Tuchtrecht

Concept-jaarrekening met samenstelverklaring riskant

Een RA en zijn kantoor brengen concept-jaarrekeningen uit met een samenstellingsverklaring. Daarmee lijkt de jaarrekening voor de opdrachtgever en vooral voor de buitenwereld definitief. De accountant wordt gewaarschuwd.

Accountantskamer

Zaaknummers:
11/2240 Wtra AK
Datum uitspraak:
18 juni 2012
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0272

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een RA stelt de jaarrekeningen samen voor een slopers- en dakbedekkingsbedrijf. De twee aandeelhouders van het bedrijf krijgen ruzie en verschillen van inzicht over de afwikkeling van hun samenwerking.

Een assistent van de accountant stuurt de jaarrekening 2008 in maart 2011 naar de directie van het bedrijf. Bij de jaarrekening is een samenstellingsverklaring gevoegd die op naam staat van de accountant. De assistent heeft "per order" de handtekening van de accountant geplaatst.

In de jaarrekening ontbreken de acquisitie- en commissariaatvergoeding voor 2008 en de vijf voorafgaande jaren. De assistent neemt een acquisitievergoeding van € 750.000 op in de nieuwe jaarrekening en voegt daar opnieuw een samenstellingsverklaring bij opname van de accountant die hij namens de accountant "per order" ondertekent.

Klacht

De accountant heeft:

  • de samenstellingsverklaringen bij de twee versies van de jaarrekening 2008 ten onrechte laten ondertekenen door de assistent, die geen accountant is;
  • ten onrechte tweemaal een definitieve jaarrekening uitgebracht met een samenstellingsverklaring;
  • in de tweede versie van de jaarrekening 2008 ten onrechte de acquisitievergoeding verwerkt.

Oordeel

De klacht is volledig gegrond.

Volgens de Accountantskamer komen de eerste twee onderdelen van de klacht erop neer dat het kantoor tot tweemaal toe een jaarrekening naar buiten heeft gebracht die zij als concept bedoelde, maar er door de toegevoegde samenstellingsverklaring uitzag als definitief. Bovendien was de verklaring niet ondertekend door de accountant.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht is gebleken dat het kantoor nog steeds concept-jaarrekeningen naar buiten brengt die voorzien zijn van een (weliswaar niet ondertekende) samenstellingsverklaring. Door deze combinatie naar buiten te brengen loopt het kantoor het risico dat het concept ten onrechte wordt aangezien als een definitieve jaarrekening.

De accountant wist dat de aandeelhouders verwikkeld waren in een juridisch geschil, waarin de jaarrekening een belangrijke rol speelde. Hij had dus alle reden om omzichtig te handelen. Dat de concept-status bekend is bij de opdrachtgever, wil nog niet zeggen dat eventuele derden, zoals financiers, dat ook door hebben.

Gezien de conflictueuze omstandigheden en het ontbreken van onderliggende stukken had de accountant de acquisitievergoeding nooit ongeclausuleerd mogen opnemen in de jaarrekening.

Maatregel

Omdat er geen sprake is van een incidentele fout die tijdig is hersteld, maar van enkele fouten, vindt de Accountantskamer een waarschuwing gepast en geboden.

Annotatie Hans Blokdijk

De Accountantskamer haalt in de uitspraak Leidraad 14 aan. Nu is dit geen voorschrift 'bij of krachtens de wet', zodat een afwijking daarvan niet per definitie een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Van geconstateerde afwijkingen beoordeelt de Accountantskamer dus of deze ook strijdig zijn met de VGC en, in dit geval, de NVAK inzake aan assurance verwante opdrachten. Een richtlijn als Leidraad 14 kan dus niet worden genegeerd.

Te vrezen valt dat de toezending van een conceptjaarrekening met een (nog ongetekende) samenstellingsverklaring in een vertrouwde sfeer wel vaker voorkomt. Meestal zal dit geen kwaad kunnen, maar het is toch niet professioneel. Ook de herkenbaarheid als concept van de jaarrekening behoort buiten twijfel te staan.

Ten aanzien van de acquisitievergoeding heeft betrokkene zich in dit geval duidelijk laten intimideren. De sanctie, een waarschuwing, lijkt dan ook mild.

6 reacties

Paul Stoele

Geachte heer Werkhoven, Hartelijk dank voor uw reactie. Op zich doet het mij deugd dat grote waarde wordt gehecht aan de Leidraden, vooral omdat ik in mijn toenmalige functie bij de NOvAA aan de wieg heb gestaan van de eerste Leidraden inzake Rapportering. Echter, naar mijn mening behoren Leidraden gelijk, bijvoorbeeld, de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving, tot de belangwekkende literatuur. In wezen geldt dit voor al het studiemateriaal dat verplicht bestudeerd moet worden in het kader van de accountantsopleiding. Deze vormt ongetwijfeld mede de basis voor de in de VGC bedoelde 'deskundigheid'. Maar dit wil mijns inziens niet automatisch beteken, dat een accountant die bedoelde belangwekkende literatuur niet c.q. niet geheel volgt ondeskundig handelt. Mogelijk kan er sprake zijn van verschulgde uitleg conform het beginsel "comply or explain". Overigens onderschrijf ik graag uw compliment aan collega Dongor. Met vriendelijke groet, Paul Th. Stoele

