Tuchtrecht

Financieel onderzoeker objectief genoeg

Een financieel forensisch deskundige die het faillissement van een oud-collega moet onderzoeken heeft de bedreigingen voor zijn objectiviteit voldoende bekeken. Het is mogelijk om alvast pro forma beroep aan te tekenen en de hogerberoepsgronden later aan te vullen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
24/293
Datum uitspraak:
07 oktober 2025
Oordeel:
hoger beroep ongegrond, klacht ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2025:546

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent heeft eind jaren zeventig en begin jaren tachtig een niet-accountant als collega op een accountantskantoor. De collega begint in 1984 voor zichzelf en diens onderneming wordt in 2000 klant bij het accountantskantoor. De accountant-administratieconsulent is de eindverantwoordelijke accountant voor het dossier van deze klant. In 2002 stapt de ondernemer over naar een ander accountantskantoor.

Vele jaren later worden twee vennootschappen van de ondernemer failliet verklaard. De curator stelt een rechtmatigheidsonderzoek in en vraagt de accountant, die ook Financieel Forensisch Deskundige (FFD) is, de financiële administratie van de twee gefailleerde vennootschappen te onderzoeken. De accountant beoordeelt of er een bedreiging bestaat voor het naleven van de fundamentele beginselen en bespreekt met de afdeling vaktechniek van de NBA of er belemmeringen zijn om de opdracht te aanvaarden. De accountant maakt een notitie van het gesprek en aanvaardt de opdracht van de curator.

De failliete ondernemer vraagt de rechter-commissaris daarna om de curator op te dragen het onderzoek in te trekken, omdat zij ooit collega's waren. De rechter-commissaris wijst dit verzoek eind juni af. Drie weken later vraagt de failliete ondernemer aan de onderzoeker of deze zich alsnog wil terugtrekken. De accountant overlegt opnieuw met de afdeling vaktechniek van de NBA en ziet geen belemmering om de opdracht uit te voeren.

Eind augustus 2022 stuurt de accountant het concept-rapport over één van de vennootschappen naar de failliete ondernemer die zeven weken later reageert. Twee maanden later komt het definitieve rapport uit. Daarin staat dat het is uitgebracht in overeenstemming met Standaard 4400N 'Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie'. Een paar maanden later volgt het rapport over het tweede failliete groepsonderdeel.

De failliete ondernemer klaagt er bij de Accountantskamer over dat de accountant:

  1. bij het aanvaarden van de opdracht heeft nagelaten de bedreiging voor zijn objectiviteit naar behoren te onderkennen en heeft daardoor de opdracht ten onrechte aanvaard dan wel voortgezet nadat de failliete accountant bezwaar had gemaakt;
  2. bij het aanvaarden van de opdracht heeft nagelaten de nodige zorgvuldigheid te betrachten tegenover de klager als beoogd gebruiker en als direct belanghebbende;
  3. bij de uitvoering van de opdracht het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft geschonden door de voorschriften uit Standaard 4400N niet in acht te nemen.

De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond; de klager gaat in hoger beroep.

Hogerberoepsgronden

De klachtonderdelen a en c zijn ten onrechte ongegrond verklaard.

Oordeel

Het hoger beroep is ongegrond en de klacht ook.

Extra tijd voor beroepsgronden

De failliete ondernemer dient op 21 maart 2024 zijn hogerberoepschrift in bij het college en vraagt daarbij extra tijd om de gronden aan te vullen. Het college geeft hem de tijd tot maandag 20 mei 2024. Omdat het die maandag Tweede Pinksterdag is, dient de ondernemer de hogerberoepsgronden de dag daarop in. Het college accepteert dat en vindt dat de ondernemer ontvankelijk is in zijn hoger beroep.

Op grond van de Wtra is de termijn voor het instellen van hoger beroep zes weken na de dag van verzending van de uitspraak van de Accountantskamer aan het college. Op grond van artikel 43a lid 2 moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten. In deze uitspraak heeft het college (onder 3.1) beslist dat de verzuimherstelmogelijkheid van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ook geldt in accountantstuchtzaken voor een hogerberoepschrift dat alvast pro forma is ingediend zonder dat de gronden van het beroep erin staan.

