Marcel Pheijffer

Marcel Pheijffer trekt lessen voor accountants uit een recente praktijkcase over een boekhouder, die jarenlang zijn werkgever liet betalen voor de rekeningen van zijn aannemer.

Discussie Column

Een klassieke fraude: de graaiende boekhouder

Het is altijd leuk om colleges met iets actueels te beginnen. Op mijn vakgebied, fraude, is dat meestal niet zo moeilijk: iedere dag verschijnen er items over fraude in de pers en iedere week zijn er wel relevante rechterlijke uitspraken. Zo ook de afgelopen week. RTL Nieuws kopte op de nieuwssite "Boekhouder jat 1,9 miljoen euro van bouwer luxejachten, zijn aannemer moet lappen". Een klassiek voorbeeld in de categorie van de 'kat die op het spek zit' en die er met zijn klauwen niet vanaf kan blijven. Het komt veelvuldig voor, net als de penningmeester die een greep doet uit de middelen van een vereniging of stichting.
Om bij de feiten te blijven, zoek ik meestal op of de rechter in een dergelijk geval een uitspraak heeft gedaan. Ook ga ik na of ik iets kan achterhalen over de rol die de accountant in de kwestie heeft gespeeld. In het geval van de jachtbouwer heeft de rechter inderdaad gesproken; voor de liefhebbers verwijs ik naar een vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 8 januari jongstleden.

De fraude van de boekhouder

De kwestie kwam niet aan het licht door goed controlewerk van de accountant maar door de opvolger van de boekhouder, een half jaar nadat laatstgenoemde na een dienstverband van bijna veertig jaar was vertrokken bij de jachtbouwer (Hakvoort Shipyard). In de laatste zes jaar van zijn betrekking had de boekhouder zijn werkgever via 68 betalingen bijna 1,9 miljoen euro aan zijn aannemer laten betalen. Die aannemer had werkzaamheden verricht aan de privéwoning van de boekhouder en aan woningen op zijn terrein waar ook zijn zoon, dochter en schoonzoon woonachtig waren.

De dochter en schoonzoon onderhielden de contacten met de aannemer, die ze hadden verteld dat de boekhouder aandelen in de jachtbouwer bezat die door de jachtbouwer overgenomen zouden worden. Reden waarom Hakvoort Shipyard de facturen van de aannemer in verband met de werkzaamheden voor de boekhouder c.s. zou betalen. De aannemer stuurde de facturen niet naar de boekhouder (in privé) en evenmin naar Hakvoort Shipyard, maar gaf deze aan de schoonzoon en dochter, die deze vervolgens aan hun (schoon)vader gaven.
Nadat de fraude was uitgekomen, verklaarde de boekhouder dat hij de facturen inboekte en de betaling daarvan in een batch verwerkte. Kort gezegd voegde hij de facturen van de aannemer bij een stapel andere facturen en boekte deze op een project (onderhanden werk). Dat viel niet op en bovendien – zo verklaarde hij – vertrouwde zijn werkgever op hem. Van interne controle leek daarom geen, althans onvoldoende, sprake.

De facturen werden vaag gehouden. De boekhouder verklaarde het volgende: "Om mijn handelen verder te verhullen heb ik regelmatig het afleveradres van spullen, waar mijn adres van de woning vermeld stond, getypext op de fysieke facturen. Die kopieerde ik vervolgens en die kopie stopte ik in de fysieke administratie. Zo was het op het eerste gezicht niet zichtbaar dat de bestellingen bij mij waren afgeleverd. De facturen van de aannemer bevatten geen duidelijke omschrijving en hield ik na betaling ook uit de fysieke administratie van Hakvoort Shipyard."

Kortom: betalingen in de batch voor niet aan de jachtbouwer geleverde diensten, met typex aangepaste facturen, geen originele maar kopiefacturen in de administratie en in de administratie ontbrekende facturen. Je zou hopen dat zoiets bij een adequate accountantscontrole aan het licht zou komen.

