In het domein van de wettelijke controle levert de accountant weliswaar allerlei diensten, maar de dienst die bij wet geregeld is, is opmerkelijk simpel: artikel 393, lid 6 BW 2 geeft aan dat de accountant die een onderzoek doet naar de getrouwheid van de jaarrekening, keus heeft uit vier smaken. De beroepsorganisatie heeft in haar eigen regelgeving vrij nauwkeurig vastgelegd hoe die vier smaken er uit zien.
Uit de opleiding kennen we allemaal nog wel de formule die aan het onderzoek ten grondslag ligt: ACR = IR x ICR x DR. ACR is de gekozen zekerheid, ofwel de kans dat de accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring afgeeft. IR en ICR zijn feitelijk gegeven, de accountant kan alleen door onderzoek vaststellen hoe hoog deze risico's zijn, maar hij heeft daar zelf geen invloed op. DR wordt bepaald door de hoeveelheid gegevensgerichte werkzaamheden die de accountant uitvoert en hier heeft de accountant wel invloed op. Let wel, ACR beweegt dus niet. Je kan de formule dus ook opschrijven als:
Hoeveel werk moet ik doen = hoge maar niet absolute mate van zekerheid / wat de klant zelf al doet.
Ik lees veel dat het accountantsberoep enerzijds maar langzaam innoveert en anderzijds dat we met innovatie een toename van audit quality gaan zien. Om met dat laatste te beginnen: waaruit bestaat die hogere kwaliteit dan? Niet uit meer zekerheid, want die was gegeven. Als we door innovatie beter zicht krijgen op IR en/of ICR, dan betekent dat alleen maar toename van de efficiency, niet van de effectiviteit. Immers, DR of de hoeveelheid werk om DR te bereiken kan veranderen, maar daarmee verandert de uitkomst niet. Dat is fijn voor de accountant, want meer efficiency en zolang de klanten dat niet doorhebben dus ook een hogere marge. Maar meer levert het niet op binnen het domein van de wettelijke controle.
Tenzij!
Tenzij ACR in het verleden in werkelijkheid lager lag dan het beroep beloofde. Dan is er winst te maken in de kwaliteit, dan is de boodschap dus "dankzij innovatie gaan we leveren wat we de wereld al decennia ten onrechte beloofden". Maar dat is een rare boodschap. Zo raar dat je je in redelijkheid mag afvragen welk kantoor in hemelsnaam bereid is die te brengen naar haar klanten. "We hebben u jarenlang voorgelogen, maar dankzij innovatie X gaan we nu toch eindelijk echt leveren wat we altijd zeiden te leveren."
En daar zit de innovatie-paradox. De wettelijke controle kan alleen innoveren als we ofwel het product dereguleren zodat product-innovatie zin krijgt, of als de branche breed vertelt dat ze de kluit al pakweg een eeuw belazeren. Aangezien de branche de kluit niet belazert, is innovatie van de wettelijke controle onmogelijk bij de bestaande regulering. En of de CTA, de kwartiermakers, de minister, de AFM of de innovatie-hobbyisten dat nu anders zien of niet, de waarneembare werkelijkheid geeft mij gelijk: alle innovaties zijn ofwel gericht op efficiency en dus winst voor de accountant, of modderen voort, gedreven door enthousiasme maar zonder realistisch business model.
Wie werkelijk innovatie wil, zal onder ogen moeten zien dat innovatie ontstaat onder druk. Marktdruk bijvoorbeeld. Voor de wettelijke controle betekent dat stevig dereguleren, afschaffen of tenminste tot de oob's beperken van de controleplicht en stevig inperken van de NV COS en het daarop gebaseerde AFM-toezicht.
Of niet. Maar dan niet blijven klagen dat accountants niet zo snel willen innoveren. Accountants zijn gewoon prima bedrijfseconomen, die niet innoveren omdat een of andere hobbyist dat leuk vindt, maar omdat innovatie competitief voordeel moet opleveren.
