Jan Bouwens

Als bedrijven milieudoelen onderschrijven, dan moet het missen van die doelen ook echt consequenties hebben voor de beloning, meent Jan Bouwens.

Discussie Column

Missen van milieutarget moet pijn doen

Bedrijven verdringen zich om hun goede wil te tonen waar het hun bijdragen aan het milieu, sociale structuur en bestuur betreft (ESG doelen). Recent kondigde Apple aan hun bestuurders te belonen voor goed gedrag in dit verband. Shell geeft aan het milieu serieus te nemen en heeft om deze reden met ingang van 2018 milieuprestaties in het beloningspakket voor de raad van bestuur (RvB) opgenomen. Hoe beter de milieuprestatie, hoe meer inkomen. Maar werkt het wel op die manier?

Laten we Shell eens onder de loep nemen. In de jaarrekening 2019 rapporteert de remuneratiecommissie (pagina 136) dat de milieutargets zijn gehaald en dat aan de RvB dus de betrokken beloning is toegekend. In 2018 gaf Shell aan dat de Net Carbon Footprint (NCF) in 2019 ten opzichte van 2016 twee tot drie procent lager moet zijn. Dat doel is gehaald.

De vraag is in welke mate het huidige beloningsbeleid Shellbestuurders voldoende prikkelt om de beoogde verbeteringen in de NCF te realiseren. Hiervoor zijn twee redenen: het gewicht en de moeilijkheidsgraad van de target. Als het gewicht van NCF reductie ten opzichte van alle andere beloningselementen gering is en de inspanning die Ben van Beurden daarvoor moet leveren disproportioneel, zal hij deze target waarschijnlijk helemaal negeren, om zijn best te doen op prestatiegebieden die gemakkelijker te bereiken zijn. Het gewicht voor de bonus is twintig procent en het gewicht in het langetermijnbeloningsplan dat op energy transition wordt gelegd is tien procent.

Als het makkelijker is om financiële dan milieudoelen te halen, dan kan de RvB de onderliggende milieudoelen eenvoudig negeren. Immers, tachtig procent van de bonus en negentig procent van de langetermijnvergoedingen hangen af van de mate waarin de RvB operationele en financiële doelen bereikt. In 2019 zijn de doelen bereikt en zouden we dus mogen concluderen dat het systeem heeft gewerkt. Of toch niet?

We zien in de jaarrekening van 2019 terug dat de target voor 2020 is gesteld op een reductie ten opzichte van 2016 van drie tot vier procent. Nu heeft men in 2019 al naar een reductie van zo’n drie procent toegewerkt, zodat de moeilijkheidsgraad met één procentpunt werd opgetrokken. Of dat voldoende is valt te bezien, in het licht van de beoogde reductie die in 2035 twintig procent moet bedragen volgens de Parijsakkoorden. Met één procentpunt per jaar komt men er niet en we weten dat naarmate het doel dichterbij komt, realisatie ervan onevenredig veel moeilijker is. Shell moet en kan uitdagender doelen stellen. Maar als de remuneratiecommissie daartoe besluit, zou het wellicht beter uitkomen voor de RvB als men de milieudoelen geheel negeert, gelet op het geringe gewicht dat die vertegenwoordigen.

Zo'n keuze kan alleen worden voorkomen als de remuneratiecommissie elke bonusbetaling en langetermijnbetaling conditioneert op het behalen van milieudoelen. Kan niet, zegt u? Wel, Shell legt zo’n conditie wel aan als het om veiligheidsdoelen gaat: er mag niets mis gaan in Moerdijk. Gebeurt dat wel, dan krijgt het inkomen van de Shellmedewerker een knauw. Het kan dus wel degelijk, Shell past het al toe bij veiligheidsdoelen.

