Toekomstdebat

Intermediairmodel: een advies aan de minister

In opdracht van de Kwartiermakers toekomst accountancysector deden onderzoekers vanuit de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar de introductie van een intermediair bij de controle van de jaarrekening door een externe accountant. Zij adviseren om dit 'intermediairmodel' een kans te geven.

Jan Bouwens, Sanne van Duin, Sanne Gaspersz en Jeroen van Raak

Bij de jaarrekeningcontrole heeft de organisatie er mogelijk belang bij om de financiële toestand van de organisatie zo goed mogelijk te presenteren. Hierbij kunnen verschillende opvattingen bestaan over wat de beste weergave is. Als grote belangen spelen kan de accountant mogelijk niet altijd een onafhankelijke positie ten opzichte van de gecontroleerde organisatie handhaven, waardoor het financiële verslag (jaarrekening) minder goed de financiële toestand van de organisatie weergeeft, dan wanneer onafhankelijkheid vaststond.

Onderzoek_900x590.jpg

Onafhankelijkheidskwesties kunnen met (bewust) of zonder (onbewust) waarneming van de betrokken accountant optreden. Idee van het onderzoek was om vast te stellen of de onafhankelijkheid van de accountant en daarmee de kwaliteit van de controle wordt bevorderd door een instrument in te zetten waarmee zowel bewuste als onbewuste afleiding van de onafhankelijkheid van de externe accountant wordt gemitigeerd.

'We zien dat de accountant, in gevallen waar de intermediair aanwezig is, een jaarrekening krijgt aangereikt die minder fouten bevat.'

Wij onderzochten of de kwaliteit van de financiële verslaggeving verandert, als tussen de gecontroleerde organisatie en de controlerende (externe) accountant een onafhankelijke intermediair wordt geplaatst. De intermediair mocht gedurende het controleproces vragen stellen om de organisatie en/of de controlerend accountant op mogelijke risico's en tekortkomingen te wijzen, die de kwaliteit van de financiële verslaggeving raken. Zo kan de intermediair bijvoorbeeld vragen stellen over de adequaatheid van de controleaanpak en mogelijke wijzigingen in de controleaanpak naar aanleiding van bevindingen gedurende het controleproces. Ook kan de intermediair bijdragen leveren aan het controleproces, door duiding te geven aan controleprocedures.

Minder fouten

We zien dat de accountant, in gevallen waar de intermediair aanwezig is, een jaarrekening krijgt aangereikt die minder fouten bevat. We zien niet dat de accountant meer of minder  foutencorrecties laat doorvoeren als die zich voordoen, maar wel dat de organisatie de accountant een document voorlegt dat minder fouten bevat. Per saldo is daarmee de jaarrekening beter met dan zonder intermediair.

Interessant is dat noch accountants, organisaties of intermediairs een effect verwachtten, terwijl dit wel optreedt. Het lijkt erop dat een omgekeerd 'Bazerman-effect' opgetreden is. Waar Bazerman, Loewenstein en Moore (2002) laten zien dat accountant en gecontroleerde zich er niet van bewust zijn dat de controlerend accountant met een minder streng oog kijkt dan wenselijk is, waren de deelnemende partijen in ons experiment er zich kennelijk niet van bewust dat de intermediair een kwaliteitsverhogend effect lijkt te hebben op de jaarrekening die ter controle wordt voorgelegd aan de accountant.

Kanttekeningen

Toch besloten de kwartiermakers de wetgever aan te bevelen om af te zien van de invoering van de innovatie in het controleproces, omdat de kosten ervan te hoog worden geacht. We plaatsen hierbij een aantal kanttekeningen.

Ten eerste was deelname aan het onderzoek op vrijwillige basis, waardoor de kwaliteitsimpact van de interventie mogelijk is onderschat. Het is namelijk niet onwaarschijnlijk dat juist organisaties die verslaggevingskwaliteit hoog in het vaandel hebben staan, zich hebben aangemeld voor het experiment. Partijen die naar alle waarschijnlijkheid al een hoge kwaliteit van financiële verslaggeving hadden en daardoor minder van de interventie profiteren, dan organisaties die niet hebben geparticipeerd in het onderzoek.

