Tuchtrecht

Onpartijdig gebleven in conflict, dankzij klant

De accountant van een centrum voor mondzorg raakt betrokken in een discussie over de kostenverdeling. Zijn objectiviteit komt niet in het gedrang, omdat één van de maten een eigen accountant inschakelt.

Accountantskamer

Zaaknummers:
21/1056 Wtra AK
Datum uitspraak:
28 januari 2022
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
beroep aangetekend
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2022:6

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een mondhygiëniste met een eenmanszaak gaat in februari 2013 een kostenmaatschap aan met een tandarts. De kostenverdeling komt erop neer dat beiden de helft van de lasten van de maatschap dragen. Omdat de tandarts een grotere praktijk heeft dan de mondhygiëniste, die bovendien geen baliemedewerkers nodig heeft, wordt afgesproken dat de tandarts de kosten van het baliepersoneel betaalt. Een registeraccountant stelt voor beide eenmanszaken de jaarrekeningen samen en maakt een overzicht van de kostenverdeling van de maatschap.

Bij de bespreking van de jaarcijfers 2017 geeft de tandarts aan, dat zij de afspraak over de kosten voor het baliepersoneel opnieuw tegen het licht wil houden. De accountant maakt een verslag van het overleg dat de mondhygiëniste en de tandarts daarover voeren. De mondhygiëniste laat de RA vervolgens weten dat zij een andere accountant zal betrekken bij de discussie over de herverdeling van de kosten voor het baliepersoneel. Zij kondigt aan dat zij de casus bespreekt met een eigen accountant-administratieconsulent, die de situatie puur vanuit haar belang kan bekijken en dat belang goed kan behartigen.

De mondhygiëniste en de tandarts worden het niet eens. Vanaf eind juli 2019 laat de mondhygiëniste ook de accountantswerkzaamheden voor haar eenmanszaak doen door de AA. Zij schrijft de RA onder meer dat:

  • zij de AA de jaarrekening en de fiscale aangiften van haar eigen praktijk laat opstellen om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen;
  • de RA “natuurlijk” nog wel de accountant van de maatschap blijft.

De RA schrijft terug dat hij dit waardeert en dat hij constructief blijft overleggen.

De mondhygiëniste en de dentiste proberen hun verschil van inzicht op te lossen onder begeleiding van een bemiddelaar van de VvAA. Zij worden het eens op hoofdlijnen en de mondhygiëniste probeert een nieuw samenwerkingscontract op te stellen. De tandarts heeft echter toch geen trek in een nieuw contract. In maart 2021 schrijft zij aan de bemiddelaar dat:

  • er negen jaar geleden heel bewust is gekozen voor een kostenmaatschap;
  • die afspraak duidelijkheid bood over de te delen kosten;
  • zij akkoord gaat met een addendum, waarbij de kostenverdeling van het baliepersoneel en de verdelingen van de overige kosten worden benoemd.

De bemiddelaar schrijft de mondhygiëniste dat het erop lijkt dat met name de registeraccountant een geheel nieuw contract niet ziet zitten en een doorslaggevende stem heeft bij de tandarts. In juni 2021 deelt de tandarts via haar advocaat aan de mondhygiëniste mee dat zij de maatschapsovereenkomst wil opzeggen per 31 december 2021. De mondhygiëniste dient nog in juni een klacht tegen de registeraccountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

a. geen geschikte maatschapsovereenkomst geadviseerd c.q. opgesteld en de mondhygiëniste niet adequaat geïnformeerd over de aard, inrichting en werking van de maatschap;

b. jaarrekeningen samengesteld die niet correct aansluiten bij (de bedoeling van) de maatschapsovereenkomst;

c. in het verslag van het gesprek in januari 2019 onjuiste feiten als uitgangspunt genomen;

d. in strijd met het beginsel van objectiviteit gehandeld door tegelijkertijd op te treden voor de maatschap, de mondhygiëniste én de tandarts en heeft nagelaten de bedreiging van zijn objectiviteit in zijn dossier vast te leggen en de samenstellingsopdracht aan de maatschap terug te geven;

e. tijdens de bemiddeling bemoeienis gehouden met de discussie over de kostenverdeling en die bemiddeling gefrustreerd;

f. tegenstrijdige verklaringen afgelegd over het afscheid van de mondhygiëniste bij zijn accountantskantoor.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

Ad a Maatschapsovereenkomst

Het klachtonderdeel dat de accountant geen geschikte maatschapsovereenkomst zou hebben geadviseerd en de mondhygiëniste niet adequaat zou hebben geïnformeerd over de aard, inrichting en werking van de maatschap is niet-ontvankelijk, omdat de mondhygiëniste meer dan zes jaar na dato komt met dit verwijt.

