Magazine

Beoordeling van prognoses

Het ziet er naar uit dat bestuurders van bv’s bij voorgenomen winstuitkeringen de accountant om een oordeel over hun prognoses zullen gaan vragen. Advocaten zien een positief oordeel al snel als stempel van goedkeuring, dus alertheid is geboden.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Frank Driessen

Nieuwe verwachtingskloof op de loer

Na invoering van de Wet Flexibilisering BV-recht (zie kader) mogen besloten vennootschappen alleen nog vermogensuitkeringen doen nadat de bestuurders hun toekomstverwachtingen hebben vertaald in prognoses. Uit die prognose, de zogenaamde liquiditeitstest, moet blijken dat de bedrijfsvoering na de uitkering niet in gevaar komt. Een winstuitkering na een prognose, die zo’n uitkering niet rechtvaardigt, of geheel zonder prognose, zal aansprakelijkheid van de bestuurders tot gevolg hebben. Mocht de bv binnen een jaar failliet gaan, dan zal aangenomen worden dat de bestuurders wisten of hadden moeten weten dat het bedrijf de uitkering eigenlijk niet kon dragen. Aandeelhouders kunnen dan worden aangesproken om de ontvangen uitkeringen terug te betalen aan de vennootschap.

Advocaten

Zoals het er nu naar uitziet, zal een beoordeling door de accountant niet wettelijk verplicht worden. Maar in de praktijk zullen bestuurders daar zekerheidshalve wel om vragen. En er is weinig voorstellingsvermogen nodig om te begrijpen dat aansprakelijkstelling van bestuurders in dat geval ook gevolgen voor de accountant kan krijgen. Een nieuwe verwachtingskloof ligt op de loer.

Zo adviseerde de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie in haar reactie op het ambtelijk voorontwerp, om het bestuur van de bv niet aansprakelijk te stellen wanneer de liquiditeitstest is voorzien van een positief oordeel van een accountant, ook wanneer de bv binnen een jaar na de uitkering failliet gaat. De Gecombineerde Commissie meent dat het bestuur dan “onomstotelijk verantwoord heeft gehandeld”.

Geen stempel van goedkeuring

Het is echter zeer de vraag of de accountant tot zo’n ‘positieve verklaring’ kan komen. In Nederland is het geven van een positief geformuleerd oordeel niet gebruikelijk. De hier gangbare werkwijze bij de beoordeling van prognoses is weergegeven in Richtlijn 3400 van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole. Die komt er op neer dat het bestuur van de vennootschap verantwoordelijk is voor het opstellen van de prognose en het uitspreken van toekomstverwachtingen. De accountant dient te beoordelen of deze verwachtingen niet onredelijk zijn, en in technische zin juist zijn vertaald naar de prognose. Daarbij gaat het er vooral om dat onzekerheden voldoende zijn toegelicht en dat de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling consequent worden toegepast. Kortom, het oordeel bij een prognose is geen stempel van goedkeuring.

Duidelijkheid bij opdrachtaanvaarding

De ophanden zijnde wetswijziging vraagt extra alertheid van de accountant. Ik noem hier vier aandachtspunten.

Alvorens de opdracht te aanvaarden dient de accountant na te gaan wat het gebruik van de prognose zal zijn. Vervolgens moet hij in de opdrachtbevestiging kenbaar maken dat hij niet kan beoordelen of de prognoses daadwerkelijk zullen worden gehaald.

Daarnaast moet hij beoordelen of de periode waarop de prognose betrekking heeft, lang genoeg is. De Gecombineerde Commissie heeft het over twaalf maanden. Het ambtelijk voorontwerp noemt geen termijn. Wanneer de accountant van mening is dat de prognose door een beperkte tijdhorizon niet geschikt is voor het beoogde gebruik, dient hij de opdracht niet te aanvaarden of terug te geven.

