Arjan Brouwer

Laten we werk maken van het opheffen van de geheimhoudingsplicht voor de communicatie tussen accountants, meent Arjan Brouwer.

Discussie Column

Fraude?! Ssssst….

Accountants en accountantsorganisaties zijn, enkele uitzonderingen daargelaten, verplicht tot geheimhouding van gegevens of inlichtingen waarvan ze het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden. Geheimhouding heeft een belangrijke functie. Tijdens de controle komt de accountant in aanraking met vertrouwelijke informatie en als iemand vertrouwelijke informatie deelt met de accountant, moet diegene erop kunnen vertrouwen dat de accountant deze informatie vertrouwelijk behandelt. Als iemand daar niet op kan vertrouwen, zal deze nog wel een keer extra nadenken voordat hij of zij informatie deelt met de accountant.

Het is over het algemeen ook niet de taak van de accountant om rechtstreeks stakeholders te informeren over zaken die de gecontroleerde organisatie betreffen, maar om erop toe te zien dat de gecontroleerde organisatie zelf relevante en betrouwbare informatie verstrekt. Als de gecontroleerde organisatie informatie achterwege laat die noodzakelijk is voor het vereiste inzicht, of deze informatie verkeerd weergeeft, dan komt dat tot uitdrukking in de controleverklaring.

Maar met enige regelmaat knelt de geheimhoudingsplicht ook. Vertegenwoordigers van beleggersorganisaties VEB en Eumedion hebben in het verleden bijvoorbeeld opgeroepen tot meer openheid van de accountant in specifieke gevallen, of in het algemeen over communicatie tussen de accountant en de gecontroleerde organisatie, zoals de aan management en rvc gerapporteerde tekortkomingen in de interne beheersing (‘management letter’). Accountant Mazars, die in een specifieke situatie een reactie gaf op een dergelijk verzoek van de VEB, kreeg echter een tik op de vingers van de rechter. Grote veranderingen ten aanzien van de geheimhoudingsplicht zullen dan ook nog heel wat discussie vergen. Maar in deze column wil ik ingaan op een specifiek aspect waar de accountant naar mijn mening meer communicatiemogelijkheden moet krijgen ten behoeve van een effectievere controle, namelijk in het geval van vermoeden van fraude, corruptie of omkoping.

Als maatschappij willen we fraude, corruptie en omkoping uitbannen. Ook de accountant vervult daarbij een rol. Maar de geheimhoudingsplicht zoals we die nu kennen helpt daar niet bij en ik kan me niet voorstellen dat deze aansluit bij de maatschappelijke verwachtingen. De geheimhoudingsplicht zorgt ervoor dat accountants soms met één hand op hun rug moeten vechten tegen fraudeurs. Stel bijvoorbeeld dat onderneming A en gemeente B beide worden gecontroleerd door aan accountantsorganisatie X verbonden accountants. Stel nu dat de accountant van onderneming A vermoedt of vaststelt dat een medewerker van de onderneming iemand bij gemeente B omkoopt, in ruil voor de gunning van opdrachten. Wat zou de maatschappij verwachten? Natuurlijk dat accountantsorganisatie X dit aan beide kanten uitzoekt en zorgt dat het probleem aan beide kanten wordt aangepakt.
Maar wat zeggen de regels? “Ssssst…. accountant van onderneming A, niets zeggen tegen je collega die gemeente B controleert. Dit moet je wel geheimhouden. Hopelijk ontdekt hij het zelf.”

Wat mij betreft is het niet wenselijk, en maatschappelijk onuitlegbaar, dat in een situatie als deze de geheimhoudingsplicht geldt. Als een fraude is vastgesteld kan de accountant nog eisen dat de onderneming als onderdeel van het herstel ook de andere partij informeert en anders de opdracht teruggeven. Maar juist bij een vermoeden van fraude kan het de effectiviteit van het onderzoek ten goede komen als het onderzoek aan beide kanten plaatsvindt en wordt afgestemd. Zeker als dezelfde accountantsorganisatie beide betrokken organisaties controleert, zou de maatschappij toch mogen verwachten dat de eindjes aan elkaar worden geknoopt ten behoeve van effectieve fraudedetectie en -bestrijding.

