Accountantscontrole

Fouten + onzekerheden = toename niet-goedkeurende verklaringen

Het opheffen van het onderscheid tussen fouten en onzekerheden bij de controle van jaarrekeningen van decentrale overheden, is een forse aanscherping van de norm en leidt tot meer niet-goedkeurende verklaringen.

Meike Jonker en Erik Vriesen

Een verandering van de spelregels is niet altijd een verbetering. Dat was een van de gedachten die ons door het hoofd schoot bij het lezen van de voorstellen voor de aanpassing van het Bado. Het wàt, zult u denken?

Foto: Gemeentebord Zaanstad

Het Bado (Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden) bestrijkt de controle van provincies en gemeenten. Dat gaat over de verantwoording van ruim € 68 miljard euro aan maatschappelijk geld. Daarbij komt nog eens dat ook de verantwoording van ongeveer vierhonderd samenwerkingsverbanden van gemeenten, Rijk en provincies via gemeenschappelijke regelingen als veiligheidsregio's, GGD en de sociale werkvoorziening worden gecontroleerd met inachtneming van het Bado. Het Bado regelt op hoofdlijnen een aantal controle-afspraken ten behoeve van de controle van de financiële verantwoording van decentrale overheden. Een klein en relatief onbekend besluit met grote reikwijdte. 
Waar hier gesproken wordt over gemeenten, kan ook provincies, gemeenschappelijke regelingen, sociale werkvoorzieningsschappen en dergelijke worden gelezen.

Het Rijk wil, bijna tien jaar nadat hiervoor voorstellen zijn gedaan door de commissie Depla, wijzigingen aanbrengen in de manier waarop gemeenten zich verantwoorden over het gevoerde beleid en de wijze waarop accountants daarop controleren. Veel voorstellen van de commissie Depla zijn gesneuveld, maar dit punt en het versterken van de lokale rekenkamers zijn overeind gebleven.

Rechtmatigheidsverantwoording

Over het jaar 2023 zullen de colleges van B&W zich voor het eerst expliciet uitspreken over de wijze waarop de interne organisatie waarborgt dat gemeenten binnen de kaders van (interne) wet- regelgeving en begrotingsafspraken handelen. Dit rechtmatigheidsoordeel behoorde sinds 2004 toe aan de accountant. Dat nu voor een meer zuivere verantwoordingslijn wordt gekozen werkt verhelderend, omdat voor raads- en statenleden duidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen.

'Dat nu voor een meer zuivere verantwoordingslijn wordt gekozen werkt verhelderend, omdat voor raads- en statenleden duidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen.'

Gemeenten zijn op dit moment druk bezig met het inregelen van deze rechtmatigheidsverantwoording. Voor de meeste grotere en middelgrote gemeenten (of organisaties) is dat een relatief kleine ingreep, omdat de interne controlestructuur in veel gevallen al was ingericht.

Aanscherping controlegrenzen accountant

Een tweede wijziging betreft de controlegrenzen voor de accountant vanaf boekjaar 2024.

Deze wijziging betreft de samenvoeging van de controlegrens van één procent voor fouten en drie procent voor onzekerheden tot een norm van twee procent. Dat is niets meer en niets minder dan een stevige aanscherping (lees verkleining) van de marge. Hierover later meer.

Gek genoeg kiest het Rijk niet voor een gelijktijdige invoering van deze systeemwijziging in enig jaar. De NBA heeft zich ook al op het standpunt gesteld dat invoering per boekjaar 2024 mogelijk is. Maar anders dan de NBA vinden wij het nogal vreemd om pas tijdens het spel de spelregels te veranderen. Een fenomeen dat in het wetgevingsproces in dit land helaas vaker voorkomt. Gemeenten zijn immers al volop in voorbereiding voor 2024, subsidies en dergelijke aan ketenpartners worden al ruim voor aanvang van het boekjaar beschikbaar gesteld, waarbij ook de verantwoordingseisen worden bepaald. Wij pleiten dan ook voor invoering vanaf 2024.

'Anders dan de NBA vinden wij het nogal vreemd om pas tijdens het spel de spelregels te veranderen.'

Met deze systeemwijzigingen vervalt ook het onderscheid in de accountantscontrole tussen fouten en onzekerheden. Het argument dat vanwege het vervallen van het rechtmatigheidsoordeel ook dit onderscheid kan vervallen snijdt geen hout, omdat de controlescope (rechtmatigheid en/of getrouwheid) los staat van de grens, waarboven de bevindingen een aangepast oordeel vragen.  Daarbij wordt ook voorbijgegaan aan het feit dat gemeenten ketenorganisaties zijn. In de periode sinds de commissie Depla advies uitbracht (waarvan de controlegrens overigens geen onderdeel was), is er veel veranderd. Een toename van het aantal taken dat in verplichte samenwerking wordt uitgevoerd, de decentralisaties in het sociaal domein en een vaak wat scherpe blik op bestuurskracht, zorgden voor een toename van verantwoordingsstromen tussen overheden. Daardoor bestaat er een inherente afhankelijkheid van derden die regelmatig leidt tot ontbrekende informatie en dus een onzekerheid.

