Weduwe zwartspaarder roept maar wat
De eigenaar van een autobedrijf blijkt na zijn dood zwart geld te hebben op buitenlandse rekeningen. Een AA begeleidt de weduwe bij de inkeer en bij de nasleep van de erfenis, die - gezien haar lijst met klachten - kennelijk tegenvalt.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 12/2053 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 24 mei 2013
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0371
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
De directeur-eigenaar van enkele bedrijven in de automotive sector overlijdt op 24 januari 2009. Een maand later blijkt dat hij twee bankrekeningen heeft in het buitenland. De Oostenrijkse heeft een saldo van 55 mille, die in New York een saldo van 3,5 ton.
De dagelijkse administratie van de vijf vennootschappen was in handen van de echtgenote van de directeur. Onder verantwoordelijkheid van een accountant-administratieconsulent werd de maandelijkse administratie verwerkt, werden de jaarrekeningen opgesteld en de belastingaangiften verzorgd.
Na het overlijden neemt de AA extra werkzaamheden op zich tegen iets lagere tarieven dan gebruikelijk. Als de twee buitenlandse rekeningen aan het licht komen, gaat de accountant praten met de Belastingdienst. Na dit gesprek blijkt de overledene nog een bankrekening te hebben in Canada (met een saldo van 40 mille) en Duitsland (met een saldo van 2,1 ton).
In het najaar ondertekent de accountant namens de erven een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst. Daarin staat onder meer dat de fiscus pas later een naheffingsaanslag zal opleggen en de erven geen bezwaar zullen maken tegen de overschrijding van de termijn.
Een jaar later gaat de Belastingdienst pas echt tot naheffing over. Er worden, in aanwezigheid van de fiscaaljurist van het accountantskantoor, gesprekken gevoerd over de schikking met de Belastingdienst. Op 24 november 2011 ondertekenende partijen een (nieuwe) vaststellingsovereenkomst, waarin het bedrag van de navordering wordt bepaald op 3 ton en een soepele betalingsregeling wordt getroffen.
De weduwe en de vennootschappen zijn inmiddels overgestapt naar een advies- een administratiekantoor. Zij dient op 31 januari 2012 een klacht in tegen de accountant bij zijn kantoor. In februari en maart sprekende weduwe en de accountant over de kwestie. De accountant belooft snel de jaarrekening 2010 te maken.
Verder speelt er nog een pensioenkwestie.
De weduwe en de vijf vennootschappen dienen een klacht in tegen de AA.
Klacht
De accountant heeft:
- in de navorderingskwestie steeds tegen de klaagster gezegd dat de fiscus de zaak niet belangrijk genoeg vond en de kwestie verjaard zou zijn, de klaagster nooit geadviseerd om een voorziening op te nemen voor een eventuele navorderingsaanslag; zonder machtiging van de klaagster en buiten haar om gesprekken gevoerd met de Belastingdienst en de klaagster niet geïnformeerd en de klaagster buiten de gesprekken en onderhandelingen over de navorderingsaanslag gehouden.
- het bedrijf aangezet om onroerend goed aan te kopen en 6 ton te investeren in een pand voor de dochter van de directeur, terwijl hij wist dat het bedrijf dat niet kan betalen gezien de navorderingsaanslag en een bevriend automatiseringsbedrijf naar voren heeft geschoven voor een kostbaar project dat op een fiasco is uitgelopen;
- een vriend te vragen een bedrag van 5 ton uit te lenen om het onroerend goed te kunnen (voor)financieren;
- nagelaten tijdig een correcte jaarrekening 2010 samen te stellen en in plaats daarvan een jaarrekening toegezonden die een kopie was van de jaarstukken 2009 en zijn kantoor dus niet had mogen adviseren deze stukken te publiceren;
- er door zijn toedoen voor gezorgd dat de latere adviseur in de jaarrekeningen en de aangiftes van klaagsters aanzienlijke correcties moest doorvoeren ter zake van de erfbelasting, terwijl de lijfrente-uitkering ten onrechte was aangemerkt als uitkering uit hoofde van een levensverzekering en bij de vennootschapsbelasting van één van de vennootschappen geen rekening was gehouden met de rente die de weduwe moest betalen voor verstrekte hypothecaire leningen;
- managementovereenkomsten, huurovereenkomsten en rekening-courantovereenkomsten niet in het dossier gestopt dat de weduwe onder zich hield;
- ten onrechte geadviseerd dat het wettelijk verplicht was om alle werknemers met terugwerkende kracht een pensioen aan te bieden;
- (althans zijn kantoor) niet direct het volledige dossier en alle overige relevante informatie aan de opvolger ter beschikking gesteld, zodat die lange tijd geen fouten uit het verleden kon corrigeren.
De accountant heeft zijn zorgplicht tegenover de weduwe en de vennootschappen geschonden en door onjuiste advisering, onzorgvuldig handelen, ondeskundig handelen, onrechtmatig handelen en handelen zonder daartoe strekkend mandaat in strijd gehandeld met de beginselen uit de VGC.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
De accountant weerlegt de aantijgingen met succes. Hij staaft onder meer met de documenten dat:
- hij alleen heeft gezegd dat de Belastingdienst geen prioriteit aan de behandeling van de zaak gaf;
- de Belastingdienst in een van de gesprekken heeft gezegd dat de vrouw als administrateur moet hebben geweten van de buitenlandse rekeningen;
- hij de weduwe wel degelijk onmiddellijk heeft geïnformeerd over de vorderingen in de naheffingkwestie;
- de weduwe er niet op mocht vertrouwen dat de Belastingdienst het er bij zal laten zitten;
- hij niet heeft bemiddeld bij de aankoop van het vastgoed en vrijwel geen rol heeft gespeeld bij het aandragen van de automatiseerder;
- weliswaar heeft geadviseerd om een overbruggingslening te sluiten om de aankoop van het vastgoed te financieren, maar de klagers uiteindelijk hebben besloten die te financieren uit eigen reserves (die mede waren bedoeld om de naderende naheffingsaanslag te betalen);
- de jaarrekening 2010 niet valselijk is opgemaakt, omdat het gebruikelijk is een vorig jaarverslag te kopiëren en als voorlopig jaarverslag te publiceren als het actuele jaarverslag nog niet is vastgesteld en goedgekeurd;
- vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening 2010 was vertraagd omdat de vennootschappen grote sommen geld aan een andere vennootschap hadden verstrekt, zonder te vermelden dat daarmee paarden, auto's en andere bedrijfsmiddelen waren gekocht in plaats van het geld te gebruiken voor de bouw;
- de administratie van de vennootschappen bovendien achterstallig was;
- hij de aangifte erfbelasting niet heeft gedaan;
- de overeenkomsten die ontbraken in het dossier niet essentieel waren voor dat dossier en het ook niet de taak was van de accountant om daarvoor te zorgen;
- hij nauwelijks bemoeienis heeft gehad met de pensioenregeling en niet heeft geadviseerd een kostbare pensioenvoorziening te treffen (hoewel de accountant wel het boetekleed heeft aangetrokken omdat voor een werknemer dubbel werd betaald);
- geen stukken heeft achtergehouden.
De Accountantskamer stelt vast dat de weduwe en de vennootschappen niets hebben ingebracht tegen dit degelijke verweer.
Verder zegt de Accountantskamer dat er geen gedragsregel is die een accountant verplicht om een cliënt spontaan te adviseren om geld te reserveren voor te verwachten navorderingsaanslagen. Bovendien is op de zitting gebleken dat de vrouw en/of haar adviseur meer wist(en) dan de klaagster deed voorkomen.
Maatregel
Geen.
