Controlekwaliteit

'Controlekwaliteit niet minder als kantoor zaken doet met cliënt'

Als een accountantskantor producten of diensten inkoopt bij een controlecliënt gaat dat niet ten koste van de kwaliteit van de controle. Dat concludeert AFM-accountant Martijn van Opijnen in zijn proefschrift Audit Quality in a Regulatory Context.

Lex van Almelo

Martijn van Opijnen werkt sinds 2004 bij de AFM, de laatste jaren als senior beleidsadviseur Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving. Daardoor kon hij voor zijn promotieonderzoek onder meer informatie gebruiken die de AFM had gekregen in het kader van de vergunningverlening, informatie van de jaarlijkse vragenlijst, van de 'AFM Monitor Accountantsorganisaties' en gegevens uit de interne registers van de AFM.

Door de informatie te combineren, heeft Van Opijnen gekeken of de AFM in de eerste twee jaar van haar toezicht goede en slechte controlekwaliteit kon onderscheiden op een manier die voldoet aan de academische maatstaven. Dat blijkt het geval. Uit het onderzoek blijkt dat tot en met boekjaar 2008 de toetsingen bij de vergunningverlening nog niet hebben geleid tot verbetering van de controlekwaliteit. Van Opijnen maakt wel een kanttekening: "De AFM was toen net twee jaar bezig."

Amicale toetsing

Voordat het publiek toezicht in 2006 werd ingevoerd, moest collegiale toetsing de kwaliteit waarborgen. U schrijft dat die toetsing wellicht 'te amicaal' was.
"Uitkomsten van Amerikaans onderzoek suggereren dat collegiale toetsers te dicht bij de praktijk staan. Vaak zijn ze nog actief in het beroep. En de Nederlandse beroepsregels boden destijds de mogelijkheid om af te wijken van de toetser die de beroepsorganisatie aanwees. De grootste kantoren kozen vaak een reviewteam van een ander big four of big six kantoor."

'Uitkomsten van Amerikaans onderzoek suggereren dat collegiale toetsers te dicht bij de praktijk staan.'

Zijn die minder kritisch dan aangewezen toetsers?
"
Dat zou kunnen verklaren waarom de toetsing de controlekwaliteit niet verbeterde."

Onafhankelijkheid

U heeft ook onderzocht in hoeverre zakelijke relaties met de controlecliënt de controlekwaliteit beïnvloeden. Die invloed blijkt eerder positief dan negatief. Hoe zit dat?
"
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om controle bij cliënten die ook adviesdiensten inkopen bij het accountantskantoor. De zakelijke relaties houden in dat het kantoor producten of diensten inkoopt bij een cliënt, waar het tegelijkertijd de jaarrekening controleert. Bijvoorbeeld door IT-diensten of software af te nemen, vastgoed te huren of geld te lenen. Ik heb geen bewijs gevonden dat die zakelijke relaties de controlekwaliteit negatief beïnvloeden. De fee voor de controle bleek vaak juist hoger."

Dat zou je niet verwachten…
"
Het is niet helemaal verrassend. De regels schrijven voor dat de accountant zijn onafhankelijkheid moet waarborgen. Hij kan een bedreiging daarvan wegnemen door aanvullende controle, review en andere kwaliteitsmaatregelen. Die maatregelen kosten geld en dat zou dus kunnen verklaren dat de fee hoger is."

'Hoe beter de governance van het kantoor, hoe beter de kwaliteit.'

Governance

Uit uw onderzoek blijkt ook: hoe beter de governance van het kantoor, hoe beter de kwaliteit.
"
Dat klopt. Op basis van de informatie die de kantoren invullen op de vragenlijsten van de AFM, heb ik gekeken naar de organisatiestructuur en de procedures voor kwaliteitsbeheersing. Ik heb de kwaliteit gemeten aan de hand van drie maatstaven: het aantal klachten en procedures tegen het kantoor, het aantal onderzoeken en sancties van de toezichthouder en het aantal kantoren dat zijn vergunning heeft ingeleverd. Daaruit blijkt dat er een direct verband bestaat tussen die governancekenmerken en de controlekwaliteit."