'Het is niet onwaarschijnlijk dat juist organisaties die verslaggevingskwaliteit hoog in het vaandel hebben staan, zich hebben aangemeld voor het experiment.'

Ten tweede was de steekproef beperkt qua omvang, wat het bemoeilijkt om in statistische termen significante resultaten te vinden. Dit zorgt er wederom voor dat de kwaliteitsimpact mogelijk wordt onderschat.
Ten derde waren de deelnemende organisaties zeer divers, in termen van omvang en bedrijfstakken. Ook dit bemoeilijkt het meten van een kwaliteitsimpact.
Ten vierde is het inherent lastig om de controlekwaliteit, en daarmee de impact van een interventie op de kwaliteit, te meten.
Ten slotte, en wellicht het belangrijkste, mochten de intermediairs vanwege mogelijke aansprakelijkheidsrisico’s alleen vragen stellen. Het was hen niet toegestaan om te adviseren, laat staan om zaken af te dwingen. Dit heeft vanzelfsprekend de mogelijke impact van de intermediairs op de controlekwaliteit sterk beperkt.

Onafhankelijkheid bevorderen

Vanuit een praktisch oogpunt stellen wij daarnaast ook dat het wellicht toch mogelijk is om de onafhankelijkheid van de controle te bevorderen, met nauwelijks extra kosten. Op dit moment dient volgens EU-regulering het werk van de controlerend accountant al te worden gecontroleerd door een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB). Nu wordt deze gerekruteerd door de controlerend accountant (van binnen de firma of van daarbuiten).

'We bevelen aan om verder onderzoek uit te voeren naar dit model, zoals door een grotere en meer gerichte steekproef.'

Gelet op de bevindingen van ons onderzoek zou het intermediairmodel bijna zonder extra kosten kunnen worden ingevoerd, als deze OKB-er door een agentschap wordt gerekruteerd en toegewezen aan een controle. Deze innovatie in het controleproces hoeft nauwelijks geld te kosten en resulteert toch in het verwachte effect, omdat de OKB-er een extern benoemde functionaris is, die geen verantwoording hoeft af te leggen; noch aan de gecontroleerde entiteit, noch aan de controlerend accountant. De onafhankelijkheid van de controle wordt hiermee bevorderd, met nauwelijks extra kosten.

Geen structuurwijzigingen

Kwartiermakers Marlies de Vries en Chris Fonteijn pleiten in hun slotrapportage niet voor het doorvoeren van structuurwijzigingen in de accountancy. "Uit de verschillende rapporten omtrent joint audit, intermediair en structurele splitsing maken wij op dat de voordelen op dit moment niet in verhouding staan tot de nadelen", aldus de kwartiermakers. Wel is het goed dat er nu een "staalkaart" ligt van verdere mogelijkheden, "mocht dat nodig zijn in de toekomst".

Nog niet afwijzen

Wij zijn als onderzoekers daarom van mening dat het onverstandig is om het intermediairmodel nu al af te wijzen. We bevelen aan om verder onderzoek uit te voeren naar dit model, zoals door een grotere en meer gerichte steekproef. Hierbij kan worden gedacht aan het testen van het model onder alle organisaties binnen een of meer bedrijfstakken.

Tevens adviseren wij om verder onderzoek te doen naar de invulling van het intermediairmodel, waarbij kan worden gedacht aan het uitbreiden van de verantwoordelijkheden van de intermediair en het formaliseren van de rol van de intermediair binnen het controleproces.

Ten slotte is het verstandig om na te gaan of de aansturing van de intermediairs op een efficiëntere manier kan worden ingericht, zodat de kosten van de invoering worden beperkt. Hierbij kan ook worden gedacht aan een tweede experiment, waarin de OKB extern wordt benoemd.

Jan Bouwens, Sanne van Duin, Sanne Gaspersz en Jeroen van Raak zijn als onderzoekers verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.

