Samensteller hoefde niet te waarschuwen voor belastingaanslag
Een registeraccountant mocht ervan uitgaan dat zijn ervaren klant wel wist dat er over de behaalde winst vennootschapsbelasting betaald moest worden. Hij hoefde hem dus niet te wijzen op een mogelijk hoge aanslag.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 24/3743 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 27 juni 2025
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- nog niet definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2025:51
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een ondernemer heeft een eenmanszaak, waaraan hij in 2017 een bv toevoegt. Een accountantskantoor verleent administratieve diensten aan de bv en een registeraccountant stelt de jaarrekeningen 2019, 2020 en 2021 daarvan samen. In 2022 komen daar een vastgoed-bv en een holding bij. De vastgoed-bv koopt een bedrijfspand voor 985.000 euro. Een fiscalist van het accountantskantoor dient de vpb-aangifte over 2021 in, waarna de ondernemer een forse aanslag krijgt. Na een dwangbevel treft de ondernemer een betalingsregeling. Hij krijgt daarvoor extra kredieten. Op 22 oktober 2024 wordt hij op eigen verzoek failliet verklaard.
De ondernemer is ontevreden over de dienstverlening van het accountantskantoor, claimt de 'schade' en dient een klacht tegen de registeraccountant in bij de Accountantskamer.
Klacht
De klacht tegen de accountant telt tweeëndertig onderdelen, waarvan een deel aan de orde komt in onderstaande samenvatting van de uitspraak.
Oordeel
De klacht is ongegrond. De samenvatting beperkt zich tot de passages met de meeste attentiewaarde.
Klachtonderdeel 1 Aanvaarding samenstellingsopdrachten
De ondernemer vindt dat de accountant al bij aanvang van de opdracht had moeten inspelen op de problemen met de administratie. Het accountantskantoor had deze problemen van meet af aan moeten aanpakken en oplossen, want daarvoor was het kantoor juist aangezocht. De accountant had ook moeten zien dat er integriteitskwesties speelden, omdat er fouten waren gemaakt met het btw-tarief (hoog/laag) en omdat de jaarrekeningen 2017 en 2018 te laat waren gedeponeerd.
Volgens de Accountantskamer was er geen aanleiding om de samenstellingsopdracht niet te aanvaarden of een maatregel te treffen voor aanvaarding van deze opdracht. Voor aanvaarding is de reguliere cliëntacceptieprocedure van het kantoor doorlopen en heeft de accountant collegiaal overleg gevoerd met zijn voorganger. Daaruit zijn geen signalen naar voren gekomen om de samenstellingsopdracht niet te aanvaarden. Dat eerdere jaarrekeningen te laat waren gedeponeerd en de administratie problematisch was, verandert daar niets aan, omdat het accountantskantoor al vóór de aanvaarding van de samenstellingsopdracht (ad hoc) administratieve ondersteuning heeft geboden. Daarbij zijn de btw-problemen opgepakt.
Klachtonderdeel 3 Opdrachtvoorwaarden niet herzien
Volgens de ondernemer hebben zich na aanvaarding van de opdracht omstandigheden voorgedaan die noopten tot herziening van of herinnering aan de bestaande opdrachtvoorwaarden:
- de pogingen om de administratie te verbeteren leverden geen resultaat op;
- in het boekjaar 2021 ging het mis met de post Onder handen werk;
- groeiden de ondernemingen snel, maar lieten de liquiditeiten te wensen over.
Volgens de Accountantskamer hoeft een accountant niet iedere verslagperiode per se een nieuwe opdrachtbevestiging of een andere schriftelijke overeenkomst te sturen. Er zijn echter factoren die ertoe kunnen nopen de voorwaarden van de samenstellingsopdracht te herzien of de opdrachtgever te herinneren aan de bestaande opdrachtvoorwaarden, te weten:
- elke indicatie dat het management of de opdrachtgever de doelstelling en de reikwijdte van de opdracht verkeerd begrijpt;
- elke opdrachtvoorwaarde die is aangepast of speciaal is;
- een recente wijziging in het senior management van de klant;
- een significante wijziging in de eigendom van de klant;
- een significante wijziging in de aard of omvang van de bedrijfsactiviteiten van de klant;
- een wijziging in door wet-of regelgeving gestelde eisen die invloed hebben op de klant;
- een wijziging in het toepasselijk financiële verslaggevingsstelsel (zie Standaard 4410 A 45).
De ondernemer heeft niet duidelijk gemaakt dat de voorwaarden wijziging of speciale aandacht behoefden toen de samenstellingsopdracht voor de boekjaren 2020, 2021 en 2022 werd voortgezet.