Ad b Jaarrekeningen en maatschapsovereenkomst

De mondhygiëniste heeft dit verwijt onvoldoende toegelicht en onderbouwd. Bovendien heeft de mondhygiëniste op de zitting erkend dat er nooit onenigheid was over hoe de accountant de kosten toerekende aan ofwel de maatschap ofwel een van de eenmanszaken. Ook het maken van een eenvoudig overzicht voor de bank heeft hij steeds gedaan met instemming van de mondhygiëniste en de tandarts. Aangezien de mondhygiëniste ook dit niet heeft tegengesproken valt de accountant over de samenstelling van de jaarrekeningen voor de maatschap geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt te maken.

Ad c Onjuist verslag

De accountant heeft in het gesprek van januari 2019 over de kostenverdeling feiten genoemd die niet zijn besproken en die bovendien onjuist zijn. Terwijl ál het baliepersoneel volgens de overeenkomst voor rekening komt van de tandarts, schrijft hij bijvoorbeeld dat:

  • de tandarts bij het begin van de maatschap de kosten voor één van de baliemedewerksters voor haar rekening neemt;
  • de tandarts een “onevenredig groot deel” van de kosten van het baliepersoneel voor haar rekening neemt;
  • de “verdelingsafspraak van 50:50% ten aanzien van het baliepersoneel” zal worden veranderd in 70:30%.

De Accountantskamer ziet echter geen feitelijke onjuistheden. Bij het begin van de onderneming werkte alleen de genoemde baliemedewerkster in de praktijk en droeg de tandarts de personele lasten. De andere formuleringen hadden zorgvuldiger gekund, maar dat is tuchtrechtelijk gezien van onvoldoende gewicht. Zowel de mondhygiëniste als de dentiste wist immers precies dat de tandarts de kosten van het baliepersoneel volledig droeg.

Ad d, e en f Objectiviteit, frustreren bemiddeling en tegenstrijdige verklaringen

De Accountantskamer wijst erop dat een schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit ook aan de orde kan zijn als de accountant zich duidelijk heeft begeven in een situatie waarin zijn objectiviteit te zeer in het gedrang komt. De mondhygiëniste heeft de accountant in juli 2019 per e-mail laten weten dat de AA voortaan de jaarrekening en belastingaangiftes voor haar eenmanszaak zal verzorgen. Vanaf dat moment was haar eenmanszaak dus geen klant meer van de registeraccountant. De mondhygiëniste schrijft zelf dat de RA nog wel accountant blijft van de maatschap. Dat heeft de accountant de dag daarop bevestigd.

Het moet dus duidelijk zijn geweest dat de mondhygiëniste met haar eenmanszaak niet langer klant was van de RA, maar wel als deelnemer van de maatschap. De accountant bleef ook met instemming van de mondhygiëniste de kostenverdeling voor de maatschap opstellen. De Accountantskamer vindt het verwijt van de onduidelijke rol van de accountant niet terecht. De aard en omvang van zijn werkzaamheden voor de maatschap, de eenmanszaak van de tandarts en de (tussentijds beëindigde) werkzaamheden voor de eenmanszaak van de mondhygiëniste waren voldoende duidelijk.

Verder had de accountant de opdracht om de kostenverdeling van de maatschap op te stellen. Over de toedeling van die kosten bestond nooit enige discussie. De mondhygiëniste en de tandarts leverden de kosten aan, voorzien van een code, waarna de accountant deze administratief verwerkte. De mondhygiëniste en hij herstelden eventuele fouten.

De objectiviteit van de accountant werd niet bedreigd. Tot medio januari 2019 was de samenwerking tussen de twee maten harmonieus. Volgens de accountant verliep het gesprek over de kostenverdeling in goede harmonie, ook al werd er geen oplossing bereikt. De mondhygiëniste had haar idee, dat de accountant meer oog had voor de belangen van de tandarts dan die van haar, desgevraagd niet concreet kunnen maken. De Accountantskamer ziet dan ook niet waarom de accountant een bedreiging van zijn objectiviteit had moeten signaleren tijdens of na het gesprek begin 2019.

