Veranderde btw-regels over het hoofd gezien
Een AA wijst niet op de veranderde btw-regels voor dienstverlening aan buitenlandse cliënten en doet te weinig om de fout te herstellen. Met zijn advies over de zorgtoeslag en kindgebonden budget slaat hij ook de plank mis.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 14/1044 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 09 maart 2015
- Oordeel:
- deels gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2015:37
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een accountant-administratieconsulent voert van 1995 tot 2013 accountancywerkzaamheden uit voor een filmproducent in de scheepsbranche. De accountant adviseert de producent in 2011 zijn eenmanszaak om te zetten naar een holding met daaronder een bv. Begin mei mailt de accountant dat hij zelf eventueel voor een klein deel in de bv zal participeren.
Begin 2012 worden de holding en de bv i.o. geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. De bv is kandidaat-huurder van een pand. De accountant onderhoudt contacten met de bv over de huur en over de verbouwing van het pand.
De filmproducent heeft één van zijn klanten ten onrechte btw in rekening gebracht. De accountant raadt de producent aan de klant een creditfactuur te sturen ad 33.593,52 euro. De accountant mailt de producent dat hij het btw-bedrag in april 2013 zal terugvragen in de btw-aangifte. Hij verwacht dat de producent het geld medio mei 2013 zal ontvangen en daarna kan doorstorten naar de klant.
Eind juni 2013 laat de accountant aan de producent weten dat hij de teruggave op verzoek van de Belastingdienst heeft onderbouwd en dat hij binnen twee weken een antwoord verwacht. Begin augustus 2013 mailt de accountant dat het bedrag rondom 31 augustus 2013 zal worden uitbetaald.
In september 2013 is er nog niets betaald en vraagt de opvolgend accountant van de producent aan zijn voorganger welke actie hij heeft ondernomen, zodat de opvolger “de juiste acties” kan ondernemen “om zaken recht te trekken”. De voorganger stuurt een dag later enkele stukken toe.
Een jaar eerder heeft heeft Aegon Levensverzekering de ex-vrouw van de producent geïnformeerd over het lijfrentekapitaal dat op 1 november 2012 uit een levensverzekering beschikbaar zal komen. De accountant voert de werkzaamheden uit die nodig zijn voor de uitbetaling van dit kapitaal. In november 2012 vertelt de ex-vrouw dat zij haar arbeidsovereenkomst in april 2013 wil beëindigen. Met ingang van 1 mei 2013 wil zij een deel van het uit te keren kapitaal ontvangen als aanvulling op haar inkomen tijdens een sabbatical van een jaar. Het restant wil zij vastzetten op een bankspaarrekening.
In verband met de opdracht van de vrouw legt de eerste accountant herhaaldelijk contact met (onder meer) Aegon en een pensioenadviseur. Ook stelt hij een brief op ten behoeve van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
In september 2013 stelt de Belastingdienst de zorgtoeslag van de ex-vrouw voor 2013 vast op 541 euro en het kindgebonden budget op 219 euro. De voorschottoeslagen zijn echter ten onrechte verstrekt, waarna de Belastingdienst de bedragen terugvordert.
Eind oktober 2013 wordt de bv i.o. uitgeschreven uit het handelsregister.
De producent en zijn ex dienen een klacht in tegen de accountant over de kwestie, waarover zij met de accountant ook in een civiele procedure zijn verwikkeld.
Klacht
De accountant heeft niet naar behoren:
- een bv opgericht;
- verzekeringen geïnventariseerd en afgesloten, specificaties uit de administratie verstrekt voor het declareren van reiskosten bij opdrachtgevers en het incasseren van debiteuren;
- onderhandeld over de huurovereenkomst voor een nieuw kantoorpand, de facilitaire voorzieningen opgezegd, de verbouwing van dit pand begeleid en toezicht gehouden op die verbouwing;
- onterecht bij de in Zwitserland gevestigde klant in rekening gebrachte btw gecorrigeerd;
- geadviseerd over de afwikkeling van de lijfrentepolis bij Aegon;
- onterecht de mogelijkheid aangedragen om toeslagen aan te vragen.
Oordeel
De klacht is deels gegrond.
Ad 1
Volgens de Accountantskamer had de accountant de producent meer duidelijkheid moeten geven over de aard van zijn betrokkenheid bij bv i.o. De producent verwachtte van de accountant dat hij zou fungeren als volwaardig partner. De accountant doet echter alsof hij niet is opgetreden als medeoprichter, maar (slechts) als opdrachtnemer van de eenmanszaak.
