Opinie

Privacy: de Belastingdienst als nieuwe Facebook?

De Belastingdienst is regelmatig in het nieuws met privacy-schendingen. Al weer jaren geleden kreeg de dienst van de Hoge Raad een tik op de vingers, over het verzamelen van kentekenplaatgegevens van auto's.

Annabel Vissers en Vincent Leenders

Momenteel ligt de Belastingdienst onder het vergrootglas wegens vertraging in de invoering van de al een jaar geldende AVG-richtlijn. Probleem is dat de Belastingdienst nogal lang gegevens bewaart en die niet zomaar kan vernietigen.

De Belastingdienst heeft vergaande bevoegdheden om gegevens te krijgen; het belang van een gevulde schatkist is groot. De verplichting van burgers en bedrijven om desgevraagd inlichtingen te verstrekken aan de inspecteur is vrijwel onbegrensd. De rechtsbescherming die de 'informatiebeschikking' zou moeten bieden, leidt meestal maar tot één rechterlijk antwoord: gij, burger, zult informatie geven. In de praktijk is het vrij gebruikelijk dat Whatsapp-gesprekken en volledige e-mailboxen worden opgevraagd. Immers: alles wat relevant kan zijn, kan de Belastingdienst opvragen.

Slechts bij grote uitzondering wordt de Belastingdienst teruggefloten. Bijvoorbeeld als een inspecteur een map meeneemt met advocaatstukken over letselschade na een vliegramp, waarbij de 'toestemming' om die map mee te nemen was gebaseerd op een handtekening van iemand die de Nederlandse taal niet machtig was en die door vijf doortastende ambtenaren aan de voordeur werd verrast. Deze situatie was gelukkig een uitzondering.

Ook kan de Belastingdienst zogenoemde 'derdenonderzoeken' instellen om gegevens over belastingplichtigen te krijgen. Banken, verzekeraars, maar ook accountants en 'gewone' leveranciers van goederen of diensten krijgen regelmatig vragen van de Belastingdienst over hun klanten. Antwoorden is verplicht. Banken moeten de Belastingdienst zelfs automatisch toegang verlenen tot hun cliëntdossiers. Collega-overheidsdiensten zijn ook gehouden om eventuele informatieverzoeken van de Belastingdienst in te willigen. De Belastingdienst is, behalve de informatiebeschikking, niet verplicht daarvan ook maar iets op schrift te stellen; zo heeft de Hoge Raad onlangs geoordeeld, toen een belastingplichtige vragen stelde over hoe de inspecteur aan zijn informatie was gekomen.

Gelukkig staat de Belastingdienst van oudsher niet bekend als een organisatie die gegevens ruimhartig uitdeelt, laat staan misbruikt of lekt. De Algemene Wet inzake Rijksbelastingen bepaalt dat het verboden is om de voor de belastingheffing verkregen gegevens voor een ander doel te gebruiken. Deze hoofdregel kent drie uitzonderingen. De eerste is dat de Belastingdienst moet voldoen aan wettelijke verplichtingen tot bekendmaking. Een voorbeeld daarvan is dat justitie in een strafrechtelijk onderzoek gegevens nodig heeft. Die worden dan - schriftelijk - door justitie gevorderd en moeten door de Belastingdienst worden gegeven. De tweede uitzondering is dat een burger of bedrijf over zijn eigen gegevens mag beschikken; dat zal geen verbazing wekken. De derde uitzondering is dat de minister bepaalt dat voor een goede vervulling van een publiekrechtelijke taak van een bestuursorgaan gegevens van de Belastingdienst nodig zijn.

Dit lijkt allemaal keurig dichtgeregeld, maar vergis u niet. Op basis van die derde uitzondering zijn tientallen instanties aangewezen die om diverse redenen (momenteel 58, om precies te zijn) gegevens van de Belastingdienst kunnen krijgen. De uitzondering lijkt daarmee hoofdregel geworden. Eén van de aangewezen uitzonderingssituaties is die waarin een handhavingsconvenant met bijvoorbeeld gemeente en politie is gesloten, om met een 'integrale aanpak' de handhaving van overheidsregelingen 'effectief en efficiënt' te laten verlopen. Ook hierbij is, behoudens het convenant, geen schriftelijke vastlegging van het hoe en waarom van de informatieverstrekking nodig, zo oordeelde de Hoge Raad onlangs.

De informatiedeling van overheidswege stopt hier overigens nog lang niet. In de strijd tegen het witwassen worden bijvoorbeeld de mogelijkheden van toezichthouders, waaronder de Belastingdienst, om met elkaar informatie te delen binnenkort weer verder uitgebreid. Al jaren vragen accountants en belastingadviseurs waarom met hun verplichte witwasmeldingen zo weinig gebeurt, maar dit belet blijkbaar niet dat informatie hieruit op steeds grotere schaal mag worden doorverstrekt.

Het stemt tot nadenken dat de 'informatiekluis' van de Belastingdienst steeds verder gevuld wordt en dat steeds meer organisaties er toegang toe krijgen. De wettelijke legitimatie is inmiddels flinterdun. Facebook en Google volg(d)en deze handelwijze ook en worden streng bejegend. De Belastingdienst krijgt echter alle ruimte en hoeft ook nog eens weinig vast te leggen, wat de rechterlijke controle bemoeilijkt. Waar stopt dit? Of wordt het tijd voor een SIRE-weggooi-campagne om burgers te wapenen tegen hun overheid?

Annabel Vissers en Vincent Leenders zijn verbonden aan De Bont Advocaten en De Bont Onderzoeken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.