De aannemer

De aannemer had naar mijn mening een flinke klont boter op zijn hoofd. Behalve de boekhouder sprak hij niemand van Hakvoort Shipyard. Nooit controleerde hij het verhaal over de aandelen en het feit dat de jachtbouwer zijn facturen – voor werkzaamheden in opdracht van de boekhouder – betaalde. Hij verstuurde geen facturen, maar gaf die aan de schoonzoon en dochter. De facturen kenden geen adequate omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden.

Omstandigheden die niet gebruikelijk zijn, to put it mildly. Dat vond Hakvoort Shipyard ook en die sprak daarom niet alleen de boekhouder aan voor de schade, maar ook de aannemer. Kort gezegd verweerde de aannemer zich door te stellen dat hij erop mocht vertrouwen dat alles klopte, nu de boekhouder Hakvoort Shipyard vertegenwoordigde en de betalingen gedurende meer dan vijf jaar zonder problemen hadden plaatsgevonden. Daarnaast stelde hij het volgende: "Daarbij is van belang dat Hakvoort Shipyard een grote onderneming is, zodat hij in redelijkheid mocht aannemen dat de betalingen goed werden gecontroleerd en een probleem met de facturen aan het licht zou komen bij de btw-aangifte of bij controle van de jaarrekening."

De rechtbank

De rechtbank veegde alle argumenten van de aannemer van tafel. Deze had op eenvoudige wijze navraag bij Hakvoort Shipyard kunnen doen, wat hij heeft nagelaten. Daarnaast heeft hij zich niet afgevraagd waarom hij de facturen aan de schoonzoon en dochter moest afgeven en deze niet naar Hakvoort Shipyard moest verzenden. Facturen die bovendien ongespecificeerd waren. Voorts stelt de rechtbank: "Omdat de aannemer eenvoudig onderzoek achterwege heeft gelaten, kan hij zich er niet op beroepen dat hij er in redelijkheid van mocht uitgaan dat enig probleem met de facturen wel naar voren zou komen bij de btw-aangifte of controle van de accountant."

De boekhouder verkocht uiteindelijk zijn onroerend goed en betaalde aan zijn voormalig werkgever 1,3 miljoen euro terug. De rechtbank veroordeelde de aannemer tot vergoeding van het restant van de schade, zo'n zes ton.

De accountant

De aannemer kon zich – mijns inziens terecht – niet verschuilen achter de accountant van Hakvoort Shipyard. Desondanks is het de vraag of die accountant de fraude niet had kunnen en/of moeten ontdekken. Mede daarom zocht ik de jaarrekening van Hakvoort Shipyard over 2022 op en bekeek de controleverklaring en met name de weergave van de controleaanpak van de frauderisico's.

De accountant – NBC Audit Services – onderkende een tweetal frauderisico's, te weten:

  1. Het risico dat het bestuur de maatregelen van interne beheersing doorbreekt.
  2. Het risico op frauduleuze financiële verslaggeving, ten gevolge van een onjuiste berekening van de resultaten op onderhanden projecten.

Twee frauderisico's die gericht zijn op de rol van het bestuur. De accountant schrijft dan ook: "Het bestuur bevindt zich in een positie om fraude te kunnen plegen, omdat het in staat is de administratieve vastleggingen te manipuleren en frauduleuze financiële overzichten op te stellen door de interne beheersingsmaatregelen te doorbreken, die anderszins effectief lijken te werken."

Hoewel ik het op zich eens ben met vorenstaande, roept het wel de vraag op of de accountant ook een afweging heeft gemaakt of naast het bestuur andere sleutelfunctionarissen – zoals de boekhouder – de interne beheersingsmaatregelen ook zouden kunnen doorbreken. Daarnaast is het bijvoorbeeld de vraag welke controlehandelingen de accountant, gedurende de jaren waarin de fraude heeft plaatsgevonden, op het betalingsproces heeft uitgevoerd. En iedere accountant weet dat de post 'onderhanden werk' fraudegevoelig is.