En als we nog een stap verder gaan, zouden we dan niet moeten willen dat ook accountants van verschillende accountantsorganisaties in dergelijke situaties zonder meer met elkaar kunnen communiceren, ten behoeve van effectief onderzoek bij vermoedens van fraude of omkoping? Voor de gecontroleerde organisatie kan in dat geval nog steeds worden gewaarborgd dat ook voor de andere accountant een geheimhoudingsplicht geldt, als het gaat om de communicatie met derden.

Dus laten we werk maken van het opheffen van de geheimhoudingsplicht voor communicatie tussen accountants. Want een extra paragraaf over fraude in de controleverklaring is mooi, maar echte communicatie ten behoeve van fraudebestrijding is beter.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

17 reacties

Jan Weezenberg

Geachte auteurs,

Arjen Brouwer benoemt een serieus probleem.
Hij schrijft
" Maar de geheimhoudingsplicht zoals we die nu kennen helpt daar niet bij en ik kan me niet voorstellen dat deze aansluit bij de maatschappelijke verwachtingen"

Ik heb op deze probleemformulering gereageerd, samen met Hr. Vromans, om juist dat probleem aan te pakken.

En nu zie ik een massa vaktechnische beschouwingen langs komen, die in geen enkel opzicht aansluiten op het
door Arjan gesignaleerde probleem .

Toch maar terug naar de opinie van Arnout van Kempen over het belang van lezen ?

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg

Arnout van Kempen

Beste Arjan,

Ik lees de wet, en pas daarna een handreiking, waarbij de wet altijd voor gaat. Volgens de WWFT dient een accountant een transactie te melden indien er aanleiding bestaat te veronderstellen dat deze samen KAN hangen met witwassen. Verder is de definitie van witwassen niet in de WWFT opgenomen. Uit jurisprudentie leid ik af dat het een erg ruim begrip is.

Dat samen maakt dat ik me heel moeilijk kan voorstellen dat je iets ziet als fraudesignaal volgens COS 240 en toch geen melding doet onder de WWFT.

Het omgekeerde kan dan weer makkelijk: iets kan een ongebruikelijke transactie zijn zonder dat sprake is van fraudesignalen in de zin van COS 240.

Als de handreiking van de NBA anders beweert, neem ik de te verdedigen stelling in dat de handreiking op dit vlak fout is.

Marcel Pheijffer

Dank Arjan.

Omdat bij fraude sprake is van een verhullende activiteit, zal het fraudedelict nagenoeg altijd als gronddelict in het kader van witwassen kwalificeren. Minst genomen moet de accountant bij een vermoeden van fraude derhalve afwegen (of daarvoor al afgewogen hebben) of deze een Wwft-melding moet doen.

En hiermee zijn mijn reactiemogelijkheden op.

Jan Weezenberg

@R.J.A.M. Vromans 5 juli 2021
Geachte Heer Vromans,

Mooie reactie.
Duidelijk, kort maar krachtig , en een uitnodiging om pragmatisch aan de slag te gaan.
Het zou NBA sieren als ze loud and clear naar de buitenwereld zouden communiceren dat ze het met U eens zijn, in het publiek belang.

De buitenwereld zou dan kunnen concluderen dat aan overleg tussen accountants over mogelijke fraude geen strobreed in de weg wordt gelegd.
Accountants hebben immers een eed afgelegd en hebben hebben als missie "het toevoegen van vertrouwen "

Dit zou ook nog kunnen bijdragen aan het kleiner maken van de vertrouwenskloof. Zie het artikel van Harold Hassink uit 2002, waarin wordt beschreven dat de vertrouwenskloof te verdelen is in oorzaken bij
-falen als watch dog
-onzinnige standaards
-onterechte verwachtingen van "belanghebbenden ".