Sinds 2015 leidde dat tot een stevige toename in het aantal niet-goedkeurende oordelen bij vooral gemeentelijke jaarrekeningen. Door versterking en versteviging van de ketens in het sociaal domein zijn deze problemen inmiddels fors teruggedrongen.

Toename van het aantal niet-goedkeurende verklaringen verwacht

Uit een niet-wetenschappelijk onderbouwde deelwaarneming van veertig gemeenten in met name Noord-, Oost- en Midden-Nederland over de afgelopen drie jaar, is een aantal opvallende zaken te herleiden. De eerste is het feit dat het accountantsverslag of verslag van bevindingen in ongeveer vijf procent van de gevallen niet openbaar toegankelijk was. Die gegevens konden we dus niet achterhalen.

'In bijna een kwart van de gevallen zou het oordeel van de accountant over de rechtmatigheid en in ruim tien procent van de gevallen het oordeel ten aanzien van de getrouwheid, anders komen te luiden.'

Belangrijker nog is de tweede constatering, namelijk dat in bijna een kwart van de gevallen het oordeel van de accountant over de rechtmatigheid en in ruim tien procent van de gevallen het oordeel ten aanzien van de getrouwheid, anders zou komen te luiden. Slechts in één geval zou dit een verbetering van het oordeel inhouden, in alle andere gevallen is er sprake van een verklaring met beperking, als de voorgestelde nieuwe norm van twee procent zou zijn gehanteerd, in plaats van een goedkeurend oordeel.

De derde observatie uit ons onderzoek is dat de oorzaak in veel gevallen ligt in de cumulatie van onzekerheden in het sociaal domein. Ontbrekende informatie door een mismatch in termijnen en fouten en onzekerheden bij ketenpartners die doortellen bij de gemeenten, zijn de belangrijkste oorzaken. Die bevinden zich veelal tussen de één en anderhalf procent van de lasten. Dat vormt in het huidige stelsel geen probleem, maar maakt de marges wel krap voor andere bevindingen. Dat in enkele gevallen bij gerapporteerde fouten die cumulatief niet-materieel zijn, toch een aangepast oordeel wordt verstrekt (al kunnen daar goede verklaringen voor zijn), maakt het voor gemeenten echt niet makkelijker om een goedkeurend oordeel binnen te slepen.

Een gewijzigd Bado kan pas laat in het najaar definitief worden gepubliceerd. Decentrale overheden waren (nog) niet in staat om deze aanscherping in de weging van bevindingen te vertalen in betere afspraken met ketenpartners en in de eigen organisatie.

Meike Jonker is concerncontroller bij een middelgrote gemeente. Erik Vriesen werkt als externe accountant voor verschillende decentrale overheden. Zij schrijven op persoonlijke titel.

Gerelateerd

6 reacties

Robert Flinterman

Zijn de bedenkers van deze wijziging nagegaan wat de mogelijke financiële gevolgen zijn voor de gemeenten? Gemeenten ontvangen bijvoorbeeld van het Rijk subsidies onder voorbehoud van een goedkeurende verklaring.

Alexander Vissers

Ik denk dat de titel wel eens zou kunnen kloppen, weliswaar niet logisch maar dan toch zeker feitelijk. Overigens, als er aanwijsbare fouten in de jaarrekening staan ligt het voor de hand deze te corrigeren? Goedkeurend of niet-goedkeurend is verder niet zo heel erg spannend voor een gemeente, de raad zal misschien een beetje morren maar dat is het dan ook wel. Verder moeten de overheden ongeacht het verklaringenstelsel fouten voorkomen en onzekerheden beperken. Waarom de NBA zich hierin mengt is mij een raadsel, de NBA voert geen controles van overheden uit dat doen vergunninghouders en vergunninghouders vallen niet onder de NBA. Ter correctie, het Bado omvat geen afspraken maar wettelijke (in materiële zin) maximale toleranties die ook nu al door het college en de raad lager kunnen worden vastgesteld. Het opstellen van het verslag omtrent de rechtmatigheid door het college is geen materiële maar slechts een formele verandering, de verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid en doelmatigheid lag altijd al bij het college.

Ron Heinen

Vanaf 2022 moeten de Colleges van B&W een rechtmatigheidsverantwoording opnemen in hun jaarrekening.