Bij uw eerste reactie op deze site vragen wij om een bevestiging.
Er is een bevestigingsmail naar het door u opgegeven e-mailadres gestuurd.
Ron Heinen
Bij audit quality en innovatie zijn niet alleen de achteruitkijkspiegels belangrijk (controle) maar ook de voorruit (voorspelling).
Als diaken van het bisdom ‘s-Hertogenbosch is Jesaja 41:23 wellicht inspirerend: 'Geeft te kennen wat in de toekomst komen zal, opdat wij weten, dat gij goden zijt.'
Ruud Kerssens
Interessante stellingname. Een ander perspectief: Het vaststellen van inherente risico’s en interne beheersingsrisico’s zijn voor de huidige accountant grote uitdagingen. Het inherente risico ‘standaard’ als uit de boeken naar voren komt of in het verleden bij een klant is gehanteerd? Ontwikkelingen in de globalisatie, onderlinge afhankelijkheden in de keten en vooral digitale gevoeligheid van organisaties gaan snel. Bedreigingen veranderen en nemen toe, en de impact op het functioneren van organisaties, als zo’n bedreiging zich voordoet, zijn significant groter. Recente voorbeelden van ransomware aanvallen zijn tekenende voorbeelden. Dit plaatst organisaties voor grote uitdagingen. Risico’s veranderen waar je bij staat. In antwoord daarop: het belang van risicomanagement in organisaties neemt toe als ook de balans en samenhang van preventieve, detectieve en repressieve maatregelen. ICT geeft hier kansen in voor innovatie. Veranderingen = uitdagingen voor accountants en urgentie om meer te investeren in de inventarisatie en analyse van inherente risico’s en het vaststellen hoe ‘agile’ een organisatie in staat is deze veranderende risico’s te volgen. Daarvoor is innovatie noodzaak om de ontwikkelingen te volgen en nog in staat te zijn de wettelijk taak te kunnen verrichten = effectief te zijn. Dus niet enkel gericht op het meer integraal en slim omgaan met de beschikbare data, waar veel ontwikkelingen zich nu op richten. Investeren in middelen en methoden om dat inherent risico en gerelateerde interne beheersingsrisico handen en voeten te geven. Veranderingen = mega kans voor de beroepsgroep. De innovatie op het vaststellen van inherente en interne beheersingsrisico’s draagt direct bij aan het inzicht wat het management van de organisaties en het maatschappelijk verkeer vragen. Hier kunnen wij als beroepsgroep impact hebben en van toegevoegde waarde zijn, niet alleen in woord maar ook in beleving door de betrokkenen.
Yahya Latif
Hi Arnout, Een paar opmerkingen. IR en ICR zijn een gegeven? Als de accountant dit niet goed inschat dan betekent dat dat daar een kwaliteitsslag gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld het geval als de gemiddelde accountant of toetser op basis van zijn werkzaamheden anders zou inschatten dan de nu controlerende accountant
De definitie van audit quality is een belangrijke voor de discussie. Wat is dat eigenlijk? Hoort het juist gebruik maken van de juiste (welllicht ook meest efficiente) controletechnieken ook daarbij? Ik vind van wel. Belangrijk om audit quality te definieren voordat wordt gekeken hoe dat verbetert kan worden. In mijn ogen is dat breder dan alleen het correct uitvoeren van een controle conform de regels en het goed documenteren daarvan. De gebruikers van onze verklaring moeten dat mijns inziens ook mede kunnen bepalen.
Ik ben het met je eens (als ik het goed samenvat) dat innovatie niet (per definitie) een impact heeft op de audit quality. Alleen als je de verkeerde tools hebt gebruikt of verkeerde werkzaamheden hebt verricht en door innovatie de kwaliteit verbetert is dat het geval.