Op grond van artikel 1 lid 1 van de Algemene Termijnenwet wordt een termijn die eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag verlengd tot en met de eerstvolgende gewone werkdag. De Algemene Termijnenwet is ook van toepassing op de termijn voor herstel van verzuim uit artikel 6:6 van de Awb. De ondernemer heeft zijn hogerberoepsgronden daarom tijdig ingediend.

Ad a Bedreiging objectiviteit

Volgens de ondernemer heeft de accountant de bedreiging voor de objectiviteit niet onderkend. De accountant en de ondernemer zijn collega's geweest. De onderzoekend accountant was ooit accountant van de (toenmalige) groep van de ondernemer. Hun relatie is eind 2001/begin 2002 op een vervelende manier geëindigd. Bovendien heeft de accountant een structuur en een systematiek van doorbelasten geadviseerd die de ondernemer heeft geïmplementeerd en gebruikt tot aan het faillissement. In de ogen van de ondernemer heeft de accountant dus zijn eigen adviezen onderzocht.

Deze hogerberoepsgrond bestaat uit twee onderdelen:

  • de Accountantskamer had de typering van de ondernemer als 'ingewikkeld persoon' moeten aanmerken als een belemmering om de opdracht te aanvaarden;
  • de Accountantskamer concludeert ten onrechte dat de accountant heeft getoetst of zijn beeld van de ondernemer een belemmering vormt voor het aanvaarden van de opdracht, want de notitie hierover heeft de accountant eenzijdig opgesteld.

Volgens het college heeft de Accountantskamer de typering van 'prettig maar ingewikkeld persoon' wel degelijk betrokken bij haar beoordeling, maar daarin onvoldoende reden gezien om aan te nemen dat de accountant zo bevooroordeeld was dat hij zijn onderzoek niet objectief zou kunnen uitvoeren. Bovendien heeft de accountant vóór de aanvaarding van de opdracht onderzocht of de omstandigheden een mogelijke bedreiging vormden voor zijn objectiviteit. Daarvoor heeft hij contact opgenomen met de afdeling Vaktechniek van de NBA, die geen bedreiging zag voor het de objectiviteit.

De ondernemer heeft pas later bezwaar gemaakt tegen de betrokkenheid van de accountant bij het onderzoek van de curator en de accountant gevraagd de opdracht terug te geven aan de curator. Volgens het college heeft de accountant in de relevante periode gedaan wat van hem mocht worden verwacht.

Dat de accountant de notitie over zijn objectiviteit eenzijdig heeft opgesteld, verandert hier volgens het college niets aan. Het is begrijpelijk dat de notitie een eenzijdig karakter heeft, omdat de ondernemer de accountant pas twee maanden na het opstellen heeft ingelicht over zijn bezwaren. In het telefoongesprek met de afdeling Vaktechniek van de NBA kon de accountant dus uitgaan van zijn eigen beeld van de omstandigheden. Het college twijfelt niet aan de betrouwbaarheid van de notitie als verslag van het gesprek met de NBA.

Wat de bedreiging voor de objectiviteit betreft nadat de accountant de opdracht had aanvaard, vindt het college dat de Accountantskamer wel degelijk aandacht heeft besteed aan de bezwaren van de ondernemer tegen de accountant. De getuigenverklaring van de controller hoefde de Accountantskamer niet in haar beoordeling te betrekken, omdat daarin geen concrete punten worden genoemd waarom de accountant zijn opdracht had moeten teruggeven. Ook de andere onderdelen van deze beroepsgrond zijn ongegrond.

Ad c Standaard 4400N

Volgens de ondernemer heeft de accountant zijn werkzaamheden niet conform Standaard 4400N uitgevoerd en voldoen de rapporten niet aan de eisen uit deze Standaard. Door fouten bij het opstellen zijn resultaten volgens hem onjuist weergegeven.

