Marcel Pheijffer

Op een eerdere opiniebijdrage van forensisch accountant Peter Schimmel valt volgens Marcel Pheijffer het nodige af te dingen. Een column met een stevige bijlage.

Discussie Column

Stop met het verspreiden van bullshit over de poortwachtersrol

Peter Schimmel schreef een column met als titel Tien redenen waarom de accountant niet succesvol is als poortwachter fraude. Voorkomen en ontdekken van fraude zou - aldus Schimmel - buiten de macht van de accountant liggen én daarom buiten zijn verantwoordelijkheid. Op deze stelling valt veel af te dingen en dat doe ik dan ook, onder meer aan de hand van de in een bijlage te behandelen casuïstiek.

Op de tien door Peter Schimmel genoemde redenen valt - stuk voor stuk - inhoudelijk eveneens het nodige af te dingen. Als voorbeeld noem ik punt 3 in zijn opsomming, namelijk: "Accountants zijn beperkt aanwezig bij de klant, wellicht maar 10 procent van de bedrijfstijd. De fraude kan zomaar in die andere 90 procent bedrijfstijd plaatsvinden en dan in ieder geval niet tot ontdekking door de accountant leiden."

Dit is echt bullshit. Ten eerste: De suggestie die hierin zit, dat de klant niet fraudeert in de 10 procent bedrijfstijd dat de accountant aanwezig is en impliciet derhalve dat indien de accountant 100 procent van de tijd aanwezig zou zijn er geen fraude zou zijn, is onzinnig. Net als de suggestie dat de accountant fraude 'in ieder geval niet' zou kunnen ontdekken indien hij niet aanwezig is. Klinkklare onzin.

Of neem het zwakke argument 6 van Schimmels betoog (verkort weergegeven): "Er wordt echter door de accountant jaarlijks vermoedelijk minder dan tien minuten en op een vaak inadequate wijze met het bestuur over fraude en integriteitsbeheersing gesproken. Er wordt niet of weinig met de werkvloer van de klant gesproken over fraude en integriteitsbeheersing."

Wat mij betreft wederom een onzinnig argument, genoemd omdat het voorkomen en ontdekken van fraude buiten de macht én verantwoordelijkheid van de accountant zou  liggen. Als het geciteerde punt het probleem zou zijn, dan is het oplosbaar: de accountant dient meer tijd in te plannen voor gesprekken met het bestuur én met de werkvloer. Simple as that!

Ondanks de zwakke argumentatie van Peter Schimmel - reden waarom ik eerst niet inhoudelijk op zijn betoog wilde ingaan - krijgt hij veel bijval uit het accountantsgilde. Dat is jammer en betreurenswaardig, daarom reden voor mij om alsnog wél op zijn betoog  in te gaan. Net als Martijn Hengeveld deed in een column waarin hij - terecht - wijst op wat er in de praktijk vaak goed gaat en illustreerde dat er wel degelijk accountants zijn die de poortwachtersrol serieus nemen.

En zo is het ook: er zijn veel accountants(organisaties) die het schenken van aandacht aan frauderisico's en frauderisicofactoren steeds beter uitvoeren. Die wel aandacht besteden aan klant- en opdrachtacceptatie, maar ook aan het opzeggen van de relatie in verband met de integriteit van het management. Fair om daar op te wijzen, maar wat mij betreft geen verdienste: Het betreft handelen dat simpelweg hoort bij de uitvoering van het vak volgens de regels. Van accountants mag worden verwacht dat ze die regels naleven. Zoals andersoortige beroepsbeoefenaren dat ook behoren te doen.

Het is maar zeer de vraag of Peter Schimmel en diens aanhangers het accountantsberoep verder helpen met hun denklijn, toonzetting en framing van het debat, dit mede gegeven de verwachtingen van belangrijke stakeholders - zoals de als toezichthouder aangewezen AFM - over de rol van de accountant inzake fraude. Wat mij betreft luidt het antwoord negatief. Stop nu eens met discussies over de poortwachtersrol. Stop nu eens met het eendimensionaal theoretiseren van de vraag of accountants verantwoordelijk zijn voor het voorkomen en ontdekken van fraude. Of de vraag of corruptie onder NV COS 240 of NV COS 250 valt (een ander stokpaardje van Peter Schimmel). Dat voegt bitter weinig nuttigs toe en helpt het accountantsberoep en het maatschappelijk verkeer niet verder.