Geert de Jonge
De formule van het ARM brengt met zich mee dat het ACR alleen vast is als je de drie grootheden rechts exact kunt kwantificeren. Maar van de grootheden rechts is alleen het steekproefrisico als onderdeel van het detectierisico kwantificeerbaar. De rest berust op schattingen. Als resultante is het ACR dan zelf ook niet meer dan een schatting. Het is ook niet voor niets dat er in de standaarden geen norm voor het ACR wordt gegeven. Het achteraf gerealiseerde ACR zou de ultieme AQI zijn, maar blijft een niet te bepalen grootheid.
Frans Kersten
@Wim Nusselder. Deze discussie vond toen plaats in het blad 'De Accountant', toen naast verenigingsnieuws voornamelijk gevuld met inhoudelijke artikelen , verscheen 11 keer per jaar (als ik het goed heb) en was niet het magazine dat het nu is. Wellicht ook in het MAB (toen nog op papier). Het denkmodel/de formule werd ook nog wel eens uitgebreid door bijvoorbeeld het cijferanalyserisico (CAR) ter verbijzonderen. Daarin mocht dan alleen de toetsende cijferanalyse meegenomen worden. Mijn inziens zou juist deze met behulp van innovatieve toepassingen met grotere zekerheid vastgesteld kunnen worden.
Albert Bosch
@Wim Nusselder
Als pure rekenformulier heeft de Audit Risk Model (ARM) volgens mij enkele decennia geleden maar een blauwe maandag bestaan. Het is een denkmodel. En het is niet een denkmodel met een constante, maar sommige waarden, eenmaal kwalitatief (hoog-middel-laag) ingeschat, blijven dan constant. En die inschatting varieert per entiteit. Goede toepassing van het ARM vereist een zeer grondige kennis van de entiteit en haar omgeving.
Deze reactie ruimte is te beperkt om het model jou verder uit te leggen, maar er zijn voldoende studieboeken beschikbaar waarin dit model wordt uitgelegd (o.a. Hayes et al.).
De column van Arnout gaat niet over welk zekerheidsniveau gekoppeld kan worden aan het ACR. Ik pas ook voor een al te mathematische discussie daarover, maar wellicht roepen we dat lot een beetje over ons af. Wij hebben de unieke combinatie van een sterk cijfermatig ingesteld beroep (met steekproeven en verbandscontroles) en tegelijk ook sterk beschouwend en kwalitatief ingesteld beroep (met risicoanalyses en professionele oordeelsvorming). Ik twijfel ook wel eens of de vereiste masteropleiding in de route naar RA niet meer een Master of Arts in plaats van een Master of Science zou moeten zijn, maar dit terzijde. Punt dat ik ter afsluiting wil maken: Arnout gebruikt het ACM niet kwantitatief, maar kwalitatief voor zijn stelling(en). Daar kun je het uiteraard mee eens of mee oneens zijn.
@ Jan Weezenberg, een Catch-22 is al lastig, maar Catch-484 helemaal.
Wim Nusselder
Interessant, Frans! Waar vond die ‘coryfee-discussie’ plaats? Is die ergens gedocumenteerd en online te vinden?
Inderdaad: denkmodel, geen formule! Als denkmodel wél heel nuttig, natuurlijk. Slechts als ‘berekenbare’ formule dubieus. (Dubieus = twijfel/vragen oproepend ≠ diskwalificatie, Arnout.) Dus is het prikkelend en discussie bevorderend om even net te doen alsof het wél een berekenbare formule is… Dank je daarvoor, Arnout!
Ik vond die formule ook in de vorm ACR = f ( IR, ICR, DR ). Dan zou in die functie zomaar eens een ‘constante’ kunnen zitten… DIE verandert door innovatie en dan gaat je redenering niet meer op, Arnout...
