Schadeberekening winstderving deugt
Een inmiddels uitgeschreven registeraccountant maakt in opdracht van de eiser een schadeberekening aan de hand van een vermogensvergelijking en zet daarbij de rechter niet op het verkeerde been.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 24/2784 en 24/3919 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 22 september 2025
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2025:61
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een onderneming in dagrecreatie en sportactiviteiten verhuurt een bedrijfsruimte en tien visstekken die liggen aan een recreatieplas. De waterplas bestaat uit een oostelijk deel met vijf visstekken. Voor de vijf visstekken in het westelijk deel van de plas moeten nog enkele werkzaamheden worden uitgevoerd. De huurder kan de visstekken tegen betaling ter beschikking stellen aan derden. De verhuurder moet erop toezien dat in de recreatieplas niet wordt gevist zonder toestemming van de huurder. De initiële basishuur bedraagt 2.340 euro per jaar exclusief een succesfee van 10 procent van de bruto omzet en exclusief btw. In de huurovereenkomst staat onder meer dat:
- de huurder het gehuurde uitsluitend gebruikt als kantoorunit en opslagruimte voor visspullen;
- er na werkzaamheden aan de tweede plas nog eens vijf visstekken bij komen;
- het in totaal dus gaat om minimaal tien visstekken;
- de huurder het recht heeft om voor eigen rekening en risico in totaal minimaal tien visstekken aan te leggen en te exploiteren; vijf in de eerste plas en uiterlijk per 1 juli 2021 nog eens vijf in de westelijke plas;
- de verhuurder ervoor moet zorgen dat derden, zoals de bezoekers en bewoners van en op het terrein, niet zullen vissen in en rondom de plassen, tenzij de huurder daarvoor vooraf nadrukkelijk en schriftelijk toestemming heeft gegeven;
- de huurder een korting krijgt als de verhuurder zich daaraan niet houdt;
- de korting bestaat uit tweemaal het hoogste hengeltarief plus tweemaal de geschatte marktwaarde van de gevangen vis(sen), met een minimum van 100 euro per keer.
De huurder verklaart verder dat hij de verhuurder vrijwaart van de eventuele beperkingen die voortvloeien uit het vigerende bestemmingsplan, terwijl de verhuurder niet garandeert dat de huurder de opslag/kantoorruimte en de stekken van de gemeente mag gebruiken voor betaald vissen.
Als er een geschil ontstaat over de uitvoering van de overeenkomst vraagt de huurder een registeraccountant een schadebegroting op te stellen. In de opdrachtbevestiging van de accountant staat onder meer dat:
- het gaat om een 'overige opdracht' onder verwijzing naar 'Praktijkhandreiking 1111 overige opdrachten', onderdeel 3.2: 'bijstand van een partij in een geschil';
- 'Praktijkhandreiking 1127 opdrachten uitgevoerd ter ondersteuning bij (potentiële) geschillen' van toepassing is;
- het een adviesopdracht is en geen assurance- of een aan assurance verwante opdracht;
- er dus geen accountants- of beoordelingsverklaring wordt afgegeven;
- er aan de rapportage geen zekerheid kan worden ontleend over de getrouwheid en de volledigheid van de verstrekte en gebruikte informatie.
In juli 2021 komt de accountant met een voorlopige schadeberekening, die de huurder gebruikt in een kortgedingprocedure tegen de verhuurder. De vorderingen van de huurder zijn afgewezen in kort geding en dit vonnis is bevestigd in hoger beroep. Ten behoeve van de hogerberoepsprocedure heeft de accountant in december 2021 een (aanvullend) schaderapport opgesteld en begin maart 2023 een geactualiseerde versie.
In mei 2023 vraagt de advocaat van de huurder aan de accountant "de schadeclaim te verhogen op grond van aangehaalde artikelen van het vigerende huurcontract". Om beslag te kunnen leggen onder de verhuurder is het (vooralsnog) voldoende dat de accountant summier aangeeft hoe hoog de schadeclaim is. De accountant stelt vervolgens een aangepaste schadebegroting op, het zogenoemde addendum. De huurder laat mede op basis van dit addendum conservatoir beslag leggen ten laste van de verhuurder. De huurder begint vervolgens een gerechtelijke procedure tegen de verhuurder. In het laatste rapport (van 8 november 2024) schat de accountant de schade op 296.964 euro voor 2021 tot en met 2023. De huurder gebruikt de schaderapporten en het addendum in de gerechtelijke procedure tegen de verhuurder.
