Tuchtrecht

Niet materieel, toch fout

Dat gemaakte fouten, vergissingen en slordigheden niet van materieel belang zijn, levert een deskundig en zorgvuldig optredend accountants geen vrijbrief om zijn werkzaamheden ondeskundig en onzorgvuldig uit te voeren als die toch niet leiden tot foute resultaten van gewicht.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/932 en 12/935 Wtra AK
Datum uitspraak:
19 maart 2013
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0358

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountantskantoor verricht sinds 2001 diverse werkzaamheden voor een vennootschap onder firma. De werkzaamheden bestaan uit het verwerken van de loonadministratie, het samenstellen van de jaarrekeningen en het verzorgen van de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. De aangifte omzetbelasting doet één van de firmanten zelf.

De firmanten zijn twee broers die hun vennootschap onder firma in 2006 omzetten in enkele bv's. De onderneming wordt ondergebracht in bv 1, het vastgoed in bv 2, die 100% van de aandelen in bv 1 houdt. De beide broers zijn via hun praktijk-bv ieder voor de helft eigenaar van bv 2.

De broers krijgen ruzie en willen uit elkaar. Het accountantskantoor beoordeelt begin 2010 de voorraadlijst van de onderneming op verzoek van de Rabobank en geeft daarvoor in februari een verklaring af.

In 2009 voert BDO een onderzoek uit op verzoek van één van de broers. Het kantoor brengt in september een concept-rapport uit, waarop de ander broer summier reageert. BDO brengt geen definitief rapport uit, omdat de opdrachtgevende broer de kosten niet meer wil vergoeden.

Twee AA's van de huisaccountant geven bij de jaarrekeningen 2009 en 2010 van bv 1 en bv 2 gezamenlijk een samenstellingsverklaring af.

In februari 2012 stelt één van de AA's een eerste concept van de jaarrekeningen 2011 van bv 1 en bv 2 op en helpt bij het opstellen van een prognose voor deze twee vennootschappen in verband met een financiering door de Rabobank.

In mei 2012 sommeert één van de broers het accountantskantoor voor het laatst om fouten in de jaarrekeningen te herstellen, anders zal hij een klacht indienen bij de Accountantskamer. Na enige correspondentie dient hij (met zijn persoonlijke bv) een klacht in tegen de AA's.

Klacht

De accountants hebben:

I. geweigerd:

a. hem voorlichting te geven;
b. hem jaarcijfers te overhandigen;
c. met hem contact te hebben;
d. te reageren op het concept-rapport van BDO en zich de facto partijdig opgesteld in het conflict;

II. fouten gemaakt in de verwerking en rubricering van administratieve gegevens bij de samenstelling van de jaarrekeningen 2009 en 2010, te weten:

  1. onder de post liquide middelen van de balansen voor 2009 en 2010 van bv 1 is de bankrekening met het nummer 36.44.38.894 opgenomen zonder daarbij te vermelden dat deze bankrekening op naam staat van bv 3 in plaats van bv 1;
  2. de waardering van de voorraden sluit niet aan bij de waarderingssystematiek die volgens de grondslagen in de toelichting op de jaarrekening wordt gehanteerd;
  3. in de jaarrekeningen 2009 en 2010 zijn de handelsdebiteuren op balansdatum ten onrechte niet in de balans opgenomen, terwijl het accountantskantoor sinds 2001 steeds de reeds geleverde en gefactureerde, maar op balansdatum nog niet betaalde goederen, alsnog als voorraad heeft opgenomen omdat een subadministratie debiteuren en crediteuren ontbrak;
  4. in plaats van een schuld aan handelscrediteuren op te nemen, zijn de reeds aan bv 1 geleverde maar nog niet betaalde goederen van de voorraad afgetrokken tegen verkrijgingsprijs;
  5. de rentelasten van leaseverplichtingen zijn gelijkelijk aan de betaalde termijnen en dus onjuist toegerekend;
  6. in de jaarrekeningen 2009 en 2010 van bv 2 is ten onrechte een wettelijke reserve voor niet uitgekeerde resultaten van deelnemingen opgenomen, nu bv 2 de zeggenschap heeft over dividenduitkeringen vanuit het gerealiseerde resultaat dan wel de vrije reserves van bv 1;
  7. volgens de bij de jaarrekeningen gevoegde afschrijvingsstaten werden de materiële vaste activa tot en met 2009 technisch onjuist gewaardeerd;
  8. een aantal investeringsnota's is aan de verkeerde vennootschap gefactureerd en daardoor onjuist verwerkt;
  9. in de jaarrekening 2010 van bv 2 is onder de post ‘overige vorderingen' een post ‘nog te ontvangen huur' ad € 9.874 ex btw opgenomen, terwijl diezelfde post in de jaarrekening 2010 van bv 1 onder ‘overige schulden' is opgenomen voor € 11.750,06, zijnde de nog te betalen huur inclusief € 1.876,06 aan btw;
  10. de verhuur van een woning werd belast met 19% btw, terwijl de verhuur is vrijgesteld van btw als de woning wordt gebruikt als woning;
  11. bij bv 2 is onder de rubriek ‘overige schulden en overlopende passiva' een bedrag aan vooruit ontvangen huur opgenomen, terwijl het door bv 1 betaalde huur betreft die in de jaarrekening van bv 1 is opgenomen als vordering.

