Verscherpt cliëntonderzoek nagelaten
Een accountant-administratieconsulent had verscherpt cliëntonderzoek moeten instellen naar de – in het buitenland wonende - uiteindelijk belanghebbende van zijn cliënt. Ook had hij de notulen van de algemene aandeelhoudersvergadering niet mogen antedateren.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 15/2727 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 08 augustus 2016
- Oordeel:
- gegrond
- Maatregel:
- berisping
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2016:65
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) onderzoekt in maart 2014 in hoeverre een accountant-administratieconsulent de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) heeft nageleefd. Eén van de zeven onderzochte dossiers betreft een bv en een ltd.
De bv is opgericht in 1998 en houdt zich aanvankelijk bezig met softwareontwikkeling en programmering voor de lucht- en ruimtevaart. In 2008 worden de aandelen verkocht aan een Indiase ltd. Veertig procent van de aandelen wordt geleverd in 2008, de rest in 2010.
Vanaf 1 augustus 2011 heeft de bv één bestuurder.
In 2013 vraagt de Indiase fiscus aan het accountantskantoor van de bv informatie over met name onderlinge transacties tussen de bv en de ltd in de jaren 2008 tot en met 2010. De accountant-administratieconsulent was verantwoordelijk voor het dossier van de bv en heeft in 2013 onder meer de jaarrekening over 2012 samengesteld.
Naar aanleiding van het BFT-onderzoek stuurt de accountant in maart 2014 informatie naar het BFT. Daarin wordt namens de ltd verklaard dat de bestuurder van de bv moet worden aangemerkt als ‘ultimate beneficial owner (UBO)’ van de rechtspersoon.
Het BFT dient een klacht tegen de accountant in.
Klacht
1. De accountant heeft de Wwft overtreden:
- door de identiteit van de bestuurder niet te verifiëren;
- omdat er van de ltd geen informatie uit een handelsregister (of vergelijkbare informatie) aanwezig was in het dossier;
- omdat niet bekend was wie de uiteindelijk belanghebbende (UBO) was van de bv/ltd;
- door geen verscherpt cliëntenonderzoek uit te voeren, terwijl de omstandigheden daartoe wel aanleiding gaven.
2. De accountant heeft notulen van de algemene aandeelhoudersvergaderingen en de jaarstukken 2012, 2011 en 2010 van de bv onjuist opgesteld en onjuist gedateerd.
Oordeel
Gegrond.
Ad 1 Cliëntonderzoek
De accountant heeft erkend dat de identiteit niet was geverifieerd toen het BFT op bezoek kwam, maar heeft dit nadien alsnog gedaan. Volgens de Accountantskamer blijft het een omissie en een overtreding van de Wwft dat de accountant dat niet eerder heeft gedaan. De accountant heeft ook erkend dat hij onvoldoende informatie had over de UBO van de bv.
Volgens het BFT noopten vijf omstandigheden tot nader cliëntonderzoek:
- het inlichtingenverzoek van de Indiase fiscus;
- de UBO was niet duidelijk vastgesteld;
- de (beoogde) activiteiten van de bv waren niet helemaal duidelijk;
- in de kantlijn van het concept van het ‘Share Purchase Agreement’ stond een aantekening over een ‘Side letter voor harde afspraak 60% afname’, terwijl in de overeenkomst sprake is van een recht voor de ltd om de resterende zestig procent van de aandelen te kopen;
- de bestuurder van de bv woonde in India.
De accountant erkent dat hij het onderzoek naar de UBO van de bv voortvarender ter hand had moeten nemen en ook een verscherpt onderzoek had moeten instellen. Hij meent echter dat hij geen onnodige risico’s heeft genomen, onder meer omdat de bv een onderneming was met weinig activiteiten, die geen ongebruikelijke of relevante (bank)transacties uitvoerden en niet strafrechtelijk werd vervolgd.
Volgens de Accountantskamer had de accountant een verscherpt cliëntonderzoek moeten instellen, omdat:
- hij wist dat de Indiase fiscus om inlichtingen vroeg;
- hij de UBO van de bv niet kende;
- de bestuurder van de bv in India woont.
Het inlichtingenverzoek van de Indiase fiscus was onverwacht voor een onderneming die weinig activiteiten ontplooit en geen ongebruikelijke banktransacties uitvoert. Daarom had de accountant juist alerter moeten zijn.
Ad 2 Antedateren
De accountant heeft achteraf een datum gekozen waarop de bestuurder in Nederland was, terwijl de inhoud van de notulen toen nog niet bekend was. De accountant had daarmee naar eigen zeggen geen kwaad in de zin. De jaarrekening 2010 is na de conceptversie van januari 2012 niet meer gewijzigd. De jaarrekening 2011 moest op basis van Indiase regelgeving bij voorkeur worden vastgesteld door de algemene aandeelhoudersvergadering, die één keer per jaar werd gehouden als de bestuurder in Nederland was. De jaarrekening 2012 is wel aangepast na de vaststelling, maar die wijzigingen hadden volgens de accountant geen invloed op het beeld dat uit de jaarrekening blijkt.
Volgens de Accountantskamer heeft de accountant bij het antedateren steeds bewust materieel onjuiste notulen opgesteld. Daarmee is hij niet eerlijk en oprecht opgetreden. Het gaat bij de genoemde jaarrekeningen steeds om een datum die achteraf is gekozen, terwijl de inhoud van de jaarrekeningen toen nog niet bekend was. Of de inhoud later wel of niet gewijzigd is, maakt niet uit. Het blijft een schending van het integriteitsbeginsel.
Maatregel
Een berisping volstaat, want:
- het is niet aannemelijk geworden dat de accountant heeft gehandeld met boze opzet;
- er was geen sprake van frauduleuze transacties door de cliënt of de ltd;
- de accountant heeft de relatie met de cliënt in augustus 2015 beëindigd;
- de accountant lijkt in te zien dat het verlenen van diensten aan een enkele internationale cliënt niet past binnen zijn eigen praktijkvoering.
