Nederlandse start-ups trekken relatief weinig investeringen
Nederlandse start-ups krijgen minder investeringen dan techbedrijven uit andere Europese landen. Vooral voor de wat verder gevorderde bedrijven, zogeheten scale-ups, is dat lastig.
Dat stelt vertegenwoordiger van de techsector Techleap. Die organisatie meent dat innovatieve techbedrijven meer aandacht moeten krijgen van overheid en bedrijfsleven.
Zo zou de overheid met gerichte belastingvoordelen voor investeringen in start-ups de geldstroom voor dit soort bedrijven kunnen stimuleren, zegt prins Constantijn, die de organisatie leidt. "Er is al steeds meer interesse van succesvolle ondernemers om een deel van hun vermogen in nieuwe ondernemingen te steken. Als we dat fiscaal aantrekkelijker maken gaat er al meer geld naartoe."
Ook een aantrekkelijker beleid voor optieregelingen bij start-ups kan leiden tot meer geld, denkt Constantijn. "Dan zijn er meer mensen die vermogen uit een succesvolle start-up halen en dat weer in een nieuw bedrijf kunnen steken." Tenslotte zou het ook helpen als de pensioenfondsen, net als in Zweden, via een durfinvesteringsfonds geld in start-ups steken. "We hebben een ongelooflijk grote pensioenpot in Nederland. Als daar maar een half procent van naar start-ups zou gaan, hebben we in één klap het ecosysteem met de meeste financiering in Europa."
Start-ups
In Nederland zijn zo'n tienduizend start-ups, scale-ups en de nog wat verder gegroeide grown-ups in de techsector, meldt Techleap in zijn jaarlijkse State of Dutch Tech-verslag. Afgelopen jaar werd daar door durfinvesteerders 2,6 miljard euro in gestoken. Vooral in fintech en de medische technologie zijn die bedrijven actief.
Veel bedrijven komen voort uit universiteiten, maar die groeien heel langzaam. Vaak omdat ze een technologie eerst door moeten ontwikkelen voor er geld mee verdiend kan worden. "Nederland kan met meer investeringen in die sector snel profiteren", aldus Constantijn.
Maar door heel Nederland zitten allerlei start-ups in diverse sectoren. Techleap probeert die beter bij elkaar te brengen. Ook kunnen oprichters van start-ups best over grenzen heen kijken om investeringen binnen te halen. "Je moet je niet laten beperken door waar je zit", zegt Constantijn. "Het is zaak voor ondernemers om breder te denken dan de geografie waar ze in zitten."
Ook investeerders moeten daarin meedenken en eventuele verhuizingen van bedrijven niet in de weg staan, vindt hij. Zelfs niet naar het buitenland. "Vaak komt de kennis weer terug", stelt Constantijn. "Ook houden bedrijven vaak een deel van het onderzoek hier."
Bron: ANP
Gerelateerd

Kabinet steekt miljoenen in economische veiligheid en start-ups
Het kabinet investeert onder meer in het "versterken van economische veiligheid" en in Nederlandse start-ups, zo blijkt tijdens Prinsjesdag uit de begroting van...

'Steviger bedrijvenbeleid noodzakelijk voor aanpak maatschappelijke opgaven'
Het bedrijfsleven heeft veel potentieel om problemen op te lossen, maar dit wordt onvoldoende aangewend ter versterking van de maatschappij. In plaats van ondernemingen...

Inschrijving 'Oscars Nederlands bedrijfsleven' geopend
Sinds 1 september jl. is de inschrijving open voor de Koning Willem I Prijzen 2024, de 'Oscars van het Nederlandse bedrijfsleven'. De drie prijzen erkennen organisaties...

Bedrijven investeren met WBSO-steun meer dan acht miljard in innovatie
Nederlandse bedrijven hebben in 2022 meer dan acht miljard euro geïnvesteerd in innovatieve technologie, producten en diensten, met steun vanuit de Wet Bevordering...

Techleap mag verder met gehalveerd budget
Het kabinet gaat drie jaar langer door met Techleap.nl, het aanjaagprogramma voor een beter startup- en scale-up ondernemingsklimaat in Nederland. Maar minister...