Interessant vind ik vooral dat de ACR kennelijk kan verschillen! Dat impliceert dat accountants de keuze hebben hoeveel kwaliteit ze leveren… In een publieke context leveren ze kennelijk méér kwaliteit (want ACR = 1%) dan in een private context (want ACR = 3 - 5%). Wegens allergie voor ‘onrechtmatigheid’ in de publieke sector? Omdat ‘rechtmatigheid’ daar een ‘fetish’ is (terwijl politiek zou moeten focussen op doelen)? Door gebrek aan vertrouwen in overheid, not-for-profits & ANBI’s, minder dan in aandeelhouders?? Ondanks ons onvolprezen democratische systeem, dat in de private sector onderontwikkeld is (denk aan de Wet op de Ondernemingsraden)?
In een private context hebben accountants kennelijk speelruimte (3 - 5 %). Op grond waarvan maken jullie die keuze…?
Gerard Dirven
Dag Arnout,
Leuke en prikkelende column. In mijn jeugdige overmoed ben in 1990 afgestudeerd op het verwerpen van deze 'formule' (=denkkader). Ik heb met verve verdedigd dat de enig juiste formule: ACR = DR is.
Kern van mijn betoog was de onmogelijkheid om een juiste objectiveerbare inschatting te maken van IR en ICR. Alles wat de onderneming aan interne beheersing doet helpt mee om het ACR te verkleinen, maar alleen bij juiste inschatting van IR en ICR doet de accountant precies genoeg. IR/ICR te hoog ingeschat dan teveel werk; IR en ICR te laag ingeschat dan te weinig werk.
Vervolgens rest dan nog een klein vraagje. Wanneer heb je als accountant voldoende werk gedaan om het DR gelijk te hebben aan het beloofde ACR? Een detail.
Vragen zijn dus wat mij betreft: 1. of innovatie onze afhankelijkheid van een objectiveerbare inschatting van IR/ICR kan verkleinen? 2. wanneer hebben we genoeg, maar vooral ook de juiste werkzaamheden, gedaan om het beloofde ACR te leveren?
De subjectieve elementen in de 'formule' hebben voldoende elementen in zich om de kluit te kunnen belazeren, maar deze triggeren een ander risico waar de accountant beducht voor is en dat is het RR (reputatierisico) in de formule:
RR= RBF* de kans dat deze wordt ontdekt*financiële schade* risico dat belanghebbenden de schade willen verhalen. Of naar 'Zwolle' willen natuurlijk.
Hierbij is RBF het risico op een beroepsfout als functie van ACR.
Innovaties zijn dus wat mij betreft gericht op het onafhankelijker worden van de interne beheersing bij de uitvoering van onze controles teneinde het RR te verkleinen. Innovatie is dus in het intrinsieke belang van accountants.
Met vriendelijke groet,
Gerard Dirven
Frans Kersten
Ik en mijn RA-opleiding dateert nog van voor de invoering van de formule. De invoering ging niet zonder slag of stoot en leidde tot veel discussie onder de toenmalige coryfeeën van de accountancy (inmiddels voor een deel overleden). O.a. dat je de componenten helemaal niet met elkaar mag vermenigvuldigen en het dus feitelijk geen module is maar een denkmodel. M.i. heeft de invoering van de formule wel degelijk een effect gehad op de kwaliteit van de controle, maar ben ik niet bekend met onderzoek daarnaar. Ik haal dan vaak het volgende voorbeeld aan. Ik was nog werkzaam voor de Rijksoverheid. Twee van mijn oud-directeuren (Hoofd DAD) waren overgestapt naar verschillende grote kantoren. De een vroeg aan de ander hoe het kon dat die zo laag geoffreerd had voor een bepaalde opdracht. Het antwoord: ik loop weinig risico en hoef dus weinig werk te doen ... Voor de invoering van de formule was het 'not done' om in een controlesector geen waarnemingen te doen. Daarna dus wel. Aanvullend is het dan vreemd dat de ACR kan verschillen (overheid 1%, bedrijfsleven 3-5%). Tot slot heeft de ACM diverse malen aangetoond dat het kwaliteitsprobleem o.a. zat in het onvoldoende onderbouwen van het controleplan of niet uitvoeren van wat volgens het controleplan wel gedaan had moeten worden. Dan heeft innoveren natuurlijk geen zin ..
