Opinie

DSI en zelfregulering

Back in town. Na een heerlijke Balinese vakantie. Even geen werk, blogs en columns. Drie weken lang vervangen door cultuur, natuur, heerlijk eten en verkwikkende massages. Terug aan het werk is geen straf. Natuurlijk heb ik eerst even gekeken wat ik in die drie weken allemaal heb gemist. Meestal valt dat in de zomertijd - door velen geassocieerd met komkommers - wel mee.

Maar ditmaal was er van komkommertijd in de accountancy geen sprake. Zo reflecteerde NBA-voorzitter Pieter Jongstra op de NBA-governance en -strategiediscussie. Een belangrijk onderwerp voor dit najaar, dat nauw samenhangt met de pluriformiteitsdiscussie en de discussie over de opleidings- en beroepstitel die sterk onder de NBA-leden leeft (met een prikkelend betoog van Gabriël van de Luitgaarden). De uitkomsten van dit alles kunnen zeer bepalend zijn voor de positie van de beroepsorganisatie in de toekomst.

Voorts heeft de NBA een knuppel in het hoenderhok gegooid door de AFM uit te dagen meer inzicht te geven 'in de uitgangspunten van toezicht en de interpretatie van vaktechnische normen'. Dit mede om 'over-compliance of onbewuste overtreding van regels' te voorkomen. Hoewel er aangaande de NBA-argumentatie in de brief daarover nog wel het nodige te zeggen valt, laat ik dat nu maar even rusten.

Ook zal ik nu niet ingaan op de diverse miljardenclaims die in de Verenigde Staten tegen PwC lopen wegens vermeend falen in diverse grote zaken. Evenmin zal ik ingaan op de Engelse consultatienota waarin wordt voorgesteld om accountants en belastingadviseurs die een dubieuze rol spelen bij het opzetten van fiscale constructie - mijns inziens terecht - keihard aan te pakken.

Want ook buiten ons accountantsuniversum gebeurde er het nodige. Met name de kwestie van de tuchtzaken tegen Rabo-medewerkers die bij de LIBOR/Euribor-affaire zijn betrokken trok mijn aandacht. Het Financieele Dagblad en de Volkskrant openden er de voorpagina mee.

Kern van de publicaties is dat diverse Rabo-medewerkers de dans grotendeels zijn ontsprongen door milde schikkingen en een opgelegde boete in een tuchtzaak. Schikkingen die zijn getroffen met het Dutch Securities Institute (DSI) en een tuchtzaak die door DSI is aangespannen.

De schikkingen zijn voor een deel met leidinggevenden binnen de Rabo getroffen en belopen maximaal 3.000 euro. In de tuchtzaak is onder meer een boete van 1.500 euro opgelegd. Peanuts in vergelijking met de megaboete van bijna een miljard dollar die de Rabobank in deze kwestie accepteerde en een schril contrast met de vervolging van bankmedewerkers in het buitenland.

De gepubliceerde uitspraak van de Commissie van Beroep van DSI leert ons veel over deze zaak. Met name dat DSI heeft gefaald in haar beoordeling van de zaak tegen leidinggevenden binnen de bank waarmee de kwestie is geschikt.

In die zaak speelt onder meer de volgende mailwisseling een rol: 

'(…)
Subject: fixings
Hi [naam],
Only when it doesn't affect you in a negative way: today we'd like to see the 6M fixing as high as possible and the 3M fixing as low as possible…many thanks!'

Een mail (smoking gun), afkomstig van een leidinggevende, waarop door een ondergeschikte medewerker als volgt is geantwoord:

'(…)
Subject: RE: fixing
Consider it done.
Cheers'

DSI heeft met de leidinggevende die de eerste mail stuurde geschikt:

'Volgens DSI heeft deze leidinggevende ontkend dat hij wist dat Verweerster (dan wel degene die haar verving) bij submissions verzoeken van collega's in aanmerking nam en in het bijzonder dat hij de vervanger van Verweerster met deze e-mail heeft willen beïnvloeden bij het doen van de submission. DSI heeft hem op deze punten het voordeel van de twijfel gegeven en is met hem een transactie voor € 1.500 overeengekomen.'

Enfin. De Commissie van Beroep maakt korte metten met het voordeel van de twijfel door het volgende - mijns inziens volstrekt terecht - te stellen:

'De Commissie van Beroep is van oordeel dat uit de hiervoor bedoelde e-mail redelijkerwijs niet anders kan worden afgeleid dan dat de betrokken leidinggevende de vervanger van Verweerster te kennen gaf welke ontwikkeling van de Euribor hij wenste en dat hij alvast bedankte voor het geval deze daaraan zou bijdragen. Ook het antwoord van de vervanger van Verweerster wijst daarop. In het licht hiervan heeft DSI de Commissie van Beroep niet duidelijk kunnen maken waarom de betrokken leidinggevende wel het voordeel van de twijfel heeft gekregen terwijl aan Verweerster, die gemotiveerd en onder verwijzing naar onder meer de hiervoor geciteerde e-mail heeft betoogd dat haar leidinggevenden op de hoogte waren van de ongepaste submissions, het voordeel van de twijfel is onthouden.'

DSI speelt nu mooi weer door te stellen dat zij de tuchtzaak tegen de medewerkster die de Euribor-tarieven manipuleerde heeft aangespannen en daarbij om een royement van de medewerker als DSI-lid heeft gevraagd. Een procedure die echter een wassen neus is geworden door de onbegrijpelijke en foutieve inschatting van DSI inzake het schikken met de leidinggevenden.

Immers, in het kader van de proportionaliteit in straftoemeting kon de Commissie van Beroep in de tuchtzaak nauwelijks tot een ander oordeel komen dan:

'Doordat DSI bij de afweging of een klacht bij de Tuchtcommissie moest worden ingediend en om oplegging van welke sanctie zou worden verzocht, niet is uitgegaan van de veronderstelling dat een of meer leidinggevenden inderdaad op de hoogte moeten zijn geweest van de wijze waarop Verweerster bij haar submissions verzoeken van anderen betrok, is bij Verweerster begrijpelijkerwijs de indruk ontstaan dat met twee maten is gemeten. De Commissie van Beroep ziet aanleiding bij het bepalen van de aan het optreden van Verweerster te verbinden sanctie met het voorgaande rekening te houden, in die zin dat de sanctie voor Verweerster niet aanzienlijk zwaarder behoort uit te vallen dan die voor de in 4.9 bedoelde leidinggevende.'

In de Volkskrant van heden stel ik dat de sancties 'maatschappelijk gezien nauwelijks zijn te verantwoorden en uit te leggen' en uit ik kritiek op het handelen van DSI en het systeem van zelfregulering. Dat laatste doe ik niet omdat de Commissie van Beroep in casu zou hebben gefaald. Integendeel, ik begrijp de uitspraak van de Commissie - zoals het DSI stelt: een 'onafhankelijke tuchtcommissie met juridische zwaargewichten' - heel goed en kan mij daarin vinden.

Nee, mijn kritiek heeft met name betrekking op de rol van het DSI zelf. Door de zaken met leidinggevenden zelf af te handelen en te schikken voor weerzinwekkende bedragen én door hen het voordeel van de twijfel te geven heeft deze organisatie het geloofwaardig functioneren van het eigen tuchtrecht volledig ondermijnd.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.