Hiermee leggen ze verantwoording af over de naleving van de regels die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente.

Voorheen was het de accountant die hierover verslag uitbracht en het gesprek voerde met de gemeenteraad.

In de toekomst moet het College van B&W zelf een verantwoording opstellen, die opgenomen wordt in de jaarrekening. De gemeenteraad gaat hierover in gesprek met het College van B&W en kan zo zijn controlerende rol beter vervullen.

De accountant zal nog steeds toetsen of de jaarrekening getrouw is, oftewel, conform de realiteit.

De rechtmatigheidsverantwoording wordt onderdeel van de jaarrekening.

De accountant controleert dus straks ook of die verantwoording getrouw is [1].

Dit betekent dat als de naleving van regels binnen de gemeente geborgd is en de bevindingen systematisch worden vastgelegd, de accountantscontrole minder tijd kan kosten [1].

Is dat niet het geval, dan zal de accountant (meer) steekproeven en controles moeten uitvoeren om tot een oordeel te komen over de getrouwheid [1].

Als een gemeente niet rechtmatig handelt, kan dit leiden tot een niet-goedkeurend rechtmatigheidsoordeel van de accountant [2].

De rechtbank stelt voorop dat wanneer een overheidsorgaan (zoals een gemeente) onjuiste en/of onvolledige inlichtingen verschaft, dit niet automatisch betekent dat sprake is van onrechtmatig handelen [3].

Referenties:

[1] https://vng.nl/sites/default/files/2020-04/notitie_rechtmatigheidsverantwoording.pdf

[2] https://auditmagazine.nl/artikelen/gemeenten-rechtmatigheid-en-grenzen/

[3] https://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/onjuiste-inlichtingen-door-de-overheid-onrechtmatig

Albert Bosch

Ik reageer op een element (cherrypicking) in het betoog: “Slechts in één geval zou dit een verbetering van het oordeel inhouden […]”.

Wat is een “verbetering van het oordeel”? Het oordeel moet passen bij de verantwoording en moet zijn gebaseerd op de verkregen controle-informatie. Als die verantwoording afwijkingen of onzekerheden bevat, dan kan dat resulteren in een ander (lees: niet goedkeurend) oordeel. Maar dat is van zichzelf niet een beter of slechter oordeel. Het is dan het meest juiste oordeel. Elk oordeel dat niet aansluit op de verkregen controle-informatie is een slechter oordeel, ongeacht de strekking.

Ik snap overheidsorganisaties wel die nu minder ruimte voor afwijkingen en onzekerheden hebben, en daarbij ook nog deels afhankelijk zijn van externe partijen die informatie moeten aanleveren. Maar een verlaging van de materialiteit naar 2% zou ik kwalificeren als een stimulans om tot meer getrouwe verantwoording te komen in plaats van dat dit leidt tot deze klaagzang.

De (on)wenselijkheid van de samenvoeging van afwijkingen en onzekerheden is een andere discussie, waar ik nu even niet op reageer.

Ron Heinen

Het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (Bado) regelt op hoofdlijnen een aantal controle-afspraken ten behoeve van de controle van de financiële verantwoording van decentrale overheden.

De belangrijkste controle-afspraken van het Bado zijn gericht op het waarborgen van een consistente en betrouwbare controle van de financiële verantwoordingen.

Referenties:

https://www.nba.nl/siteassets/themas/thema-publieke-sector/sdo/bado-notitie-pgb-verantwoording-controle-door-gemeenten-maart-2018.pdf

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/03/16/bado-notities

https://vng.nl/files/vng/20190225-handleiding-verbijzonderde-interne-controle.pdf

Arnout van Kempen

Op zichzelf is het samenvoegen van onzekerheden en fouten geen verandering van een norm, het is alleen vaktechnisch onnauwkeurig en daarmee wellicht onverstandig.

Maar als van de 100 jaarrekeningen er eerst 2 een fout en 3 een onzekerheid hadden, dan had je 95 goedkeurende verklaringen. Voeg dat samen tot 5 onzekerefouten dan heb je nog steeds 95 goedkeurende verklaringen.

Dus als er meer afwijkende oordelen komen, dan is de norm zelf aangepast en heeft dat met samenvoegen niets te maken.

Het artikel begint met de suggestie dat dat een achteruitgang is. Het samenvoegen van twee nogal verschillende oordelen (fout! of Ik weet het niet?) lijkt me erger dan een achteruitgang, maar gewoon een verslechtering die accountants niet zouden moeten mogen accepteren.

Maar minder goedkeurende verklaringen, waardoor de Raad beter ziet waar het mis gaat in de verantwoording, lijkt me vanuit democratisch perspectief nogal toe te juichen.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.