Marcel Pheijffer: stelsel rechtsbescherming accountants in lijn met andere landen
De rechtsbescherming van accountantsorganisaties is in lijn met gebruikelijke rechtsstelsels en met de rechtsbescherming in andere landen. De kritiek van sommige accountantsorganisaties dat toezichthouder AFM zowel normsteller, toezichthouder als boetebepaler is, is niet terecht.
Dat benadrukt hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer in een opiniebijdrage in het FD. Hij reageert daarin op de Kamerbrief van minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) van 31 januari 2017, over de rechtsbescherming en zorgplicht van accountantsorganisaties. De minister geeft in die brief aan dat de huidige rechtsbeschermingsmogelijkheden voor accountants en accountantsorganisaties afdoende zijn.
Volgens Pheijffer doet de AFM "niet meer of minder dan toetsen aan de door de NBA opgestelde controlestandaarden om te beoordelen of aan de zorgplicht is voldaan". In verschillende andere landen is de toezichthouder ook verantwoordelijk voor de vaststelling van controlestandaarden en gedrags- en beroepsregels, terwijl dat in Nederland binnen de accountantssector zelf wordt geregeld.
Pheijffer signaleert dat vanuit het accountantsberoep soms kritisch wordt gereageerd op de AFM. "Achter de schermen wordt regelmatig met het nodige dedain gesproken over 'gefrustreerde toezichthouders die mislukt zijn binnen de accountancy', 'mierenneukers' en 'mensen die niet weten hoe het echt werkt'. Jammer, onnodig en onterecht", aldus Pheijffer. "De feitelijke bevindingen in de toezichtsrapporten spreken voor zich, zijn menigmaal door de rechter getoetst én daar veelal overeind gebleven."
Tegelijk vindt hij het een goede zaak dat de toezichthouder soms wordt tegengesproken en dat partijen zoals PwC en EY naar de rechter stappen omdat ze de zienswijze van de AFM bestrijden. In bezwaar en eventueel ook in beroep gaan draagt bij aan de rechtsvorming "en dat is goed".