Ondernemingsrecht

Collegiale verantwoordelijkheid is nog geen collegiale aansprakelijkheid

Als een BV meerdere bestuurders heeft dan zijn zij in principe gezamenlijk, 'collegiaal', verantwoordelijk voor het bestuur. Wordt de vennootschap niet goed bestuurd, dan kan dat tegenover de vennootschap, 'intern', ook leiden tot gezamenlijke aansprakelijkheid. Tegenover schuldeisers van de vennootschap, 'extern', is dat echter anders, zo bevestigde de Hoge Raad recent nog een keer.

Joop Werner

Zoals vrij algemeen bekend is een BV als rechtspersoon 'zelfstandig drager van rechten en plichten'. Dat betekent dat als een BV haar verplichtingen niet nakomt of onrechtmatig handelt, in principe alleen de BV kan worden aangesproken, niet ook de bestuurder of bestuurders. Het is vaste jurisprudentie dat dit alleen anders is als een bestuurder 'van zijn handelen of nalaten persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt'. Daar is bijvoorbeeld sprake van als een bestuurder namens de BV verplichtingen aangaat, terwijl hij weet dat de BV die niet kan nakomen en hij ook geen verhaal kan bieden voor de schade die de crediteur als gevolg daarvan zal leiden. 

Aansprakelijkheid indirecte bestuurders

De wet bepaalt dat als een aansprakelijke bestuurder een rechtspersoon is, ook de bestuurders van die rechtspersoon aansprakelijk zijn. Als is vastgesteld dat aan een bestuurder-rechtspersoon persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, dan is dus niet alleen die rechtspersoon aansprakelijk, maar zijn al haar bestuurders, gezamenlijk, dat ook. Ten aanzien van die bestuurders hoeft dan niet meer afzonderlijk te worden getoetst of (ook) aan ieder van hen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. 

Het laatste is het afgelopen jaar nog eens door de Hoge Raad bevestigd. De Hoge Raad heeft daarbij echter wel de kanttekening gemaakt dat uit de aard van de bestuurdersaansprakelijkheid voortvloeit dat als een bestuurder van een aansprakelijke bestuurder-rechtspersoon stelt - en zo nodig kan bewijzen - dat aan hem persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt, hij alsnog aansprakelijkheid ontloopt. In de kern is de toets daarmee dus hetzelfde, alleen verschuift de bewijslast van de crediteur naar de (indirecte) bestuurder. 

Een uitzondering op de aansprakelijkheid van indirecte bestuurders geldt ook als de bestuurder-rechtspersoon geen Nederlandse rechtspersoon is. De Hoge Raad oordeelde in 2013 al, onder verwijzing naar een eerder arrest uit 2011, dat de aansprakelijkheid van bestuurders van een buitenlandse rechtspersoon moet worden beoordeeld naar het recht dat op die buitenlandse rechtspersoon van toepassing is. 

Aansprakelijkheid gezamenlijke bestuurders

Op 30 maart van dit jaar heeft de Hoge Raad geoordeeld over het beroep van schuldeisers op de zogenaamde collegiale verantwoordelijkheid van bestuurders. 

De wet bepaalt uitdrukkelijk dat het bestuur (als orgaan) verantwoordelijk is voor het bestuur van de BV, dat elke bestuurder gehouden is "tot een behoorlijke vervulling van zijn taak" en dat behoudens taakverdeling elke bestuurder "alle bestuurstaken" heeft en "voor het geheel aansprakelijk" is "terzake van onbehoorlijk bestuur". De schuldeisers in de betreffende zaak voegden hieraan toe dat de naleving van effectenwetgeving, waar volgens hen niet aan was voldaan, bij uitstek een collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur is, waarvoor iedere bestuurder verantwoordelijk is en dat daarnaast ook het nalaten om in te grijpen een persoonlijk ernstig verwijt op kan leveren. 

De Hoge Raad herhaalde echter dat voor aansprakelijkheid tegenover derden steeds een persoonlijk ernstig verwijt nodig is. De collectieve verantwoordelijkheid geldt alleen tegenover de BV en biedt geen grond voor hoofdelijke aansprakelijkheid tegenover de crediteuren van de BV. 

De Hoge Raad gaf aan de schuldeisers wel toe dat ook het onvoldoende houden van toezicht en een nalaten om in te grijpen onder omstandigheden een persoonlijk en ernstig verwijt op kan leveren. Maar alleen als vaststaat dat de betrokken bestuurder ervan op de hoogte was dat er een reden was om in te grijpen, en dat was in het onderhavige geval niet vast komen te staan. De hoge drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid wordt door de Hoge Raad vooralsnog niet verlaagd.

Joop Werner is advocaat/partner ondernemingsrecht bij Schaap Advocaten Notarissen in Rotterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.