Dat brengt me terug bij de controleverklaring. Daarin staat ten aanzien van het onderhanden werk (beter zou zijn om te spreken over 'onderhanden projecten') onder meer dat in het kader van schattingen aandacht is geschonken aan de winstneming op onderhanden projecten, en voorts: "Wij hebben aandacht besteed aan de calculatie en de veronderstellingen die ten grondslag hebben gelegen aan de bepaling van de garantievoorziening, de inschatting van de fase gereed van de onderhanden projecten en de berekening van de winstbepaling op deze projecten en de calculaties van de uurtarieven van de interne dienstverlening. Hierbij gelet op mogelijke tendenties in de prognoses van het bestuur die aan de analyse van de waardering en berekening van deze items ten grondslag liggen."

Dit betreft met name werkzaamheden die gericht zijn op de waardering (door het bestuur) van het onderhanden werk. Het gaat er echter ook om bijvoorbeeld vast te stellen dat kosten voor projecten op het juiste project worden geboekt, en dat op een project geboekte kosten terecht op een project worden geboekt, dat er niet ten onrechte wordt geschoven met kosten en opbrengsten tussen projecten, en voorts dat alle relevante kosten op een project worden geboekt en dat dat ook tijdig wordt gedaan. Dergelijke aspecten (juistheid, volledigheid en tijdigheid) zijn bij de waardering en het bepalen van het resultaat op onderhanden projecten ook van belang; het gaat dus niet alleen om de inschattingen van het bestuur, maar ook om een feitelijke beoordeling van kosten (en opbrengsten).

Bij het beantwoorden van de vraag of de accountant de fraude kon of moest ontdekken speelt de gehanteerde materialiteit uiteraard ook een rol en ik beschik op dat punt niet over voldoende gegevens om die vraag stellig te beantwoorden.

Gemiddeld bedroeg de fraude over een reeks van zes jaar ruim 300.000 euro per jaar. Kijkend naar het jaar 2022 was er sprake van een balanstotaal van ruim 24 miljoen euro en een resultaat na belastingen van bijna 4 miljoen euro negatief. De hoogte van de omzet is mij onbekend. Wel blijkt uit de publicatiestukken 2022 dat er sprake is van een negatief eigen vermogen van ruim 5,4 miljoen euro en dat sprake is van "een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteit". Omstandigheden die van belang zijn bij de bepaling van de materialiteit.

Lessen

Uit de casus vallen ten minste drie belangrijke lessen voor accountants te trekken:

  1. De controle van betaalprocessen is (bij iedere organisatie) van groot belang. Zie in casu de opmerkingen over: batch-betalingsprocessen en de interne controle daarop, facturen voor niet geleverde prestaties, facturen die met typex zijn aangepast, facturen die in kopie maar niet als origineel aanwezig zijn, ontbrekende facturen.
  2. Doorbreking van interne beheersingsprocessen kan ook door andere (sleutel)functionarissen dan het management plaatsvinden, bijvoorbeeld door de boekhouder. Hoewel dat een open deur is, dient daaraan in de controle bij de beoordeling van frauderisico's dan ook prominente aandacht te worden geschonken.
  3. Bij de controle van onderhanden werk gaat het om meer dan de inschatting van het management van de waardering en winstneming. De feitelijke beoordeling van kosten (en opbrengsten) op aspecten als juistheid, volledigheid en tijdigheid mag in de controle dan ook niet worden vergeten.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

24 reacties

Arco Verolme

Het bankboek en daadwerkelijke helderheid is al jaren een punt van zorg in boekhoudsoftware en de banken doen ook weinig aan innovatie met CAM 053 en inderdaad batch betalingen. M.b.v. Easy2Analyse kun je wel veel vaststellen. Dus accountant investeer in software en als beroepsgroep druk zetten op banken.