Concentreer je in plaats daarvan op zaken die fout gaan en beter kunnen én moeten. Casuïstiek - zowel van grote als kleinere accountantsorganisaties - laat zien dat er nog genoeg is om aan te werken. Voor de liefhebbers daarom in de bijlage een rijtje voorbeelden, dat ik moeiteloos zou kunnen aanvullen. Daaruit blijkt dat de accountant bij diens werkzaamheden ernstige steken heeft laten vallen. Door frauderisico's en/of fraudesignalen niet juist te behandelen, geen voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen, onvoldoende professioneel-kritisch te zijn en of de fraude simpelweg te gedogen dan wel daaraan actief mee te werken. Stuk voor stuk voorbeelden waarin door eerder ingrijpen van de accountant een (groot) deel van de schade beperkt had kunnen worden. Dat is de essentie (en dus niet het verwijt dat de accountant de fraude van meet af aan had moeten ontdekken).

Daarom moeten we van dergelijke zaken leren en maatregelen treffen om het in de toekomst beter te doen. Dat is overigens geen kwestie van nieuwe regels, wel van het als accountants en interne kwaliteitstoetsers beter je werk doen als het er echt om gaat!

Tot slot: Het lijstje met voorbeelden in de bijlage is uitgebreid. Dat doe ik om de telkens terugkerende kritiek te pareren dat ik slechts anekdotisch bewijs lever. Wat mij betreft gaat het om evidente voorbeelden. Het 'lot' van het accountantsberoep is dat dergelijke voorbeelden in het maatschappelijk verkeer - waaronder: politiek, journalistiek, onderzoekscommissies en toezichthouders - meer impact en betekenis hebben dan de zaken die wél goed gaan. Daarom is het een achterhoedegevecht om de voorbeelden af te doen als anekdotisch. Ze zijn vaak beeldbepalend en meningsvormend. Juist omdat het handelen of nalaten van de accountant in de voorbeelden evident onjuist, vermijdbaar en daarmee verwijtbaar was.

De ontkenning van accountants(organisaties) dat er regelmatig iets ernstig mis is gegaan alsmede het beroep op de geheimhoudingsplicht (waardoor geen helderheid wordt verschaft), wijzen bovendien niet op het nemen van verantwoordelijkheid. Het treffen van schikkingen (voor én achter de schermen) wijst evenmin op het nemen van verantwoordelijkheid. Het betreft immers schikkingen zonder erkenning van schuld. De door mij aangehaalde voorbeelden tonen niet zelden aan dat die schuld voor de rechter juist im- of expliciet vaststaat. Waarvan akte.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

26 reacties

Ron Heinen

AI systemen vervullen op dit moment ook reeds een poortwachtersrol. Op

https://photos.app.goo.gl/8ZCBDvBBRZqSoEVy9

is wat achtergrond info te vinden over onderzoek hiernaar. De nieuwe XAI-systemen, zie

https://photos.app.goo.gl/KS7b4ahXg5wRV86a9

zijn weer krachtiger dan de vorige generatie AI-systemen, zoals het trainen van krachtige modellen voor het leren van voor de mens begrijpelijke concepten die vervolgens gebruikt kunnen worden in een interpreteerbaar besluitproces dat gebruikers kunnen valideren en aanpassen.

Met deze uitlegbaarheid kunnen AI-systemen worden ‘heropgevoed’ met gewenste normen, waarden en redeneringen. Op die manier kan kunstmatige intelligentie worden aangepast en aangevuld met menselijke intelligentie.

Mensen in staat te stellen om ongewenst gedrag van een AI-systeem te detecteren en te corrigeren draagt bij aan een effectief en betrouwbaar en verantwoord gebruik van AI.

Han van Wieringen

Gelukkig zijn er nog accountants die geen meel in de mond hebben.

Arnoud Aikema

Over de plicht van de accountant ten aanzien van fraude (de inmiddels bekende zinnen uit COS 240) zijn we het kennelijk eens. Over het accepteren van een zekere onzekerheidsmarge in de effectiviteit van het werk van de accountant misschien ook nog wel. Maar waar ik echt van opkijk is dat er zo makkelijk voorbij wordt gegaan aan de casuïstiek op dit punt. Dat is – volgens mij – geen kwestie van statistiek (n=?) of systematiek, maar een gebrek aan professionaliteit en beroepseer. En daarmee zijn we bij de prestatiekloof (en dus niet bij de verwachtingskloof). Lees gerust nog eens de rapporten (met bijlagen!) van de AFM bij de Big-4. In dat kader gewonnen rechtszaken kunnen niet verhullen dat de accountantskantoren in kwestie niet is staat zijn geweest, ondanks alle interne (bejubelde) kwaliteitssystemen, fouten te voorkomen. Dat steekt des te meer omdat de dossiers of beweringen in kwestie door de account zelf waren genoemd omdat sprake was van een verhoogd risico. Volgens mij tonen de (openbare) voorbeelden van Marcel dat ook weer aan: ‘ze’ kunnen het niet of doen het niet. En het ergste is, dat een aantal reageerders dat ontkent of tenminste ernstig nuanceert. Arthur Wyatt (ex partner Arthur Andersen) zei het al over deze ontkenners: ‘They don’t get it’

Jan Bouwens

Sorry onder punt 6 maakte ik ene tikfout net moet zijn niet:

6:AO/IC te goed ingeschat zodat problemen niet werden gezien.