In januari 2025 veroordeelt de kantonrechter de verhuurder onder meer om 21.120 euro te betalen exclusief rente, zijnde gederfde winst van 1 juli 2021 tot 1 mei 2023. Het hoger beroep tegen dit vonnis hangt nog als de Accountantskamer deze uitspraak doet.
De verhuurder heeft een klacht ingediend tegen de accountant.
Klacht
De accountant heeft:
- het addendum opgesteld zonder hoor en wederhoor toe te passen;
- onzorgvuldig gehandeld door klakkeloos aangeleverde informatie als feiten in het rapport op te nemen;
- geen gesprek met de verhuurder aan willen gaan, hoewel hij zich daartoe bereid had verklaard;
- in zijn rapporten niet beoordeeld of de opdracht leidt tot een bedreiging van de fundamentele beginselen;
- de bedragen bij 'vermogensschade (gederfde winst)' op een onnavolgbare wijze berekend;
- een addendum opgesteld zonder diepgang;
- geen aandacht besteed aan de vrijwaring die de huurder in het huurcontract heeft verleend aan de verhuurder;
- geen aandacht besteed aan het vonnis van de voorzieningenrechter;
- de schade berekend aan de hand van 31 data waarop overtredingen zouden zijn geconstateerd;
- zijn kosten en die van de advocaat van de huurder zonder onderbouwing meegenomen bij de begroting van de schade;
- de inflatiecorrectie 2021 ook toegepast op kosten die pas in 2022 worden gemaakt en zonder toelichting een post van 747 euro opgenomen;
- zonder onderbouwing een post van 10.000 euro aan reputatieschade meegenomen en de schade, inclusief kosten begroot op een veel te hoog bedrag.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
Toetsingskader
De accountant heeft de rapporten en het addendum opgesteld als partijaccountant, ter ondersteuning van het standpunt van de huurder in zijn geschil met de verhuurder. Op deze opdracht is de NBA-handreiking 1127 (Opdrachten uitgevoerd ter ondersteuning bij (potentiële) geschillen) van toepassing. De opdracht is ook een ‘overige opdracht’ als bedoeld in de NBA-handreiking 1111 (Overige opdrachten). Een NBA-handreiking niet of niet correct toepassen kan alleen een tuchtrechtelijk verwijt opleveren als daarmee de Wet op het accountantsberoep wordt geschonden of regels die daaruit voortvloeien, waarbij met name de VGBA van belang is.
Een tuchtrechtelijke procedure is niet bedoeld om de inhoud of manier van totstandkoming van een rapport voor een civielrechtelijke procedure opnieuw en integraal te onderzoeken als dat is opgesteld door een accountant die als deskundige een partij bijstaat. Daarbij moet worden beoordeeld of de accountant bij het opstellen van het rapport in strijd heeft gehandeld met de beroeps- en gedragsregels. De accountant moet niet alleen het belang van zijn opdrachtgever dienen, maar ook het algemeen belang.
Gelet op de toegevoegde waarde die in het maatschappelijke verkeer wordt toegekend aan een accountantsrapport in een gerechtelijke procedure en het algemene belang dat rechtspraak op objectieve waarheidsvinding berust, moet de accountant ervoor zorgen dat zijn/haar/hun rapport deze waarheidsvinding niet belemmert, doordat het te eenzijdig is toegespitst op het standpunt/belang van de opdrachtgever. Het komt erop neer dat er geen misverstand over mag bestaan of het bij de gegevens die de accountant presenteert gaat om feitelijke aannames van de opdrachtgever dan wel conclusies die de accountant heeft getrokken op basis van eigen onderzoek.
Ad 1 Hoor en wederhoor
In de schaderapporten is geen sprake van een persoonsgericht onderzoek á la Handreiking 1112. De accountant moest niet het functioneren, handelen of nalaten van de verhuurder onderzoeken. Van persoonsgerichte aspecten is evenmin sprake. Object van het onderzoek is de berekening van de vermogensschade die de huurder zou hebben geleden doordat de verhuurder de verplichtingen uit de huurovereenkomst niet is nagekomen.