Geert de Jonge

Beste Jan Jansen

Verrassingen zitten meestal in gegevens waar je te weinig informatie over hebt. Over de vaste leveranciers heb je voorkennis. Maar over een nieuwe leverancier heb je geen voorkennis. Een nieuwe leverancier heeft een hogere entropie (het woord is al een keer gevallen dankzij Ron Heinen, dus ik gebruik het dan ook maar). Controle draait in feite om niets anders dan het verlagen van de entropie. Je moet steeds informatiewinst boeken. Net zo lang tot je voldoende en geschikte controleinformatie hebt. Daarom is die nieuwe leverancier interessant en daarom wil je daar graag meer van weten. Daarmee verwerf je nieuwe informatie. Je doet dan aan updating your beliefs. Dus een update van je prior. Bayesian statistics. Dat je dan hiermee de fraude ontdekt is geen toeval. Maar meestal zal je niets vinden omdat er geen sprake is van fraude. Maar waar het om gaat is de ontdekkingskans onder de voorwaarde dat er sprake is van fraude. En die voorwaardelijke kans is heel hoog als je het goed aanpakt als accountant.

Kijk ook maar eens wat er in NBA handreiking 1153 Frauderisicoanalyse staat op pagina 18 “Voorbeeld Risico in betalingsorganisatie”. In dit geval heeft de controller de mogelijkheid om zich periodiek bedragen toe te eigenen, wat kan cumuleren tot een materiële fraude. De accountant identificeert hiervoor een frauderisico en schat het in als een risico op een afwijking van materieel belang. De accountant zal (gegevensgerichte) werkzaamheden uitvoeren om het frauderisico te mitigeren. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van data-analyse…Zo staat het hier.

Jan Janssen

@Geert u schrijft "Daarom noem ik het eenvoudige data-analyse. De inzet is exploratief. 1 Waar gaan de centen heen? 2 Welke bedrijven zitten daarachter? 3 Welke dossiers zitten daar achter? 4 Welke bewijsstukken? 5 Welke voorcalculaties? 6 Welke projectbewaking? 7 Welke autorisaties? "

en (...)

"Gewoon tabelletjes met een paar kolommen."

Dit gaat wel wat verder dan tabelletjes met een paar kolommen. Als in, zie die tabelletjes maar eens bij elkaar te krijgen.
En zelfs als je al deze vragen voor ALLE betalingen zou kunnen beantwoorden (want het idee van data-analyse is dat je elke (relevante) transactie eraan onderwerpt en natuurlijk niet alleen deze zwarte zwaan)... dan kan en zal deze transactie er nog steeds doorheen fietsen verwacht ik zonder rood vlaggetje. Waarom zou de accountant deze transactie wel consequent opmerken en de mensen in het bedrijf die hier dagdagelijks mee doende zijn niet?

Simpele data-analyse is prachtig, kan héél veel maar het is niet een magische oplossing voor alles. "alle data erin, beetje rommelen met kolommetjes en de fraude rolt eruit" ligt als je er werkelijk mee werkt wat subtieler in mijn ogen.

Marc Schweppe, Accountant.nl

De redactie heeft enkele reacties verwijderd ivm de spelregels voor het debat op deze site: niet offtopic reageren en maximaal drie reacties per persoon per topic.

René J.A.M. Vromans

Wat Roy aangeeft is wel treffend.

Ik verwacht dat iedere accountant dit gewoonweg kan overkomen bij zijn/haar controles.

Mijn veronderstelling is dat als een accountant dit soort fraude al zou aantreffen dit eerder door toeval is dan iets anders.

Misschien overschatten wij als accountants wel het effect van onze zogenaamde toereikende controleaanpak en de daarvan afgeleide controlewerkzaamheden.