Concluderend: als bedrijven milieudoelen onderschrijven, dan is het van belang dat het missen van deze doelen onmiddellijke consequenties heeft voor het hele inkomensgebouw. Verder kan de remuneratiecommissie de RvB aansporen extra zijn best te doen, door een hoog gewicht te geven aan de mate waarin de RvB de gestelde milieutarget overtreft. Het moet pijn doen als milieudoelen worden gemist.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

8 reacties

Patrick de Veer

Dag Mr Bouwens, ik ben het zeker eens dat we uitstoot serieus moeten nemen en we stricter moeten acteren En daarmee nog vele andere zaken inzake biodiversiteit, etc. Mijn gevoel en de tijd zegt dat de meeste van de grote bedrijven van buitenaf maar langzaam veranderen. Een interne pijn (zoals uw voorbeeld veiligheid) zou veel meer teweeg brengen. Wellicht iets dat we aan deze bedrijven kunnen aandragen? maar de vraag is wat zien ze als echte pijn inzake uitstoot of andere ESG element?

Jan Bouwens

Geachte heer De Veer. Dank voor uw reactie. Als we het milieu echt serieus nemen moeten we de prijs van milieuvervuiling in overeenstemming brengen met de kosten. dat betekent dat CO2 uitstoot serieus veel meer moet kosten dan nu het geval is. Bedrijven (Shell incluis) en consumenten gaan dan anders kiezen. Nederland (en de EU) slaan niet af in die richting met als gevolg dat we achter blijven met ten opzicht van de Parijsafspraken.

Patrick de Veer

Mijn korte reactie op uw column is: ik denk dat het voelen van pijn deels helpt in het huidige model dat dergelijke bedrijven naleven. Maar ik denk niet dat dit de optimale oplossing is. Het zal iets helpen, maar ik ben bang dat het niet de versnelling te weeg zal brengen die we zo hard nodig hebben. Want hoeveel pijn zal een Shell topman of manager werkelijk hebben als hij of zij de milieudoelen niet haalt? Uiteindelijk kan een dergelijk persoon nog meer dan riant leven.

Helaas kon ik niet in 2.000 tekens volledig reageren. Voor mijn uitgebreide reactie zie hier:
https://greenaumatic.com/esg/reactie-op-missen-van-milieutarget-moet-pijn-doen-jan-bouwens-dutch-only/

Jan Bouwens

Geachte heer Weezenberg. Dank voor u vraag. Waar het om gaat is of de RvB van Shell zelfstandig kan beslissen of men maatregelen kan nemen die CO2-verlagend zijn. Het is verdedigbaar dat men zelke beslissingen kan nemen.

Jan Weezenberg

Geachte Prof. Bouwens.
Een bonus zie ik als een bedrag dat betaald wordt wanneer beter is gepresteerd dan de taakstelling.

Daarom wordt bij kostenbeheersing onderscheid gemaakt tussen controllable factoren en non-controllable factoren.

In Uw artikel ontbreekt dit onderscheid.
Ik ben het met Uw betoog eens , mits alleen toegepast op de controllable items.
En dat zal niet eenvoudig te bepalen zijn.

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg

Marcus Looijenga

Goed om deze column te lezen. We zien best een groei van niet-financiële (of duurzaamheid) prestatie indicatoren als onderdeel van de remuneratie. Tegelijkertijd is dit vaak maar een klein stukje van het totale pakket. Dit kan natuurlijk 'gewoon' een groter worden gemaakt, maar we zouden ook kunnen kijken waar lange termijn financiële prestaties en duurzaamheidsprestaties hand in hand gaan, dan wordt de incentive om duurzamer te handelen alleen maar groter.

Mathilde Maas Kuper

Eens! En sprekend uitgewerkt. Pijn stuurt gedrag. Dus als iets geen pijn doet dan moeten we vertrouwen op een intrinsieke motivatie. Maar die zien we (tot nu toe) niet veel bij bestuurders. Dus dan is een echte pijnprikkel een goede externe motivator.

Frank van Ee

Helemaal mee eens. Voor langetermijn waardecreatie zijn de realisatie van zowel financiële als niet-financiële targets van belang. Daarbij moeten de geformuleerde targets onderling met elkaar samenhangen en in balans zijn. Wat mij betreft worden er minimumafspraken gemaakt voor alle targets waarbij de bonusbetaling niet wordt uitgekeerd op het moment dat een van de targets niet wordt gehaald.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.