De accountant moest geen feiten en omstandigheden vaststellen waaruit de tekortkomingen van de verhuurder blijken. In de schaderapporten staan hierover geen bevindingen maar alleen uitgangspunten en aannames, waarvan de rechter de juistheid moet beoordelen. Volgens de Accountantskamer gaat het dus niet om een onderzoek waarbij (de handelwijze van) verhuurder zo direct en intensief betrokken is dat het onvermijdelijk ook haar positie en functioneren raakt. Vanwege de aard van zijn onderzoek hoefde de accountant geen hoor en wederhoor toe te passen.
Om een deugdelijke grondslag te krijgen was dat ook niet nodig. Om een schadeberekening in de vorm van een vermogensvergelijking op te stellen is hoor en wederhoor van de (vermoedelijke) schadeveroorzaker niet zonder meer vereist. NBA-handreiking 1127 schrijft dat ook niet per se voor bij opdrachten ter ondersteuning bij (potentiële) geschillen. Hoor en wederhoor is een middel om een deugdelijke grondslag te verkrijgen, maar in dit geval niet noodzakelijk. De accountant heeft zich mede gebaseerd op informatie uit de civiele processtukken en heeft in zijn rapporten voldoende onderscheid gemaakt tussen aannames van de huurder en zijn eigen bevindingen.
De verhuurder heeft niet aangegeven welke informatie tot een andere uitkomst van het schaderapport had kunnen leiden als zij wel was gehoord.
Ad 2 en 12 Klakkeloos informatie overgenomen
In de aanhef van het addendum heeft de accountant het verzoek van de advocaat van de huurder herhaald om de schadeclaim te verhogen op grond van het huurcontract. De accountant heeft dat gedaan door in het addendum bij de berekening van de huurkorting uit te gaan van 31 overtredingen die de huurder naar eigen zeggen heeft geconstateerd. In afwijking van het 'boetebedrag' van 100.800 euro, dat de huurder heeft berekend, heeft de accountant de soll-positie huur (waarbij de verweten gedraging is weggedacht) in 2021 en 2022 vastgesteld op het veel lagere bedrag van 19.395 euro. De accountant heeft het bedrag dat de huurder heeft berekend dus niet één op één overgenomen; hij heeft de huurkorting zelfstandig begroot op basis van de (expliciete) aanname van 31 overtredingen, maar het tarief van de duurste visstek en de marktwaarde van de gevangen vis(sen) buiten beschouwing gelaten.
Verder heeft de accountant voldoende duidelijk gemaakt dat:
- hij de post immateriële schade van 10.000 euro aan reputatieschade niet heeft vastgesteld;
- die schade volgens de advocaat van de huurder kon worden gevorderd;
- de advocaat deze claim namens de huurder nog nader moest onderbouwen;
- de accountant dit duidelijk heeft verwoord in het addendum.
Mede gezien de beperkingen en de voorbehouden in het addendum heeft de accountant de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmerd.
Ad 3 Geen bereidheid tot nadere toelichting
De accountant voert aan dat het hem vanwege het beginsel van vertrouwelijkheid, niet vrij staat om zonder toestemming van zijn opdrachtgever inhoudelijk in gesprek te gaan met de verhuurder. Verder zijn het addendum en de slotzin gericht aan de advocaat van de huurder en niet aan de verhuurder. In de slotzin staat dat de accountant bereid is een nadere toelichting te geven. Tenslotte is er geen rechtsregel die hem verplicht met de wederpartij van zijn opdrachtgever inhoudelijk in gesprek te gaan als hij bereid is zijn opdrachtgever een toelichting te geven en al helemaal als de verhuurder onaangekondigd contact opneemt en dreigt een tuchtklacht tegen de accountant in te dienen.
De Accountantskamer sluit zich hierbij aan en meldt dat de verhuurder op de zitting heeft erkend dat hij zich kan voorstellen dat de accountant door zijn toonzetting en uitlatingen het gesprek heeft beëindigd.
Ad 4 Beoordeling bedreigingen
Volgens de verhuurder heeft de accountant in de schaderapporten niet beoordeeld welke fundamentele beginselen mogelijk werden bedreigd en welke maatregelen hij daartegen zo nodig moest treffen. Dit klachtonderdeel is ongegrond, omdat de verhuurder niet heeft aangegeven welke bedreigingen de accountant had moeten identificeren. Eventuele bedreigingen had hij op grond van artikel 21 lid 3 VGBA moeten vastleggen in zijn dossier, maar niet (ook) in zijn rapporten.