Klachtonderdelen 6 en 7 Aangereikte informatie onvoldoende geverifieerd en de opdracht(en) niet teruggegeven
Bij een samenstellingsopdracht gaat de accountant uit van de informatie die het management de accountant verstrekt, tenzij de accountant zich ervan bewust wordt dat de informatie niet compleet, niet nauwkeurig of anderszins onbevredigend is (Standaard 4410.32). In dit geval is de accountant er terecht van uitgegaan dat de informatie juist was. Hem kan niet worden verweten dat hij die niet nader heeft onderzocht. Daarbij speelt mee dat het accountantskantoor niet vanaf begin 2020 sterk betrokken is geweest bij de onderneming, zoals de ondernemer beweert. Er was geen aanleiding om de samenstellingsopdracht terug te geven.
Klachtonderdeel 16 en 18 Aanpassing jaarrekening 2021
Volgens de ondernemer had de accountant geschikte aanpassingen moeten voorstellen voor de post Onder handen werk (OHW). De accountant heeft er in 2023 volgens hem wel op aangedrongen de OHW-positie te gebruiken om de verlaagde resultaten over 2021 en het verlies over 2022 te camoufleren.
Volgens de Accountantskamer staat vast dat de omvang van het OHW per 31 december 2021 niet juist is weergegeven in de vastgestelde jaarrekening 2021 en dat sprake is van een materiële fout. Volgens de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ) 150 moet dan in de eerstvolgende, nog niet vastgestelde, jaarrekening foutherstel worden toegepast en toegelicht. Daarbij moet worden vermeld wat het effect van het foutherstel is. De accountant heeft de fout in de jaarrekening 2021 conform deze regels gecorrigeerd. De accountant bestrijdt dat hij erop heeft aangedrongen om de OHW-positie te gebruiken om de mindere resultaten in de jaarrekening te camoufleren.
Klachtonderdeel 19 (Mogelijke) Discontinuïteit
Volgens de klager heeft de accountant de (mogelijke) discontinuïteit van de bv niet tijdig bij hem onder de aandacht gebracht en daaromtrent in de jaarrekening 2021 en/of 2022 ten onrechte geen paragraaf opgenomen. Hij had moeten of kunnen weten dat de vpb-aanslag 2021 tot problemen zou gaan leiden, omdat de bv deze aanslag niet kon betalen. Bovendien had de bv meer kosten door de aanschaf van het bedrijfspand en aanname van meer personeel. Meerdere financieringen waren nodig om het hoofd boven water te houden, zodat de bv eind 2021 dan wel in 2022 afhankelijk was van externe financiers.
Volgens de Accountantskamer moet bij de waardering van activa en passiva worden uitgegaan van de veronderstelling dat het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon waaraan die activa en passiva dienstbaar zijn, wordt voortgezet, tenzij die veronderstelling onjuist is of onderhevig is aan gerede twijfel. In dat geval wordt dit in de toelichting uiteengezet onder mededeling van de invloed op vermogen en resultaat (artikel 2:384 lid 3 BW).
De accountant heeft uiteengezet waarom in de jaarrekeningen 2021 en 2022 is uitgegaan van de continuïteitsveronderstelling en een continuïteitsvoorbehoud niet nodig was. Hem kan niet worden verweten dat hij niet met de ondernemer heeft gesproken over (mogelijke) discontinuïteit van de onderneming.
Klachtonderdeel 11 Concept-jaarrekeningen niet zélf met klager besproken
Standaard 4410 verplicht de samenstellend accountant niet een (concept)jaarrekening zelf te bespreken met een cliënt. Dat de accountant de conceptjaarrekeningen 2019, 2020 en 2021 heeft laten bespreken door de relatiebeheerder en de assistent-accountant, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Er waren geen significante aangelegenheden die ertoe noopten dit als accountant toch zelf te doen.
Klachtonderdeel 14, 21, 22 en 23 Vpb-aangifte en -aanslag 2021
De ondernemer vond de hoogte van de vpb-aanslag 2021 een pure verrassing. Volgens hem moet de aanslag onjuist zijn geweest, omdat de accountant het later nodig vond de jaarrekening 2021 in te trekken en aan te passen. De accountant heeft de ondernemer niet tijdig geïnformeerd over de hoogte van de te verwachten vpb-aanslag en hem niet tijdig geadviseerd de voorlopige vpb-aanslag tijdens het boekjaar 2021 aan te passen of te verhogen. Door de aanslag moest de ondernemer direct extern geld lenen en er daarna nog meer extra geld aantrekken.