Oordeel

De klacht is niet-ontvankelijk voor zo ver het gaat om handelen c.q. nalaten vóór 29 mei 2009. De onderdelen I en II-2, II-8, II-10 en II-11 zijn ongegrond. De rest van de klacht is gegrond.

Ad I

In de ogen van de Accountantskamer hebben de accountants aannemelijk gemaakt dat zij goede redenen hadden om een en ander te weigeren en dat zij zich steeds objectief en onafhankelijk hebben opgesteld in de ook voor hen lastige situatie. Bij het toezenden van de stukken aan de klager is weliswaar iets misgegaan, maar dat is ook toe te schrijven aan het geschil tussen de bestuurders. Dat dat is misgegaan wil nog niet zeggen dat de accountants bewust partij hebben gekozen. Het concept van de jaarrekening 2011 was opgesteld ten behoeve van de andere broer en de Rabobank. De fouten in de vermogens- en/of balansposities en in de verlies- en winstrekening zijn niet zo materieel dat één daarvan voordeel zou hebben.

Ad II-2

De waardering van de voorraden is in overeenstemming met de waarderingsystematiek in de toelichting op de jaarrekening.

Ad II-8

De accountants vinden niet dat zij een aantal investeringsnota's onjuist hebben verwerkt omdat de rekeningen aan de verkeerde vennootschap zijn verstuurd. De nota's zijn weliswaar gefactureerd aan bv 1, waar ook de btw over deze nota's in vooraftrek is gebracht. Het gaat hier namelijk om verbouwingen aan het nieuwe bedrijfspand. Maar omdat dat bedrijfspand eigendom is van bv 2 zijn de investeringsbijdragen in rekening-courant geboekt bij bv 2 en vervolgens geactiveerd in de jaarrekening van deze vennootschap. Omdat de klager hier niets tegen heeft ingebracht, vindt de Accountantskamer dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad II-10

De accountants wijzen erop dat BDO in het concept-rapport ten onrechte stelt dat de verhuur van woningen belast wordt tegen 19%. De accountants hebben BDO op deze fout in zijn rapport gewezen, maar kennelijk is die niet hersteld. De Accountantskamer neemt dit verweer over, omdat de klager hier niets tegen in heeft gebracht.

Ad II-11

Net als de accountants vindt de Accountantskamer dat dit verwijt onvoldoende concreet is gemaakt.

Onderstaande klachtonderdelen zijn alle gegrond:

Ad II-1

De accountants hebben toegegeven dat de rubricering van de bankrekening formeel gezien inderdaad incorrect is en dat de post in rekening-courant geboekt had moeten worden of bij een debetstand had moeten worden opgenomen onder de overige vorderingen.

Ad II-3

De accountants hebben erkend dat zij de handelsdebiteuren ten onrechte niet in de balans hebben opgenomen. De Accountantskamer merkt hierbij op dat de overgang van kasstelsel naar factuurstelsel al had moeten worden doorgevoerd bij de omzetting van de vennootschap onder firma naar de bv's.

Ad II-4

De accountants hebben ook deze fout erkend.

Ad-II-5

Dat de accountants niet beschikten over de amortisatieschema's en gezien de geringe materialiteit van de mogelijke afwijking maar voor een verkeerde aanpak hebben gekozen, vindt Accountantskamer ondeskundig en onzorgvuldig. De accountants hadden bij de vennootschap om de schema's moeten vragen.

Ad II-6

De accountants hebben erkend dat zij zich met de wettelijke reserve hebben vergist en dat zij artikel 2:389 lid 6 BW (over de verantwoording van deelnemingen) hebben veronachtzaamd.

