'Finance kun je niet meer vanuit de ivoren toren uitoefenen'
Hoe ziet de financieel professional van de toekomst eruit? Voor een antwoord op die vraag bouwt de ledengroep accountants in business (AiB) continu aan het 'maturiteitsmodel'. Bedoeling is uiteindelijk dat de finance prof zich kan plotten. "Waar sta ik in mijn carrière?"
Ronald Bruins
Dat plotten moet nog vorm krijgen, stelde professor Eddy Vaassen (Tilburg University en Erasmus Universiteit Rotterdam) tijdens een bijeenkomst op 23 april 2019 bij de NBA. Uit het maturiteitsmodel komen vier profielen voor finance professionals naar voren: de starter, de ondersteuner, de manager en de partner. Waarbij die laatste meer tegen de strategie aan schurkt en de eerste, de starter, net komt kijken. Dus heeft hij meer uitvoerende taken.
Het model behandelt ook de gebieden waar de finance professional verstand van moet hebben. Afhankelijk van zijn rol: informatievoorziening, bedrijfsvoering en IT-systemen tot aan organisatiestrategie, IT-strategie en informatiestrategie. Coen Reinders, zelf cfo bij TriFinance, maar ook bestuurslid van de ledengroep, constateerde aan de hand van het model dat finance profs wel degelijk toekomst hebben. "Ondanks de geluiden dat ze uit gaan sterven vanwege de automatisering van finance."
Geen harde waarheid
Het maturiteitsmodel is geen harde, gestolde waarheid, constateerde hij. "Het hangt heel erg van je situatie af waar je in het model zit. Dat gaat ook over wat andere disciplines in organisaties ons gunnen en welke ruimte we zelf nemen." Als cfo vond Reinders het plotten op basis van activiteiten, waardebehoud en waardcreatie binnen de onderneming een eye opener.
'Ik wil ook vooruitkijken en bijdragen aan de strategie.'
"Ik kijk op basis daarvan wel eens terug op mijn dag. Dan blijkt dat ik best veel met waardebehoud bezig ben geweest. Natuurlijk is het voldoen aan de wet- en regelgeving voor de jaarrekening nuttig, maar ik wil ook vooruitkijken en bijdragen aan de strategie."
Rolmodel
Reinders constateert dat het model slechts een weergave van de realiteit is. "Een handvat om vragen te kunnen stellen: waar sta ik nu? De kunst is om het vervolgens zo concreet mogelijk te maken. Waar wil ik naartoe? Wat zie ik in mijn omgeving? Nieuwe trainees vertellen altijd dat ze cfo willen worden. Als ik dan de ontwikkelingen in business managementinformatie en robotisering laat zien, dan zien ze dat als sexy. Maar als je je zo specialiseert, word je nooit cfo. Zo'n model kan helpen een spiegel voor te houden."
Is de finance prof in kwestie meer navigator, sensor, poortwachter of analist? Reinders gaf young profs voor het ontwikkelen van hun competenties een tip. "Kijk naar waarin je wilt groeien. Zoek een rolmodel op. Iemand die dat aspect wat jij wilt leren al heel goed kan. Leer daar spelenderwijs van. Daarnaast: ga samenwerken met mensen waar je geen klik mee hebt. Observeer waarom zo’n iemand succesvol is."
Ethiek
Eén van de accountants in business in de zaal vroeg waarom ethiek niet in het model was opgenomen. Vaassen: "Eigenlijk is ethiek iets wat er altijd moet zijn. Daarbij geef je de uiteinden van wat mag en niet mag aan, op basis waarvan medewerkers zichzelf kunnen neerzetten." In een paneldiscussie kwam professor Frank Verbeeten daarop terug. "Ik mis ethiek wel in dit overigens zeer goede verhaal. Zet het neer als stroom die in alle onderdelen terug moet komen. Maar wellicht ook als vakgebied."
'Voor een deel is de financial ook de poortwachter en bewaakt hij de ethiek.'