Tot slot moet de accountant er op wijzen dat het afgeven van een verklaring geen garantie is voor het verkrijgen van eventueel noodzakelijke financieringen. Uit de prognose kan blijken dat de onderneming tijdelijk aanvullende financiering nodig heeft. De accountant moet beoordelen of deze financiering past binnen de bestaande faciliteiten van de onderneming, dan wel of er op basis van te verstrekken zekerheden en verwachte aflossingscapaciteit in beginsel ruimere kredietafspraken mogelijk zijn.

Om vrij te kunnen oordelen, moet de accountant zorgen dat de opdrachtbevestiging ruimte biedt voor het teruggeven van de opdracht. Zo niet, dan kan de opdrachtgever met reden stellen dat de accountant zijn afspraken niet nakomt en dat hij hierdoor schade lijdt.

Bestuurders en aandeelhouders laten meetekenen

De accountant doet er verstandig aan in de opdrachtvoorwaarden iedere aansprakelijkheid af te wijzen voor de schade die de bv, de bestuurders als privé-persoon of de aandeelhouders lijden als gevolg van de dividenduitkering. Ofschoon privé-personen en aandeelhouders in beginsel geen partij zijn bij de opdracht tussen bv en accountant, is het raadzaam om de opdrachtbevestiging ter instemming te laten tekenen door de bestuurders als privé-persoon en door de aandeelhouders. Daarnaast kan de accountant in de opdrachtbevestiging laten opnemen dat de vennootschap hem vrijwaart van eventuele claims van derden.

Extra zorgvuldigheid bij faillissementsdreiging

Als de zaken minder goed gaan, moet de accountant extra alert zijn bij een dividenduitkering. In zo’n situatie bestaat doorgaans grotere onzekerheid over de toekomst en dat kan gevolgen hebben voor de waarderingsgrondslagen. De accountant moet erop toezien dat deze onzekerheid voldoende wordt toegelicht in de prognose. Bij onvoldoende toelichting dient de accountant zijn verklaring aan te passen of zijn opdracht terug te geven.

In geval van faillissementsdreiging zal de accountant ook de financiële situatie ná de prognoseperiode nadrukkelijk in ogenschouw moeten nemen. Het is niet denkbeeldig dat een bedrijf met structurele problemen het eerstkomende jaar toch kan overbruggen.

De achterliggende gedachte van de liquiditeitstest is dat daaruit kan worden opgemaakt dat het bedrijf in de kern gezond is en de kasstromen structureel op orde zijn; het doel is niet om vast te stellen dat de kasstroom op de korte termijn afgedekt is.

Complicatie in het mkb

Binnen kleinere bedrijven is vaak onvoldoende administratieve kennis aanwezig om zelfstandig een deugdelijke prognose op te stellen. Wanneer de accountant ook bij het opstellen ingeschakeld wordt, bestaat het risico dat hij zijn eigen werkzaamheden moet beoordelen.

Als de accountant alleen betrokken is bij de totstandkoming van de prognose en geen verklaring afgeeft, moet hij uiteraard zorgvuldig omgaan met de uitkomsten van de prognose. Wanneer blijkt dat een dividenduitkering onverantwoord is, dient de accountant dit vanzelfsprekend expliciet aan zijn opdrachtgever kenbaar te maken.

Noot
Frank Driessen is partner bij Joanknecht & Van Zelst BV.

Flexibilisering BV-recht

Het wetsvoorstel Flexibilisering BV-recht ligt sinds 3 november 2006 bij de Raad van State voor advies. Het ministerie van Justitie streeft naar invoering in de loop van 2008.

Het ambtelijk voorontwerp was openbaar, net als de verschillende adviezen van deskundigen hierover. De exacte inhoud van het uiteindelijke wetsvoorstel moet worden afgewacht. Maar de introductie van een liquiditeitstest is vrijwel zeker. Deze prognose is vereist wanneer het bestuur van een bv een uitkering aan zijn aandeelhouders wil doen. Het bestuur gaat dan na of de bv na een vermogensuitkering haar opeisbare schulden zal kunnen blijven betalen.

Onzeker is nog de rol van de accountant bij deze liquiditeitstest. Ofschoon het waarschijnlijk niet wettelijk verplicht wordt, zal de accountant dikwijls om een oordeel over de liquiditeitstest worden gevraagd.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.