Heeft het toezicht van de AFM dus effect?
"
Dat kun je zo niet zeggen. Ik heb de relatie onderzocht tussen de gereguleerde werkomgeving van accountants en de kwaliteit van hun werk. Het toezicht van de AFM is maar één onderdeel van die gereguleerde context; de andere zijn de onafhankelijkheids- en de governanceregels. Ik heb drie aparte onderzoeken gedaan die samenhangen met controlekwaliteit, maar niet allemaal gaan over het toezicht van de AFM. Je kunt wel zeggen dat er een daadwerkelijk verband bestaat tussen de gereguleerde omgeving en controlekwaliteit."

'Er bestaat een daadwerkelijk verband tussen de gereguleerde omgeving en controlekwaliteit.'

Regels bevorderen kwaliteit?
"
Als je het heel simpel wilt zeggen, komt het daarop neer, ja."

Verbetering blijft noodzakelijk

Kunt u op basis van uw onderzoek zeggen wat de AFM kan verbeteren?
"Ik heb alleen gekeken naar het AFM-onderzoek bij de vergunningverlening. Daarna is het doorlopend toezicht ingevoerd en het toezicht verbreed. De AFM onderneemt nu ook actie op basis van signalen en incidenten en monitort de verbeteringstrajecten van kantoren. De resultaten van de toezichtonderzoeken worden sinds een wetswijziging niet meer anoniem gepubliceerd, maar mèt de kantoornamen. De wetgever verwacht dat dit een extra stimulans is voor verdere verbetering. Bij kantoren blijft de kwaliteit voorlopig hoog op de agenda staan. Het is een flinke uitdaging, die behoorlijk wat energie en investeringen eist."

De accountancy moet zich nog flink verbeteren?
"
De rapporten die de AFM tot en met 2014 heeft uitgebracht, laten zien dat de kwaliteit nog onvoldoende was. Maar het beroep is in 2014 wel wakker geschud en heeft veranderingen in gang gezet. Dat jaar was echt een aanjaagmoment."

Blijft u bij de AFM werken?
"
Nee. Ik ben vanaf 1 juni executive director bij de compliance afdeling van EY Accountants."

Gaat u daar iets aan de kwaliteit verbeteren?
"
Daar hoop ik wel aan te kunnen bijdragen, ja. Ik voel me als accountant natuurlijk nauw verbonden met het beroep en vind dat het relevant moet blijven. Dat kan alleen als het maatschappelijk verkeer erop kan vertrouwen dat de kwaliteit goed is."

Meer informatie

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

7 reacties

Harry Mock RA1

"het aantal kantoren dat zijn vergunning heeft ingeleverd" heeft volgens een tabel in het proefschrift betrekking op de eerste jaar na het intreden van de vergunningsplicht, omdat veel kleinere kantoren in de mening verkeerden dat de vergunning voor alle accountantsverklaringen vereist zou zijn.Toen dit niet het geval bleek , hebben ze zich en bloc afgemeld.Dat was geen inleveren van de vergunning,maar het annuleren van de aanvraag. De AFM heeft toch met rechtsdwang de volle kosten van de niet doorgegane aanvragen geind.
Dit heeft niets met kwaliteit te maken, het derde criterium om "kwaliteit"objectief te meten is derhalve niet zo sterk als het gepresenteerd wordt.,

Geert de Jonge

Dus eigenlijk vindt je het niet zo'n wetenschappelijk onderzoek Arnout?

Arnout van Kempen

Interessant. Wetenschappelijk onderzoek op basis van geheime informatie van de eigen werkgever, lijkt me een risico voor de wetenschappelijke controleerbaarheid op te leveren.

Maar los daarvan vind ik de criteria voor "kwaliteit" wel een boeiende:

"Ik heb de kwaliteit gemeten aan de hand van drie maatstaven: het aantal klachten en procedures tegen het kantoor, het aantal onderzoeken en sancties van de toezichthouder en het aantal kantoren dat zijn vergunning heeft ingeleverd"

Het aantal klachten en procedures lijkt me op voorhand geen gekke proxy voor kwaliteit. Mits daar de civiele procedures zijn meegenomen natuurlijk.