Reinders: "We hebben ook harde en zachte controle, waarbij in die zachte controle ethiek ook een plaats kan krijgen." Claudia Heger, concerncontroller bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), pleitte voor een eenvoudige oplossing. "Met integriteit vraag je een competentie. Door het uitvragen daarvan bouw je het automatisch in." Vaassen: "Voor een deel is de financial ook de poortwachter en bewaakt hij de ethiek. Daar ligt ook zijn formele rol."
Sterke mix
Concerncontroller Heger gaf aan geen andere organisatie te kennen die (onder druk van de vluchtelingenstroom) zo snel is gegroeid en gekrompen als het COA. "Op het hoogtepunt waren we als organisatie twee keer zo groot. Na twee jaar waren we weer terug op het oude niveau." Bij het COA is er geen strikte scheiding tussen business en finance. "Dat is gewoonweg een heel sterke mix. Het betrekken van de business is dan ook zeer gebruikelijk."
Heger is geen lid van de NBA, geen accountant maar afgestudeerd gedragsbioloog. "Ik voel me dan ook een beetje in het hol van de leeuw. Om het met de psychologiekleuren te zeggen: ik ben niet blauw. Contentieus zijn heb ik me moeten aanleren. Maar ik kan wel heel goed observeren." Volgens haar zie je andere disciplines de finance functie binnenkomen. "Vooral in controlfuncties. Maar op een gegeven moment waren er bij ons weinig medewerkers meer die goed konden schakelen met de accountant. Het is moeilijk om dat soort mensen te behouden voor de organisatie."
Ivoren toren
Het COA is volgens Heger een welzijnsorganisatie. "We vangen asielzoekers op. We doen dat heel bevlogen. Die kerntaak wordt wel eens lastig vanwege de risicoregelreflex. Waarbij er zoveel externe risico's zijn dat het moeilijk is een forecast te maken. Op die manier koppelen van gegevens uit de business aan de financiële gegevens zou je eigenlijk wel willen. Dat doen gemeenten bijvoorbeeld al heel lang."
Als controller moet je je volgens Heger soms neerleggen bij politieke beslissingen. "Al gaan deze niet de richting in die je zelf zou willen. Dat moet voor jezelf tot een nuchtere vraag leiden: welke elementen kan ik wel en niet beïnvloeden?" De in het model genoemde sensorrol is mede daarom welhaast van levensbelang, meent Heger. Ze ziet ook dat de finance functie geen keuze heeft in het omarmen van automatisering. "Die beweging is niet meer te stoppen. En het gaat sneller dan wij met elkaar denken. Dus wordt het meer de vraag hoe we de finance professional van vandaag kunnen begeleiden naar zijn nieuwe functie in de toekomst."
'Medewerkers die data-analyse doen hebben de echte kennis in hand.'
Dat betekent volgens haar onder meer "meedraaien en beleven" hoe de business zijn werk doet. "Zodat je wordt geaccepteerd en invloed uit kunt oefenen. Finance kun je simpelweg niet meer vanuit de ivoren toren uitoefenen."
Taal spreken
Daarbij constateerden de panelleden ook dat finance niet het alleenrecht op data-analyse en kunstmatige intelligentie heeft. "Die disciplines vind je op meerdere plaatsen in de organisatie terug", aldus Reinders. Heger: "Wat oorspronkelijk informatievoorziening was, zit lang niet altijd meer bij finance of control. Je ziet dat nu de vraag wordt gesteld: is het IT of finance? Medewerkers die data-analyse doen hebben de echte kennis in handen. Zij kunnen informatie zichtbaar maken en ontsluiten.|" Vaassen: "Je zult hun taal dus ook moeten spreken."
Ook het verzamelen en beoordelen van niet-financiële informatie, bijvoorbeeld over CO2, mag volgens een deelnemer nadrukkelijker terugkomen in het model. "CO2, maar ook tone at the top, cultuur en gedrag van de organisatie enzovoorts."
Vaassen ziet een volgende versie van het model aankomen. Daarbij denkt de ledengroep ook aan een IT-module, waarmee accountants in business kunnen zien waar zij staan in hun ontwikkeling. Eén ding is volgens de deelnemers zeker: AiB’ers moeten dichter bij de business staan dan ooit. Met alleen zorgdragen voor de cijfers doen ze zichzelf schromelijk te kort.