Jan Bouwens

Beste Marcel. Ik las de column met interesse alhoewel ik het gebruik van de term stierenuitwerpselen veracht in het licht van een hoogstaand debat.
Het afgelopen jaar heeft de professie zelf aangeven dat daar waar het fout gaat (en dat gebeurt niet heel vaak) dan is het hier:

1: Teamleden houden hun mond!
2: Te weinig kennis Business model
3: Te weinig kennis van het management
4: Te veel inzetten op in stand houden relatie met klant
5. Onvolkomen methodes
6:AO/IC te goed ingeschat zodat problemen net werden gezien.

We weten niet of dit verwijtbaar is of moet worden toegeschreven aan statistisch toeval. Als ik naar je bijlagen kijk is er nergens afdoende bewijs voor dat er systematisch wat aan de hand is, laat staan dat je kunt zeggen dat ‘de accountant’ schuldig is. Ja als DIE accountant meer werk had gedaan dan........Maar als er 1000 controles voor je liggen en in een van die 1000 gaat het mis, had dan de accountant in al die 1000 gevallen dit meer omvangrijke werk moeten doen ten einde dat ene geval te vorokomen? Er is werk aan de winkel voor onderzoekers en voor de accountants! Dat wel.

Jan Jansen

Eén factor in de hele fraudediscussie die in mijn ogen onderbelicht blijft is de relatie tussen fraude (cq aard vd afwijking) enerzijds en materialiteit anderzijds. Adagium 'fraude is altijd materieel' gaat wat mij betreft niet op (vakkenvuller die een blikje mais pikt bij AH heeft geen impact op jaarrekening, jaarverslag, beslissingen gebruikers of controleverklaring dus niet materieel), maar te verdedigen valt wel dat een afwijking agv fraude eerder 'materieel' wordt beschouwd door de gebruiker van de jaarrekening dan een afwijking agv fouten. Dan heb ik het misschien wel over een factor 10. Een greep uit de kas van 20k bij een gemeente zorgt voor regionale headlines, een foutje in de afgrenzing van 200k niet.
Het theoretische kader van de werkzaamheden van de accountant, en haar verklaring, nemen deze observatie niet mee. Afwijkingen agv fraude en agv fouten worden onder hetzelfde theoretische auditriskmodel geaudit, en (belangrijker) met veelal dezélfde materialiteit. Er kan een significant risico en/of frauderisico worden aangemerkt op beweringen bij een post, waarmee steekproefomvang groeit, maar deze vindt zijn oorsprong op een verhoogde KANS op afwijkingen, niet op een lager materialiteitsniveau. Enige wat nog wel ‘helpt’ is de omvang van de afslag van materialiteit naar uitvoeringsmaterialiteit, maar dit dekt in mijn ogen niet de hele lading.
Een jaarrekening auditen met een materialiteit gebeurt primair vanuit uitgangspunt van één úniforme materialiteit, geënt op afwijkingen agv FOUTEN. Wordt er wel genoeg werk verricht ten aanzien van afwijkingen a.g.v. fraude vraag ik mij dus af. Eindproduct blijft immers de controleverklaring waarin wordt verklaard dat met redelijke mate van zekerheid een jaarrekening vrij is van materiele fouten agv fouten en fraude. In de verklaring wordt netjes 'fouten' en 'fraude' separaat benoemd, maar in het materialiteitsbegrip en de hieruitvolgende werkzaamheden blijkt dit onderscheid eigenlijk te weinig in mijn ogen.

Roy Gorter

Marcel benoemt terecht wat zwakheden in het stuk van Peter. Wel jammer dat dan ook punten waar Peter eigenlijk kritisch is op de rol van de accountant – wellicht door de wat subtiele formulering van zijn punten 5 tot en met 10 - worden aangevallen. Ik lees die punten toch vooral als – veelal terechte - kritiek op het werk van de accountant.

Daarbij denk ik dat hij een punt heeft dat de accountant niet heel succesvol is als poortwachter van fraude, als je zijn definitie voor een poortwachter ( iemand die er voor zorgdraagt dat een bepaald kwaad niet door de poort gaat) hierbij hanteert. Dat we daarbij kansloos zijn denk ik zeker niet, maar in een opiniestuk waarmee je ook wil prikkelen begrijp ik die kwalificatie wel. Net als de kwalificatie “bullshit”.

