Tuchtrecht

Deponeren van een niet-vastgestelde jaarrekening

De Accountantskamer geeft een accountant een tik op de vingers. Anton Dieleman, voorzitter van het Adviescollege Beroepsreglementering, staat stil bij twee elementen in de uitspraak.

Anton Dieleman

Recent deed de Accountantskamer uitspraak in een casus waarbij de accountant voor een cliënt jaarrekeningen deponeerde bij het Handelsregister. De deponeringsjaarrekening van een dochtervennootschap week echter af van de door de betrokken accountant samengestelde jaarrekening.

Bij de moedervennootschap was sprake van een gedeponeerde jaarrekening met verschillen ten opzichte van de conceptjaarrekening.

De tuchtrechtelijke sanctie die de accountant werd opgelegd (een waarschuwing) lijkt terecht. Maar enkele opmerkingen die de Accountantskamer daarbij maakt (althans volgens de gepubliceerde uitspraak) zijn op zijn minst bijzonder te noemen.

Casus

De casus is als volgt samen te vatten. De betrokken accountant (c.q. de onder zijn verantwoordelijkheid werkende assistent) heeft deponeringsstukken van de jaarrekening 2010 van een holding en een dochtermaatschappij aan de Kamer van Koophandel toegezonden, ter deponering bij het Handelsregister.

'De mogelijkheid voor het deponeren van een niet-vastgestelde jaarrekening volgt expliciet uit de wet.'

Deze deponeringsstukken weken voor wat betreft de holding af van een eerder door de accountant opgestelde conceptjaarrekening en voor wat betreft de dochtermaatschappij van de door de accountant samengestelde jaarrekening. Voorts is bij de jaarrekening van de holding sprake van een niet-vastgestelde jaarrekening (wat de accountant ook als verweer aanvoert). Met betrekking tot de verschillen in de jaarrekening van de dochtermaatschappij wijst de accountant op een technische fout in het rapportagepakket. 

De Accountantskamer legt de betrokken accountant de maatregel van waarschuwing op. De motivering hiervoor is als volgt:

  • Betrokkene is te kort geschoten bij het toepassen van het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid (in de huidige VGBA betreft dit vakbekwaamheid en zorgvuldigheid).
  • De Accountantskamer geeft aan dat betrokkene - nu de jaarrekening van de holding nog niet is vastgesteld - geen publicatiestukken moest deponeren. Die deponering mag (aldus de Accountantskamer) pas plaatsvinden nadat de jaarrekening is vastgesteld.

Twee elementen in de uitspraak vallen bijzonder op en vragen daarom uitgebreidere bespreking. De Accountantskamer stelt (in r.o. 4.8) dat deponering van de jaarrekening pas mag plaatsvinden na vaststelling (door de algemene vergadering). Verder wordt - bij het motiveren van de tuchtrechtelijke maatregel - een nuancering aangebracht in de overtreding door betrokkene Dit omdat 'de gepubliceerde cijfers een slechter beeld geven van de financiële positie van de vennootschappen, zodat de gebruikers waarschijnlijk door de verschillen niet zijn benadeeld' (r.o. 4.10). 

Vaststellen jaarrekening

Met betrekking tot het deponeren van de jaarrekening overweegt de Accountantskamer als volgt: "De Accountantskamer is van oordeel dat er op betrokkene, nu de jaarrekening van Holding BV over 2010 nog niet was vastgesteld, eens te meer de verplichting rustte ervoor te waken dat zijn kantoor overging tot deponering van publicatiestukken (die immers pas mag plaatsvinden nadat de jaarrekening is vastgesteld), en al helemaal van een balans die in meer opzichten dan betrokkene heeft gesteld, afweek van wat kennelijk moet worden beschouwd als een concept van de jaarrekening.

