Belastingen

Het dubbelleven van de ontvanger

De ontvanger van de Belastingdienst krijgt door een uitspraak van de Hoge Raad heffingsbevoegdheden in aansprakelijkheidsprocedures. Waar moeten adviseurs precies rekening mee houden?

Arthur Kan

De titel van deze bijdrage roept wellicht associaties op met het Belgische programma Jambers, waarin ogenschijnlijk doorsnee burgers er de meest uiteenlopende nevenactiviteiten op na hielden. Het gaat te ver de ontvanger als zodanig te typeren, maar de Hoge Raad heeft recentelijk wel geoordeeld dat bij de beoordeling van de omvang van een fiscale aansprakelijkstelling de ontvanger over dezelfde bevoegdheden kan beschikken als de inspecteur. De ontvanger heeft in zoverre dus een 'dubbele pet' gekregen en kan materiële onjuistheden in een aan de aansprakelijkheid ten grondslag liggende belastingschuld corrigeren als ware hij inspecteur.

Interne compensatie

In de bezwaar- en (hoger)beroepsfase staat de inspecteur een buitenwettelijke correctiemogelijkheid ten dienste om (toch nog) tot een correcte vaststelling van de materiële belastingschuld te komen: interne compensatie. Deze bevoegdheid heeft in de jurisprudentie gestalte gekregen en houdt in dat wanneer een bezwaar of (hoger) beroep op zichzelf geheel of gedeeltelijk gegrond is en tot verlaging van de aanslag zou leiden, de inspecteur de bestanddelen van de aanslag mag wijzigen. Deze compensatie kan echter niet in een hoger nettobedrag resulteren dan de oorspronkelijke aanslag. De inspecteur kan zich derhalve op feiten en omstandigheden beroepen die bij het vaststellen van de aanslag geen rol hebben gespeeld, maar desalniettemin de geheven belasting rechtvaardigen.

'Adviseurs moeten er rekening mee houden dat de ontvanger gedurende een aansprakelijkheids-procedure de bestanddelen van de onderliggende aanslag kan wijzigen.'

Juistheid van aanslag

Hoewel interne compensatie vanuit wetssystematisch oogpunt bij uitstek een inspecteursbevoegdheid is, heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 20 maart 2015 beslist dat ook de ontvanger zich op interne compensatie mag beroepen als hij een derde aansprakelijk heeft gesteld voor de belastingschuld van een ander (HR 20 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:644). De Hoge Raad motiveert dit oordeel door te wijzen op de totstandkoming en werking van de fiscale aansprakelijkheidsprocedure. In die procedure geldt als uitgangspunt dat de aansprakelijkgestelde niet alleen de aansprakelijkstelling, maar ook de juistheid van de onderliggende aanslag kan betwisten. De ontvanger heeft daardoor regelmatig een uitermate heffingstechnische discussie te voeren.

De beslissing van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat de ontvanger bij zijn oordeel over de rechtmatigheid van de onderliggende aanslag, andere niet-geformaliseerde inkomstenbestanddelen van de belastingschuldige kan inbrengen om een aansprakelijkstelling toch (gedeeltelijk) overeind te houden.

Beperkingen

Ofschoon het niet expliciet door de Hoge Raad is overwogen, ligt het in de rede dat de mogelijkheid van interne compensatie door de ontvanger wordt begrensd door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de algemene beginselen van behoorlijk procesrecht.

Een weloverwogen standpuntbepaling door de Belastingdienst of het naderhand innemen van nieuwe standpunten die de procespositie van de aansprakelijkgestelde ernstig schaden, kunnen aldus aan toepassing van interne compensatie in de weg staan. Zeker in het geval van een fiscale aansprakelijkstelling, waarbij regelmatig discussies worden gevoerd over feiten en omstandigheden die in een ver verleden liggen, terwijl partijen niet langer beschikken over alle relevante bewijsstukken, kunnen bovengenoemde beginselen een belangrijke rol spelen bij het verweer van de aansprakelijkgestelde tegen interne compensatie.

De 'aanvullende heffingsbevoegdheid' van de ontvanger reikt derhalve niet zo ver dat hij onbeperkt misslagen van de inspecteur kan corrigeren als een aansprakelijkstelling succesvol wordt aangevochten. Adviseurs moeten er evenwel rekening mee houden dat de ontvanger gedurende een aansprakelijkheidsprocedure de bestanddelen van de onderliggende aanslag kan wijzigen.

Arthur Kan is advocaat bij KanPiek Fiscale Advocatuur in Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.