Tuchtrecht

Handtekening onder omzetverschuiving

Een registeraccountant zette namens de verkoper van een onderneming zijn handtekening onder het overnamecontract, terwijl hij wist dat de koper werd geflest door te schuiven met omzet.

Accountantskamer

Zaaknummers:
20/771 en 20/772 Wtra AK
Datum uitspraak:
18 januari 2021
Oordeel:
gegrond resp. ongegrond
Maatregel:
berisping resp. geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2021:6

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In januari 2014 neemt een besloten vennootschap de aandelen over van een andere bv. Een accountant-administratieconsulent heeft de jaarrekeningen 2012 en 2013 van de verkochte bv samengesteld en daarbij in mei 2014 een samenstellingsverklaring afgegeven. Een kantoorgenoot van de AA, een registeraccountant RV, vertegenwoordigt de verkoper bij de overname en tekent namens hem het contract.

In bijlage 2 van het contract staat onder meer dat zich sinds 31 oktober 2013 in vergelijking met de jaarrekening 2012 geen belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de omvang of de samenstelling van de activa en passiva van de vennootschap, noch in de omvang of de samenstelling van het resultaat van de vennootschap.

Tijdens de medio juli 2014 gehouden algemene vergadering van aandeelhouders van de koper komt ter sprake dat:

  • de verkoper informatie heeft achtergehouden;
  • de verkoper omzet heeft verschoven van 2014 naar 2013;
  • deze acties een negatief effect hebben gehad op de resultaten en de kasstromen in de onderneming;
  • de liquiditeitsbehoefte daardoor groter is dan vooraf begroot.

Nadat de gekochte bv failliet is verklaard, dient een aandeelhouder van de koper een klacht tegen de RA en de AA in bij de Accountantskamer.

De Accountantskamer verklaart de klachtonderdelen over meewerken aan en niet waarschuwen voor de financiële malversaties niet-ontvankelijk. De klacht tegen de samenstellend accountant is op één onderdeel gegrond, waarvoor deze een waarschuwing krijgt. De samensteller was ten onrechte vergeten te controleren of behalve de ava ook het bestuur van de vennootschap akkoord was met de fikse dividenduitkering die hij had verwerkt in de jaarrekening 2013.

In hoger beroep zegt het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat de Accountantskamer de niet-ontvankelijk verklaarde klachtonderdelen alsnog moet behandelen. Dat doet de Accountantskamer in de hier samengevatte uitspraak.

Klacht

De registeraccountant heeft:

a. actief meegewerkt aan financiële malversaties, althans financiële malversaties bewust verzwegen, met als resultaat dat in de jaarrekening 2013 van de verkochte bv een balanspost ‘vooruit gefactureerde omzet’ is opgenomen ter grootte 277 duizend euro;

b. verzuimd de koper te informeren over een omzetdeel van 248 duizend euro, dat voor 2014 bestemd was, en verzuimd dit zo te corrigeren dat het resultaat daarvan in 2014 zou vallen en niet heimelijk in 2013;

c. namens de verkoper de overeenkomst ondertekend;

d. de koper het recht ontnomen de transactie niet of onder andere voorwaarden door te laten gaan, door de kernvoorwaarde van de aandelentransactie bewust te manipuleren en te verzwijgen.

De accountant-administratieconsulent wordt hetzelfde verweten als de registeraccountant, met uitzondering van klachtonderdeel c.

Oordeel

Registeraccountant

De klachtonderdelen a, b en c zijn gegrond.

Ad a, c en d Financiële malversaties

Volgens de klagende aandeelhouder is er 525 duizend euro aan verzwegen omzet verschoven van 2014 naar 2013. Daarvan is 277 duizend gecorrigeerd, maar 248 duizend niet.

In het kader van de onderhandelingen heeft de verkoper een overzicht van de gerealiseerde omzet en de verkooporders aangeleverd. Daarin staat als omzet niet alleen vermeld wat daadwerkelijk in 2013 is uitgeleverd, maar ook de opdrachten die in 2013 zijn gefactureerd en dat jaar nog niet zijn uitgeleverd. Hiermee is een bedrag gemoeid van 277 duizend euro. Nadat de accountant-administratieconsulent hierop heeft gewezen, draait de onderneming dit terug.