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg


C.M. Verdiesen

Standaardrechtspraak (ECLI:NL:CBB:2016:305):
“de verplichting tot het doen van een melding als bedoeld in artikel 16 van de Wwft niet slechts bestaat wanneer er concrete aanwijzingen bestaan dat sprake is van witwassen of het financieren van terrorisme. Artikel 16 van de Wwft heeft een (veel) ruimere strekking (...) is daarvan reeds sprake als er aanleiding is te veronderstellen dat de transactie verband kan houden met witwassen of financiering van terrorisme. Daarvoor is een vermoeden reeds voldoende.”

In ieder geval betrekken in de zorgvuldige beoordeling:
- Wat is het type cliënt?
- Wat is de dienstverlening gewoonlijk?
- Wat wordt er nu gevraagd?
- Is er een verklaring voor de transactie?
- Is de verklaring aannemelijk en verifieerbaar?

Ik kan hier goed mee uit de voeten.

R.J.A.M. Vromans

"Waar het mij juist om gaat is dat ik zou willen dat accountants zonder meer, zonder mitsen en maren, vrij met andere accountants kunnen communiceren (waarbij ze beiden hun geheimhouding jegens derden handhaven) om zo de effectiviteit van de controle, waaronder onderzoek nav fraudesignalen, te verhogen."

Dit streven lijkt mij een prima idee waarbij accountants een betere bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen fraude/corruptie en opdrachtgevers gewaarschuwd zijn dat de accountant voortaan beter bewapend is.

Arjan Brouwer

Arnout, Marcel,
Dank voor jullie reacties. Begrijp ik het goed dat jullie bedoelen dat bij ieder vermoeden van fraude ook sprake is van een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme (subjectieve indicator)? Dat zou een standpunt kunnen zijn. NBA Handreiking 1124 lijkt te suggereren dat die link er niet per definitie is door aan te geven dat bij (mogelijke) fraude sprake kan zijn van een ongebruikelijke transactie volgens de subjectieve indicator en aan te geven “Bovendien is niet iedere aanwijzing van fraude een ongebruikelijke transactie” (handreiking 1124, pagina 96). Ook stelt de handreiking dat een instelling zorgvuldig moet handelen wanneer zij beoordeelt of een transactie verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme, alleen een melding doet als zij in redelijkheid mag veronderstellen dat het verband met witwassen of financieren van terrorisme er kan zijn en ze zich er zo veel mogelijk van moet hebben verzekerd dat sprake is van een situatie die tot een melding moet leiden. Ik lees graag jullie visies hierover en het gaat me er ook zeker niet om om daar de grenzen in te verkennen. Waar het mij juist om gaat is dat ik zou willen dat accountants zonder meer, zonder mitsen en maren, vrij met andere accountants kunnen communiceren (waarbij ze beiden hun geheimhouding jegens derden handhaven) om zo de effectiviteit van de controle, waaronder onderzoek nav fraudesignalen, te verhogen.

Jaap Nienhuis

Het is waardevol voor de NBA bij te houden hoe de beroepsregels zich ontwikkelen in andere landen, zeker ook die met betrekking tot de beroepsethiek. In Frankrijk valt La Compagnie Nationale des Commissaires aux comptes (CNCC) onder de Conseil National die belangrijke beslissingen kan nemen met betrekking tot het beroep en die adviseert over in te voeren wetgeving. https://www.cncc.fr/la-reglementation.html

De beroepscode voor de Commissaires aux Comptes wordt systematisch beschreven in het 'Décret no 2005-1412 du 16 novembre 2005 portant approbation du code de déontologie' https://doc.cncc.fr/docs/code-de-deontologie-en-vigueur-a/attachments/brochure-code-de-deontologie-04-2017-v3 (artikel 19 ziet op het teruggeven van de opdracht door de Commissaire aux Comptes). Indien de 'commissaire aux comptes' fraudes ontdekt, is hij gehouden daarvan aangifte te doen bij de Openbaar Aanklager. Het gaat dan om strafrechtelijke feiten waar hij in het kader van zijn opdracht op stuit. In 0,4% van de opdrachten zou de Commissaire aux Comptes stuiten op aangifteplichtige feiten. https://www.cncc.fr/revelation-faits-delictueux.html