Gerelateerd

17 reacties

Alexander Vissers

Nog steeds is kennelijk niet tot de Minister de NBA de AFM en in de breedte de accountants doorgedrongen dat Nederland helemaal geen relevante grootheid is. De EU heeft de eisen aan de controle van de jaarrekening van OOB's uitputtend in de Verordening geregeld en aan de bevoegdheid van de nationale wetgever ontrokken. Zoals Albert al stelt, een intermediair die in plaats van de vennootschap de accountant selecteert, is in strijd met de Verordening 2014/537/EU die de aandeelhouders aan de macht wil en geen derden. Weliswaar mogen lidstaten afwijken maar hoort dat niet de aandeelhoudersrechten te ondermijnen. Verdeer regelt de Verordening de eisen aan de uitvoering van de wettelijke OOB controle en de eisen aan de wettelijke auditor en het auditkantoor. De Richtlijn 2014/56/EU en Verordening 2014/537/EG zijn beiden gepubliceerd voor het rapport "In het publiek belang" Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat in dat rapport niet de Verordening uitgeplozen is en de Richtlijn. Dat komt omdat Nederlanders meningen en ideeën belangrijker vinden dan lezen, regels bestuderen en begrip van het recht. Ze roepen liever iets over Limperg, die noch de oprichting van het Nivra noch de wettelijke controle heeft beleefd dan dat ze zich verdiepen in het Unierecht. Daarbij zijn NBA en rechtsvoorgangers decennialang slechts op eigenbelang, titelstrijd uit geweest en is het een volstrekt incompetente organisatie. Het enige advies oon de minister kan luiden: respecteer de EU Verordening doorkruis het Unierecht niet stop de veranderagenda en verwijder de wetsbepalingen die in strijd zijn met het Unierecht. Het enige probleem met betrekking tot de wettelijke controle van de jaarrekening in Nederland is de ondeugdelijke wet- en regelgeving.

Jeroen van Raak

@Albert Bosch: Dankjewel voor je reacties. Ik denk dat weinigen het oneens zullen zijn met je stelling dat 'audit quality' lastig meetbaar is te maken. Hierbij is het ook de vraag of we geïnteresseerd zijn in het meten van sec de controlekwaliteit, of dat het doel juist is om te meten wat de impact van een intermediair is op de kwaliteit van de financiële verslaggeving. Dat is ook de reden dat we meerdere maatstaven gebruiken, aangevuld met interviews die een dieper inzicht geven in de onderliggende processen.

Albert Bosch

Beste Jan,

De controle als proces start inderdaad eerder. Het aanleveren van de concept jaarrekening is echter niet een stap van de accountant in het controleproces. De kwaliteit van die concept jaarrekening heeft daarom geen effect op de kwaliteit van de controle. Als ik, voorafgaand aan een APK keuring mijn auto zelf doorloop op gebreken en die eerst herstel, vergroot dat niet de kwaliteit van de APK keuring door de monteur die de APK keuring uitvoert. Je zou hooguit omgekeerd kunnen stellen: hoe slechter de opgeleverde jaarrekening, hoe groter dan mogelijkheid dat de accountant uiteindelijk in het controleproces een steekje laat vallen. Maar het zegt niets over de uiteindelijke auditkwaliteit.

V.w.b. de OOB: ik snap je punt over statistische significante. Mijn punt was dat je met de opmerking over de OKB met verwijzing naar de EU verordening wederom liet zien je kennis niet volledig op orde te hebben.

V.w.b. de innovatie: ik zou het verrijkend vinden als de betrokken accountants op deze website hun idee nader uiteenzetten. Lijkt mij gezond voor de verdere discussie.

V.w.b. de proxy’s voor auditkwaliteit. Er wordt al meerdere decennia wetenschappelijk onderzoek gedaan en tot op heden is auditkwaliteit niet goed meetbaar gemaakt. Zie ook mijn reactie op de AQI consultatie: het begrip auditkwaliteit laat zich vooralsnog alleen goed benaderen door wat het niet is (‘via negativa’). Jullie proxy’s voor auditkwaliteit worden voor een belangrijk deel door andere factoren dan de auditkwaliteit beïnvloed. Dat maakt ze boterzacht. Kwestie van logica. Dat jij en andere wetenschappers menen proxy’s voor auditkwaliteit te hebben gevonden en elkaar in methodiek blijven kopiëren (met bronvermelding) maken de proxy’s niet beter; er is hooguit geen beter alternatief gevonden.