Ik denk dat veel accountantsorganisaties al heel serieus met het onderwerp fraude bezig zijn. Tegelijkertijd zie en hoor ik ook nog wel dat cliënten met serieuze integriteits- of andere issues nog steeds zonder al te veel moeite een (nieuwe) accountant vinden, wat aangeeft dat we als branche er nog niet zijn. Wat dat betreft goed dus dat dit onderwerp de aandacht krijgt, ook vanuit de AFM.

Tegelijkertijd denk ik dat die aandacht voor het onderwerp fraude ook het gevaar oplevert dat hier te veel van ons verwacht gaat worden. Want kansloos zijn we echt niet, maar eerlijk gezegd denk ik ook niet dat we zó succesvol gaan worden in het voorkomen en ontdekken van fraude dat we die poortwachter volgens de definitie van Peter kunnen worden. Daarbij moeten we wel onze verantwoordelijkheid nemen, kritisch blijven en zeker niet wegkijken. Maar ook accepteren dat er desondanks altijd kwaad door de poort zal komen.

René Vromans

Er zijn zeker 10 redenen of meer waarom accountants vooral meer hun best moet doen inzake fraude (het gelijk van Marcel).

Dat accountants nooit alle materiële fraudes zullen ontdekken staat buiten kijf (het gelijk van Peter) maar dat wil niet zeggen dat accountants dan maar hun uiterst afwachtende houding moeten blijven tentoonspreiden*.

Anders wordt door het maatschappelijk verkeer als conclusie getrokken dat alles wat de NBA aan fraudebewustwording heeft gedaan de afgelopen 25 jaar slechts voor de bühne is geweest en verder voor niets is geweest. Dat laatste wil ik niet geloven. Accountants zijn zeker wel wat actiever geworden maar wel slechts met frisse tegenzin door de uitgeoefende druk van de diverse toezichthouders.

Dat geeft gelijk ook het gevoeld dat alles wat de NBA nog extra gedaan wil hebben van accountants inzake nieuwe projecten als ESG e.d. maar beter door andere niet accountants opgepakt kan worden want anders wordt dat ook niets.

Overigens als geredeneerd wordt vanuit het totaal afgegeven controleverklaringen dan moet wel ook rekening gehouden worden dat niet alle controledossiers toereikend op orde zijn (zie de AFM-rapporten) waardoor niet uitgesloten kan worden dat daar wel nog wat andere materiële fraudegevallen onder zullen zitten die deels later nog uitkomen.

Accountants zullen gewoon strenger moeten acteren overeenkomstig de eigen regelgeving en de bal waaronder met name een toereikende inrichting van de AO/IB bij de ondernemers moeten leggen. Geen woorden maar daden ook al wordt de accountant betaald door dezelfde ondernemer.

* gebaseerd op de in circa 30 jaar opgedane praktijkervaring bij diverse accountantskantoren.

Marcel Pheijffer

@ Peter

Met tegenzin geef ik antwoord op je vragen: je hebt er diverse van mij (elders - LinkedIn- geplaatst) niet beantwoord.

De discussie start met Peters definitie van poortwachter: iemand die zorgdraagt of 'het kwaad' niet door de poort gaat.
'Het kwaad' heb ik verstaan als fraude. Dat maakt dat je wat mij betreft de succesgraad van de accountant moet afmeten aan het aantal fraudes dat er is (maar dat weten we niet, dark number) en niet aan alle werkzaamheden die hij uitvoert.

Daarmee misken ik niet de preventieve werking van de accountant(scontrole) ex NV COS 240. Die is er.

Peter wijst op: goede tone at the top, interne ontdekking en veilig klokkenluiden bevorderen. Allemaal nuttig. Maar doet de accountant het goed als hij deze maatregelen heeft geadviseerd? Zijn algemene punten, redelijk obligaat en in de praktijk is de 'tone aan de top' nogal eens een holle frase en niet meer dan 'impression management'.

En ja, er zijn veel ondernemers die louter het goede doen, die ver van fraude (willen) blijven. Of met commissarissen die bestuurders corrigeren die te scherp aan de wind zeilen.
Als daar dan niets aan de hand is, is dat dan opeens de verdienste van de accountant? Wat mij betreft niet.

Opvallend: Peter wijst nu - de facto - opeens op de preventieve werking van de accountant ex NV COS 240. In zijn column stelt hij echter nog dat de accountant niet verantwoordelijk is voor het voorkomen van fraude en dat dit buiten zijn macht ligt.