Jaap Nienhuis

‘Handel in invloed’: is het zinvol deze vorm van corruptie afzonderlijk te onderscheiden?
Under French law, corrupt practices fall into two main categories of offenses: (i) “corruption” offenses and (ii) “influence peddling” (trafic d’influence) offenses. The fundamental difference between these two categories is that, unlike the “corruptee” (i.e., the bribe-taker in corruption schemes), the “influence peddler” (i.e., the bribe-taker in influence peddling schemes) does not have the power to perform the corrupt act, but only acts as an intermediary, using influence to obtain the performance of the corrupt act from the relevant third party. Zie weergave door Willkie, Farr & Gallagher llp:
https://complianceconcourse.willkie.com/resources/anti-bribery-and-corruption-france-corruption-versus-influence-peddling-offense
Trafic d’influence heet het delict waarbij een (vermeend (invloedrijke)) persoon dan wel een publieke macht giften (geld, goederen) ontvangt van een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Dit in ruil voor de belofte van bepaalde gunsten (een hoge militaire onderscheiding, een bepaalde markt (c.q. monopolie), een aantrekkelijke functie of een gunstige rechterlijke uitspraak.
Het gaat hierbij om een vergrijp waar bij uitstek (voormalig) politici, leden van koninklijke huizen en (oud-)presidenten zich schuldig aan kunnen maken.
In Frankrijk is dit delict in wetgeving benoemd nadat in 1887 een dame voordien werkzaam in een ‘gesloten huis’ na haar ‘pensioen’ aangifte deed van wat aldaar aan branchevreemde transacties werd bekokstoofd: een generaal ontving goud geld voor zijn voorspraak tot het toekennen van een hoge militaire decoratie.

Marcel Pheijffer

Dank Arjan.

1. Je kunt inderdaad een onderscheid maken waarin omkoping een voorbeeld is van corruptie. Accountants hanteren primair het laatste (brede) begrip. Het is de vraag of het onderscheid voor onze beroepsgroep daadwerkelijk van belang is en wij niet beter louter corruptie als begrip moeten (blijven) hanteren.

2. Mooi dat jij corruptie - m.i. terecht - als een vorm van fraude ziet. Een relevante constatering want er zijn binnen ons vak nogal wat (ook hooggeleerde) collega's die een onderscheid maken in de 2 begrippen en corruptie onder de werking van NV COS 250 ipv NV COS 240 scharen.

Je reactie richting Berry - waar Arnout ook op reageert - lijkt mij minder juist. Bij de WWFT gaat het om het criterium 'ongebruikelijkheid van de transactie'. Dat is een laagdrempelig criterium. Voor fraude ligt de lat hoger. Dat maakt dat je als accountant juist eerder in het kader van de Wwft zal melden, waarbij het zelfs denkbaar is dat de drempel van 'redelijk vermoeden' die voor een onderzoek naar fraude van toepassing is nog geeneens haalt.

In een komend blog zal ik overigens een reactie geven op jouw blog. Want daar valt nog veel meer over te zeggen.

Arnout van Kempen

Waarom zou je onderzoek doen naar een fraude signaal als dat signaal niet valt onder de subjectieve indicator?

Ik begin ineens te begrijpen waarom accountants zo weinig melden ihkv de WWFT.

Arjan Brouwer

Marcel,
M.i. is omkoping een vorm van corruptie, maar er zijn ook andere vormen van corruptie. Denk aan zelfverrijking van iemand in een bepaald emachtspositie. Dat zou ik wel zien als een vorm van corruptie, maar is geen omkoping. Ten aanzien van je tweede vraag zou ik zeggen dat bij corruptie/omkoping normaal gesproken sprake zal zijn van de drie elementen uit de definitie van fraude zoals opgenomen in COS 240: opzet, misleiding en wederrechtelijk voordeel en dat dus inderdaad ook sprake zal zijn van fraude. Ik heb corruptie en omkoping specifiek benoemd omdat ik dat in gedachte had toen ik de column schreef en het voorbeeld daar ook specifiek over gaat. Ik heb niet bedoeld dat het ene begrip het andere uitsluit.

