Arjan Brouwer

Als accountants onvoldoende afdwingen dat organisaties relevante informatie waarheidsgetrouw verschaffen, dan moeten we daar iets aan doen, meent Arjan Brouwer.

Discussie Column

Praatjes vullen geen gaatjes

De algehele doelstelling van de onafhankelijke accountant en de jaarrekeningcontrole wordt verwoord in NV COS 200 en is, kortgezegd, het bijdragen aan het vertrouwen van gebruikers in door een organisatie verstrekte informatie. Dat doet de accountant door de informatie te onderzoeken en vervolgens een oordeel tot uitdrukking te brengen over de vraag of de informatie een getrouwe weergave geeft van de werkelijkheid. Een van toepassing zijnde verslaggevingsstelsel, zoals IFRS, NL GAAP of de European Sustainability Reporting Standards, speelt daarbij in veel gevallen een belangrijke rol.

In de afgelopen tien jaar hebben we daarbij gezien dat accountants, in lijn met de wens van stakeholders, meer zijn gaan uitleggen over hun controlewerkzaamheden. De uitgebreide controleverklaring, pro-actieve informatieverschaffing op de aandeelhoudersvergadering en vanaf dit jaar ook specifieke paragrafen over de controle-aanpak ten aanzien van fraude en continuïteit, geven gebruikers meer inzicht in belangrijke aspecten van de uitgevoerde controle en dus over de vraag hoe de accountant tot zijn of haar conclusie is gekomen. En dat gebruikers behoefte hebben aan dat inzicht is best logisch. De tijd dat het oordeel van een deskundige voor waar werd aangenomen, omdat hij of zij nu eenmaal de deskundige was op zijn of haar vakgebied, ligt al lang achter ons. Een goede uitleg over de basis van dat oordeel draagt ook bij aan het vertrouwen dat men daarin heeft. Dat geldt niet alleen voor accountants, maar bijvoorbeeld ook voor artsen, juristen en wetenschappers.

Naast informatie over de controle, is er ook regelmatig vraag naar informatie van de accountant over de gecontroleerde organisatie, zoals de kwaliteit van de interne beheersing, de cultuur, informatiebeveiliging en cyberrisico's. Ik kan me voorstellen dat stakeholders deze informatie over een organisatie interessant en nuttig vinden. Maar begrijpen we goed waarom stakeholders zo nadrukkelijk aan de accountant vragen om informatieverschaffing over dit soort onderwerpen? En wat zegt dat over de rol van de accountant?

De eerste vraag die het bij mij oproept, is of accountants goed in staat zijn om hun toegevoegde waarde duidelijk te maken. Zijn accountants er zelf van overtuigd dat hun oordeel bij de door een organisatie verstrekte informatie van waarde is en kunnen ze dat goed overbrengen aan stakeholders? Als accountants ervoor zorgen dat gecontroleerde organisaties eerlijk en transparant rapporteren over datgene waarover ze horen te rapporteren in het jaarverslag en dat in de verklaring bevestigen, is er dan een reden om daar zelf nog iets aan toe te voegen? Uit gesprekken die ik hierover soms voer met accountants maak ik op dat lang niet alle accountants ervan overtuigd zijn dat alleen hun oordeel, zonder extra informatie te verschaffen over de gecontroleerde organisatie, al van waarde is. En dat is jammer, want juist accountants zullen dit toch met trots uit moeten dragen.

Dat vereist dan natuurlijk wel dat accountants waarborgen dat alles wat door een organisatie in het jaarverslag moet worden verteld, om een getrouw beeld te geven in overeenstemming met het verslaggevingsstelsel, ook verteld wordt en dat stakeholders daar vertrouwen in mogen hebben. Denk hierbij aan informatie over de impact van klimaatrisico's op de jaarrekening, of informatie over de kritische schattingen. Als de accountant ervoor zorgt dat de gecontroleerde organisatie hier goed en transparant over rapporteert en pas een goedkeurende verklaring verstrekt als de jaarrekening een goede en volledige weergave bevat van de informatie die relevant is voor de gebruiker, dan is het de vraag of en waarom gebruikers daarna nog veel informatie van de accountant zelf zouden willen krijgen over die onderwerpen. Als gebruikers wel om meer informatie gaan vragen, roept dat de vraag op of de jaarrekening wel voldoende inzicht geeft. Dat zou een boodschap zijn die serieus genomen moet worden. Maar extra informatie van de accountant is dan niet de oplossing, verbetering van de jaarrekening voordat de accountant hierbij een goedkeurende verklaring verstrekt wel.

Laat ik ook het voorbeeld nemen van de, in het concept van NBA-Handreiking 1118 voorgestelde, toelichting op de gecorrigeerde en ongecorrigeerde controleverschillen. De gecorrigeerde controleverschillen zijn verwerkt in de jaarrekening. Als niet alle materiële controleverschillen zijn gecorrigeerd, dan wordt het oordeel in de controleverklaring aangepast. Daar moet een gebruiker zonder meer op kunnen vertrouwen. En als dat niet zo is, dan moet de sector daar iets aan doen. In alle andere gevallen zijn de ongecorrigeerde controleverschillen niet materieel. Als accountants dit consistent waarborgen, dan zou informatie over de controleverschillen niet relevant moeten zijn voor besluitvorming op basis van de jaarrekening en dus lijkt rapportage daarover niet zinvol.

Daarbij stap ik natuurlijk wel over het punt heen dat het inzicht kan geven in de kwaliteit van de interne beheersing van een organisatie. Immers, als de jaarrekening een getrouw beeld geeft na correctie van een groot aantal door de accountant gevonden fouten, dan is er onderliggend in de organisatie nog wel iets mis. Ik denk niet dat veel mensen zullen vinden dat informatie over de kwaliteit van de interne beheersing niet relevant is. Maar als dat breed gedragen wordt, waarom duurt het dan zo lang voordat de Verklaring Omtrent Risicobeheersing wordt ingevoerd? En als organisaties hier wel over rapporteren, is dan voldoende duidelijk voor accountants en stakeholders wat op dit vlak nu al van een accountant verwacht mag worden? Op grond van de corporate governance code geven beursfondsen bijvoorbeeld nu al informatie over de opzet, de werking en eventuele belangrijke tekortkomingen in de interne risicobeheersings- en controlesystemen. En op grond van NV COS 720 accepteert de accountant daarbij geen verhalen die strijdig zijn met de kennis die is opgedaan tijdens de jaarrekeningcontrole. Bijvoorbeeld als de organisatie meldt dat de interne risicobeheersings- en controlesystemen goed werken en er geen tekortkomingen zijn, terwijl de accountant tijdens de jaarrekeningcontrole meerdere materiële fouten heeft geconstateerd en laten corrigeren. Dat moet duidelijk zijn voor accountants. En als dat zo is, dan moeten accountants dat ook beter uitleggen aan de gebruikers van het jaarverslag.

Als de informatieverschaffing door organisaties op dit moment niet voorziet in de behoeften van stakeholders, laten we daar dan iets aan doen. Soms door te zorgen dat de vereisten worden aangescherpt. Dat kunnen accountants niet alleen, maar als er een maatschappelijke consensus is dat organisaties de informatie zouden moeten verschaffen, dan kan het ook niet heel ingewikkeld zijn om het te realiseren. En als accountants op dit moment binnen de bestaande vereisten onvoldoende afdwingen dat organisaties de relevante informatie waarheidsgetrouw verschaffen, dan moeten we daar iets aan doen. Dat los je niet (alleen) op met extra verhalen van de accountant op de aandeelhoudersvergadering. Want praatjes vullen geen gaatjes.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.