Dit was mijn 3e reactie, en dus hier klaar. Mijn eerdere aanbod aan jou (in onze privé communicatie over dit onderzoek) om met een praktijkbril mee te denken in onderzoek blijft gewoon staan.

Jan Bouwens

@Albert
Over, de OOB:
In onze steekproef bevinden zich OOB-bedrijven. Het aantal is te klein om hiermee in statistische zin mee aan het werk te kunnen.

Over, waar begint de controle:
De controle begint zo gauw er contact is tussen de gecontroleerde organisatie en de controlerend accountant. Zo zal men het in het controleplan eens moeten worden over de waarderingsgrondslagen. Als we Bazerman en duizenden onderzoeken volgen dan is de koppeling tussen mensen en instanties al het begin van de ingreep. In ons onderzoek begint dit bij het controleplan. Dat lijkt ons een essentieel onderdeel van de controle tenzij je daaronder alleen de gegevens- en systeemgerichte controle rekent,

Over, de innovatie door de OKB’er te laten benoemen door een agentschap:
Het idee hiertoe kwam van een groep accountants dat het hele experiment heeft voorbereid. Dit is destijds aan de kwartiermakers gepresenteerd. Kennelijk zagen zij wel verschil tussen een benoeming door de firma waar de accountant werkt (OKB) en benoeming door een externe partij.

Over de “boterzachte”proxyvariabelen: (i) (gecorrigeerde) controleverschillen en (ii) audit fees:
Dit is een mening die niet is onderbouwd en niet strookt wat het werk van de accountant is, namelijk de gecontroleerde bewegen tot correctie als dat nodig is. De manier waarop we kijken is of het aantal correcties per controle over de tijd veranderen (bij het zelfde bedrijf) en of dat ook gelijktijdig zo is in vergelijking met vergelijkbare controles bij bedrijven. Kun je aangeven waarom dat BOTERZACHT is? Ik zou het niet weten en het betreft een essentiële uitkomst van de controle. Je moet naar de analysemethode kijken niet alleen naar de genoemde maatstaven

Albert Bosch

Beste Jeroen,

Bedankt voor de reactie, waarin ik overigens niet iets nieuws lees. Zoals Arnout van Kempen al heeft aangegeven: ga vooral door met onderzoek als de UvA dat zelf verstandig vindt. Voor wat het waard is en voor zover niet duidelijk: ik raad het niet aan. Wat niet helpt, is dat ik uit meerdere uitingen over dit onderzoek afleid dat het onderzoeksteam enige afstand tot de praktijk heeft, wat ertoe leidt dat onjuiste beweringen over de OKB worden gedaan.

Ik heb 1,5 jaar geleden het onderzoek naar het intermediair-model omschreven als de uitvinding van het vierkante wiel. Vooralsnog concludeer ik dat ik gelijk heb gekregen, waarvoor mijn dank.

Mochten jullie wel doorgaan met vervolgonderzoek, dan geef ik in overweging de gehanteerde proxy’s voor audit kwaliteit te herzien. Mij valt op dat in de huidige set aan AQI’s (waar ik overigens geen voorstander van ben) het aantal gevonden afwijkingen (al dan niet nog met een bewerkingsslag in de meting) niet is opgenomen als AQI. Dit geldt ook voor de (natuurlijke logaritme) audit fee. Ergo, jullie proxy’s van audit kwaliteit worden niet gezien als een AQI en omgekeerd, jullie hebben uit de AQI’s geen proxyvariabele voor audit kwaliteit afgeleid.

Je schrijft tot slot dat pas een gedegen kosten-baten analyse kan worden uitgevoerd na verder onderzoek. Dat is ook precies waarom ik denk dat de kwartiermakers op een chique wijze hebben willen aangeven dat ze niets kunnen met dit intermediair-onderzoek.

You win some, you loose some. Better luck next time.

Arnout van Kempen

Dus "een kans geven" moet hier niet worden gelezen als "een kans geven" maar als "verder onderzoeken"?