Barry,
Dank voor je reactie. Je hebt gelijk dat de Wwft ruimte biedt voor informatiedeling tussen accountants over een wwft melding als de mededeling is bedoeld ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Ik denk echter dat er een groot aantal situaties denkbaar is waar je het (nog) helemaal niet hebt over een wwft melding, bijvoorbeeld in de onderzoeksfase bij een vermoeden van fraude. Juist in die fase zou informatie uitwisseling tussen accountants wenselijk kunnen zijn.

Marcel Pheijffer

Tsja. Er vallen veel opmerkingen te maken naar aanleiding van deze blog. Wellicht doe ik dat ook nog wel.

Maar voor nu hou ik het bij een verduidelijkende vraag:

Arjan, je maakt een onderscheid tussen fraude, corruptie en omkoping.

Zou je mij willen uitleggen:

1. Wat naar jouw mening het verschil is tussen corruptie en omkoping.
2. Of corruptie/omkoping al dan niet een verschijningsvorm van fraude is.

Ik hoor en leer graag van je.

Arnout van Kempen

@Barry van Leeuwen: ik denk dat de ruimte er is. Zeker ook binnen de wwft. Zou dat niet zo zijn, dan zouden ook banken niet kunnen samenwerken op dit domein en dat doen ze wel. Waar wel voor pleit, let goed op en zorg dat de regels goed worden toegepast. Accountants hebben met meer te maken dan alleen de VGBA.

Jan Weezenberg

Het dilemma wordt waarschijnlijk nog spannender als straks de community
"Fraude " succesvol blijkt en de diverse faculties gaan deelnemen aan die communities (zie website NBA onder Benoemingen)
Individuele leden daarvan, zowel accountants als niet-accountants (experts, maar ook criminelen, journalisten etc.) kunnen informatie uitwisselen.

De betrokken accountants uit de casus kunnen zich beiden aanmelden voor de community, ongecontroleerd informatie uitwisselen en na gebruik die "persoonlijke " informatie deleten.
De pas benoemde besturen van de faculties hebben alvast een aardige aangelegenheid om te regelen.
Vaste contracten met loodgieters om de lekken te dichten als eerste.

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg

Barry van Leeuwen

Ik kan deze discussie over regelgeving die belemmerend zou werken niet helemaal volgen. Alhoewel niet expliciet verwoord in de VGBA zou ik zeggen dat er wel degelijk ruimte is om over fraude (=wwft) als accountants onderling informatie uit te wisselen:

-artikel 23 lid 5 3c WWFT stelt dat instellingen in dezelfde categorie (lees accountantsorganisaties) onderling zijn vrijgesteld van geheimhouding van een wwft melding voor zover hiermee witwassen en financiering van terrorisme wordt voorkomen.

-omdat de WWFT dus expliciet toestaat om informatie te delen met collega accountants als dit gaat ter voorkoming van WWFT transacties, geeft VGBA in artikel 16 b (uitzondering bij wettelijke bevoegdheid) en in het bijzonder BTA 38a lid 1 toch voldoende basis om in ieder geval over wwft transacties (en dus fraude) te mogen communiceren tussen accountants onderling?

Oké, het kan explicieter in de VGBA verwoord worden maar we moeten niet te snel naar belemmerende regelgeving gaan wijzen. Geheimhouding is een fundamenteel beginsel van ons beroep wat we moeten koesteren maar waar we ons niet gemakkelijk achter moeten verschuilen

Arnout van Kempen

Hoewel ik het met de strekking van het betoog geheel eens ben zou ik er wel op willen wijzen dat:

1. Fraude en corruptie uit de aard ook ongebruikelijke transacties zijn
2. Dat openbaar accountants op grond van de WWFT verplicht zijn dergelijke transacties te melden bij de FIU
3. Op grond van artikel 23 WWFT een vrij zware geheimhoudingsplicht hebben over dergelijke meldingen

Als in de VGBA de bepalingen over collegiaal overleg en vertrouwelijkheid worden verruimd, heb dan asjeblieft wel oog voor andere geheimhoudingsbepalingen uit diverse wetten waar de accountant ook onder valt!

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.