J.N. Weezenberg
Geachte auteurs, In het tijdschrift “Accounting”, februari 2005 , schreef ik in een artikel een paar citaten, die ook nu nog gelden. *Eccles (1991): It is easier to create a revolution than to practice it *Weggeman c.s. (in Harvard Business Review, 1988): Als gevolg van de overmaat aan meningen over hoe het zou moeten, is er onduidelijkheid over de koers die richtinggevend moet zijn voor het handelen.
In hetzelfde artikel noemde ik een paar probleempunten bij het proces van omgaan met problemen door controllers: *Problemen zijn in afnemende mate “routine”, probleem onderkenning wordt daardoor steeds moeilijker *Oplossingen zijn in afnemende mate standaard en in toenemende mate complexer : steeds meer kennis nodig op het gebied van Problem solving *Bij het omgaan met problemen moet worden gewerkt vanuit mono disciplinaire aanpak (via multi disciplinaire aanpak (controllers automatiseringsdeskundigen ) naar interdisciplinaire aanpak (idem, plus de hele omgeving, zoals experts op het gebied van circulaire economie, toename van de macht van politiek en van wetgevers, allerlei actiegroepen, enz,). De implementatie van een oplossing wordt daardoor steeds moeilijker (zie Eccles) *De vereiste beschikbaarheid van de oplossing wordt in toenemende mate korter . Sterke druk op de beschikbare doorlooptijd.
Ik heb het artikel onder de aandacht gebracht van Nijenrode met de vraag “Wat betekent dit voor de vereiste opleiding van accountants ? “.
Er wordt (naar ik aanneem) nog steeds op een antwoord gestudeerd. En dat moet dan nog worden vertaald naar eindtermen.
Vriendelijke groet, Jan Weezenberg
Arnout van Kempen
Perry, je illustreert exact mijn punt. Ofwel de “extra” zekerheid levert niks op, buiten efficiency, ofwel de zekerheid was in het verleden minder groot dan beweerd.
Perry van der Meer
Innovatie kan in mijn ogen wel degelijk bijdragen aan de kwaliteit van wettelijke controles.
Stel: je wilt testen of betalingen naar het juiste rekeningnummer over zijn gemaakt.
Traditioneel zou je een steekproef/deelwaarneming kunnen doen, waarbij je bijvoorbeeld een 30-tal facturen naast de betaling legt.
Innovatief zou je op basis van een bankexport een tal van analyses (waarvoor ik uiteraard de oproepen om te leren programmeren onderschrijf) kunnen doen op wisselende rekeningnummers, rekeningnummers die slechts eenmalig worden gebruikt of één van de vele andere indicatoren voor problemen. Van die uitzonderingen kan ik nog steeds 30 items bekijken zoals ik dat traditioneel ook had gedaan.
Echter geeft de innovatie optie mij meer toegevoegde waarde dan de traditionele manier. Er is meer data onderworpen aan een 'onderzoek' en we kunnen de tijd besteden aan de dingen waar het echt om gaat. Dat vind ik ook kwaliteit.
Jan Weezenberg
@Albert Bosch 9 april 2021 Geachte Heer Bosch,
U schrijft: "de echte catch-22 , namelijk wat is het antwoord op die ene vraag die ons alle bezighoudt: Wat Is Audit Quality?"
Er is niet sprake van die ene vraag !
