Tuchtrecht

Steunen op gebrekkig conceptrapport financieel onderzoeker onzorgvuldig

Een accountant-administratieconsulent had bij het aanbevelen van een financieel onderzoeker rekening moeten houden met diens slechte reputatie. Ook had hij de conclusies uit diens conceptrapport niet zo maar moeten overnemen voor zijn beoordelingsverklaring, omdat daarin vijf van de zeven onderwerpen werden overgeslagen.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/1532 Wtra AK
Datum uitspraak:
05 december 2016
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
waarschuwing in plaats van berisping, CBb 10 juli 2018, 17/40
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:113, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent doet accountantswerkzaamheden voor een particuliere medische kliniek. De kliniek heeft sinds eind 2011 een medisch directeur annex bestuurder en een algemeen statutair directeur.

In februari 2013 uit de medisch directeur tegenover de accountant zijn zorgen over “onregelmatigheden” die hij heeft geconstateerd. In mei 2013 schrijft de medisch directeur een brief aan de aandeelhouders, certificaathouders, bestuursleden en de accountant en toont hij zich met name bezorgd over het handelen van de algemeen directeur.

Vanwege de feiten en vermoedens wil de medisch directeur als bestuurder niet de bevestigingen bij de jaarrekeningen 2012 van de kliniek en de gelieerde stichting ondertekenen. Dat laat hij weten aan de accountant, die de jaarrekeningen moet beoordelen. Op aandringen van het enige lid van de raad van toezicht van de stichting ondertekent de medisch directeur alleen de bevestiging bij de jaarrekening 2012 van de stichting, zij het onder voorbehoud.

De volgende maand adviseert de accountant aan de toezichthouder om de beschuldigingen aan het adres van de algemeen directeur extern te laten onderzoeken. De accountant beveelt hiervoor het bureau ‘Instituut’ etc aan. Daaraan is een onderzoeker verbonden die hij nog kent uit zijn tijd bij een zeker accountantskantoor. In overleg met de advocaat van de medisch directeur en de onderzoeker wordt een opdracht geformuleerd voor het Instituut.

In november 2013 spreekt de onderzoeker onder anderen met de medisch directeur. Ruim twee weken later verstrekt hij het conceptrapport van het onderzoek aan de raad van toezicht, aan de algemeen directeur, aan de medisch directeur en aan diens advocaat. Het conceptrapport wordt ook naar de accountant gestuurd. Medio december 2013 stuurt de advocaat van de medisch directeur namens zijn cliënt een reactie op het conceptrapport. De accountant neemt ook hiervan kennis.

In januari 2014 besluit de raad van advies de onderzoeksactiviteiten te staken en de opdracht aan het Instituut te beëindigen. De accountant wordt hierover per e-mail geïnformeerd. Op dezelfde dag beantwoordt de onderzoeker per e-mail de vraag van de accountant of de reactie van medisch directeur op het conceptrapport een nieuw licht heeft geworpen op het onderzoek. De onderzoeker bevestigt daarbij nog eens de conclusie van het conceptrapport:

  • er is geen informatie naar boven gekomen die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening door de externe accountant;
  • er is niets gebleken van een ernstige integriteitsinbreuk van de huidige bestuurders met mogelijke consequenties voor de aanpak van de accountant.

Medio januari 2014 geeft de accountant een goedkeurende beoordelingsverklaring af bij de jaarrekening 2012 van de kliniek. Tweeënhalf jaar later dient de medisch directeur een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft de kritiek van de medisch directeur op de onderzoeksvraag, de onderzoeker, het onderzoek en op de conceptrapportage genegeerd. De accountant heeft zich bij de beoordeling van de jaarrekening 2012 van de kliniek gebaseerd op de - door de medisch directeur aangevochten - uitkomsten van het financieel onderzoek en de conceptrapportage, die nooit is vastgesteld. De klacht komt erop neer dat de medisch directeur bezwaren heeft tegen:

a. de rol van de accountant als adviseur van de raad van toezicht bij het instellen van het deskundigenonderzoek;

b. de onderzoeksvraag;

c. de persoon van de onderzoeker;

d. het nalaten van actie naar aanleiding van de onaanvaardbare manier waarop de onderzoeker zijn onderzoek heeft uitgevoerd;

e. het negeren van de kritiek van de medisch directeur op het conceptrapport;

f. het gebruiken van dat conceptrapport, terwijl de accountant wist dat het niet geformaliseerd was;

g. het vaststellen van de jaarrekening van de kliniek op ontoereikende gronden;

h. de druk die op hem is uitgeoefend om de bevestiging van de jaarrekening te ondertekenen in het belang van de continuïteit van de onderneming.

Oordeel

De klacht is grotendeels gegrond.

Opdrachtformulering

De accountant stelt terecht dat de formulering van de opdracht vooral een zaak is tussen de opdrachtgever en de onderzoeker. De formulering van de vragen is overigens aangepast in de richting die de advocaat van de medisch directeur heeft bepleit. De medisch directeur heeft niet duidelijk gemaakt welke ongestelde vragen nog gesteld hadden moeten worden met het oog op de beoordeling van de jaarrekening.