Tot slot: met dit soort 'geheen en weer' schiet niemand iets op. De maatschappelijke discussie gaat telkens over wat er fout gaat: de prestatiekloof. Dat maakt dat leren van hetgeen in mijn bijlage staat nuttiger is dan theoretische beschouwingen als deze.

Peter Schimmel

@Marcel, naast een toereikende controle, doet de accountant de kans op afwijkingen van materieel belang ten gevolge van fraude mede afnemen, als hij maatregelen afdwingt, die bijvoorbeeld een goede tone at the top, interne ontdekking en veilig klokkenluiden bevorderen. Maar daarover zeg jij 'Dergelijke zaken vormen geen verdienste van de accountant'. Dat snap ik niet, want dat is nou precies wat standaard 240 in belangrijke mate beoogt. Kan je dat nader uitleggen? Voorts stel je in een reactie op Johan Peters dat hij 'allerlei entiteiten mee (rekent) waarin niets mee aan de hand is.' Hoe fundeer je dat oordeel feitelijk, welke reden van wetenschap ligt daaraan ten grondslag?

Johan Peters

Daar doe ik het voor. Driewerf Alaaf !

(Ps het is ook wel leuk om te verschillen, dan komen we uiteindelijk ergens uit. En als je niet weet waar de eindbestemming is, kan je maar beter zorgen dat de reis er naartoe een hele mooie is)

Marcel Pheijffer

@ Johan

Let's agree to disagree!

Johan Peters

Dag Marcel, mijn exercitie deugt wel degelijk. Uiteindelijk gaat het erom hoeveel jaarrekeningen er nog fout zijn als gevolg van fraude nadat de accountant zijn dingetje heeft gedaan. Prima als een fraude op voorhand door anderen al is ontdekt (IB?), irrelevant voor de discussie. Slecht als de fraude nadien door anderen is ontdekt maar niet door de accountant, zeer relevant voor de discussie. Zijn er geheel geen fraudes geweest, des te beter, heb je enkel nog de vraag of de inzet van middelen gericht op ontdekken van een eventuele fraude wel terecht was. En die vraag is ook maatschappelijk relevant.

Begrijp me goed. Elke fraude is er een teveel zeker als hij voorkomen had kunnen worden. Natuurlijk moet je juist daarom altijd de aard van fraudes onderzoeken. Natuurlijk is een samenstelopdracht niet vergelijkbaar met een controle opdracht (enkel jouw lijstje van 20 omvat ook wat voorbeelden uit dat segment, vandaar mijn uitstapje). Overigens zou ik dezelfde afwegingen kunnen projecteren op enkel het domein van wettelijke controles. Wordt de essentie niet anders van.

Het gaat erom welke foutmarge we met zijn allen (niet alleen jij en ik) tolerabel vinden. Die marge is niet 0. Als die marge 1% van het aantal wettelijke controles is, hebben we het er over 200 per jaar waarvan 10 bij OOB. Als we binnen die marge blijven, is het (ik ben ook politicus) niet aanvaardbaar meer middelen in te zetten. Gaan we er overheen, dan doen we sectorbreed te weinig en zijn extra maatregelen nodig.

Marcel Pheijffer

@ Johan

Om velerlei redenen deugen dit soort exercities niet.

Ten eerste moet je alleen kijken naar de (qua omvang onbekende, dark number) set werkzaamheden waar fraude aan de hand is. Nu reken je allerlei werkzaamheden/entiteiten mee waarin niets aan de hand is en die voor de discussie derhalve niet relevant zijn. Gelukkig frauderen veruit de meeste cliënten niet, maar dat gegeven mag en moet je niet in het voordeel van de accountant in jouw rekensom laten meewegen.

Ten tweede wordt fraude ook vaak intern ontdekt en wordt deze hersteld. Dergelijke zaken vormen geen verdienste van de accountant.

Ten derde wordt fraude regelmatig ontdekt door derden zoals de Belastingdienst of andere handhavers en toezichthouders. Ook dan is er geen verdienste van de accountant.

Ten vierde spelen andere derden regelmatig een rol. Bijvoorbeeld klokkenluiders en onderzoeksjournalisten. Derhalve ook dan in beginsel geen verdienste van de accountant.

Wat mij betreft deugt je rekenexercitie niet en schets je daarmee een onzuiver beeld van waar het om gaat.

In verband met het eerste punt: we kunnen wel een database bouwen van de wel bekende fraudezaken. En vervolgens discussieren over de vraag of de accountant in die zaken adequaat heeft gehandeld. Zie in dat verband mijn bijlage. De accountant scoort daar 16 op 16 negatief.