Mr. M.B. Werkhoven, voorzitter Accountantskamer

Geachte heren Dongor en Stoele, Bij het bepalen wat in een bepaalde casus, gezien alle feiten en omstandigheden, door een accountant bij de uitoefening van zijn werkzaamheden in acht had moeten worden genomen, wordt door de Accountantskamer ook acht geslagen op door de beroepsgroep in de Leidraden geadviseerde handelwijze. Natuurlijk hebben Leidraden op zichzelf geen regelgevende, bindende kracht. Indien echter de Accountantskamer van oordeel is dat een betrokken accountant de in een Leidraad verwoorde handelwijze had moeten volgen, dan geeft zij aan dat die handelwijze tevens berust op hetgeen in casu voortvloeit uit wet- en regelgeving, en met name uit de fundamentele beginselen van de VGC of andere verordenigen c.q. op die verordeningen gebaseerde nadere voorschriften. In onderhavige uitspraak treft u dat aan in rechtsoverweging 4.3, waarin is opgenomen: "Voor zover de Accountantskamer hierna het bepaalde in Leidraad 14 aanhaalt, acht zij dit bepaalde tevens voortvloeiend uit hetgeen voor betrokkene krachtens de, iedere (openbaar) accountant bindende, VGC en de NVAK-aav geldt." Of de Accountantskamer in casu terecht gemeend heeft dat het aangehaalde onderdeel van de Leidraad 14 in casu tevens voortvloeit uit de VGC en de NVAK-aav is aan de wetenschap, de beroepsgroep en wellicht het CBb. U begrijpt wel dat ik daarop niet verder kan ingaan. Ik heb overigens met belangstelling de "annotatie " van de heer Dongor gelezen. Met vriendelijke groet, M.B. Werkhoven voorzitter Accountantskamer

Mark Dongor

Paul, absoluut met je eens. Hopelijk dat de voorzitters ook in het belang van een goede praktijkbeoefening een procedure in hoger beroep willen starten. Dat zouden ze eigenlijk verplicht moeten zijn aangezien de AK als onafhankelijke instantie fungeert. Want zolang niemand in hoger beroep gaat blijven dit soort rechtsvragen onbeantwoord. De voorzitters zijn er echter wel als de kippen bij als een uitspraak van de AK een effect moet krijgen als zijnde een vonnis uitvoerbaar bij voorraad, indien zij menen dat een accountant zo snel mogelijk uit het register moet worden geschrapt. Hopelijk dat ze dit soort rechtsvragen met dezelfde urgentie zullen benaderen.

Paul Stoele

Mark, het is inderdaad opmerkelijk dat de AK een Leidraad als bindende regelgeving aanmerkt. Het is te hopen, dat deze uitspraak aan het CBb ter beoordeling wordt voorgelegd, desnoods door de voorzitter van de NOvAA of van het NIVRA. Jurisprudentie ter zake is zeer gewenst, juist ook omdat er nog wel meer Leidraden bestaan.

Mark Dongor

Deze uitspraak is al een tijd gepubliceerd. De uitspraak op zich zelf is zeer goed gemotiveerd door de AK. De titel van de uitspraak zoals hoe deze is samengevat laat je denken dat het uitbrengen van een samenstellingsverklaring in een conceptjaarrekening de hoofdmodus vormt. Maar voor wie de uitspraak goed leest blijkt niets minder waar. In deze uitspraak geeft de AK, weliswaar adhv de feiten, college over de vraag wanneer de accountant moet vaststellen of de aangeleverde informatie onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend is, zoals bepaald in onderdeel 14 van NV COS 4410. Uit de feiten en de motivering hierop door de AK blijkt dat de accountant toch echt enkele werkzaamheden moest verrichten die zijn genoemd in onderdeel 13 van NV COS 4410. Samenvattend haal ik hier de volgende punten uit waaruit blijkt dat de accountant onderdeel 13 van de NV COS als nog moet toepassen: 1. Indien uit de verstrekte gegevens een tegengesteld belang blijkt. 2. De juistheid van de aangeleverde gegevens wordt door (minstens 1) directe belanghebbende betwist 3. De verwerking van de verstrekte gegevens kan leiden tot een mogelijke afwijking van materieel belang. Materieel in dit geval is als de mogelijke afwijking meer dan 90% van het eigen vermogen vertegenwoordigt; 4. De deugdelijke grondslag voor de verwerking van de verstrekte gegevens blijkt te ontbreken; 5. De verstrekte gegevens ter verwerking kunnen niet worden onderbouwd met de hier voor benodigde onderliggende stukken waaruit de rechtsverhouding blijkt; Concluderend kan worden gesteld dat met deze aanknopingspunten de beroepspraktijk zeer zeker uit de voeten kan. Toch zit ik in dit verband nog met een punt. Dit punt betreft het volgende. Kunnen we als accountant in strijd handelen met een leidraad?! De opschrift van de leidraad geeft duidelijk aan dat we als beroepsbeoefenaren niet verplicht zijn om de standpunten hier in te volgen. Ook heeft de leidraad niet de status van beroepsreglementering of aanwijzingen. In hoeverre kon de AK dan menen dat de accountant hier mee in strijd heeft gehandeld? Je bent immers niet verplicht als accountant om de standpunten hier in over te nemen. Van Kempen heeft in een eerdere opinie al naar mijn mening goed laten zien dat een leidraad nogal wat tegenstrijdigheden kan bevatten en ook multi-interpretabel kan zijn ( zie http://www.accountant.nl/Accountant/Weblogs/Wildschut/COS+4410+en+begrotingen.aspx). De vraag is of het handig was van de AK om de leidraad in het oordeel te betrekken. Want nu rijst de vraag of in strijd handelen met een leidraad tuchtrechtelijk verwijtbaar kan zijn. En zelf denk ik dat dit niet de bedoeling is. Ik vraag me af wat naar aanleiding van deze uitspraak het standpunt van de beroepsorganisatie hieromtrent is. Leidraad bindend en verplicht maken of toch niet?

Jan Wietsma

Een mooi voorbeeld van een gebrekkige PKI.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.