Aanbevelen onderzoeker

De accountant voert in zijn verweer onder meer aan dat:

  • hij niet op de hoogte was van het negatieve nieuws over de onderzoeker;
  • de onderzoeker tot eind 2012 “zelfs vertrouwenspersoon was van de NBA”;
  • de negatieve uitspraak van de Accountantskamer over de onderzoeker nog niet was gedaan toen hij in juni 2013 zijn advies uitbracht.

Als een accountant de jaarrekening beoordeelt van een cliënt en dan een advies uitbrengt vanwege een mogelijke fraude moet hij volgens de Accountantskamer zorgvuldig en gedegen te werk gaan. Hij moet daarom niet zonder meer een oude bekende deskundige aanbevelen.

De accountant heeft zelf aangegeven dat hij destijds niet op de hoogte was van het negatieve nieuws over de onderzoeker. Hij had echter - mede aan de hand van de beschikbare actuele gegevens over diens reputatie - een oordeel moeten geven over de bekwaamheid van de onderzoeker. Door dat kennelijk na te laten heeft betrokkene in strijd gehandeld met het deskundigheids- en zorgvuldigheidsbeginsel.

De Accountantskamer laat uitdrukkelijk in het midden of de accountant de onderzoeker had mogen aanbevelen als hij destijds wél op de hoogte was geweest van het negatieve nieuws over de voormalig vertrouwenspersoon.

Ondertekenen onder druk

De medisch directeur heeft niet aangetoond dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld toen hij onder druk werd gezet om de bevestiging van de jaarrekening te ondertekenen.

Steunen op werk van een ander

Volgens de accountant heeft hij debeoordelingswerkzaamheden uitgevoerd conform Standaard 2400 van de NV COS. Daarin stond destijds onder punt 16 dat de accountant, die gebruik maakt van de werkzaamheden van een andere accountant of een andere deskundige, moet vaststellen dat de verrichte werkzaamheden toereikend zijn voor het doel van de beoordelingsopdracht.

Op de zitting heeft de accountant erkend dat:

  • alle zeven onderwerpen die het Instituut volgens de opdracht moest onderzoeken van belang konden zijn voor het bestaan van fraude;
  • de onderzoeker in zijn bevindingen geen woord wijdt aan vijf van de zeven onderwerpen die hij moest onderzoeken.

Hierom mocht de accountant er niet zonder meer van uitgaan dat de conclusie van het conceptrapport dat er geen relevante informatie of ernstige integriteitsinbreuk naar boven was gekomen juist was. Dat mocht hij ook niet nadat het vaktechnisch bureau van zijn kantoor hiermee akkoord ging.

Daarbij komt dat de accountant niet zelf aan de hand van de onderzoeksbevindingen heeft vastgesteld of vastgelegd dat de werkzaamheden van de onderzoeker toereikend waren met het oog op de beoordelingsopdracht. Nu hij de conclusie uit het conceptrapport wel heeft gebruikt voor de beoordelingsopdracht had hij dit volgens punt 16 van NV COS 2400 wel moeten doen.

Dat het bureau vaktechniek zei dat de uitgevoerde werkzaamheden afdoende waren om de jaarrekening af te ronden en daarbij een goedkeurende beoordelingsverklaring te verstrekken, zegt in dit verband niets. Het vaktechnisch bureau zei er namelijk expliciet bij dat het over de feitelijke inhoud van het onderzoeksrapport geen conclusie trok.

Al met al heeft de accountant de jaarrekening 2012 van de kliniek beoordeeld op basis van ontoereikende beoordelingsinformatie en heeft hij onzorgvuldig en ondeskundig gehandeld.

Maatregel

Berisping.

De accountant heet nagelaten nader onderzoek te doen om vast te stellen of de werkzaamheden van de onderzoeker toereikend waren met het oog op zijn beoordelingsopdracht en daarmee punt 16 van de NV COS 2400 “verregaand (…) veronachtzaamd”.

Annotatie Lex van Almelo

Wanneer je als huisaccountant een deskundige aanbeveelt om een integriteitsonderzoek te doen, moet je een oordeel geven over diens bekwaamheid. Dat betekent dat je dus niet zo maar een goeie ouwe bekende kunt voordragen, maar je moet verdiepen in diens reputatie. De reputatie van deze onderzoeker was niet smetteloos – nog los van de uitspraak die de Accountantskamer nog niet had gedaan toen de accountant de onderzoeker aanbeval.

Het kan zijn dat de combinatie van ‘Instituut’, financieel onderzoek en “tot eind 2012 vertrouwenspersoon van de NBA” associaties oproept met een registeraccountant die zichzelf uitschreef en daarna nog menig maal een tuchtrechtelijke veroordeling aan de broek kreeg.

Net als in de onderzoeken waarvoor die voormalig accountant op de vingers werd getikt, vallen de niet geschraagde conclusies ook in dit onderzoek uit in het voordeel van degene die de rekening betaalt, te weten: de algemeen directeur, die overigens niet de opdrachtgever was. En ook hier is de kritische reactie van een sleutelfiguur niet verwerkt in het onderzoeksrapport en is de empirische basis voor de conclusies smal.

De Accountantskamer zegt niet dat je een (voormalig) accountant met zo’n reputatie niet moet aanbevelen. De tuchtrechter maakt echter wel duidelijk dat je dan extra goed moet opletten, zeker als je steunt op de werkzaamheden van die persoon.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.