Een verontrustende conclusie, zo meent de redactie. Als belangrijkste reden noemen de respondenten de voortdurende stroom onderzoeken en enquêtes die een financieel topman op zich af ziet komen.

Zo verschenen alleen al deze maand het jongste cfo-kwartaalonderzoek van de Universiteit van Tilburg, een onderzoek van recruiter Robert Half naar het vertrouwen van cfo's in LinkedIn-profielen en een onderzoek van Grant Thornton, dat de mening peilde van cfo's naar de nieuwe accountantswetgeving. En verder heeft vrijwel elk accountants- of advieskantoor van enige omvang tegenwoordig wel zijn eigen periodieke survey waarin cfo's wordt gevraagd naar hun economische verwachtingen.

Een van de ondervraagde cfo's verwoordt het als volgt: "Het aantal cfo's dat voor dit soort enquêtes beschikbaar is in Nederland is beperkt. Dat betekent dat je eigenlijk bij ieder onderzoek weer de klos bent. Invullen kost al snel een kwartier, en de verzoeken komen ook altijd ongelegen. Je wordt keer op keer uit je flow gehaald."

Een andere respondent vreest bovendien dat dit probleem buitenlands financieel toptalent ervan weerhoudt naar Nederland te komen. "Je hoort vaak dat dit te maken heeft met de beloning van de top, die in het buitenland veel hoger ligt. Maar dat is zeker niet het hele verhaal. Het vooruitzicht een groot deel van je tijd te moeten besteden aan het invullen van vragenlijsten is ook niet echt een trekker. In landen als Duitsland en Amerika is de cfo-vijver natuurlijk veel groter. Daar kun je nog eens aan een bevriende cfo vragen: 'Goh, zou jij deze enquête willen invullen, ik zit vandaag echt even klem'. Dat geeft toch wat lucht."

Toch is er ook een groep cfo's die geen moeite heeft met de onderzoeksdruk (19%, de resterende respondenten antwoordde 'weet niet/geen mening'). "Ceo's worden ook vaak voor dit soort enquêtes uitgenodigd. Je kunt dat dus zo regelen binnen de raad van bestuur dat je dit een beetje coördineert. Als je tegelijkertijd de vragenlijsten invult, hoeft dit geen nadelige invloed te hebben op de effectiviteit van de besluitvorming binnen het bestuur", zegt een van hen.

"Ik denk dat dit ook een van de redenen is dat je steeds meer ziet dat de raad van bestuur slechts bestaat uit een ceo en een cfo; bij gebrek aan enquêtes voor 'gewone' bestuursleden hangen die er op gegeven moment toch een beetje bij, om het oneerbiedig uit te drukken. Zeker als de ceo en ik bezig zijn met de vragenlijsten. Ze weten op dat moment eigenlijk niet goed wat ze moeten doen."

Ondanks het feit dat het merendeel van de cfo's moeite heeft met de constante stroom aan onderzoeken, leveren de resultaten bij elkaar toch wel een interessant beeld op. Gemiddeld vindt 69% van de cfo's iets, 31% vindt dat juist niet. Een teken, zo meent de redactie, dat cfo's de bakens in deze tijd van economische neergang echt aan het verzetten zijn.

[Noot webredactie: Uit enkele reacties blijkt dat sommige lezers deze aflevering van Lekker Werken - dit is geen nieuwsbericht maar een aparte rubriek - serieus opvatten en dit cfo-onderzoek dus als 'echt'. Wellicht is bovenstaande parodie te overtuigend. Dan zegt dat mogelijk iets over zowel het inschattingsvermogen van de redactie als over het inhoudelijk gewicht van sommige van de in overvloed gepubliceerde wel echte cfo-onderzoeken. Excuses aan degenen die op het verkeerde been zijn gezet, dat was niet de intentie van deze bijdrage.]