Misschien moeten wij toch gewoon meer doen dan dat wij tot nu toe deden om de verwachtingskloof te verkleinen. Dan wel minder zekerheid geven!

Roy Gorter

@Geert: Jij neemt bij je jaarrekeningcontroles standaard de lijst met leveranciers integraal door met het bestuur, na de check dat die ook aansluit met je mutaties volgens bankdownload zodat je zeker weet dat die lijst volledig is? Ok, dan zou je (nou ja, eigenlijk eerder: het bestuur) het moeten zien.

Ik zie die aanpak in de praktijk eigenlijk nooit en ben benieuwd of je dat echt doet, en of je in de praktijk als kwaliteitstoetser dit veel ziet?

Deze fraude had best aan het licht kunnen komen met data-analyse hoor, dat ben ik wel met je eens. Maar ik vind de suggestie dat de accountant dit met een beetje data-analyse en wat kritischer zijn had moeten ontdekken wat makkelijk.

Overigens mijn derde en dus laatste reactie

Geert de Jonge

Beste Roy,
In r.o. 4.14 van de uitspraak kun je lezen dat de aannemer geen bekende leverancier of opdrachtnemer was. Daar heb je het al. Dat komt er bij een exploratieve initiële data-analyse dan ook uitrollen. Kan goed zijn daar niets mis mee is. Maar daar moet je dan wel even op acteren. Verantwoordingen controleren waar geen fouten in zitten en dan zeggen dat het klopt kan iedereen. Maar van een accountant mag je meer verwachten. Dat zal dan in ieder geval uit het dossier moeten blijken.

Roy Gorter

Beste Geert,

Waar gaan de centen heen => keurig naar het bedrijf en rekeningnummer zoals vermeld op de factuur. Vink.
Welk bedrijf zit daar achter => het aannemingsbedrijf. De naam staat niet in het stuk, maar het kan zomaar een naam zijn die niet meteen vraagtekens oproept. Vink.

Dan zijn de “eenvoudige data-analyses” die je noemt klaar en kan het best zo zijn dat je nog geen bijzonderheden hebt gesignaleerd.

Prima punten die je daarna noemt, maar dan ga je al wel een stap verder dan “eenvoudige data-analyses”. Gezien de omvang is het hier maar de vraag óf items waar fraude mee is gepleegd, hier zijn geselecteerd danwel geselecteerd hadden moeten zijn bij correcte uitvoering van de werkzaamheden.

Met de kennis achteraf is het makkelijk (ver-)oordelen. Ik zou er als accountant niet zo gerust op zijn dat je dit zelf wel zou constateren. Zorgen dat het hele team zich er bewust van is dat dit soort fraudes kan plaatsvinden én dat ieder teamlid van jongste assistent tot accountant daarin een belangrijke rol heeft om het risico te minimaliseren dat dit voorkomt en je het niet ziet, lijkt me een stuk effectiever.

Geert de Jonge

Beste Roy,
Het gaat hier niet om ingewikkelde hoog dimensionale of grote ongestructureerde datasets. Gewoon tabelletjes met een paar kolommen. Daarom noem ik het eenvoudige data-analyse. De inzet is exploratief. Waar gaan de centen heen? Welke bedrijven zitten daarachter? Welke dossiers zitten daar achter? Welke bewijsstukken? Welke voorcalculaties? Welke projectbewaking? Welke autorisaties? Zo zou ik het doen. Maar misschien doen jullie dat anders.

Ron Heinen

@Marcel Pheijffer

Je haalt in de laatste reactie een interessant en belangrijk punt aan over OPENBAARHEID.

Bijvoorbeeld jou email op m.pheijffer@nyenrode.nl is openbaar voor Microsoft.

Je ondersteund geen veilige email en Microsoft kan al je email zien, bijvoorbeeld via de Cloud-Act.