Vier dagen na dat gesprek heeft de mondhygiëniste te kennen gegeven dat zij zich in de discussie over de kostenverdeling liet bijstaan door een andere accountant. In die vier dagen heeft de accountant geen werkzaamheden uitgevoerd die in dit verband relevant zijn, behalve het maken van het gespreksverslag. Er was geen bedreiging voor zijn objectiviteit en de accountant hoefde geen maatregel te overwegen.

Het voornaamste verwijt van de mondhygiëniste is dat de RA het bereiken van een oplossing voor het geschil heeft gefrustreerd. Uit een verklaring van de tandarts komt naar voren dat zij de correspondentie met de bemiddelaar van de VvAA zelf heeft gevoerd, zonder inbreng van de accountant. Pas toen de bemiddelaar haar ondanks herhaalde verzoeken geen duidelijkheid verschafte, heeft de tandarts de RA gevraagd de conceptovereenkomst te beoordelen en te adviseren over de consequenties. Dat blijkt ook uit een later e-mailbericht aan de bemiddelaar. Daarin geeft de tandarts duidelijk te kennen dat zij de samenwerking niet wil veranderen en een oplossing over de kostenverdeling wil bereiken via een addendum bij de maatschapsovereenkomst.

Dat het er volgens de bemiddelaar op lijkt dat met name de accountant een geheel nieuw contract niet ziet zitten en die accountant een doorslaggevende stem heeft bij de tandarts heeft de bemiddelaar niet onderbouwd. Het is slechts een vermoeden. Ook de mondhygiëniste onderbouwt dit desgevraagd niet. En als de accountant al een doorslaggevende stem had, betekent dit nog niet dat hij in strijd heeft gehandeld met een gedrags- of beroepsregel. De mondhygiëniste heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de accountant een escalerende rol heeft gespeeld in het geschil en het verwijt dat hij “de architect is van het echec” is ongefundeerd.

Volgens de Accountantskamer hoefde de accountant zijn samenstellingsopdracht van de maatschap niet terug te geven vanwege het verloop van de discussie en zijn betrokkenheid daarbij. Hij had alleen de eenvoudige en kleine opdracht om de kostenverdeling voor de maatschap op te stellen. De aangeleverde informatie was duidelijk en overzichtelijk en leidde nooit tot discussie. Er is geen sprake van incomplete, onnauwkeurige of anderszins onbevredigende informatie inclusief significante oordeelsvormingen in de zin van paragraaf 32 van Standaard 4410. De accountant hoefde daarom ook geen bevindingen onder de aandacht te brengen van de beide maten of om aanvullende of gecorrigeerde informatie te vragen.

Al met al heeft de mondhygiëniste niet aannemelijk gemaakt dat de accountant in strijd heeft gehandeld met het beginsel van objectiviteit of een ander fundamenteel beginsel.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

Een mondhygiëniste en een tandarts gaan samenwerken in een centrum voor mondzorg en sluiten een kostenmaatschap, waarbij de kosten sam-sam worden verdeeld. De tandarts betaalt de kosten voor de baliemedewerkster. Als de kosten voor het baliepersoneel oplopen, wil de tandarts een andere verdeling. De huisaccountant van zowel de twee eenmanszaken als de maatschap is aanvankelijk betrokken bij het overleg. De mondhygiëniste kiest voor wat betreft de discussie over de kostenverdeling voor een eigen accountant. De huisaccountant blijft wel de accountant van de maatschap en de tandarts.

De mondhygiëniste klaagt erover dat de accountant partijdig was bij de onderhandelingen en de bemiddelingspoging onder leiding van een derde. Hij had volgens haar ook zijn opdracht voor de (kosten)maatschap moeten teruggeven. De Accountantskamer ziet daar geen aanleiding voor. Omdat de mondhygiëniste een eigen accountant heeft ingeschakeld ziet de kamer geen bedreiging voor zijn objectiviteit. De mondhygiëniste heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij vóór de inschakeling van de eigen accountant partijdig was of het bereiken van een oplossing heeft gefrustreerd. De oplossing bleek een brug te ver; de mondhygiëniste en de tandarts zijn uit elkaar.

Omdat er geen belangenconflict meer was, is de objectiviteit van de accountant nooit in het gedrang gekomen. Dat is in ieder geval te danken aan de mondhygiëniste, die een eigen accountant inschakelde. Als zij dat niet had gedaan, had de accountant er zelf voor moeten kiezen één van de klanten te lozen om de objectiviteit te waarborgen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.