De registeraccountant heeft erkend dat hij er als gemachtigde van de verkoper niet op heeft gewezen dat de daadwerkelijke omzet in 2013 zónder de verschuivingen aanzienlijk lager zou zijn geweest. Het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid verhinderde hem om dit zonder toestemming van de verkoper uit eigen beweging te melden aan de koper. Volgens de Accountantskamer had de accountant zich echter moeten realiseren dat hij in verband kon worden gebracht met het niet-integere handelen van de verkoper.

Vlak vóór het sluiten van de koop heeft de accountant namens de verkoper ‘omstreeks 01.30 uur’ een kolommenbalans aangeleverd. Daarin was de correctie verwerkt van de 277 mille. Omdat dit zo laat gebeurde en de onderhandelingen al vrijwel waren afgerond, vindt de Accountantskamer die correctie onvoldoende.

De accountant heeft de bedreiging voor zijn integriteit niet onderkend en geen toereikende maatregel getroffen. Hij heeft in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit door namens de verkoper zijn handtekening te zetten onder de overeenkomst tot overdracht van de aandelen, waarin onder meer stond dat zich sinds oktober 2013 ten opzichte van 2012 geen belangrijke wijzigingen hadden voorgedaan in de omvang en samenstelling van de activa en passiva respectievelijk het resultaat van de vennootschap.

Ad b Omzetdeel 248 duizend euro

Als adviseur van de verkoper was de accountant destijds niet verplicht de koper uit eigen beweging te informeren over de verschoven omzet. Dat hij een maatregel had moeten treffen om de bedreiging van zijn integriteit te pareren, betekent niet dat het hem vrij stond de gegevens van de verkochte bv te delen zonder toestemming van de verkoper.

Accountant-administratieconsulent

De klacht is ongegrond.

De AA heeft de in 2013 gerealiseerde omzet van de bv vanuit jaarrekeningtechnisch opzicht juist verwerkt. Begin januari 2014 heeft hij vastgesteld dat de onderneming ten onrechte omzet had geboekt in 2013, terwijl er in 2013 niet daadwerkelijk was uitgeleverd. Hij heeft deze omzet laten corrigeren en ervoor gezorgd een balanspost ‘vooruit gefactureerde omzet’ werd opgenomen in de jaarrekening 2013.

Hij heeft vastgesteld dat de omzet van 2014, die als gevolg van eerdere leveringen was verschoven naar 2013, ook daadwerkelijk in 2013 is geleverd. Daarmee heeft hij in overeenstemming gehandeld met Standaard 4410. De klagende aandeelhouder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het omzetdeel van 248 mille onjuist is verwerkt.

Door in de jaarrekening 2013 een nieuwe balanspost op te nemen, heeft hij niet in strijd gehandeld met Standaard 4410. Bovendien heeft hij het concept van de jaarrekening 2013 uitvoerig besproken met de directie van de koper die op dat moment de nieuwe eigenaar was. De aandelen waren toen al geleverd en de samenstellingsverklaring moest nog worden afgegeven.

Maatregel

Berisping voor de registeraccountant. Door de bedreiging voor zijn integriteit te negeren, heeft hij in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit.

Annotatie Lex van Almelo

Een onderneming koopt in januari 2014 de aandelen van een andere onderneming en wordt daarbij in het pak genaaid. De verkoper haalt namelijk vóór de overdracht omzet naar voren, waardoor de winst hoger uitvalt. Bovendien keren de aandeelhouders zich vóór de verkoop een fiks bedrag aan dividend uit. Hierdoor staat de onderneming er na aankoop veel minder florissant voor dan de koper werd voorgespiegeld. Het bedrijf gaat zelfs failliet. Een 11 procents-aandeelhouder ziet zijn investering verdampen en klaagt de twee betrokken accountants aan.

