Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In juni 2010 velt de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA's een negatief oordeel over de accountantspraktijken van twee AA's. Naar aanleiding van deze resultaten dient het NOvAA-bestuur klachten in bij de Accountantskamer.

Klachten

De accountant uit zaak 11/551 heeft:

• nagelaten een verbeterplan in te dienen
• niet voldaan aan zijn permanente-educatieverplichtingen
• geen voldoende beroepsaansprakelijkheidsverzekering
• geen adequate regeling getroffen voor waarneming

De accountant uit zaak 11/704 heeft:

• bedreigingen voor de integriteit en onafhankelijkheid niet onderkend
• onvoldoende PE-punten behaald
• een onvoldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing met in het bijzonder een gebrek aan documentatie van dossiers
• geen voldoende beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Oordeel

De Accountantskamer is het eens met de accountant dat het bestuur van de NOvAA niet bevoegd is tot het indienen van de klacht. Bij toetsingsperikelen zijn de Raad van Toezicht en de voorzitter van het NOvAA-bestuur bevoegd hun bevindingen namens het bestuur ter kennis te brengen van de Accountantskamer.

Dat volgens artikel 22 van de Wtra "een ieder" bevoegd is een klacht in te dienen, wuift de Accountantskamer weg. Dat artikel regelt namelijk niet welk orgaan van een rechtspersoon bevoegd is de klacht in te dienen. Daarvoor zijn aparte bevoegdheidsregels, die voor dit soort gevallen te vinden zijn in de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing.

Omdat de voorzitter van de NOvAA de klacht ook niet voor zijn rekening heeft genomen nadat de accountant had gewezen op de onbevoegdheid, ziet de Accountantskamer geen reden om de zaak te repareren door de voorzitter alsnog de mogelijkheid te geven de klacht in te dienen.

De klacht is niet-ontvankelijk.

Maatregel

Geen.