Magazine

Daarom pluriformiteit!

Pluriformiteit is onontbeerlijk voor de verdere ontwikkeling van een vitale beroepsorganisatie, vindt Frans van der Wel. Een pluriforme organisatie stimuleert discussie en dialoog, zal minder geneigd zijn tot navelstaren en beroepsblindheid en heeft een sterkere economische basis. Uiteraard met strikte waarborgen van het publieke belang.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Volgens Hans Blokdijk is er onvoldoende grond voor een pluriforme beroepsorganisatie. Een dergelijke organisatie gaat volgens hem voorbij aan de historische ontwikkeling van steeds verdergaande specialisatie en erger nog miskent de conflicterende belangen die hierbij optreden. Met zijn betoog roept Blokdijk het beeld op van een smeltkroes, een organisatie waarin diverse belangengroeperingen op onontwarbare wijze in elkaar opgaan. Om meer redenen is dit beeld niet juist.

  • In de nota ‘Sterk en divers’ worden publieke en private belangen helder van elkaar onderscheiden, niet alleen principieel maar ook organisatorisch. Het NIVRA-bestuur, met daarin een meerderheid van controlerend accountants, blijft toezien op de uitoefening van de publieke taken door de beroepsorganisatie en legt verantwoording af aan de Ledenvergadering. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid valt ook het College Toetsing Kwaliteit, dat weliswaar een zekere mate van autonomie heeft, maar wél binnen door het bestuur gestelde kaders. Regelgeving en titelverdediging blijven zodoende de exclusieve bevoegdheid van het NIVRA-bestuur. Er is dan ook geen sprake van dat deze publieke taken speelbal worden van private belangen.
  • De pluriforme organisatie vindt met name zijn beslag in de vakgroepen (voorheen overlegorganen). Deze vakgroepen richten zich met name op dienstverlening en belangenbehartiging. Juist door deze taken helder te benoemen en een duidelijke plaats te geven in de organisatie, voorkom je gebrekkige transparantie en een ongewenste verstrengeling van verantwoordelijkheden en belangen. De vakgroepen blijven ondergeschikt aan het NIVRA-bestuur, maar krijgen wel meer armslag in het voorzien in de specifieke behoeften van hun achterban. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de wens van vele leden, die kennelijk niet altijd elders terecht kunnen.
  • Momenteel vinden intensieve gesprekken plaats met het Controllers Instituut en IIA Nederland om te komen tot een verdere bundeling van krachten op het terrein van de dienstverlening. Pluriformiteit vormt hierbij de noodzakelijke voorwaarde voor meer efficiëntie en een versterking van het serviceapparaat. Niemand zit te wachten op een veelheid van kleine instituten met een gefragmenteerd, overlappend en uiteindelijk inefficiënt dienstenaanbod.

Met de beoogde inrichting van het NIVRA krijgen de diverse functiegroepen een duidelijker plek in de organisatie. Worden hiermee nu alle belangenconflicten voorkomen? Uiteraard niet, de vraag is echter of je die kan en moet willen voorkomen. Zo is de belangrijkste tegenstelling, het opdrachtgeversbelang versus het maatschappelijk belang, niet louter een discussie tussen de verschillende functies. Ook en misschien wel met name binnen de geleding van openbaar accountants speelt deze discussie zich voortdurend af. Het borgen van het publieke belang is dan ook veeleer een kwestie van bestuurlijke governance een NIVRA-bestuur dat in onafhankelijkheid tot haar oordeel komt dan van het volledig separeren van functiegroepen. Dat laatste versterkt bovendien een risico dat openbaar accountants van oudsher al bedreigt: het risico van introversie, beroepsblindheid en maatschappelijk isolement. In de analyses van de boekhoudaffaires is door velen opgemerkt dat de schuldvraag niet exclusief bij openbaar accountants kon worden gelegd, maar dat het probleem veeleer moest worden gezocht in de integriteit van de volledige financiële keten. Alleen al om die reden is het zinvol om de verschillende spelers continu bij het gemeenschappelijk debat betrokken te houden.

Tegelijkertijd is er sprake van een tegenovergestelde dreiging: met de complexiteit en gedetailleerdheid van de regelgeving loopt de accountant het risico te verzanden in technische, voor de buitenwereld nauwelijks te volgen haarkloverij. De marginalisatie die hiervan het gevolg is staat haaks op het maatschappelijk gezag dat het beroep hoort uit te stralen. De aanwezigheid van functiegroepen met een ander perspectief binnen één organisatie dwingt de openbaar accountant tot een voortdurende discussie over de relevantie van zijn werk en de daaraan ten grondslag liggende regelgeving.

Al met al voldoende redenen om de pluriformiteit als beginsel stevig te omarmen, uiteraard voorzien van de noodzakelijke checks and balances. Het NIVRA hangt niet aan een kunstzijden draad, zoals Hans Blokdijk beweert, maar is stevig verankerd in een netwerk van goed geleidende verbindingen. Dat levert soms de nodige spanning op, maar in ieder geval ook heel veel energie.

Noot
Frans van der Wel is voorzitter van de commissie Implementatie Pluriforme Organisatie.

Frans van der Wel is oud-voorzitter van het NIVRA en voorzitter van de Signaleringsraad NBA.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.