Het aantal onderzoeken en sancties door de AFM is alleen een bruikbare proxy voor "kwaliteit" als aan een paar randvoorwaarden wordt voldaan:
1. De AFM heeft zelf een goed idee van wat "kwaliteit" is, en hoe dat te meten. Toen we de Wta aan het schrijven waren hadden we dat inzicht nog niet, en dus werd "kwaliteit" niet als criterium in de wet gezet, maar gold "voldoen aan de wet" juist als kwaliteit-criterium. Zoals dat overigens met wetgeving meestal gaat.

Nu ontstaat zo op het oog een cirkelredenering. Kwaliteit is als wij van de AFM niet vinden dat de kwaliteit niet voldoet. Als toezichthouder kan je, en moet je waarschijnlijk, dat wel zeggen. Maar is dat wetenschap?

2. De AFM meet die "kwaliteit" met dezelfde diepgang en dezelfde toets-kans, voor alle kantoren, voor alle dossiers. Dat is evident niet het geval. De AFM zelf erkent moeiteloos en volkomen terecht in haar rapportages dat geen sprake is van statistische deelwaarnemingen. Alleen al daarom is dit kwaliteitscriterium dus niet bruikbaar.

Het derde criterium is alleen zinvol als beargumenteerd kan worden dat het inleveren van een vergunning iets zegt over controlekwaliteit. Wellicht is dat in dit proefschrift gedaan, maar dan ben ik benieuwd of is mee gewogen dat bij de vergunningverlening door o.a. een stevige lobby van het toen zalige NOvAA nogal wat kantoren een vergunning hebben aangevraagd die er geen nodig hadden. Alleen al daardoor is vrij simpel verdedigbaar dat het inleveren van een vergunning zou kunnen correleren met de verhouding tussen kosten en baten van die vergunning, en dus niet met de kwaliteit die door een kantoor wordt geleverd.

Kortom, boeiend verhaal. Maar ik mag hopen dat het aan waarde gaat winnen in de toekomst door kritische wetenschappelijke toetsing.

Jan Weezenberg

@Geert de Jonge 1 juni 2016
Geachte Heer de Jonge,
U schrijft heel to the point
"Regels bevorderen kwaliteit (van de controle)?
Als je het heel simpel wilt zeggen, komt het daarop neer, ja."
Simpele tegenvraag: meer regels voor waarderingsgrondslagen bevorderen de relevantie van de informatie in het jaarverslag.
Als je het heel simpel wil zeggen: Hoe kom je daar nou bij, nee natuurlijk !
(Henk Langendijk is het met me eens, denk ik)

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg

Harry Mock RA

Allereerst van harte gefeliciteerd met uw promotie.

Natuurlijk is uw conclusie dat de controlekwaliteit niet minder is als het kantoor zaken doet met een client de headline boven dit artikel geworden,omdat dit voor accountants een opzienbarende conclusie is.

Maar op elke geconstateerde regel bestaan uitzonderingen, en ik vraag mij af of uw stelling nog geldig is als een kantoor zijn hoofdkantoor van zeg eens een 50 miljoen laat bouwen door een grote klant. Het wordt nog twijfelachtiger als achteraf blijkt dat er bij deze bouw grote onregelmatigheden zijn geconstateerd.
Het doen van zaken met cliënten dient uit het oogpunt van onpartijdigheid integriteit en mogelijke belangenverstrengeling ontraden te worden.

Geert de Jonge

Prachtig, laten we voortaan alles heel simpel zeggen.

Regels bevorderen kwaliteit?
"Als je het heel simpel wilt zeggen, komt het daarop neer, ja."

U heeft ook onderzocht in hoeverre zakelijke relaties met de controlecliënt de controlekwaliteit beïnvloeden. Die invloed blijkt eerder positief dan negatief. Hoe zit dat?

Als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon dus?
"Als je het heel simpel wilt zeggen, komt het daarop neer, ja."

Pieter de Kok

Interessant stuk, vanuit meerdere perspectieven. Een hogere fee om onafhankelijkheid beter of extra te waarborgen.....en die hogere fee wordt dan niet doorberekend in verkoopprijs dienst en product? Is dat ook onderzocht?

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.