Bijvoorbeeld de Big-ICT providers zijn op de hoogte van veel meer informatie dan de gemiddelde accountant en kunnen hiermee zeer veel dingen doen, bijvoorbeeld met gekoppelde AI-Systemen.

We hebben Intrusion-Detection en Prevention Systemen draaien, zie bijvoorbeeld:

https://photos.app.goo.gl/YSaD8hQwSPibcYF87

Daarmee detecteren we intrusions welke je zullen verbazen.

Marcel Pheijffer

Dank voor de reacties. Mooi dat deze casus en blog reacties oproept. Van dit soort kwesties moet worden geleerd.

De ruimte in een column is relatief gering, want er valt nog veel meer over te zeggen.

Bijvoorbeeld dat de accountant in de controleverklaring niet ingaat op de wijze van adressering van het standaardrisico inzake de opbrengstverantwoording.

Maar ook het feit dat de accountant kennelijk geen frauderisico in het betaalproces zag, waar de boekhouder zowel boekingen van facturen als betalingen verzorgde.

Tot slot in reactie op Roy Gorter. Je kunt erover twisten of het noemen van namen functioneel is. Feit is echter dat het gaat om een OPENBAAR accountant en dat de jaarrekening voor een ieder OPENBAAR is en te raadplegen via de KvK, waarbij voor eenieder die dat doet direct duidelijk is om welk kantoor en welke accountant in persoon het gaat. Dat is inherent aan het zijn van accountant en het afgeven van controleverklaringen. We hoeven daar dus geen kiekeboe over te spelen. Ik heb er dan ook voor gekozen dat ook niet te doen, maar als gezegd je kunt daar over twisten en anders tegenaan kijken. Voor het leereffect dient het geen specifiek doel.

Roy Gorter

@Marcel: Goed stuk met de nodige nuance én, belangrijkste wat mij betreft, belangrijke lessen voor accountants. Wat mij betreft is dit stuk dan ook een must voor VTO's en laat goed het belang zien van een professioneel-kritische instelling bij ieder teamlid, van jongste assistent tot de accountant.

Enige wat ik me wel afvraag is wat het belang is van het noemen van de naam van het accountantskantoor. Als die echt hopeloos heeft gefaald kan ik me enige "naming and shaming" behoefte voorstellen, maar in deze casus is daarvoor volgens mij te veel onduidelijk.

@Geert: ga je niet heel kort door de bocht met "Gezonde roulatie, professioneel kritische instelling, onderzoekende geest en wat eenvoudige data-analyses op uitgaande geldstromen en onderhanden projecten"?

Als ik het goed begrijp zijn de facturen gewoon geboekt en aan de aannemer betaald, dus uitgaande geldstroom matcht met factuur. Wat moet er dan uit die eenvoudige data-analyse op geldstromen komen?

Geert de Jonge

Deze bouwer van exclusieve jachten zit goed in de slappe was dankzij royale voorschotten van de vermogende clientèle. Wat verlies of een negatief eigen vermogen is geen probleem. De kas is toch altijd goed gevuld. Krediet van een bank hebben ze hier niet nodig. Gewoon lekker relaxed cruisen. Continuïteit, hoe bedoelt u? De accountant zit er al heel lang. Artikel 28 ViO? Niets aan de hand of gemotiveerd weerlegd. Misschien een OKB-tje. Ik ken het dossier uiteraard niet. Kan er alleen maar naar gissen. En dan die fraude? Tja, er staat niet voor niets in alle verklaringen tot en met 2021 “Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.” Kan gebeuren, jaar in jaar uit. Maar goed, alle gekken op een stokje. Ik denk dat deze fraude wel eens had mogen uitkomen dankzij en niet ondanks de accountant. Gezonde roulatie, professioneel kritische instelling, onderzoekende geest en wat eenvoudige data-analyses op uitgaande geldstromen en onderhanden projecten.