Ik heb vanaf het begin van dit onderzoek mijn bedenkingen gehad bij de term "intermediair". Op pagina 56 van het CTA rapport, onder verwijzing naar het rapport van Kingman in het VK, is duidelijk dat met een intermediair een echte intermediair wordt bedoeld: iemand die de accountantsbenoeming regelt, en dus tussen accountant en gecontroleerde het opdrachtgeverschap overneemt.

De Kwartiermakers hebben (volstrekt logisch lijkt me) dat niet laten onderzoeken. Maar omdat aanbeveling 9 van het CTA-rapport er wel was, moest er toch iets komen. Dus kwam er een onderzoek naar een soort super-OKB, onder de naam "intermediair".

Ik wil niet cynisch doen, ik haal slechts publiek beschikbare feiten aan.

Het hier besproken intermediair-model is gewoon NIET wat in het cta-rapport nog werd aanbevolen te onderzoeken.

En vervolgens is de conclusie van de Kwartiermakers er ook verder maar niets mee te doen. Maar de onderzoekers willen verder onderzoeken. Snap ik, daar ben je onderzoeker voor.

Maar als je vanaf de voorstellen van oud NIVRA-voorzitter Bindenga die zelfs een mondiale "intermediair" voor zich zag, via de aanbeveling van de cta, de onderzoeksopdracht van de Kwartiermakers, dit onderzoek, en de conclusie van de Kwartiermakers nu eens heel nuchter kijkt naar dit hele verhaal, is er dan niet enige grond om de blik en energie op iets anders te gaan richten? Zelfs als wat door Jan Bouwens c.s. is onderzocht een interessant, maar voor de controlekwaliteit irrelevant (!!), effect oplevert, zijn we dan niet héél ver verwijderd van beleidsmatige conclusies?

Als de UvA graag verder wil onderzoeken, vooral doen. En ga naar de minister als daar iets echts uit komt. Maar enig beleidsmatig realisme kan teleurstellingen voorkomen.

Jeroen van Raak

@Albert Bosch en Jules Muis:

Bedankt voor jullie reacties. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de kwartiermakers. Een door de kwartiermakers ingestelde werkgroep heeft vervolgens invulling gegeven aan de rol die de intermediair mocht vervullen. Het gaat daarbij, zoals Jan Bouwens aangaf, om het stellen van (kritische) vragen op drie momenten tijdens de controle. De bevinding dat het aantal door de accountant vastgestelde controleverschillen afneemt, is een mogelijke indicatie dat de kwaliteit van de door de klant aangeleverde jaarrekening ten gevolge van de interventie is toegenomen. Dit is een positief effect en in lijn met het versterken van de kwaliteitsketen. Verder blijkt uit de verschillende interviews dat de intermediair een mogelijke rol kan spelen bij het versterken van het opdrachtgeverschap van de audit commissie.

Wij raden aan om verder onderzoek te verrichten naar de impact van een intermediair op de controle, waarbij het bijvoorbeeld interessant kan zijn om te onderzoeken of de intermediair een grotere bijdrage aan de controlekwaliteit kan leveren als de rol van de intermediair verder gaat dan het stellen van (vrijblijvende) vragen. Ook is het aanbevelenswaardig om het onderzoek uit te voeren onder een grotere groep deelnemers en niet uitsluitend op basis van vrijwillige deelname aan het experiment. Pas dan kan een gedegen kosten-baten analyse worden uitgevoerd.

Albert Bosch

De OKB’er wordt niet gerekruteerd door de controlerend accountant. Jammer dat je die fout hier herhaalt. Je schrijft ook dat op grond van EU-verordening (537/2014) het werk van de accountant al moet worden gecontroleerd door een OKB. Jullie onderzoeksrapport vermeldt niet of er OOB’s in het onderzoek zaten, maar je weet dat de EU-verordening alleen geldt voor OOB-controles…? Voor niet-OOB is de toewijzing van een OKB (door het kantoor!) o.b.v. criteria.

Verder: mét intermediair wordt een betere jaarrekening aangeleverd. Dit heeft geen enkele relatie met de controlekwaliteit, want de controle begint dan pas. Ergo, de organisatie (als verantwoordelijke voor een getrouwe jaarrekening) heeft vooral een intermediair nodig om haar ‘verantwoordingskwaliteit’ te verbeteren. Een interessante bevinding, al sluit het niet helemaal aan bij het idee van het onderzoek.

