Opinie

Pki - aangeboren, aan te leren of situationeel afhankelijk?

Najaar 2010 schreven wij naar aanleiding van de Young Professionals Day 'Back to base', bedoeld om ons professioneel judgment te hervinden, dat een professioneel-kritische houding niet alleen komt van checklisten.

Michelle Calkhoven en Sabrina Jupijn

Wij schreven onder meer: "De juiste combinatie van het controleren van kritische posten door voldoende ervaren medewerkers en voldoende tijd en budget, blijkt in de praktijk lastig voor de jonge accountants in het veld". 

De afgelopen drie jaar is er veel gebeurd. Enerzijds zijn er AFM-onderzoeken die concluderen dat over de hele breedte controle-opdrachten niet goed zijn uitgevoerd. Anderzijds is wet- en regelgeving aangescherpt en heeft de NBA 'Professioneel Kritische Instelling' (PKI) als verplicht PE-onderwerp aangemerkt. Maar is het probleem daarmee opgelost? 

Wij vinden aangepaste regelgeving en verplichte training niet voldoende om de PKI van (jonge) professionals te borgen. Er is meer nodig. In zijn model van professioneel kritische oordeelsvorming noemt Mark Nelson (2009) vier elementen die de accountant beïnvloeden: 

  1. incentives;
  2. karaktertrekken;
  3. kennis;
  4. ervaring en opleiding.

Incentives

Incentives (prikkels) komen van diverse kanten, zoals de persoonlijke situatie van de professional maar vooral ook vanuit de accountantsorganisatie, de te controleren organisatie en het maatschappelijk verkeer. Onafhankelijkheid heeft daarbij een sleutelrol: een accountant moet onafhankelijk zijn 'in wezen' en 'in schijn'. 

In de huidige structuur van accountantsorganisaties (ook in het mkb) wordt vaak gekeken naar de commerciële aspecten van de accountant. Die moet een eigen 'business case' hebben en heeft vaak een bepaalde target voor het binnenhalen van klanten. Deze commerciële aspecten zijn van invloed op de wijze waarop derden naar accountants kijken: zijn accountants wel voldoende onafhankelijk ‘in wezen´ en ´in schijn'? 

Beoordeling en beloning van accountants moet zijn gericht op kwaliteitsaspecten en niet primair op commerciële aspecten, maar bij teveel accountantsorganisaties spelen die laatste nog steeds een rol. 

Joost van Buuren stelt in zijn onderzoek naar de relatie tussen auditor en audit quality dat elke audit partner een 'audit partner business case' ontwikkelt om in een 'highly competitieve audit market' te overleven en te voldoen aan omzet- en winstdoelstellingen. Hij onderscheidt drie archetypen: de liberal, conservative en high quality audit partner. Business case en archetype van de partner bepalen in grote mate de kwaliteit van de audit. 

Het huidige verdienmodel kan een professioneel-kritische houding dus in de weg staan. Daarom moeten we onderzoeken welke verdienmodellen wel voldoende waarborgen bieden voor een professioneel kritische instelling. 

Een mogelijkheid zou kunnen zijn om een onderscheid te maken naar typen partners. De externe accountants onder hen kunnen dan in opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelingen worden beoordeeld op vaktechnische vereisten en resultaten. De commerciële aspecten en het behalen van targets worden daarentegen belegd bij een commerciële partner. Die is niet verantwoordelijk voor (wettelijke) controles maar richt zich uitsluitend op het aantrekken van nieuwe klanten en budgetafspraken met bestaande klanten. Beide partners moeten hiërarchisch minimaal naast elkaar staan. De vaktechnische partner mag in geen geval ondergeschikt zijn aan de commerciële partner. 

Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn om accountants van wettelijke controleopdrachten in overheidsdienst te laten treden, zoals ook bij 'andere' inspectiediensten het geval is. 

Beide opties hebben voor- en nadelen, maar door de commerciële aspecten niet bij de externe accountant te beleggen, kan de tijds- en budgetdruk worden beperkt. Dit zal leiden tot minder negatieve prikkels voor de professioneel kritische oordeelsvorming. 

Karaktertrekken

Een ander element in het model van Nelson zijn de persoonlijke karaktertrekken. Die zijn aangeboren. Ze kunnen wellicht worden bijgeschaafd maar zijn nooit geheel aan te leren. 

Uit onderzoek van onder andere Frank Hartmann en Victor Maas (2010) blijkt dat controllers die hoger scoren op het persoonlijkheidskenmerk Machiavellianisme, onder druk van collega´s eerder geneigd zijn te bezwijken om twijfelachtige accountingmethoden te accepteren. 

Het is wenselijk om zulk onderzoek door te trekken naar accountants. Wat zijn de benodigde karaktertrekken? Moeten we daar dan ook geen rekening houden bij werving en selectie voor de accountantsopleiding? In de opleiding moeten studenten meer inzicht krijgen in hun personal skills en hoe zij deze kunnen bijschaven. Vervolgens moet het toetsen van de noodzakelijke karaktertrekken ook zijn ingebed in de werving en selectieprocedures van accountantsorganisaties. 

Kennis & ervaring en opleiding

Kennis & ervaring en opleiding hebben te maken met opleidingsniveau en werkervaring, maar ook met begeleiding en 'training on the job' door meer ervaren medewerkers. Jonge, onervaren assistenten willen bij een geconstateerde fout in een deelwaarneming nog wel eens voorstellen om dan maar een nieuwe factuur te selecteren. Zo'n fout betekent immers extra werkzaamheden, met als gevolg extra druk op tijd en budget. 

In de huidige piramidestructuur - met vaak een al dan niet gedwongen 'up or out' - blijkt in de praktijk weinig tijd te bestaan voor 'training on the job'. Daarnaast is er toenemende druk om zo weinig mogelijk indirecte uren te maken, waardoor (jonge) professionals specifieke of competentiegerichte trainingen niet of pas later mogen volgen. Terwijl ze mogelijk juist door die trainingen tijdens de controle die éne niet gestelde vraag weten te stellen. En laat dat nu net de vraag zijn waar het maatschappelijk verkeer een antwoord op verwacht! 

Wij pretenderen geen pasklare oplossing. Maar we hopen wel op een brede discussie over de fundamenten van accountantsorganisaties, waardoor voldoende waarborgen worden getroffen om de professioneel-kritische instelling van professionals te verbeteren. Geen pleisters op de wonde als doekje voor het bloeden, maar een middel om het probleem echt op te lossen!

Drs. Michelle Calkhoven RA is eigenaar van MICA Accountancy en docent auditing aan Nyenrode business universiteit. Sabrina Jupijn Msc RA is docent BIV en controleleer aan de Hogeschool Utrecht. Beiden schrijven op persoonlijke titel.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.