Die stelling valt echter niet te rijmen met de mail van de accountant dat hij zelf eventueel voor een klein deel in de bv zal participeren. Bovendien staat in de conceptakte van oktober 2011 expliciet dat een bv van de accountant zal optreden als medeoprichter van de bv i.o. Volgens de Accountantskamer had de accountant kennelijk onvoldoende oog voor de juridische aspecten van de betrokkenheid van hem en de producent en de bv i.o. Het valt namelijk niet uit te sluiten dat de samenwerking bij de oprichting en tijdens de oprichtingsfase juridisch gekwalificeerd moet worden als het aangaan van een vennootschap onder firma of van een commanditaire vennootschap. Deze kwalificatie heeft gevolgen voor de onderlinge rechtsverhouding en voor de rechtsverhoudingen tegenover derden met wie is gehandeld.
De accountant had tijdens de oprichtingsfase moeten voorkomen dat de bv i.o. “voortsukkelde” zonder dat de definitieve oprichting volgde. Of hij had de oprichtingsfase eerder moeten beëindigen nadat het in juni 2013 in een gesprek met de producent duidelijk werd dat de oprichting van de bv “niets zou worden”. Door een en ander na te laten heeft de accountant bij het verlenen van zijn professionele diensten in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag.
Een belang aanhouden in de onderneming van een cliënt kan afhankelijk van de omstandigheden en de opdracht in strijd zijn met het beginsel van objectiviteit. Het is echter niet gebleken dat de accountant een belang in de bv had.
Wel is aannemelijk geworden dat de accountant zich vóór en tijdens het bestaan van de bv i.o. niet heeft gerealiseerd dat het kan leiden tot een bedreiging voor de objectiviteit als hij samen met een cliënt een vennootschap opricht en ondertussen diensten blijft leveren aan die cliënt. De accountant heeft kennelijk niet nagedacht over waarborgen om die bedreiging weg te nemen of terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau.
Ad 2
De producent heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant op het punt van de verzekeringen en de specificaties tekort is geschoten.
Ad 3
Hoewel de producent “een veelvoud aan schriftelijke stukken” heeft overgelegd, heeft hij dit klachtonderdeel niet helder onderbouwd.
Ad 4
De accountant heeft een wetswijziging over omzetbelasting bij dienstverlening aan buitenlandse ondernemingen over het hoofd gezien. Daardoor heeft de producent aan één van zijn belangrijkste klanten, die gevestigd is in Zwitserland, ten onrechte btw in rekening gebracht, zodat die klant een aanzienlijk bedrag terug moest krijgen. De accountant heeft erkend dat de regelgeving op dit punt per 1 januari 2011 is gewijzigd.
De Accountantskamer vindt dat de accountant op de hoogte had moeten zijn van de nieuwe btw-regels, omdat die van belang waren voor zijn cliënt. Bij het herstel van de gevolgen had hij mondeling moeten overleggen met de Belastingdienst. Een suppletieaangifte doen was niet genoeg, omdat:
- het ging om een groot bedrag;
- de verwachting dat de klant het terug te ontvangen bedrag in mei 2013 zou kunnen doorstorten, niet was uitgekomen.
Deze handelwijze is in strijd met de beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag.
Ad 5
Vanaf november 2012 heeft de accountant weinig tot niets ondernomen om de voortgang van de werkzaamheden ten behoeve van de uitkering van de lijfrentepolis aan de ex-vrouw te waarborgen. Dat had hij wel moeten doen, te meer omdat hij wist dat de vrouw ontslag wilde nemen. Zo had hij ervoor moeten zorgen dat:
- hij op de hoogte was gebleven van de (geplande) acties van de tussenpersoon die hij had ingeschakeld en hem zo nodig tot spoed moeten manen;
- de vrouw - uit eigen beweging of desgevraagd - adequaat moeten informeren over de voortgang.
Met deze passieve houding heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Ad f
Vast staat dat de accountant de ex-vrouw niet juist heeft geadviseerd over haar recht op zorgtoeslag en haar recht op kindgebonden budget. Daardoor heeft hij in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professionaliteit.
Maatregel
Het gaat om zwaarwegend tekortschieten, waarvan de klagers concreet nadeel hebben ondervonden. De accountant lijkt niet te beseffen dat hij in deze situatie anders had moeten handelen. De Accountantskamer vindt daarom een berisping passend en geboden.
