Jan Bouwens

In de VS groeit de weerstand van bedrijven tegen duurzaamheidsbeleid, aldus Jan Bouwens. Maar wie zich het beste kan aanpassen, heeft de hoogste kans op overleven.

Discussie Column

De duurzaamheidsagenda heeft zijn langste tijd gehad

Een rondje door de VS doet vermoeden dat de duurzaamheidsagenda zijn langste tijd heeft gehad. Ook in Davos werd duidelijk dat de duurzaamheidsagenda onder druk staat, schreef het FD. Maar, de argumenten van de sceptici zijn onvolkomen en we doen er in Europa dan ook verstandig aan te persisteren in onze duurzaamheidsagenda.

De duurzaamheidsagenda is in de VS de afgelopen maanden zwaar onder druk komen te staan. Zo wil ExxonMobil via de rechter laten verbieden dat aandeelhouders milieudoelen voor het bedrijf in stemming brengen. Het argument dat ExxonMobil tegen de voorstellen heeft, luidt dat de "extreme agenda erop is gericht de zakelijke belangen van de onderneming te gronde te richten".  Tijdens zogeheten earnings calls, waar de ondernemingsleiding kwartaalresultaten  toelicht, werd voor S+P 500-ondernemingen in het derde kwartaal van 2022 in 150 gevallen aan ESG gerefereerd. In 2023 was dat getal ruim gehalveerd.

Beleggers lijken ook minder interesse te hebben voor duurzaamheid. Het beleggingsplatform Morningstar Direct meldt een negatieve groei in beleggingen in ESG-fondsen sinds midden 2022. In verschillende Amerikaanse staten bestrijden politici met wetgeving de duurzaamheidsagenda, door pensioenfondsen te verbieden duurzaamheidsdoelen op te nemen in hun beleggingsstrategie, met als argument dat duurzaamheidsdoelen op gespannen voet staan met waardemaximalisatie ten behoeve van de pensioengerechtigde. De treasurer van de staat Florida heeft onlangs voor twee miljard dollar activa afgestoten dat werd beheerd door Blackrock, een institutionele belegger die ervan wordt beschuldigd ESG-doelen te betrekken in beleggingsbeslissingen.

Prominente aanhangers van de anti-ESG-beweging stellen dat pensioenfondsen het risico lopen hun fiduciaire verplichtingen jegens de pensioengerechtigden te schenden als zij toestaan dat hun beleggingsbeslissingen worden gemotiveerd door ESG-doelen, omdat "het hun plicht is het financiële rendement van de pensioengerechtigden te maximaliseren en niet om sociale of politieke doelstellingen na te streven".

Met dat laatste citaat wordt duidelijk waar de angel zit; ESG en duurzaamheidsdoelen worden als politieke doelen aangemerkt. Datzelfde punt zien we ook terug in een recente publicatie van academicus David McLean, auteur van het boek The Case for Shareholder Capitalism: How the Pursuit of Profit Benefits all. Hierin maakt hij onderscheid tussen activistische en politiek-activistische aandeelhouders, waarin de eersten de organisatie tot waardecreatie bewegen en de laatsten de organisatie bewegen tot waardevernietiging. De reden die hij aanvoert is dat ESG-prestaties geen aantoonbare relatie hebben met financieel rendement, waardoor de ESG-maatstaven volledig arbitrair zijn, met als gevolg dat sturen op ESG makkelijk neerkomt op het bereiken van politieke doelen over de rug van de financiers. McLean vreest dat hiermee belangrijke investeringsmogelijkheden blijven liggen. Hij argumenteert dat als de natuur slecht wordt bediend, wetgeving de onderneming zal dwingen het beste te doen en dat werknemers het bedrijf de rug zullen toekeren bij slecht werkgeverschap, terwijl klanten weglopen als een bedrijf zich antisociaal opstelt naar maatschappij en klant. Op basis van deze redenering stelt hij dat ESG-voorschriften overbodig en zelfs schadelijk zijn voor de economische activiteit van een land.  

Met al deze argumenten op zak, ga je vermoeden dat we ons in de EU massaal in de waardevernietiging storten. Maar als we de argumenten diep tot ons laten doordringen, dan blijkt alras dat we ons erop moeten toeleggen uit te leggen hoe duurzaamheidskeuzes bijdragen aan waardecreatie. Risico en rendement spelen hier een hoofdrol.

Gezien de toenemende maatschappelijke druk om 'groen' te gaan, is het waarschijnlijk dat wetgeving bedrijven in de nabije toekomst zal dwingen om emissies te bestrijden, waardoor kosten die alsdan gemaakt moeten worden prohibitief hoog zullen zijn.  Dit risico omvat factoren zoals koolstofbelasting en opruimkosten voor vervuiling. Het leven van het bedrijf wordt dan bedreigd, niet dat van de planeet!

Rendement speelt een rol als contractpartijen een voorkeur hebben om contracten af te sluiten met 'duurzame' bedrijven. Dat kunnen consumenten, medewerkers en financiers zijn.  Hier geldt: Wie weet de beste mensen en financiers aan te trekken. Ook dat is een kwestie van wie maakt de meeste kans op overleven.

Voor het belang van zowel de risico- als de rendementsthese bestaat omvangrijke onderbouwing in de literatuur. Wie zich het beste kan aanpassen, heeft de hoogste kans op overleven. Wellicht vinden sommige bestuurders het moeilijk aandeelhouders te overtuigen. Het verbod dat ExxonMobil aan de aandeelhouder wil opleggen om na te denken over transitie, doet vermoeden dat niet alle bestuurders bereid zijn na te denken over een fossielvrije toekomst.  Dat is dan toch vooral een kwestie van tijd.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.