Johan Peters

Het gaat wel eens (goed?) mis. Ja dat zal best. En dat zal ook wel eens verwijtbaar zijn. Sterker nog: die verwijten worden dan gemaakt, terecht, en straffen worden opgelegd. De veel belangrijkere vraag is of het in zo’n mate mis gaat dat je fundamentele gebreken in het accountantsberoep zou moeten onderkennen. En dan kom je op lijstjes, op aantallen, op oorzaken. Het lijstje van Marcel, wat vast nog wel iets is uit te breiden, gaat over 20.000 wettelijke controles per jaar, aangevuld met enkele honderdduizenden andere accountantsproducten per jaar (samenstel, beoordeling, vrijwillige controle). Laten we erg conservatief uitkomen op 300.000 per jaar. In de afgelopen 20 jaar dus minimaal 6.000.000 verklaringen. Daarvan mogen er wat mij betreft best verklaringen fout zijn geweest, dat is onvermijdelijk. Ik zou zo maar een foutfractie van 5% kunnen bedenken, oftewel 300.000. Te ruim? Nou 3% doe ik het ook voor. Minder dan 1% dat zal toch niet? Deze norm is subjectief. Mijn lijstje is groter dan de 20 van Marcel, maar vele malen kleiner dan 300.000. Wat nu? Ik heb behoefte aan feiten en aan een bestuurlijke weging daarvan. Uiteindelijk gaat het om proportionaliteit (en subsidiariteit) van de accountantsmiddelen die je als maatschappij kunt inzetten voor fraudebestrijding. Zeker als die capaciteit ook nodig gaat zijn op andere vlakken. NBA: ga nu eens goed kwantitatief onderzoeken waar we over spreken, vorm jezelf een mening en reflecteer die in Den Haag. Dan kunnen we duurzaam (…) verder.

Ronald Bobbe

Prachtige respons van Aernout van Kempen, die ik volledig onderschrijf! Het is geen tegenstelling, maar een discussie waar we als beroep verder van moeten leren.
De bijlage van Marcel is waardevol, en heb ik opgeslagen. Dank Marcel !
Ik zou nog een punt willen inbrengen, nl. de veel te 'checklist'-achtige controles tegenwoordig. Controleteams komen niet of nauwelijks hun kamertje uit, en hebben veel minder feeling met het te controleren bedrijf dan vroeger. In Coronatijd werd zelfs 'thuisgewerkt' bij een controle...
In de tijd dat ik nog voor het NIVRA de vakken Controlebeginselen 1 en 2 mocht geven (Aristo Vestdijk op vrijdagmorgen, mooie tijden...), stond ook op een bepaald punt in het programma "Controletechnieken en Controlemiddelen" op de agenda. Ik zei altijd bij de acht controlemiddelen volgens het boekje: "En het negende controlemiddel is de allerbelangrijkste! Wie weet wat dat is??". Geen antwoord. Dan zei ik "GBV", en nog steeds veel vragende blikken.
Gezond Boeren Verstand, was dan de uitleg. Houd je ogen en oren open, en wees sceptisch. Als iets te mooi is om waar te zijn, dan is het dat ook.
In dit kader zou ik iedereen willen aanraden om de documentaire over Wirecard op Netflix te kijken. Wat onderzoeksjournalisten doen en verrichten, dat zou de controlerend accountant toch ook moeten kunnen...??

Frank Dörr RA

Wederom hulde aan Pfeiffer voor zijn heldere verhaal. Let op je energie Marcel, anders krijg je dezelfde problemen als Pieter Omtzigt. Het is nu eenmaal zo.

Martijn Hengeveld

Beste Peter en Marcel,

Wat een aversie en schijnbaar wederzijds onbegrip van twee wat mij betreft boegbeelden in de accountancy rond een zo belangrijk onderwerp.

Idee om eens met z'n drieën bij elkaar te komen en te kijken wat ons bindt en iets te publiceren waarover we het wél met elkaar eens zijn?

Marcel Pheijffer

Dank Peter. Ja ik heb je bijdrage goed gelezen. Niet eenmaal, maar meerdere malen.

En als je je - net als Alexander, zelf de man van grote woorden - stoort aan 'bullshit' (1 van de 7.300 woorden in column en bijlage, waarin ik de AFM helemaal niet ben vergeten zoals je stelt. Zie punt 19): mea culpa.

Maar in dat woord ligt niet de essentie. Daarop wijzen leidt louter af van waar het wel om gaat: op welke wijze kan de accountant zijn rol inzake fraude het beste vervullen?