Vooruitgefactureerde omzet

Eén van de accountants heeft de jaarrekeningen van de onderneming samengesteld over 2012 en 2013. Hij liet een steek vallen toen de aandeelhouders van de verkoper zich vóór de verkoop de winst over 2013 lieten uitkeren. De samensteller had namelijk moeten verifiëren of – behalve de aandeelhouders – ook het bestuur van de verkoper het hiermee eens was. Dit zei de Accountantskamer al in 2019.

Nu zegt de tuchtrechter dat de samensteller de verschoven omzet goed heeft verwerkt door een balanspost ‘vooruit gefactureerde omzet’ op te nemen in de jaarrekening 2013. Sterker nog: de samensteller heeft begin januari 2014 vastgesteld dat er ten onrechte omzet was geboekt in 2013, omdat er nog niet daadwerkelijk was uitgeleverd. Hij heeft deze omzet laten corrigeren en ervoor gezorgd dat een balanspost ‘vooruit gefactureerde omzet’ werd opgenomen in de jaarrekening 2013.

Niet-integer

De tweede accountant trad bij de onderhandelingen en verkoop op als adviseur van de verkoper. Hij ondertekende zelfs het contract namens de verkoper. In een bijlage van dat contract staat ten onrechte dat zich geen belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de activa, passiva en resultaten.

Volgens de klagende aandeelhouder is hij dus betrokken bij de malversaties. In 2019 kwam deze accountant met de schrik vrij, omdat de Accountantskamer de klachtonderdelen tegen hem niet-ontvankelijk verklaarde. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven zei dat de kamer deze onderdelen alsnog moest behandelen.

Nu zegt de Accountantskamer dat hij in strijd heeft gehandeld met het integriteitsbeginsel, omdat de registeraccountant:

  • het contract ondertekende met de bijlage waarin stond dat de balans en resultaten rekening niet belangrijk waren gewijzigd ten opzichte van het boekjaar ervoor;
  • de koper er niet op heeft gewezen dat de omzet in 2013 kunstmatig was verhoogd.

Over het tweede punt zegt de accountant dat hij de koper zonder toestemming van de verkoper niet uit eigen beweging kon waarschuwen vanwege het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid. De Accountantskamer stelt daar tegenover dat de accountant zich moest realiseren dat hij in verband kon worden gebracht met het niet-integere handelen van de verkoper. Midden in de nacht vlak vóór het afronden van de onderhandelingen een kolommenbalans met de correctie aanleveren, is niet voldoende.

Catch 22 zonder aanwijzing

Als adviseur van de verkoper hoefde de accountant de koper niet uit eigen beweging te informeren over de verschoven omzet, zegt de Accountantskamer. Wel moest hij een maatregel treffen om de bedreiging van zijn integriteit te pareren. De noodzaak om dit te doen betekent volgens de tuchtrechter echter niet dat de accountant informatie kon delen zonder toestemming van de verkoper.

De Accountantskamer lijkt hier een Catch 22-situatie te creëren, waarin de accountant óf de geheimhoudingsplicht schendt óf het integriteitsbeginsel. Hoe de accountant zich uit deze situatie had kunnen redden, maakt de tuchtrechter niet duidelijk. De toestemming van de niet-integere klant had hij niet. Dus de klant informeren kon niet. Had hij zijn opdracht moeten teruggeven om zijn integriteit te bewaken? De Standaarden 240 en 250 zijn niet van toepassing bij adviserende werkzaamheden. Maar misschien vindt de Accountantskamer deze oplossing zo vanzelfsprekend dat die niet wordt genoemd. Gelukkig zegt de Accountantskamer wel duidelijk dat je geen misleidende informatie moet ondertekenen.

Terwijl de kantoorgenoot die de jaarrekening samenstelde aandrong op een (gedeeltelijke) correctie, bezondigde de adviserend accountant zich in feite aan valsheid in geschrifte. Een berisping lijkt mij dan aan de milde kant en een zwak signaal in combinatie met de ontbrekende aanwijzing voor hoe het moet. Wellicht geeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven accountants in hoger beroep meer houvast.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.