Ad II-7

De accountants hebben niet betwist dat zij voor de materiële vaste activa een mengsel hebben gebruikt van fiscale en commerciële waarderingsgrondslagen en dat de balans geen herwaarderingsreserve bevatte, terwijl er wel herwaarderingen waren geactiveerd.

Ad II-9

De accountants hebben niet betwist dat zij een fout hebben gemaakt, maar wijzen erop dat hier geen sprake is van een afwijking van materieel belang die zij op grond van NVCOS 4410 paragraaf 15 hadden moeten constateren en met een opdrachtgever hadden moeten bespreken. Volgens de Accountantskamer hebben de accountants de in dit klachtonderdeel genoemde posten ten onrechte niet op elkaar afgestemd, waardoor de btw ergens is zoekgeraakt in één van de twee jaarrekeningen.

De Accountantskamer onderstreept tenslotte nog waarom het materialiteitsverweer van de accountants niet opgaat. Dat de gemaakte fouten, vergissingen en slordigheden niet van materieel belang waren, levert een deskundig en zorgvuldig optredend accountant geen vrijbrief om zijn werkzaamheden ondeskundig en onzorgvuldig uit te voeren als die toch niet tot foute resultaten van gewicht leiden.

Maatregel

Door de gemaakte fouten hebben de accountants ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld. Zij hebben hun fouten echter erkend en aangegeven dat zij die zullen herstellen in de jaarrekeningen van 2011 en later. Bovendien hebben zij toegezegd intern de procedures aan te passen zodat voortaan strikter wordt getoetst aan de relevante bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. Daarom kan volgens de Accountantskamer worden volstaan met een waarschuwing.

Annotatie Jan Achten

Een fout die niet van betekenis is, hoeft het getrouwe beeld niet aan te tasten en daar is het verweer in belangrijke mate op gebaseerd. Maar dat is volgens de Accountantskamer geen vrijbrief om binnen die grenzen knoeiwerk te leveren. Impliciet zegt de kamer dat voor een samenstellingsopdracht andere normen gelden dan voor een controleopdracht waar het samenstelwerk door anderen is geschied. De accountants hebben zich inzake de verwerking van een leasecontract verweerd met het argument dat zij geen amortisatieschema hebben gehad. Dat verweer creëert gêne over de collega's. Hebben zij in de opleiding geen financiële rekenkunde gehad? Was niemand op hun kantoor die de amortisatie eenvoudig kon produceren met Excel? Voorlopig geen tekort aan PE-onderwerpen!

5 reacties

Mark Dongor

AT: Marcel, Dank voor je dupliek. Voor wat betreft het schema van Dieleman, ik kan het artikel helaas niet raadplegen dus kan ik er weinig over zeggen. Het schema is op zich helder zij het dat ik meen te herinneren uit vaste jurisprudentie van de AK, dat schendingen van de eer van de stand conform de oude regelgeving, in de nieuwe regelgeving veelal worden geschaard onder schending van 'professioneel gedrag'. Integriteitschending kan ik niet vaak gelijk stellen met de 'eer van de stand' als ik de jurisprudentie hieromtrent bestudeer. Dus ik begrijp je standpunt maar ben het toch niet helemaal met je eens. Hoe het is onderwezen in cursussen laat ik hier even buiten beschouwing. Ik heb meerdere cursussen gevolgd op het gebied van de VGC (direct en indirect) en kwam tot de conclusie dat de mate van 'eigen interpretatie' door de cursusleiders wel zeer sterk aanwezig was. Voor wat betreft de onafhankelijkheid stel ik niet dat je geen belang mag dienen. Het belang wat een accountant dient, bij opdrachten waar onafhankelijheid een vereiste is, is het belang van het maatschappelijk verkeer. In dat kader behoort de onafhankelijkheidsrelatie ten aanzien van zijn opdrachtgever evident aanwezig te zijn. Hoe advocaten er mee omgaan weet ik niet en kan ik derhalve niets over zeggen. Je geeft aan mijn stelling, dat een beroepsbeoefenaar geen acht hoeft te slaan op het begrip 'onpartijdigheid' omdat het niet genoemd wordt in de regelgevig, pertinent onjuist te vinden (ik noem het bewust geen 'onpartijdigheidsbeginsel' zoals je stelt omdat het niet in de VGC is opgenomen). Nogmaals, je hoeft het niet met me eens te zijn. Echter wat niet in de regelgeving staat kan ik niet naleven. Ik toets het beginsel objectiviteit en alle aspecten die een bedreiging voor dit beginsel kunnen vormen. Belangenbehartiging en belangentegenstelling kunnen een bedreiging voor dit beginsel vormen. Echter brengt de aard van sommige opdrachten met zich mee dat er een partijbelang gediend wordt. Het toetsen van 'onpartijdigheid' als extra toets is in dit verband niet op zijn plaats. In eerste instantie omdat het vanwege het beginsel objectiviteit voldoende wordt ondervangen en in tweede instantie omdat het simpelweg niet wordt genoemd in de regelgeving. Dus....we agree to disagree, wat alleen maar goed is lijkt mij.

