Kabinet vraagt om input over btw-plicht voor digitale platforms
Digitale platforms die de verhuur van accommodaties en passagiersvervoer faciliteren, worden vanaf 1 juli 2028 btw-plichtig over via hen aangeboden diensten. Hierdoor moeten ze btw afdragen en krijgen ze een administratieplicht.
Het kabinet startte recent met een consultatie van de wet waarin een en ander wordt geregeld. Doel van de nieuwe wetgeving is de concurrentieverstoring tegengaan die nu optreedt tussen kleine aanbieders die geen btw afdragen en grote aanbieders die dat wel doen.
De maatregel is onderdeel van een Europees pakket, waarmee het btw-stelsel wordt gemoderniseerd en dat ook in Nederland wordt ingevoerd. Dat is nodig omdat door digitalisering nieuwe markten en bedrijfsmodellen zijn ontstaan. De nieuwe Europese regels gaan gelden voor platforms die kortlopend verhuur van accommodaties en passagiersvervoer over de weg faciliteren.
Concurrentieverstoring
Particulieren en kleine ondernemers die hun diensten aanbieden via deze platforms berekenen op dit moment niet altijd btw, waardoor zij hun diensten goedkoper kunnen aanbieden. Het gaat dan bijvoorbeeld om particulieren die incidenteel een dienst aanbieden en zich niet realiseren dat zij btw-verplichtingen hebben, of kleine ondernemers die door de kleineondernemersregeling (KOR) vrijgesteld zijn van btw.
Mede door het grote bereik van de platforms ontstaat zo een concurrentievoordeel ten opzichte van grote aanbieders, die wel btw in rekening brengen. Dat is voornamelijk het geval bij accommodatieverhuur.
Met het invoeren van de nieuwe regels moeten zulke platforms vanaf 1 juli 2028 de btw voldoen over de diensten die via hen zijn aangeboden, tenzij de aanbieder via het platform dat zelf doet. Hierdoor wordt een concurrentieverstoring tussen kleine en grote aanbieders aangepakt.
Uitzondering voor passagiersvervoer
In Nederland zorgen platforms voor passagiersvervoer niet voor concurrentieverstoring, aldus het kabinet. De meeste aanbieders via deze platforms zijn ondernemer en dragen dus al btw af, daarom krijgen deze platforms in principe alleen een administratieverplichting.
Dit betekent dat het platform moet aantonen dat het om een ondernemer gaat die al btw afdraagt, of een ondernemer die onder de KOR-regeling valt en dus geen btw hoeft te voldoen. Anders is alsnog btw verschuldigd over de aangeboden diensten.
Internetconsultatie
De inbreng van belanghebbenden wordt meegewogen voordat het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Te denken valt bijvoorbeeld aan informatie over wat (kleinere) platforms nodig hebben voor het bijhouden en aanleveren van de administratie.
Om deze reden loopt sinds 3 oktober een internetconsultatie van het wetsvoorstel, die duurt tot en met maandag 3 november. De wetgeving moet op 1 juli 2028 ingaan.
Gerelateerd
Voorjaarsnota: Kabinet int meer inkomstenbelasting
Het kabinet compenseert het schrappen van de hogere btw op cultuur, media en sport door meer inkomstenbelasting te innen. Dat staat in de Voorjaarsnota. Deze maatregel...
Kabinet brengt mogelijke alternatieven voor verhoging btw in kaart
Het kabinet heeft op verzoek van het parlement alternatieven in kaart gebracht voor de btw-verhoging op cultuur, media en sport. Daarbij is gekeken naar opties...
Ondernemers vrezen mogelijke btw-verhoging
De mogelijke verhoging van het btw-tarief naar 21,4 procent baart ondernemers in Nederland zorgen. Volgens branchevereniging Ondernemend Nederland zou de eventuele...
Belastingdienst wijst jonge ondernemers op btw-aangifte
Eén op de tien jonge ondernemers vergeet soms om btw-aangifte te doen. De boete die ze daarvoor krijgen, kunnen ze beter gebruiken voor hun onderneming. De Belastingdienst...
Forse toename aanmeldingen KOR-regeling voor kleine ondernemers
Steeds meer Nederlanders melden zich aan voor de kleineondernemersregeling (KOR), waardoor ze worden vrijgesteld voor de btw.