Deze overweging van de Accountantskamer geeft mij aanleiding om twee kanttekeningen te plaatsen. Dat deponering van de jaarrekening pas mag plaatsvinden na vaststelling door de algemene vergadering (van aandeelhouders) is niet juist. Als de jaarrekening niet binnen twee maanden na de opmaaktermijn is vastgesteld, moet onverwijld de opgemaakte jaarrekening openbaar worden gemaakt (artikel 2:394 lid 2 BW). De discussie in deze casus wordt wellicht veroorzaakt door de deponeringsdatum (23 december 2011), terwijl de genoemde termijn pas afliep op 1 februari 2012 - waardoor het ‘onverwijld’ nog niet aan de orde was (NB: Deze deponeringsdatum blijkt niet uit de gepubliceerde uitspraak van de Accountantskamer, maar de naam van de rechtspersoon - en daarmee de publicatiedatum - is via Company-Info te achterhalen).

Of een dergelijke overweging door de Accountantskamer is gemaakt blijkt niet uit de uitspraak, maar de mogelijkheid voor het deponeren van een niet-vastgestelde jaarrekening volgt dus expliciet uit de wet.

'Of gebruikers wel of geen schade leiden is nuttig voor een civiele procedure, maar irrelevant in een tuchtprocedure.'

Als eerst een concept-jaarrekening tot stand komt en daarna een 'verbeterde' definitieve jaarrekening, waarbij laatstgenoemde niet wordt vastgesteld, kan wel degelijk sprake zijn van vakbekwaam en zorgvuldig handelen van een accountant, als die laatste jaarrekening als basis voor de deponeringsjaarrekening wordt gebruikt. Overigens lijkt daarvan in deze casus evenmin sprake, door de onjuistheden in de publicatiestukken. 

Slechter beeld in publicatiestukken

Opvallender - en naar mijn mening onjuist - is de motivering die de Accountantskamer hanteert bij het bepalen van de tuchtrechtelijke maatregel. Als compenserende factor geeft de Accountantskamer aan: "Daar staat tegenover dat de gepubliceerde cijfers een slechter beeld geven van de financië le positie van de dochter- en moedermaatschappij, zodat de gebruikers waarschijnlijk door de verschillen niet zijn benadeeld" (r.o. 4.10). Om meerdere redenen is deze overweging onjuist. 

  • Bij het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid maakt het niet uit of een deponeringsjaarrekening een slechter of beter beeld geeft van de werkelijkheid. In beide gevallen overtreedt de accountant het fundamentele beginsel, als sprake is van (hem toerekenbaar) tekortschieten.
  • Of gebruikers wel of geen schade leiden is nuttig voor een civiele procedure, maar irrelevant in een tuchtprocedure.
  • De Accountantskamer motiveert nota bene in dezelfde uitspraak (r.o. 4.7): "Aan het oordeel (het tekortschieten van de jaarrekening) doet niet af dat de publicatiebalans een minder gunstig beeld geeft van de financiële positie dan de balans in de jaarrekening."

Publicatiestukken

Ik heb al eerder aangegeven dat een accountant geen publicatiestukken voor zijn cliënt moet deponeren. Dat blijkt uit deze casus eens te meer. Overigens had dat de accountant in deze situatie niet veel geholpen, omdat ook het opstellen van de publicatiestukken al tot zodanige onjuistheden leidde dat hij daar evengoed op had kunnen worden aangesproken. Met ongetwijfeld eenzelfde maatregel tot gevolg.

Anton Dieleman is directeur vaktechniek accountancy bij Forvis Mazars en van 2017 tot en met 30 juni 2025 voorzitter van het College voor beroepsreglementering van de NBA.

Gerelateerd

6 reacties

Alle Bergsma

@Willem, het ging in de uitspraak over een samengestelde jaarrekening. De private sleutel waar je naar verwijst gaan over een gecontroleerde jaarrekening waar een controleverklaring bij wordt gedeponeerd. Bij de deponeringsstukken van een micro/kleine onderneming zit geen accountantsverklaring.