Marcel Pheijffer

AT: Mark Dank voor je repliek. Zie onderstaand schema van Anton Dieleman (AN september 2007). Schema 2 VGC GBA Integriteit ‘Eer van de stand’ (a) Professioneel gedrag Deskundigheid en zorgvuldigheid ‘Deugdelijke grondslag’ (b) Geheimhouding Geheimhouding Objectiviteit Onpartijdigheid / Onafhankelijkheid (c) Onafhankelijkheid Onafhankelijkheid Dieleman komt tot dezelfde constatering als ik en ik meen zelfs dat het standaar is onderwezen in de toenmalige VGC-cursus, namelijk: onpartijdigheid en onafhankelijkheid kleuren de term objectiviteit in. Ook de omschrijving van objectiviteit in VGC A100.4 sub B geeft mijns inziens voldoende aanleiding om onpartijdigheid in te lezen in het begrip objectiviteit. In dat verband ware het inderdaad juister indien de AK objectiviteit en onpartijdigheid niet naast elkaar zet. Net als onder de GBR (artikel 9 lid 2) wil de verplichting om onpartijdig te zijn geenszins zeggen dat je geen partijbelang kan en mag dienen. Het gaat erom dat dit afdoende kenbaar is. Je maakt ook een opmerking over onafhankelijkheid en stelt dat indien je echt onafhankelijk dient te zijn je geen belang kunt dienen. Advocaten denken daar anders over: zij dienen conform hun gedragsregels onafhankelijk te zijn en dienen per definitie een partijbelang. Je opmerking dat een beroepsbeoefenaar op het onpartijdigheidsbeginsel geen acht behoeft te slaan omdat het geen geschreven beginsel is acht ik dus pertinent onjuist. Mijn uitstapje naar professioneel gedrag was bedoeld om te laten zien dat een inbreuk door partijdigheid ook te vatten is als niet-professioneel gedrag, het vijfde fundamentele beginsel. Maar - zoals de AK terecht stelt - ware het beter het niet onder dit koepelbegrip maar onder de objectiviteitsinbreuk te scharen. Tot slot ben ik het met je laatste opmerking zeker eens: het CBb spreekt het laatste woord en niet ondergetekende!

