Extern quality assurance review is geen assurancerapport
Een registeraccountant die de interne auditfunctie van een buitenlandse gemeente evalueerde, heeft zijn conclusies voldoende onderbouwd.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 25/262 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 10 november 2025
- Oordeel:
- kennelijk ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- nog niet definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2025:69
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
In 2016 neemt een stad in het buitenland een woning op in het leegstandsregister, waardoor de eigenaar leegstandbelasting moet betalen. De eigenaar dringt aan op een forensische audit bij de gemeente, waar volgens hem sprake is van machtsmisbruik en belangenverstrengeling. Een intern verzelfstandigd agentschap van de bevoegde overheid ondersteunt lokale besturen en de administratie bij de beheersing van financiële, wettelijke en organisatorische risico's. Het agentschap vormt de interne auditfunctie en wil voldoen aan het IPPF van het IIA en conform IIA-standaard 1312 wordt de auditfunctie eens in de vijf jaar extern geëvalueerd.
Het agentschap voert een forensisch auditonderzoek uit naar het leegstandsproces bij de gemeente en brengt hierover een auditrapport uit. Daarin staat dat:
- de opdracht is uitgevoerd in overeenstemming met de internationale standaarden van het Institute of Internal Auditors (IIA) en van de Association of Certified Fraud Examiners (ACFE);
- het agentschap op basis van de aangeleverde en aangetroffen informatie geen indicaties van belangenvermenging vaststelt in de dossiers over leegstand;
- de gebrekkige samenstelling van de dossiers en het betrokken procesverloop het evenwel niet toelaten om effectief uit te sluiten dat zich mogelijke belangenvermenging heeft voorgedaan in zulke dossiers;
- een externe instantie elke vijf jaar evalueert of het agentschap deze standaarden naleeft.
De externe evaluatie wordt uitgevoerd door een overheidsaccountant/intern accountant, die mededirecteur en -aandeelhouder is van een advieskantoor op het gebied van risicobeheerprocessen en interne auditprocessen. De registeraccountant is als Certified Internal Auditor en erkend IIA Accredited Validator aangesloten bij het kantoor. (IIA staat voor: Institute of Internal Auditors.) De accountant volgt IIA-Standaard 1312 bij zijn zogeheten 'quality assurance review (QAR)'.
In oktober 2021 brengt de accountant het QAR-rapport uit, dat het agentschap publiceert op zijn website. In dat rapport staat onder meer dat:
- het agentschap in zijn algemeenheid voldoet ("generally conforms") aan de algemeen aanvaarde normen voor de beroepsuitoefening uit het IPPF van het IIA en de IIA Gedragscode;
- de relevante structuren, richtlijnen, procedures en processen van het agentschap in alle materiële aspecten voldoen aan de vereisten van de individuele Standaard en de Gedragscode;
- het agentschap de komende vijf jaar mag blijven vermelden dat het zijn werkzaamheden uitvoert overeenkomstig de internationale standaarden van het IIA;
- het wel een voorwaarde is dat de interne evaluaties de algemene naleving van de Standaarden en de Gedragscode van het IIA blijven bevestigen.
Als de woningeigenaar de accountant in december 2024 vraagt om zijn QAR-rapport in te trekken, weigert de accountant dat. De eigenaar maakt vervolgens een gerechtelijke procedure aanhangig tegen onder andere het agentschap. Hij stelt onder meer dat het auditrapport omissies en fouten bevat en vordert onder andere dat het rapport wordt ingetrokken en/of gecorrigeerd. Ook dient de eigenaar een klacht bij de Accountantskamer in tegen de accountant.
Klacht
Het QAR-rapport heeft geen deugdelijke grondslag, omdat de accountant niet heeft onderzocht of het agentschap bij forensische onderzoeken werkt volgens de IIA Standaarden.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
De accountant heeft gehandeld als registeraccountant én Certified Internal Auditor, terwijl hij ook erkend is als IIA Accredited Validator. IIA Nederland heeft eigen tuchtrechtspraak voor zijn leden, maar dat is geen reden om het tuchtrecht voor accountants buiten toepassing te laten. De accountant heeft niet bestreden dat zijn werkzaamheden zijn aan te merken als een professionele dienst. Op de zitting heeft hij verklaard dat hij zich er steeds bewust van is geweest dat hij zijn werkzaamheden ook moest uitvoeren in overeenstemming met de VGBA en dat zijn rapportage een deugdelijke grondslag moest hebben.
De huiseigenaar vindt dat het QAR-rapport geen deugdelijke grondslag heeft, omdat de accountant:
- IIA Standaard 2421 (Errors and Omissions) en 2431 (Engagement disclosure of non-compliance) niet heeft beoordeeld;
- de klachten, die de huiseigenaar tussen 2018 en 2023 heeft ingediend bij het agentschap, niet heeft betrokken bij de evaluatie;
- niet heeft onderkend dat het agentschap een politieke instelling is die niet onafhankelijk kan zijn.
Op de zitting heeft de huiseigenaar er verder op gewezen dat het advieskantoor in 2016 een externe evaluatie heeft uitgevoerd bij het agentschap en verschillende aanbevelingen heeft gedaan over de forensische onderzoeken. De klager begrijpt niet hoe de accountant eventueel in zou kunnen gaan tegen zijn kantoor en assurance denkt te kunnen verstrekken bij een interne auditfunctie, waar alle forensische rapporten worden opgesteld onder leiding van één manager-auditor, die niet IIA-gecertificeerd is.