En verder: “vanuit een praktisch oogpunt stellen wij daarnaast ook dat het wellicht toch mogelijk is om de onafhankelijkheid van de controle te bevorderen”. Dat lost een niet-bestaand probleem op. Als er al een (specifieke) bedreiging van de onafhankelijkheid is geïdentificeerd, dan zijn daar reeds oplossingen voor (waaronder het instellen van een OKB).

Dan is er nog de “innovatie” door de OKB’er te laten benoemen door een agentschap. Wederom een oplossing voor een niet-bestaand probleem. Ook bijzonder dat je al kunt concluderen dat deze innovatie “toch resulteert in het verwachte effect”.

En dan heb ik het nog niet gehad over de gebruikte twee proxyvariabelen: (i) (gecorrigeerde) controleverschillen (aantal, als % gecorrigeerd en als % totale activa) en (ii) audit fees (natuurlijk logaritme). Beide proxy’s zijn boterzacht in relatie tot de controlekwaliteit, dat terughoudendheid passend is bij het trekken van conclusies.

Ik denk dat de kwartiermakers op een chique wijze hebben willen aangeven dat ze niets kunnen met dit intermediair-onderzoek.

jules muis

Misschien zou het goed zijn de wet van de verminderde meeropbrengsten eens los te laten op iedere nieuwe procedure laag boven en naast bestaande lagen van accountants (controle). En wat aanvullende maatregelen betekenen voor de alertheid van de voorgaande en nakomende controle player.

Is er geen verzadigingspunt? Waar begint 'perfectie is de vijand van het goede' zich doen gelden?

Omdat we ( een voorkeur voor) meer of andere checks hebben omdat dat de noodzaak van structurele verandering in de "balances", gevonden in het bedrijfs/verdienmodel, kan vermijden?

Dat betekent ook het eens in beeld brengen van de 'loners' die nog op de werkvloer komen, en met de baas en personeel spreken. Eenzaam maar zeker niet alleen.

Kwaliteitsbeheer dat het zicht daarop heeft verloren is contra-productief.

Ik neem zonder meer aan dat er piecemeal een delta te vinden is iedere aanvullende controle procedure. Maar breng dan ook de verborgen prijs in beeld die je voor zo'n haarbal aan procedures betaalt.

Inderdaad @ Roy Gorter, mijn aloude waarschuwende insteek om niet te veel te verwachten van meer checks als substituut voor het bouwen van betere balances in mindset, inkomens normering, gaat een hele tijd terug terug. Frapper toujours.

@ Jan Bouwens; omdat ik vragen stel achter de (toegevoegde waarde) van vervanging van de OKB door de intermediar, moet je je niet verwonderen, gegeven mijn sterke voorkeur voor duidelijke korte verantwoordingslijnen van werkvloer en management gecontroleerde tot en met het controle process zelve, dat te zien tegen de achtergrond van een veronderstelde matiging van het beloningsbeleid partners (kat van het spek).

Of dat dan nog invoering van een OKB mogelijk of wenselijk maakt, zal dan wel blijken.

Geef mij maar een ook goed betaalde en redelijk werkbelaste audit manager, en een redelijk betaalde en werkbelaste partner als preventieve gatekeeper.

three strikes out

Roy Gorter

Beste Jan,

Dank voor je reactie. Zou je ook de vraag die ik stel willen beantwoorden? En de vraag die Arnout stelt natuurlijk.

Jan Bouwens

@Roy Dank je. De intermediair kijkt op drie momenten mee en stelt vragen aan de organisatie en/of de accountant. Het eerste moment is bij het eerste controleplan, het tweede na de interimcontrole en het (eventueel) daaruit voortvloeiende aangepaste controleplan en het derde moment na afloop van de controle. We zien dan terug dat het te controleren werk beter is in de zin dat er minder te corrigeren fouten in staan dan wanneer de intermediair afwezig is. Interessant is dat de gecontroleerde, noch de controlerend accountant een effect verwachten maar dat we dat wel vinden. vandaar omgekeerd Bazermaneffect.
@Jules. Als ik je redenering doorvoer, moeten we ook de OKB afschaffen (je baby sitter). Wat we zeggen op basis van het onderzoek is dat de kwaliteit van het werk beter wordt als een intermediair vragen stelt over het controleplan en de controle.