Ad 5 Onnavolgbare berekening
De schaderapporten en het addendum moeten in onderlinge samenhang worden bezien om te begrijpen hoe de accountant de gestelde schade heeft begroot. Zo verwijst de accountant in het addendum bij de tabel met de aangepaste schadebegroting expliciet naar de tabel die het resultaat is van de andere tabellen. In twee tabellen maakt hij de relatie tussen omzetderving en winstderving inzichtelijk en zet in het volgende schaderapport uitgebreid uiteen dat hij een vergelijking heeft gemaakt tussen de bestaande situatie van de huurder (de 'ist'-positie) en de hypothetische situatie waarin de verweten gedragingen worden weggedacht (de 'soll'-positie). Omdat er geen objectieve markt- en CBS-gegevens zijn, heeft de accountant zich onder meer gebaseerd op een eigen, beknopt benchmarkonderzoek naar de te realiseren omzet. De schadebegroting heeft daarom een deugdelijke grondslag.
Ad 6 Gebrek aan diepgang
De verhuurder vindt de berekening te oppervlakkig, omdat de accountant ervan uitgaat dat meer visstekken tot een hogere omzet leiden, terwijl uit een gespreksverslag volgt dat de beschikbare visstekken zelden allemaal worden verhuurd. Volgens de verhuurder had de accountant moeten nagaan hoe de extra visstekken verhuurd zullen worden als er blijkbaar al overcapaciteit is.
Volgens de Accountantskamer heeft de accountant voldoende gemotiveerd toegelicht dat de (latere) ingebruikname van de vijf visstekken aan de westelijke waterplas niet afhing van de bezetting van de (al in gebruik genomen) vijf visstekken van de oostelijke waterplas. In het huurcontract staat namelijk dat de westelijke waterplas uiterlijk 1 juli 2021 beschikbaar moest worden gesteld aan de huurder. In zijn rapporten staat duidelijk dat de accountant bij de berekening van de 'soll'-positie is uitgegaan van de minimaal tien visstekken die worden genoemd in de huurovereenkomst. Bovendien heeft hij de schade mede op basis van een eigen, beknopt benchmarkonderzoek begroot.
Ad 7 Vrijwaring bestemmingsplan
Om de gestelde schade te onderbouwen heeft de accountant een vergelijking gemaakt van de 'ist'-positie en de 'soll'-positie. Daarbij speelt de eventuele schade, doordat de huurovereenkomst niet kan worden nagekomen vanwege het bestemmingsplan, geen rol.
Dit aspect viel ook buiten het de opdracht. Of het recht op schadevergoeding moet worden beperkt of zelfs vervalt op grond van een contractuele afspraak is een zuiver juridisch vraagstuk dat de accountant niet hoefde te betrekken bij zijn schadeberekening. De contractuele bepaling over de vrijwaring is uitgelegd in de civiele procedure.
Ad 8 en 11 Kosten procedure
Bij het schaderapport van november 2024 zijn de facturen en betaalbewijzen voor advocaat- en accountantskosten gevoegd. De accountant hoeft geen juridisch oordeel te vellen over de vraag of die kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Dat is aan de rechter. De accountant heeft het standpunt van zijn opdrachtgever vertolkt en dat tot uitdrukking gebracht in het addendum. De kortgedingrechter heeft gezegd dat beide partijen hun eigen proceskosten dragen, maar in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak heeft de rechter een proceskostenveroordeling uitgesproken.
Ad 9 31 overtredingen
Dit klachtonderdeel is ongegrond. In het addendum heeft de accountant duidelijk tot uitdrukking gebracht dat het om informatie gaat die de huurder aan hem heeft gegeven en dus niet om eigen bevindingen. Hij heeft geschreven dat:
- hij niet kan vaststellen of de overtredingen zich werkelijk hebben voorgedaan;
- hij daar in zijn verdere berekeningen wel van uitgaat;
- de huurder foto's van de geconstateerde overtredingen bij het addendum heeft gevoegd;
- in alle gevallen een vistent staat opgesteld;
- dit volgens de huurder wijst op (langduriger) vissen;
- volgens de huurder in alle gefotografeerde gevallen sprake is geweest van een volledige dag vissen;
- een vistent, zoals die op de foto's staat, normaal gesproken niet voor een enkel uurtje vissen wordt opgebouwd, omdat dat te veel werk is.
Ad 10 Inflatiecorrectie
Volgens de verhuurder heeft de accountant:
- de inflatiecorrectie van 2021 ook toegepast op kosten die pas in 2022 zijn gemaakt;
- zonder toelichting een post van 747 euro opgenomen.