Volgens de accountant heeft hij voor de evaluatie actuele dossiers geselecteerd. Daarbij is het auditrapport over de gemeente waar de woning van de klager staat, dat het agentschap eerder had uitgebracht, niet meegenomen in de evaluatie. Op het moment van de externe evaluatie beschikte de accountant niet over informatie over het auditrapport, zodat er geen aanleiding bestond om dit dossier op te nemen in de selectie van te onderzoeken dossiers. Bij zijn evaluatie heeft de accountant naar eigen zeggen wel de IIA Standaarden 2421 en 2431 beoordeeld. Omdat hij in de geselecteerde dossiers geen fouten en omissies zag en geen overtredingen van wet- en regelgeving heeft hij in het QAR-rapport aangegeven dat deze Standaarden niet van toepassing zijn.
Ook wijst de accountant erop dat hij IIA Standaard 1100 over de onafhankelijke positionering van het agentschap uitgebreid heeft geëvalueerd en dat hij de bevindingen in het QAR-rapport heeft opgenomen. Tot slot heeft hij naar voren gebracht dat hij in zijn rapport geen (voorwaardelijke) assurance heeft verstrekt, hoewel hij erkent dat de naam Quality Assurance Review suggereert dat dit wel zo is.
De Accountantskamer beoordeelt of de accountant bij het opstellen van zijn rapport in strijd heeft gehandeld met de gedrags- en beroepsregels, die onder meer voorschrijven dat het rapport geen onjuiste informatie mag bevatten en dat de bevindingen en/of conclusies van het rapport een deugdelijke grondslag moeten hebben.
Het QAR-rapport is geen assurance-rapport in de zin van de NV COS. Het "assurance" in de titel van dit rapport komt voort uit de (Engelstalige) IIA Standaard 1300 op basis waarvan de accountant zijn evaluatie heeft uitgevoerd. Daarin staat dat het 'Quality Assurance and Improvement Program' (het programma voor kwaliteitsbewaking en -verbetering) periodiek extern moet worden geëvalueerd. Het gaat hier dus niet om een assurance-opdracht waarbij een onafhankelijke accountant voldoende en geschikte assurance-informatie verzamelt om een oordeel uit te spreken over een bepaald object ten behoeve van derden.
Het QAR-rapport is alleen bedoeld voor de interne kwaliteitsbewaking en -verbetering van het agentschap en niet om zekerheid te verschaffen over de nauwkeurigheid en volledigheid van bepaalde informatie. Dat het rapport met instemming van de accountant is gepubliceerd op het internet, maakt geen verschil. Omdat het niet gaat om een assurance-rapport in de zin van de NV COS hoefde de accountant niet de assurance-werkzaamheden uit te voeren, waarover de woningeigenaar het heeft.
Dat de accountant niet de toepassing van bepaalde IIA Standaarden zou hebben beoordeeld, heeft de woningeigenaar niet aannemelijk gemaakt. De Accountantskamer vindt dat de accountant het auditrapport over de gemeente uit 2020 op aanvaardbare gronden buiten beschouwing heeft gelaten. Dat de klager tot andere aanbevelingen is gekomen dan het advieskantoor in 2016 deed, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de accountant tekort is geschoten in zijn werkzaamheden en dat hij niet tot de kwalificatie "generally conforms" heeft kunnen komen. Hij moest immers een evaluatie uitvoeren van de destijds actuele werkwijze van het agentschap en hoefde niet de aanbevelingen uit een eerdere evaluatie op te nemen in zijn werkzaamheden. Daarom kan niet worden geconcludeerd dat het QAR-rapport geen deugdelijke grondslag heeft.
De accountant hoefde het QAR-rapport niet in te trekken of te herzien naar aanleiding van de klachten en de informatie van de klager. Deze informatie betreft met name het auditrapport uit februari 2020, dat buiten het QAR-rapport is gelaten. De evaluatie is een momentopname op basis waarvan het agentschap gedurende vijf jaar in zijn correspondentie en/of rapporten mag vermelden dat het overeenkomstig de IIA Standaarden werkt. Feiten en omstandigheden die zich na de momentopname hebben voorgedaan, hebben geen invloed op deze kwalificatie en de accountant hoefde niet na te gaan of zijn aanbevelingen zijn overgenomen en of de werkwijze van het agentschap nog steeds voldoet aan deze standaarden.
Maatregel
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
Een huiseigenaar laat zijn woning in een buitenlandse stad leegstaan. De gemeente neemt het huis in 2016 op in het leegstandsregister en de eigenaar moet leegstandbelasting betalen. De huiseigenaar ziet machtsmisbruik en belangenverstrengeling en richt zijn pijlen niet op de gemeente en ook niet op het agentschap dat de interne auditfunctie bij de gemeente vervult, maar op de accountant die de interne auditfunctie van het agentschap heeft geëvalueerd. De huiseigenaar schermt met enkele bepalingen uit de IIA Standaarden (Institute of Internal Auditors) en met de VGBA, maar toont niet aan dat de evaluatie van de accountant niet deugt. Hoewel die evaluatie de titel 'Quality Assurance Review' draagt, gaat het hier niet om een assurance-opdracht van een onafhankelijke accountant die op basis van voldoende en geschikte assurance-informatie een oordeel uitspreekt ten behoeve van derden. Het QAR-rapport is bedoeld voor de interne kwaliteitsbewaking en -verbetering.