In Standaard 4400N staat dat:

  • de accountant rapporteert over de feitelijke bevindingen die volgen uit de werkzaamheden en die de accountant kan onderbouwen met de verkregen informatie;
  • de accountant geen uitspraak doet over de betekenis van de feitelijke bevindingen voor het onderhavige object van onderzoek in zijn totaliteit;
  • de gebruiker van het rapport in staat moet worden gesteld zelf een eigen afweging te maken over de betekenis van de feitelijke bevindingen voor het onderhavige object.

In de opdrachtovereenkomst van de accountant met de curator staat onder meer dat de accountant de jaarrekeningen 2017 en concept-jaarrekening 2018 van twee vennootschappen zal bezien, evenals de financiële administratie 2017 tot en met 2020 en daarbij met name let op de kosten en kostendoorbelasting in relatie tot de activiteiten/omzet. Gezien de aard en de reikwijdte van de uitgevoerde onderzoeken schendt de accountant volgens het college pas het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als op basis van de informatie waarover hij beschikte bij het opstellen van de rapporten blijkt dat hij daarbij evidente fouten heeft gemaakt. De ondernemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat daarvan sprake is.

Zo heeft de ondernemer in de procedure bij de Accountantskamer een overzicht van de rekening-courantverhoudingen van twee groepsvennootschappen overgelegd dat de controller heeft gemaakt. Op de zitting bij het college heeft hij desgevraagd verklaard dat het overzicht is opgesteld nadat hij de concept-rapporten van de accountant ontving en dit overzicht pas aan de accountant heeft toegestuurd toen hij de klacht indiende bij de Accountantskamer. Hierdoor staat niet vast dat de accountant bij het opstellen van de rapporten dezelfde gegevens en informatie had als de controller toen die het desbetreffende overzicht maakte.

De controller gaat in het overzicht van de rekening-courantverhoudingen uit van 30 april 2020, terwijl de accountant in zijn rapport is uitgegaan van 20 mei 2020, de dag nadat het faillissement van één van de groepsvennootschappen is uitgesproken. Verder vindt het college, net als de Accountantskamer, dat de ondernemer zijn bezwaren tegen het concept-rapport kenbaar had moeten maken toen hij dat kreeg toegestuurd.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

Een accountant onderzoekt in opdracht van een curator de administratie van een gefailleerde onderneming. De onderneming is in handen van een ondernemer die veertig jaar eerder collega was op hetzelfde accountantskantoor. De accountant is van 2000 tot 2002 de huisaccountant geweest van de ondernemer, maar vertrekt na strubbelingen. De accountant overlegt tweemaal met de afdeling Vaktechniek van de NBA over de mogelijke bedreigingen voor zijn objectiviteit. De NBA ziet geen belemmeringen om de opdracht te aanvaarden en – nadat de ondernemer bezwaar heeft gemaakt tegen de accountant – ook niet tegen uitvoering van de opdracht. Zowel de Accountantskamer als het College van Beroep voor het bedrijfsleven vinden dat de accountant niet meer hoefde te doen dan hij heeft gedaan.

De accountant verzet zich in hoger beroep zonder succes tegen de late indiening van de hogerberoepsgronden door de ondernemer. Volgens de Wtra heb je nadat de Accountantskamer haar uitspraak heeft verzonden zes weken de tijd om in hoger beroep te gaan. In het beroepschrift moeten de gronden van het beroep staan. Artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht biedt echter de mogelijkheid alvast hoger beroep in te stellen en het beroepsschrift later aan te vullen met de gronden. In 2014 heeft het college al gezegd dat die mogelijkheid ook bestaat in accountantstuchtzaken. Het college mocht de ondernemer daarvoor twee maanden de tijd geven. Dat de ondernemer pas een dag ná het verstrijken van de extra tijd de hogerberoepsgronden indiende, is in dit geval geen punt. Volgens de Algemene Termijnenwet is een dag later toegestaan als een termijn eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag.

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.