Hierbij een paar citaatjes uit de gezag hebbende literatuur:
AUDIT QUALITY AN IAASB PERSPECTIVE January 2011
Perceptions of audit quality VARY BETWEEN STAKEHOLDERS, depending on their level of direct involvement in audits and on the lens through which they assess audit quality
Dichter bij huis:
v.d. Broek en Duffelen in MAB, maart 2021: Wanneer wij de omschrijving van AQI’s die deze toezichthouders hanteren in hun (meest recente) publicaties over AQI’s met elkaar vergelijken,….. dan valt het ons op dat de toezichthouders CPAB, ACRA en IRBA ELK EEN EIGEN OMSCHRIJVING van het AQI-concept hanteren.
Dus: Catch 484 (22 *22)
Vriendelijke groet, Jan Weezenberg
Arnout van Kempen
Niet “wij”, maar de wetgever. En die definieert de wettelijke controle heel duidelijk, heel nauwkeurig en zonder al die extra’s. Vandaar dat ik maar weer herhaal: ik heb het over innovatie, audit quality, in de context van de wettelijke controle. Mijn stelling dubieus noemen en dan met een stropop komen is best bijzonder.
Wim Nusselder
Laat ik ook weer eens een duit in het zakje doen, voordat ik het verleer (nu ik geen EICPC-bestuurslid meer ben).
Een intrigerende en provocerende redenering, Arnout, maar dubieus:
Zal best, dat jullie je dienst ‘wettelijke controle’ (niet alle accountantscontrole!) strikt omschreven hebben. Dat kan echter in meer of minder tijd, met meer of minder uitleg, met meer of minder ‘natuurlijk advies’, dus altijd beter of slechter. Moderne Marketing kan zelfs Grootmoeders Boterbabbelaars, waarvan het recept al eeuwenlang vastligt, NU NOG BETER! Presenteren: de belevingswaarde vergroten. Verhaal, verpakking, vriendelijkheid: allemaal extra dimensies.
Die fraaie formule biedt slechts een illusie van kwantificeerbaarheid. Kwantificeren is slechts mogelijk voor de fysieke werkelijkheid (met onzekerheidsmarges): in een koekjesfabriek die ingrediënten combineert tot boberbabbelaars. In sociale en narratieve werkelijkheid zijn mensen, een ecosysteem van organisaties en betekenisgeving in het spel; daar kan dat NIET. Accountantscontrole is GEEN natuurkunde: hoeveel boekwerken je ook volschrijft met wetten, regels, nadere voorschriften en toelichting, er blijven meer dan 50 grijstinten tussen ‘klopt’ en ‘klopt niet’. De zekerheid die “klopt” levert en het risico dat dat oordeel ‘er’ substantieel naast zit zijn dienoverkomstig mistig.
‘Innovatie’ suggereert dat ‘nieuw’ per definitie ‘beter’ is: ‘kwaliteit verhoogt’. ‘Kwaliteit’ is echter per definitie ‘niet-kwantiteit’, ‘niet-kwantificeerbaar’ en dus niet ‘hoog’/’laag’… En dan zou ‘kwaliteit’ tegelijkertijd ‘compliance’ aan oude (verouderde?!?), dus ‘niet-nieuwe’ eisen impliceren…??
Innoveer toch eens ECHT! Laat dat controlekwaliteit-fetishisme los! ‘Auditen’ = mee-kijken, perspectief verbreden, helpen navigeren in volatiliteit en complexiteit! Jullie kunnen meer dan klanten vastpinnen op richtlijnen en regels en controleren of ze doen wat niet kan: een veranderende werkelijkheid betrouwbaar weergeven!
Amar Ramadanovic
Dank voor deze bijdrage, Arnout van Kempen. Zeer interessante benadering! Ik denk dat innovatie wel degelijk kan bijdragen aan kwaliteit als je een bedrijfseconomische benadering neemt. Definieer kwaliteit als de mate waarin wordt voldaan aan de verwachtingen van de stakeholders van de controle. Dankzij innovatie kun je de gewenste mate van zekerheid verstrekken in minder uren en met een tijdbesteding die beter aansluit bij de behoeften van bijv. de met governance belaste personen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan meer tijd nemen om relevante discussies te voeren over verantwoordelijkheden ten aanzien van fraude, mede op basis van de inzichten uit data-analyse. Of andere onderwerpen die relevant zijn voor stakeholders.