In de ogen van de Accountantskamer is de ondernemer voldoende geïnformeerd over de hoogte van de te verwachten vpb-aanslag 2021. Het bedrag dat over boekjaar 2021 betaald moest worden staat in de conceptjaarrekening 2021. De accountant heeft deze jaarrekening in februari 2022 aan de ondernemer gestuurd en deze twee weken later besproken. De accountant heeft een afschrift overgelegd van het cliëntportaal. Daaruit blijkt dat de vpb-aangifte op 7 maart 2022 in dit portaal is geplaatst en aan de ondernemer is gevraagd akkoord te gaan met de indiening. Ook staat in dit cliëntportaal dat er elf dagen later een rappel naar de ondernemer is gestuurd. Uit de goedkeuring door en het akkoord van de medewerker c.q. de relatiebeheerder plus een toelichting blijkt dat de ondernemer tijdens een gesprek met de relatiebeheerder akkoord is gegaan met de indiening. De relatiebeheerder heeft de aangifte vervolgens ingediend, waarna de aanslag conform de aangifte is opgelegd.
Het kan de accountant niet worden verweten dat hij de ondernemer niet eerder heeft gewaarschuwd voor de te verwachten vpb-aanslag 2021 en de ondernemer niet heeft geadviseerd de voorlopige aanslag te verhogen. De accountant mocht er namelijk van uitgaan dat de ervaren ondernemer wist dat de bv op enig moment belasting moest betalen over de behaalde winst.
Klachtonderdeel 28 Doorsturen (liquiditeits-)prognose
Volgens de ondernemer moest er een (liquiditeits)prognose worden opgesteld voor een financiering, zodat hij de vpb-aanslag 2021 kon betalen. De accountant zou dit hebben overgelaten aan onervaren medewerkers. De accountant had de prognose niet zomaar mogen (laten) doorsturen naar de bank.
Volgens de accountant heeft de assistent-accountant de prognose op verzoek van ondernemer gemaild naar de bank. Daarbij is duidelijk vermeld dat deze prognose is opgesteld door de controller van de bv. Bovendien heeft de accountant erop gewezen dat de ondernemer aan het verkennen was of hij aanvullend krediet kon krijgen en dat hij met deze e-mail alleen maar wilde illustreren dat krediet nodig was vanwege de snelle groei. Volgens de accountant had de ondernemer hierover al eerder contact gehad met de bank.
Omdat de ondernemer het verweer van de accountant niet (genoeg) heeft tegengesproken, kan de Accountantskamer niet concluderen dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de prognose naar de bank door te sturen.
Maatregel
Geen
Annotatie Lex van Almelo
Voordat een registeraccountant de samenstellingsopdracht aanvaardt van een onderneming, doorloopt de nieuwe klant de gebruikelijke cliëntacceptatieprocedure en overlegt de accountant met zijn voorganger. Niets wijst erop dat de accountant de opdracht moet afwijzen. Ja, er zijn problemen met de btw- en in de administratie. Maar het kantoor heeft de btw-problemen al ad hoc aangepakt, voordat de ondernemer de accountant benaderde voor de samenstellingsopdracht. Het valt de accountant dan ook niet te verwijten dat hij de opdracht te gemakkelijk heeft aanvaard.
De accountant had ook niet de opdrachtvoorwaarden hoeven aanpassen of de klant te wijzen op de bestaande voorwaarden, omdat het niet lukte de administratie te verbeteren, er gedoe was met de post Onder handen werk en de onderneming liquiditeiten tekort kwam. Een accountant kan ervoor kiezen niet iedere verslagperiode een nieuwe opdrachtbevestiging of actueel contract te sturen. Maar soms is het goed de opdracht aan te passen of de opdrachtgever te herinneren aan de opdrachtvoorwaarden, namelijk als:
- het management of de opdrachtgever het doel en de reikwijdte van de opdracht verkeerd lijkt te begrijpen;
- een opdrachtvoorwaarde is aangepast of speciaal is;
- de klant het senior management recentelijk heeft veranderd;
- in de eigendom van de klant iets significant is veranderd;
- de aard of omvang van de bedrijfsactiviteiten van de klant significant zijn veranderd;
- de wet- of regelgeving andere eisen stelt aan de klant;
- het toepasselijk financiële verslaggevingsstelsel is gewijzigd (zie Standaard 4410 A 45).
Een samensteller mag de conceptjaarrekening laten bespreken door de relatiebeheerder van de klant of door een assistent-accountant, tenzij zich significante aangelegenheden voordoen.
Dat de ondernemer de hoogte van de vpb-aanslag 2021 "een pure verrassing" vond, omdat de accountant hem niet had gewaarschuwd en een onjuiste aanslag heeft ingediend, heeft de klager niet aangetoond. De klant is voldoende geïnformeerd over het bedrag. Het stond in de concept-aangifte, waarmee de klant akkoord ging én het was alvast opgenomen in de concept-jaarrekening. De aanslag was conform de aangifte. Verder mocht de accountant ervan uitgaan dat de klant als ervaren ondernemer wist dat hij ooit belasting moest betalen over de behaalde winst.
Voor accountants bevat de uitsprak weinig leerzaams, voor de klager hopelijk wel.