In de casus ging het om een samengestelde jaarrekening, waarbij de assistent andere cijfers heeft gedeponeerd. In de samenstelpraktijk heeft de klant meestal geen kennis van het opstellen van een jaarrekening en deponeringsstukken. Daar schakelt hij de accountant voor in. Daarom vind ik het een rare aanbeveling om in die situatie geen deponeringsstukken te maken.

Overigens ben ik het wel eens met de aanbeveling om zorgvuldig te zijn en hieromtrent een goede procedure te hebben.

Jan Achten

Als je geen publicatiestukken voor de cliënt deponeert kun je niet tuchtrechtelijk worden vervolgd voor verkeerde publicatiestukken. Dat doet me denken aan een voorval uit mijn studietijd. Een student had een uitgebreid controleprogramma opgesteld waarop de docent reageerde: het goed nieuws is dat u hiermee nimmer voor de tuchtrechter komt; het slechte nieuws is dat u hiermee geen cliënt overhoudt. Hier ook: de cliënt stapt over naar een andere accountant die hem wel helpt bij het deponeren. Of je stukken opstuurt naar de bank of naar de KvK, in beide gevallen moet je zorgen voor deugdelijke stukken.
Het probleem is natuurlijk dat voor stukken naar de bank een assistent van ander niveau wordt aangewezen dan die die voor publicatiestukken zorgt. En dan gaat het wel eens mis.
Jaren geleden bleek uit een contact met een KvK-medewerker, dat de KvK deponeren door de accountant ziet als deponeren door de vennootschap zelve.
De opmerking van Anton over nog niet vastgestelde jaarrekening is geheel terecht. Zelf lees ik echter de uitspraak van de AK meer in deze zin dat de accountant niet eerder dan 2 maanden na opmaken jaarrekening deze mag deponeren. Zolang niet is vastgesteld, kan het bestuur de jaarrekening immers nog wijzigen.

Willem Gravesande

@Alle Bergsma 13 september 2017

...Overigens moet in technische zin nu in SBR worden aangeleverd...

Wanneer je het NBA-Groenboek "De accountant in een SBR-omgeving" en de omgang met certificaten goed bestudeerd (Stap 2 en 5,6) kun je me dan vertellen welke partijen in het bezit zijn van de private sleutels ?

Alle Bergsma

Een goed stuk van Anton, maar wat een rare aanbeveling.

Het lijkt me eerder dat je je juist als accountant kunt zorgen voor deponeringsstukken die voldoen aan wet-en regelgeving. Juist om te voorkomen dat er onjuiste/onvolledige publicatiestukken worden gedeponeerd. Maar dat moet je inderdaad wel zorgvuldig en vakbekwaam handelen.

Overigens moet in technische zin nu in SBR worden aangeleverd, ik weet niet hoe Anton dat voor zich ziet als alle klanten dat zelf moeten gaan doen. Allemaal inloggen bij de KvK en cijfertjes en toelichtingen gaan overnemen uit de jaarrekening (door de accountant samengesteld) terwijl je als klant geen kaas hebt gegeten van cijfertjes en toelichtingen???

Hhheeeeeeeellllllllllpppppp..... ;-)

Martine

Het niet deponeren voor klanten is misschien een wijze raad, maar lijkt me niet erg realistisch.
Maar je moet je natuurlijk wel realiseren dat als jij als accountant voor je klant stukken openbaar maakt, je die dus zorgvuldig moet opstellen en controleren voor verzending. Evenzo laat je de klant jou machtigen om de publicatie (nadat hij deze heeft ontvangen en goedgekeurd) te verrichten.

Ed Suiker

Het advies om als accountant geen publicatiestukken voor klanten meer te laten deponeren bij de Kamer van Koophandel vind ik ook een wijze raad. Het verkleint een van onze beroepsrisico's en is zodoende altijd vanuit die optiek aan te bevelen. Het huidige "SBR-probleem" is dan ook gelijk opgelost.
Of het in de praktijk gaat werken durf ik echter te betwijfelen, de meeste klanten vinden het toch een deel van de dienstverlening van de accountant.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.