Mark Dongor

AT:Marcel, De beginselen onpartijdigheid en onafhankelijkheid zijn naar mijn weten niet “opgegaan” in het fundamenteel beginsel ‘objectiviteit’. Zoals in de toelichting op het fundamenteel beginsel ‘objectiviteit’ staat vermeld is objectiviteit een geesteshouding waarvan anderen dan de betrokken accountant zelf, niet kunnen vaststellen of in een concrete situatie het handelen van een accountant daarmee in overeenstemming is. Onafhankelijkheid is derhalve apart opgenomen om invulling te geven aan de voor externe partijen waarneembare voorwaarden waaraan moet worden voldaan wil er sprake zijn van objectiviteit. Dit betekent mijn inziens dat men objectief kan zijn en een belang kan dienen. Indien men echt onafhankelijk dient te zijn kan er geen belang worden gediend, anders dan het belang van het maatschappelijk verkeer in dit verband. Dat het risico van belangentegenstelling dreigt acht ik volkomen evident. Maar het begrip ‘onpartijdigheid’ wordt simpelweg niet meer in de regelgeving genoemd en zou ook niet door de AK moeten worden gebruikt om te sanctioneren. Objectiviteit is hier meer op zijn plaats. In de uitspraak LJN YH0273 ‘teveel bemoeid met echtscheiding in r.o. 4.3 noemt de AK nadrukkelijk objectiviteit en onpartijdigheid als twee naast elkaar staande begrippen. In mijn visie is dit niet juist. De verdere motivering in voorgenoemde uitspraak is prima onderbouwd inclusief verwijzing naar de geldende regelgeving in kwestie. Wat de AK expliciet niet noemt is dat deze bedreiging in strijd is met het fundamenteel beginsel professioneel gedrag. Dus je opmerking dat partijdigheid in strijd zou zijn met professioneel gedrag is mijn inziens niet juist. Het heeft immers met objectiviteit te maken, zo stelt de AK ook in de voorgenoemde uitspraak. Voorts suggereer ik niet dat de AK hier met een nieuw beginsel komt. Ik stel nog expliciet dat dit niet de bedoeling kan zijn. Echter de AK noemt het begrip onpartijdigheid als een begrip wat op zich zelf staat. Ik blijf het opmerkelijk vinden dat de AK dat doet. De uitspraken worden gelezen door beroepsbeoefenaren. In het kader van o.a. opdrachtacceptatie en continuatie worden de geschreven fundamentele beginselen getoetst. Aangezien onpartijdigheid niet een geschreven beginsel is, behoeft een beroepsbeoefenaar op dit begrip geen acht te slaan. Maar als een beroepsbeoefenaar de uitspraken van de AK bestudeerd, waaruit regels ten aanzien van hoe te handelen in de praktijk kan worden afgeleid (en de AK is hier van ook op de hoogte), kan hij het toch zo interpreteren dat ‘onpartijdigheid’ als een losstaand (fundamenteel) beginsel kan worden beschouwd. En dat kan niet de bedoeling zijn. Een meer scherpere formulering ten aanzien hier van is voor de AK op zijn plaats. Je kan het me oneens zijn, dat is prima. Maar vaststelling van de onjuist van mijn standpunt ligt in mijn ogen bij het CBb.

Marcel Pheijffer

AT:Mark Wat betreft het tweede punt wekt deze analyse verbazing. Bij omzetting van GBR naar VGC zijn de beginselen inzake onpartijdigheid en onafhankelijkheid opgegaan in de noemer objectiviteit. Daarnaast zou partijdig handelen in strijd zijn met het fundamentele beginsel professioneel gedrag. De suggestie en het impliciete verwijt dat de AK hier met een nieuw fundamenteel beginsel komt is dan ook onjuist.

Mark Dongor

De uitspraak van de AK is klip en klaar. Als je als accountant fouten maakt bij het samenstellen van de jaarrekening, ongeacht of deze fouten van materieel belang zijn al dan niet, dan handel je in strijd met het fundamentele beginsel deskundigheid en zorgvuldigheid. Voorts heeft de accountant een eigen verantwoordelijkheid om te verifiëren of hij over voldoende en evident over de juiste informatie beschikt (zie uitspraak CBb, AWB 10/619). Er valt weinig af te dingen op de kern van de uitspraak. De motivering is kort maar krachtig en goed onderbouwd door de AK. Een aantal punten die opvallen zijn de volgende. 1. De voorzitter neemt hier een actieve rol door in r.o. 4.7.3, te stellen dat de wijziging van kasstelsel naar factuurstelsel reeds bij de omzetting van de vof naar de vennootschappen had moeten plaatsvinden. Deze stelling komt ook bij de behandeling van de andere klachtonderdelen terug. Hieruit blijkt dat de AK zich actief opstelt en onjuistheden naar boven haalt waarover in beginsel niet is geklaagd. Deze trend is ook waarneembaar bij andere uitspraken. Vraag is nu of deze bevinding vanwege deze actieve rol gevolgen heeft voor de hoogte van de strafmaat. Ik meen te stellen dat het in deze uitspraak niet het geval is. 2. Er is geklaagd over de mogelijke ‘partijdigheid’ van betrokken accountants ten aanzien van de ruzie tussen de twee broers. Hoewel de betrokken accountants gemotiveerd de klacht hebben weersproken, blijf ik het opmerkelijk vinden dat de AK een klacht die op deze wijze is geformuleerd in behandeling neemt. Onpartijdigheid is geen fundamenteel beginsel en is ook niet terug te vinden in andere bepalingen van de VGC. Ik heb mij hierover al gefundeerd uitgelaten in mijn webannotatie op de uitspraak : LJN YH0273 ‘teveel bemoeid met echtscheiding. De AK zou naar mijn opvatting hierin terughoudend moeten zijn en wellicht bij behandeling van een dergelijke klacht de formulering kunnen aanpassen. Tenzij de AK ongeschreven fundamentele beginselen wil creëren. Echter kan ik me niet voorstellen dat dit de bedoeling is.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.