Opinie

Enige nuances bij Buijinks retoriek

Bij zijn afscheidscollege (Universiteit Tilburg) laat Willem Buijink zich luid en duidelijk horen: "Er gaat slechts een fractie fout bij al die boekenonderzoeken die er uitgevoerd worden." Buijink wijst op de incidenten die het politieke debat en de pers beheersen, terwijl onderbouwing met serieuze wetenschappelijke data ontbreekt. "Retorica" derhalve, aldus Buijink.

Natuurlijk is het goed als de beeldvorming over accountants tegen het licht wordt gehouden. Natuurlijk is het goed dat de vraag wordt gesteld of het wel zo slecht is gesteld met de kwaliteit van de Nederlandse accountancy. Natuurlijk is het goed als we (ook) kijken naar serieuze wetenschappelijke data. Natuurlijk moeten we kritisch op de toezichthouder zijn. Maar wat Buijink doet is juist retorica in optima forma. In enkele oneliners relativeert hij op onwetenschappelijke wijze het beeld over de accountancy en stelt “dat er geen probleem is”.

Waarom deugt het betoog van Buijink niet? Ten eerste hekelt hij de door de AFM gehanteerde toezichtsmethodiek: "De big four doen ieder jaar zo'n drieduizend controles per jaar. De AFM heeft er daarvan per kantoor tien bekeken. Dat is niet veel." De oplossing van Buijink: "Ze zouden een grotere, aselecte steekproef moeten doen. Het zou geen kwaad kunnen als de AFM een goede econometrist in de arm zou nemen en die vragen hoe het moet."

Met deze redenering haalt Buijink de volgende stelling in zijn betoog geheel onderuit, namelijk: "In Nederland worden jaarlijks 22.000 accountantscontroles uitgevoerd, over de afgelopen tien jaar dus ruim 200.000. Maar hoeveel keer is het nou misgegaan? Het aantal boekhoudschandalen, aanwijzingen van de AFM, ingetrokken controleverklaringen, tuchtrechtszaken en andere rechtszaken is slechts een fractie. Hoe erg is het dan?"

Buijink kan - als we zijn redenatie volgen - pas een wetenschappelijk relevante uitspraak over het toezicht van de AFM en het aantal keer dat het is misgegaan vellen, als hij een (grote) aselecte steekproef op de 3.000, 22.000 en ruim 200.000 dossiers zou hebben gedaan. Met een econometrist die kan uitleggen hoe dat moet.

Kortom: hij doet hetzelfde als hij de AFM verwijt, namelijk een oordeel vellen zonder dat hijzelf de juiste populatie heeft onderzocht. Zou hij überhaupt een controledossier en/of een door de AFM getoetst dossier hebben ingezien?

Ten tweede verwijt Buijink de AFM dat de steekproef niet aselect is geweest: "Ze hebben bewust de sectoren met de hoogste risico's opgezocht." Als Buijink op dit punt consequent is moet hij tot de conclusie komen dat de kwaliteit van de accountantscontrole juist heel slecht is. Immers de huidige controle is risicogebaseerd. De accountant onderzoekt die risico's tijdens zijn controle die er toe doen. Als ik Buijnink goed begrijp deugt daar dus niets van.

Ten derde: de incidenten, boekhoudschandalen, aanwijzingen van de AFM, ingetrokken controleverklaringen, tuchtrechtszaken en andere rechtszaken zijn - ongeacht de omvang - van groot belang om iets te leren over de stand van zaken in de accountancy en de kwaliteit van de accountantscontrole. In dergelijke kwesties moest de poortwachtersfunctie van de accountant tot wasdom komen. In die kwesties was de fraude- en witwasmeldplicht vaak van betekenis. In die kwesties moest de accountant een rechte rug tonen.

Zijn dergelijke kwesties niet relevanter en zeggen ze ons niet meer dan de vele duizenden, tienduizenden of honderdduizenden zaken die Buijink voor ogen heeft? Hoe relevant zijn 'zijn' zaken? Zat daar bijvoorbeeld niet gewoon een bestuur dat het uit zichzelf goed deed? Een bestuur dat feitelijk geen accountantscontrole nodig had?

Of was er in die zaken een adequate interne controle- of auditfunctie? Of commissarissen die hun werk goed deden en corrigeerden waar dat nodig was? Of wellicht greep er een overheidstoezichthouder in. Met andere woorden: is het wel de verdienste van de accountant als het ergens gewoon goed gaat? Moet hij dat 'succes' dan wel op zijn naam krijgen?

Ten vierde gaat Buijink in zijn betoog in het FD van vandaag - de tekst van zijn afscheidsrede heb ik opgevraagd, maar die was nog niet beschikbaar - geheel voorbij aan de bevindingen vanuit de sector zelf. Een groot deel van de sector heeft erkend dat er een (kwaliteits)probleem is. De 'grote vier' leverden hun oorzakenanalyses in bij de AFM, die er vervolgens over rapporteerde. Kortom: wie is Buijink om van buitenaf te zeggen dat het wel meevalt als de sector een ander beeld schetst? Dat beeld had hij in zijn betoog moeten betrekken.

Ten vijfde doet Buijink de problematiek van KPMG - waarvan hij "de indruk heeft dat er dingen niet goed zijn gegaan" (quod non) - af als "bijvoorbeeld een ontoelaatbare belastingconstructie", wat "een kwestie van verkeerde mentaliteit is, niet van ondeugdelijk controlewerk".

Heeft Buijink het mea culpa van KPMG gemist? De erkenning van fouten in de controle? Het feit dat het kantoor ruiterlijk toegaf zich te schamen? Heeft Buijink zich ooit echt verdiept in controlekwesties als Ballast Nedam, Vestia en Weyl?

Tot slot. Buijink stelt: "Maar degenen die beweren dat er een probleem is, hebben wel de plicht om dat te onderbouwen." Waarde collega: dat geldt ook voor degenen die beweren dat er geen probleem is!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.