Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee ondernemers klagen over een AA, die de ondernemers onvoldoende heeft geïnformeerd over de aanslagen die de Belastingdienst heeft opgelegd, geen overleg gevoerd over de inhoud van de correspondentie met de Belastingdienst en geen afschriften van die correspondentie heeft verstrekt. Een en ander speelde zich af tussen begin 2001 en maart 2008.

De Raad van Tucht verklaart een deel van de klachten gegrond en legt de accountant een schriftelijke waarschuwing op. Zowel de accountant als de ondernemers gaan in beroep.

Beroepsgronden

De ondernemers vinden dat de Raad van Tucht een deel van de klacht ten onrechte ongegrond heeft verklaard, terwijl de accountant juist vindt dat de Raad van Tucht een deel van de de klacht ten onrechte gegrond heeft verklaard.

Oordeel in beroep

Het beroep is deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

De accountant heeft pas beroep ingesteld nadat de beroepstermijn van twee maanden was verstreken. Daarmee is zijn beroep niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven behandelt het beroep van de ondernemers alleen inhoudelijk voor zover het gaat om feiten van na 5 november 2001. Daarvan staat vast dat de Belastingdienst de opgelegde aanslagen heeft verstuurd aan de ondernemers. Dus wat dit betreft zijn de ondernemers voldoende geïnformeerd.

Verder hebben de ondernemers niet aannemelijk gemaakt dat de accountant hen onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de gang van zaken rond de belastingaanslagen. Uit de stukken blijkt namelijk dat de accountant de ondernemers wel degelijk informeerde over de gevoerde correspondentie met (onder andere) de Belastingdienst. De accountant heeft deze correspondentie voor kennisgeving doorgestuurd naar de ondernemers in de vorm van "zbs-jes": zonder begeleidend schrijven. De ondernemers hebben op de zitting bij het college niet duidelijk kunnen maken welke stukken zij hebben gemist. Voor zover de verantwoordelijkheid voor de informatieverschaffing al op de accountant rustte, in plaats van de aan zijn kantoor verbonden belastingadviseur, valt hem geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

Maatregel

De schriftelijke waarschuwing blijft overeind.