Arnout van Kempen

Daar zeg je wat Roy, is dit een beetje het aardige effect dat al werd aangetoond in de Hawthorne onderzoeken? Je weet dat de wetenschap mee kijkt, en welke interventie die ook proberen te testen, *alles* heeft een positief effect. Omdat de belangrijkste interventie het wetenschappelijk onderzoek zelf is.

Maar ik neem toch aan dat daar rekening mee is gehouden? Dubbel-blind testen enzo?

Roy Gorter

Beste Jan,

Kan je dit iets verder toelichten:

“ We zien dat de accountant, in gevallen waar de intermediair aanwezig is, een jaarrekening krijgt aangereikt die minder fouten bevat. We zien niet dat de accountant meer of minder foutencorrecties laat doorvoeren als die zich voordoen, maar wel dat de organisatie de accountant een document voorlegt dat minder fouten bevat.”

Ik heb niet alle 112 pagina’s gelezen, maar naar aanleiding van voorgaande wel het stuk over de controlegroep. Begrijp ik goed dat de groep die meedoet aan het experiment, daarmee laat zien duidelijk interesse in het onderwerp te hebben en die weet dat er een extra paar ogen mee kijkt , een jaarrekening met minder fouten oplevert dan de groep die zich hier niet van bewust is? Prima dat dit wetenschappelijk aangetoond wordt, maar klinkt ook volstrekt logisch.

@Jules: Je bekende punt over uit het lood geslagen partnerbeloningen deel ik. Maar als we het hier over babysitters hebben, vraag ik me af of je die in het kader van dit onderzoek wel naar de juiste baby stuurt? Gezien voorgaande lukt die toch meer bedoeld voor de CFO dan voor de accountant?

Jules Muis

Right, @ Jan, the old lady too, she swallowed a spider to catch the fly, etc etc.

Het optuigen van een heel nieuw intermediar statuut kost niets?

Het wachten is op de volgende slag: een super intermediair voor de intermediars.

Getting it right at entry heeft zo zijn voordelen.

Jan Bouwens

Dag Jules. In ons idee vervangt de intermediair de toch al verplichte okb. Geen extra controle en nauwelijks extra kosten. Okb 2.0.

jules muis

Voor diegene die hier een echte reformatie les uit wil trekken - een oplossing van het onafhankelijkheids probleem via de inschakeling van een extra babysitter van volwassen mensen die gemiddeld met 7+ ton naar huis gaan - (en dat voor een fluitje van een cent!) bevele ik aan de lyrics van "I Know an Old Lady Who Swallowed a Fly- Nursery Rhymes for Kids - the Learning Station", te googlen.

Het komt van een CD met de evenzeer passende titel : "Here we go Loopty Loop".

Het kan ook, nog beter, gezongen worden

Alexander Vissers

Sinds enige decennia zijn de internationale controlestandaarden redelijk geaccepteerd in een groot aantal landen In de VS lijken de PCAOB standaarden redelijk op de ISA. De EU heeft de controle van organisatie van openbaar belang vrijwel geheel geharmoniseerd, wel kunnen de lidstaten nog een joint audit voorschrijven. Verordening 2014/537/EU laat geen ruimte voor nationale regelingen. Er is geen ruimte voor oude of nieuwe Nederlandse folklore, intermediair model of anderszins. De Verordening regelt dwingend de eisen aan de controle en aan de organisatie van het auditkantoor en de benoeming van de wettelijk auditor en dat als sinds 2016. De gedachte dat accountantscontrole een nationaal proces is is al onzinnig. Nederland hoeft alleen bona fide de Richtlijn om te zetten en ophouden de Verordening te doorkruisen dan is er verder geen behoefte aan of ruimte voor welke bemoeienis dan ook. De harmonisatie is de belangrijkste bron voor de kwaliteitsverbetering gedurende de laatste decennia, de NBA en het Verandertraject audit het belangrijkste obstakel.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.