Je gaat helaas maar beperkt in op mijn argumentatie en kritiek. Bijvoorbeeld op de wijze waarop je de poortwachtersrol karakteriseert en in mijn ogen belachelijk maakt. Dit inderdaad in tegenstelling tot vele anderen, waaronder de AFM en nota bene de NBA zelve.

De zin die mij het meeste treft in je betoog is dat het 'voorkomen en ontdekken' van fraude 'buiten de macht' van de accountant zou liggen en 'daarom buiten zijn verantwoordelijkheid'. Rechters denken daar gelukkig anders over.

Helaas heb je de discussie nav mijn bijdrage eerst op LinkedIn gevoerd en niet op deze plaats waar de bijdrage is geplaatst. We hebben daardoor elders al het nodige gewisseld. Dat hoeven we hier niet meer te herhalen.

Peter Schimmel

Lezen blijkt ook een kunst, of ik heb het wellicht niet duidelijk opgeschreven: vier redenen waarom ik meen dat de accountant kansloos is bij ontdekking van fraude en ook zes verbeterpunten die wellicht heel wat bij kunnen dragen aan de fraudebeheersing in meer brede zin. Met die laatste punten zou in de (hopelijk zeer nabije) toekomst wellicht tweemaal zoveel kunnen worden voorkomen of ontdekt, maar dan door degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn: de gecontroleerden (daartoe geholpen, aangemoedigd door de controleurs). Snurkende accountants mogen wat mij betreft ook op hun lazer blijven krijgen. Is het voorafgaande nou zo tegen de heersende leer conform controlestandaard 240? Zijn de zes benoemde verbetermogelijk zo negatief of kansloos? Ook na grondig lezen van artikel en bijlage snap ik niet waarom de stierenstront over mij uitgestort moet worden. Ja, ik geef grif toe, dat ik impliciet suggereer dat de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep, Commissie Toekomst Accountancysector, Monitoringcommissie Accountancy, onze Kwartiermakers, de NBA en ook de AFM (die was in de bijlage vergeten) wat makkelijk denken, ons mooie beroep miskennend, als zij de accountant benoemen als poortwachter van fraude als het om ontdekking gaat. Wellicht ben ik iets te professioneel kritisch?

Robert Mul

Fraude is geen natuurverschijnsel maar een cultuurverschijnsel. En zal er inderdaad altijd zijn. Maar de mate waarin verschilt. Fraude wordt door een aantal mensen begaan, en wordt doorgaans door veel meer mensen afgewezen en bestreden. Onze maatschappij leunt daarbij onder andere op accountants en niet alleen op zij die controleren, maar op alle beroepsgenoten. En op vele anderen, gelukkig. Zie ook de recente publicatie van de NBA-Signaleringsraad: https://www.nba.nl/nieuws-en-agenda/nieuwsarchief/2022/december/scherp-op-fraude/

Alexander Vissers

Ik ben niet onder de indruk van de casus die in de bijlage door Marcel Pheijffer worden aangevoerd. Wat was er ook al weer de aanleiding voor de structurele verbetering? Dat waren Vestia en Imtech. In Vestia werd de Zwarte Piet de accountant toegespeeld. Maar het echte probleem waren de derivatencontracten zelf. Imtech was een bouw en installatiebedrijf met operationele en marge problemen. En dan kwam daar ook nog eens een fraude bovenop. De banken hebben Imtech naar mijn oordeel te hard laten vallen, zonder faillissement was het verlies waarschijnlijk veel lager geweest. Nu lijkt het alsof de fraude de oorzaak van het verlies is en de accountant enorm heeft geblunderd. Maar wat het lijstje vooral duidelijk maakt is dat het nogal meevalt met aantal en ernst van de niet of te laat ontdekte fraudes. Om het ergens tegen af te zetten, de wettelijke controle van de jaarrekeningen van ca 19.000 ondernemingen kost ondernemingen in Nederland meer dan 1 miljard euro per jaar. Kan het beter? Uiteraard! En iedereen begrijpt dat een gemiste fraude of ernstige fout voor de betrokken accountant een drama is dat hij heel graag wil voorkomen. Gaat het in de toekomst weer gebeuren? Uiteraard.

Pieter de Kok

Als ik iedereen die een andere insteek zou aanspreken met bullshit dan zit op een grote hoop stront . Dit moet komen uit een enorme bron van frustratie? Que paso amigo!

Ik lees hier continue allemaal theorieën van links naar rechts over fraude, en 100 andere thema’s, letterlijk al 15 jaar.

De gewone boerenlul accountant in het veld zoals ik en ongetwijfeld nog veel meer , doet maar zijn best. Met nieuwe fraude controleverklaringen in de hand starten we 2022 cyclus vol goede moed en hoofd omhoog, lets see wat we dit jaar weer aantreffen.