De accountant erkent dat inflatiecorrectie over 2021 in tabel 2 van het addendum ten onrechte is toegepast op de winstderving 2022. In zijn verweerschrift heeft hij een gecorrigeerde tabel opgenomen. In het schaderapport van 8 november 2024 staat inmiddels een herberekening.
De 747 euro slaat op de proceskostenveroordeling uit hoofde van het kortgedingvonnis van 9 september 2021. Deze post is reeds in tabel 8 van het schaderapport van 6 maart 2023 als zodanig benoemd en opgenomen.
Maatregel
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
Ten zuidoosten van Hoogeveen ligt de Nijstad, een plas die wordt gespleten door een strook begroeid land. Lido Drenthe krijgt per 1 mei de exploitatierechten voor het nader te ontwikkelen recreatiegebied 'Strand Nijstad', dat eigendom blijft van Lido Hoogeveen. Lido Drenthe sluit met Carp Nijstad een huurovereenkomst voor een opslagruimte en (minimaal) tien visstekken aan de plas. In het oostelijk deel zijn vijf stekken visklaar, in het westelijk deel zijn er volgens Lido nog werkzaamheden nodig om de visstekken hengelgereed te maken. Carp Nijstad maakt alvast een 'betaalwater' van het oostelijk deel, waar je een weekend of midweek kunt komen vissen op karpers. Er zijn ook mogelijkheden 'voor een complete visvakantie in een luxe villa'. De visstekken aan de westelijke plas komen er niet, omdat Lido Drenthe er niet in is geslaagd daar de eigendom/pacht van de grond te verkrijgen. Tot overmaat van ramp plaatst de eigenaar van de grond aan de oostelijke plas stalen pijpen tussen de openbare weg en drie wel bestaande visstekken, terwijl (de gasten van) bewoners van de recreatiewoningen aan de plas soms ook vissen in het betaalwater. Carp Nijstad wil Lido Drenthe in twee gerechtelijke procedures dwingen om de contractuele afspraken na te komen. Als dat niet lukt, eist Carp Nijstad eist een schadevergoeding en laat een registeraccountant enkele schadeberekeningen maken, waaronder een aanvullend rapport, waarin de schade wordt berekend aan de hand de contractuele bepalingen. De accountant schat de schade op 296.964 euro voor 2021 tot en met 2023. In januari 2025 veroordeelt de kantonrechter Lido om Carp 21.120 euro exclusief rente te betalen aan gederfde winst; de zaak hangt nog in hoger beroep. Lido heeft haar bedenkingen bij het aanvullend schaderapport en de handelwijze van de accountant en dient een klacht in, die de Accountantskamer ongegrond verklaart.
De accountant heeft de rapporten en de aanvulling opgesteld als partijaccountant van de huurder in zijn geschil met de verhuurder. Hierbij zijn Handreiking 1127 en 1111 van toepassing. Het komt erop neer dat de accountant die als deskundige een partij bijstaat:
- de beroeps- en gedragsregels moet volgen;
- niet alleen het belang van zijn opdrachtgever moet dienen, maar ook het algemeen belang;
- ervoor moet zorgen dat het rapport de gerechtelijke waarheidsvinding niet belemmert;
- het rapport dus niet te eenzijdig mag toespitsen op het standpunt/belang van de opdrachtgever;
- de gegevens in het rapport zo presenteren dat duidelijk is wanneer het gaat om feitelijke aannames van de opdrachtgever dan wel om conclusies van de accountant op basis van eigen onderzoek.
De accountant hoefde in dit geval geen hoor en wederhoor toe te passen. Het gaat hier niet om een onderzoek waarbij (de handelwijze van) een persoon zo direct en intensief betrokken is dat het onvermijdelijk ook zijn/haar/hun positie en functioneren raakt. Het is dus geen persoonsgericht onderzoek of een onderzoek met persoonsgerichte aspecten. Bij een ist- en soll-vermogensvergelijking is hoor en wederhoor van de (vermoedelijke) schadeveroorzaker niet vereist voor een deugdelijke grondslag. De accountant heeft bij de berekening van de schade niet klakkeloos de informatie van zijn opdrachtgever overgenomen.
Verder belette het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid hem om in gesprek te gaan met de verhuurder, die bovendien dreigde met een tuchtklacht. Lido Drenthe vangt – excuses voor de woordspeling – dus bot bij de Accountantskamer.
