelfs nadat de uitspraak van het gerechtshof definitief was geworden. 

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.