Marcel en Peter, niet alleen ik, maar vooral de generaties onder ons kijken tegen jullie op. Jullie zijn de deskundigen. Het zou mooi zijn als we dit belangrijke onderwerp kunnen blijven belichten.

Fijn weekend iedereen!

Arnout van Kempen

Interessant om waar te nemen: ik was het eens met Peter Schimmel en ik ben het eens met Marcel Pheijffer. Ik zie namelijk geen tegenstelling op dezelfde kwestie, maar twee kwesties.

Heeft de (openbaar zeker) accountant een poortwachtersrol? Natuurlijk. Lees de WWFT maar.

Moet de accountant ex ante doen wat hij/zij kan aan het ontdekken van fraudes met materiële afwijkingen tot gevolg? Natuurlijk. Lees N.V. COS 200, deels 240 en 4410 maar. En de Wta natuurlijk.

Moet de accountant ex post optreden als hij/zij fraudeaanwijzingen ziet? Natuurlijk. Lees de WWFT, de Wta, de VGBA, Noclar, COS 240 en 4410 maar.

Gaat er teveel fout op dit vlak? Natuurlijk, lees de voorbeelden van Marcel bijvoorbeeld.

Heeft het beroep een uitdaging met politiek, publiek en toezichthouder? Natuurlijk, lees maar wat daar gezegd en geschreven wordt

Kan de accountant, of moet de accountant, fraude voorkomen, opsporen of vinden wanneer deze geen materiële afwijking tot gevolg heeft? Nee, of toch nauwelijks. Wie anders stelt, mag dat aantonen natuurlijk, ik heb graag ongelijk.

Het is een oude, en imho verstandige, traditie van dit beroep om in navolging van de grote grondleggers, te werken aan de kwaliteit van het werk EN tegelijk de verwachtingskloof te bespreken teneinde niet méér vertrouwen te wekken dan kan worden waar gemaakt.

Ik zie Marcel geheel terecht het eerste over het voetlicht brengen. En Peter, al even terecht, het tweede.

Het zal mijn intellectuele onvermogen zijn wellicht, maar ik zie niet hoe daarin een probleem zit.

Alexander Vissers

Als we op deze site het niveau van de discussie verlagen tot elkaar beschuldigen van het verspreiden van "bullshit" moeten we er maar de stekker uit trekken, de redactie dient hier paal en perk aan te stellen. Inhoudelijk kan ik slechts herhalen wat ik al eerder heb gesteld. Fraude is een veelvoorkomend natuurverschijnsel in vele gedaanten, zeg maar zoiets als misdaad. Er wordt veel gedaan aan fraude en misdaadpreventie maar toch gaat het niet weg. En dan is er controle en handhaving maar je kunt van de politie toch niet stellen dat deze misdaad moet voorkomen? Accountants zijn in het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening een onderdeel van de staat en die is gebonden aan de wet en EVRM met name art. 6 en art 8 dus geen "fishing expeditions", zonder gerechtvaardigde verdenking geen opsporing. Wel mag en moet de accountant in het kader van zijn controle vaststellen dat de jaarrekening vrij is van materiële fouten als het gevolg van fouten (onopzettelijke) en fraude (opzettelijke misleidend). Daartoe dient hij ook te onderzoeken of zijn cliënt passende maatregelen heeft genomen om het risico van fraude tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, daarbij spelen kosten baten overwegingen een belangrijke rol. De accountant dient zich vooral niet te verliezen in de talloze huis tuin en keukenfraudes en grijze waarheden die bij het leven horen.

Leo Straathof

Vanuit mijn jarenlange ervaring als externe accountant kan ik bevestigen dat ik de visie van Marcel deel. Het vereist echter wel, dat je o.a. voortdurend alert moet zijn op veanderingen in het business model en in de omgeving van de klant. Ken je klant en ken het businessmodel van je klant! Maak gebruik van de actuele casuïstiek die voortdurend in het nieuws is en vraag je vervolgens af: wat betekent dit voor mijn eigen controles? Wat kan ik hiervan leren? Verder is het van belang dat je voldoende aandacht schenkt aan het doorgronden van frauderisicofactoren en frauderisico's. Dit betreft maatwerk en vereist voldoende betrokkenheid van de externe accountant. Verder kan goed gebruik worden gemaakt van data-analysetechnieken om in te spelen op onderkende, klant-specifieke risico's. Indien we de gerechtvaardigde verwachtingen van de samenleving niet voldoende invulling geven, dan kan je je afvragen wat de toekomst van de accountant is.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.