Albert Bosch
Hi Arnout,
Een leuk blog over onderwerpen die mijn interesse hebben. Zoals wij eerder bespraken en zoals je op LinkedIn aangeeft kan in mijn optiek IR en ICR in de loop van de tijd ontwikkelen (opschuiven) en als accountant moet je dan mee met je DR om het ACR op constant en hoog niveau te houden. Dan kan (mede) door te innoveren.
Ik sluit daarnaast niet uit dat het ACR wel íets hoger kan uitkomen. Als ik met data-analyse of (andere) innovaties opschuif van minder deelwaarneming naar meer integraal, dan verklein ik wellicht het DR. En bij verder constante IR en ICR verklein ik daarmee dus het ACR (naar lager dan nodig) en vergroot ik de mate van zekerheid (al zal die mate nimmer op 100% komen). Maar naar buiten toe verkopen we één niveau van zekerheid (de redelijke mate) en dus moet dat (sector breed) wel het minimum niveau zijn, of je schiet als accountant tekort (niet voldoende geschikte zekerheid). Oftewel, de vaktechnische kwaliteit kan soms hoger zijn dan het minimale hoge niveau aan zekerheid, en dat kan wellicht door innovatie worden bereikt.
Maar er zit zoveel meer in dit onderwerp. Als ik door innovatie sneller kan controleren of mijn planning beter kan sturen en daardoor eerder in het kalenderjaar t+1 klaar ben (nog even los van de innovatie met continuous auditing), dan is dat ook kwaliteit verhogend. Als gebruiker heb ik liever nu een gecontroleerde jaarrekening dan morgen. Dat is wat ik eerder functionele kwaliteit heb genoemd.
Vaktechnische en functionele kwaliteit als twee zijdes van dezelfde medaille. Maar dan komen we bij de echte catch-22 , namelijk wat is het antwoord op die ene vraag die ons alle bezighoudt: Wat Is Audit Quality?
Ton Abelen
Even zoeken levert toch op dat er regelmatig laten we zeggen "niet zorgvuldig genoeg" werk is geleverd. Dus zolang er op deze simpele wet met zijn vaste formule nog fouten worden gemaakt en controle nodig is, denk ik dat er toch ruimte voor verbetering is. Wellicht komt hier ook het beeld vandaan dat de notariële branche weinig innoveert. Meten is weten, dus waarom niet innoveren op de uitvoering en controle zodat de kwaliteit echt hoog komt te liggen? De technologie is er.
Arnout van Kempen
Vanzelfsprekend is er veel goeds te innoveren. Dat is niet mijn punt. Het probleem is dat wat Gert-Jan opmerkt niet klopt, als accountants hun werk tot op heden goed deden (en dat neem ik aan). De zekerheid was al “hoog maar niet absoluut”, daar zit geen ruimte voor verbetering. en de wettelijke controle doet NIETS anders dan het leveren van zekerheid over 1 vraag. Dus de innovatieruimte in kwaliteit is nihil, tenzij de mate van zekerheid tot op heden lager was dan beweerd. Het spijt me, maar de beperkingen en de logica van de wettelijke controle geven gewoon geen ruimte voor innovatie die kwaliteitsverhogend werkt. Nogmaals, tenzij het beroep nu zegt dat in het verleden niet fouten zijn gemaakt tegen een op zichzelf goede aanpak, maar dat de aanpak als geheel gewoon niet zo goed was als altijd beweerd. Het beroep mag het zeggen. Ik vrees dat we een catch-22 hebben gecreëerd.
