Aby Gazan

Casus

Aan de vooravond van de inwerkingtreding van de Pensioenwet (PW) besluit de directeur- grootaandeelhouder (dga) van Inkt BV om alsnog, per 1 januari 2007, als deelnemer toe te treden tot de pensioenregeling bij Inkt BV die is ondergebracht bij verzekeraar Zwart.

De dga besloot daarmee om onder de Pensioenwet te blijven vallen. Daarom is de Wet op de medische keuring (Wmk) op de pensioenregeling van de dga van toepassing en mag er geen medische keuring plaatsvinden.

De pensioenregeling van Inkt BV betreft een kostbare eindloonregeling. Dit verzekeringscontract loopt af per 1 januari 2009. Doelstelling is om de eindloonregeling om te zetten in een minder dure middelloonregeling. Daartoe worden offertes opgevraagd bij diverse verzekeraars om ze te vergelijken op prijs en overige voorwaarden.

De verzekeraar Blauw komt verreweg als beste uit de bus. Na overleg met en akkoord van de werknemers wordt de nieuwe middelloonregeling ondergebracht bij verzekeraar Blauw. De reeds opgebouwde eindloonpensioenen blijven achter bij verzekeraar Zwart.

Direct na de acceptatie van de offerte, vraagt verzekeraar Blauw aan de dga om gezondheidswaarborgen aan te leveren. De dga stuurt daarop de gezondheidsverklaring volledig ingevuld en ondertekend naar de verzekeraar.

De gegevens uit de gezondheidsverklaring zijn voor de geneeskundig adviseur van de verzekeraar aanleiding om de dga te vragen een gericht medisch onderzoek te laten ondergaan. De dga weigert dit omdat hij van mening is dat hij hiertoe niet verplicht is om toe te kunnen treden tot de pensioenregeling. Dit gelet op de Wmk. De verzekeraar stelt zich evenwel op het tegenovergestelde standpunt: de Wmk is in dit geval niet van toepassing.

Geschil

De dga legt de zaak voor aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) en eist dat hij toegelaten wordt tot de collectieve pensioenregeling zonder medische keuring. Hij vindt namelijk dat géén sprake is van een nieuwe collectieve pensioenregeling, maar slechts van een aanpassing van een al bestaande regeling, die op hetzelfde moment is ondergebracht bij een andere pensioenuitvoerder.

Volgens de dga is Blauw op grond van de Wmk niet gerechtigd om de dga, die deelnemer was en is gebleven in deze regeling, te vragen om gezondheidswaarborgen. Blauw vindt daarentegen dat zij wel mag keuren. Omdat de combinatie van de keuze voor een andere pensioenuitvoerder en de wijziging van de eindloonregeling naar een middelloonregeling betekent dat sprake is van een geheel nieuwe pensioenregeling.

Uitspraak Kifid

Kifid oordeelt (uitspraak 2014-015) dat feitelijk sprake is van een nieuwe pensioenregeling. Desalniettemin vindt zij de gevolgen hiervan voor de dga onaanvaardbaar. Dit kan niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest bij de totstandkoming van de PW. De dga valt onder de beschermende werking van de PW en kan dus toetreden tot de regeling zonder medische keuring.

Waar verzekeraar Blauw een zuiver grammaticale interpretatiemethode hanteerde, verkoos het Kifid overduidelijk de rechtshistorische methode om tot een oordeel te komen in dit geschil. Zo wordt voorkomen dat de dga tussen wal en het
schip valt.