Ton Abelen
Innoveren is een breed begrip. Overgaan van een brieven naar e-mail versturen is innovatie. Dus als je zo specifiek naar de jaarrekening kijkt heb je een punt dat je zou kunnen concluderen dat als hier ruimte voor verbetering zit je je werk dus niet goed deed. Maar innovatie is vaak ook een drijfveer om naast kosten te besparen hogerop in de rangorde te komen, oftewel meer inhoudelijk met je klant meedenken dan alleen de cijfers controleren. Op dat gebied valt nog veel te winnen, en dat is wellicht ook nodig aangezien je uiteindelijk het controlewerk zoals je beschrijft zou kunnen automatiseren, waardoor je werk verschuift van het controleren van cijfers naar controleren van het model, en dat snijdt waarschijnlijk hard in de omzet. Ik ben van mening dat je innovatie pas moet toepassen als er een valide businesscase is die past in je strategie of operatie. Voor de early adapters is dat pionieren, bij positief resultaat zal dat tot de druk leiden om mee te gaan.
Gert-Jan Jordaan
Innovatie kan toch leiden tot een hoge(RE) mate van zekerheid. Alleen is de vraag wie hiervoor wil betalen.
R.J.A.M. Vromans
Ik denk dat accountants, net als andere beroepsgroepen, in de tijd gezien zeker mee evolueren.
Dat wil dus niet zeggen dat accountants, net als andere beroepsgroepen, altijd de kluit in het verleden maar hebben belazerd.
Alleen de door de accountants gebruikte techniek zal altijd wat achter lopen bij de nieuwste ontwikkelingen en daar moeten wij als accountants extra op beducht zijn bij de controles van complexe high tech (financiële) bedrijven.
Voortdurende vernieuwing (audit quality) vond altijd wel plaats, vindt altijd plaats c.q. zal altijd moeten plaatsvinden maar soms gaat het niet zo snel als wat wenselijk is in de markt.
Persoonlijk denk ik dat de meeste accountantskantoren en de meeste accountants sinds 2006 echte grote stappen hebben gemaakt - dankzij met name de AFM - maar of dat al voldoende is zal de tijd moeten uitwijzen. De lat ligt (te) hoog.
En naast accountants zal ook het bedrijfsleven, welke in eerste instantie verantwoordelijk is voor de jaarrekeningen, in gelijke trend moeten mee evolueren in haar AO/IB en daar hoort een gedegen beheersing van de complexe high tech ICT-risico’s bij.
Pieter de Kok
Ik durf wel te stellen dat de werkelijke kwaliteit (de basis), de efficiency en de meerwaarde spinoff (los van de formule), omhoog gaat door slimme innovatie. Dat dat een gekke boodschap is deel ik, maar het is wat het is. Zijn veel clienten bereid daarin te investeren, een aantal wel, een groter deel niet.
Dat innoveren veel geld kost en er weinig mensen in beroep zijn die er daadwerkelijk iets mee willen doen is een feit. Sterker, ook de veel geprezen jonge helden staan niet allemaal te springen om actief mee te doen aan een Avondje Python of Tableau of brainstormen over andere opzet Accountantsverslag.
Is dat erg? Welnee. Gewoon doorgaan, maar in kleine stappen vooruit en hopen op goede mix team en clienten. Ja toch?
Jan Weezenberg
Geachte Heer van Kempen, Van 1958 tot 1964 werkte ik in de accountantspraktijk bij een Big 4 kantoor. Nog niets gereguleerd en alles liep als een trein.
Dus Uw voorstel voor deregulering is perfect en doelgericht.
Maar wat moeten we dan met de lange lijst van CTA, de kwartiermakers, de Minister, de AFM en de hobbyisten, de werkgroepen, de communities, de faculties ?
Die moeten toch op de een of andere manier bezig worden gehouden. En liefst met wat zinvollers dan wat ze vandaag doen. Ik ben bang dat deregulering een sprookje blijft.
Vriendelijke groet, Jan Weezenberg
Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.
Aanmelden nieuwsbrief
Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.