Ron Heinen

Als voorbeeld bij mijn eerdere reacties op deze column (zie hieronder) is op

https://photos.app.goo.gl/XyY9r6NnVHfBRdEy9

een voorbeeld proefschrift en verdediging te vinden waar van alles mis mee is. Dit is een van vele voorbeelden.

Jan Wietsma

Goed dat Marcel aandacht besteedt aan deze fraude. Toen ik het artikel las, dacht ik ook, hoe zit het met de rol van de accountant in deze?

Overigens komt deze vorm van fraude (helaas) vaker voor. Tegelijkertijd wordt een dergelijke fraude toch meestal wel ontdekt. Daaruit blijkt dat fraude niet loont ook al denkt de fraudeur van wel.

Een vorm van fraude waarvan het goed is om ook alert op te zijn betreft kruisposten, tussenrekeningen en rekening courant verhoudingen. Zeker als er ook nog sprake is van meerdere B.V.'s waarbij sprake is van veel mutaties. Het feit dat deze rekeningen einde jaar op 'nul' staan zegt niets. Ik heb een klant gehad waarbij de CEO wilde dat we hier als accountant specifiek keken naar de afloop per post.

Ron Heinen

@Arnout van Kempen

Dank voor de uitleg van materialiteit aan de hand van de informatietheorie.

De hoeveeldheid informatie meten we in de informatietheorie in bits.

Een bit is het antwoord op een Ja/Nee vraag.

De hoeveeldheid informatie is daarbij de hoeveelheid extra zekerheid die door de informatie in de betrffende context geboden wordt.

Voorbeeld: Als ik moet raden of iemand kop of munt geworpen heeft dan is mijn onzekerheid 1 bit.

Als de werper mij de informatie geeft dat het niet kop is dan is mijn onzekerheid 0 bits.

De hoeveelheid informatie welke de werper mij gegeven heeft is de onzekerheid voordat ik deze informatie had - de onzekerheid nadat ik deze informatie had = 1 - 0 = 1 bit.

https://npo.nl/start/serie/dwdd-university-presenteert/seizoen-7/informatie-door-robbert-dijkgraaf/afspelen

is een mooie inleiding over informatie en informatietheorie.

Zoals je in de inleiding van Robbert Dijkgraaf kunt zien is de informatietheorie de uitvinding van Shannon, de wiskunde van informatie.

https://www.fisme.science.uu.nl/nwd/nwd2001/produkten/melissen.pdf

is een nederlandstalige inleiding.

De informatie welke door Robbert Dijkgraaf is aangehaald over Shannon is te vinden in figuur 7.5 op pagina 208 in

https://www.ndax.eu/TheInformation.pdf

Arnout van Kempen

Het begrip "materieel" in de context van accountantscontrole verwijst naar een begrip uit informatietheorie, namelijk naar de overgang tussen gegevens en informatie. Als gegevens "materieel" zijn, betekent dat het informatie is, wat betekent dat gebruikers beslissingen nemen of zinvol kunnen nemen op basis daarvan.

Het begrip "materiele afwijking" wordt zo ook door accountants uitgelegd. Het is die afwijking die, zou de gebruiker van de gecontroleerde informatie deze kennen, (waarschijnlijk) tot andere besluitvorming op grond van die informatie zou leiden.

Het is in dat licht minder gelukkig, hoewel iedereen wel min of meer begrijpt wat bedoeld wordt, om te spreken over "materiele fraude". De accountant is niet op zoek naar materiele fraude in deze context. Want wat zou dat moeten zijn? Een fraude, die, als de gebruiker van wat precies?, aanleiding zou zijn tot het nemen van beslissingen. Je mag aannemen dat voor de ondernemer ook relatief kleine fraudes in die zin materieel zijn. Maar voor de jaarrekeningcontrole is een fraude in zichzelf nooit materieel.

Het enige dat materieel kan zijn in de jaarrekeningcontrole is de afwijking als gevolg van fraude.

De term "materiele fraude" voedt het onjuiste narratief als zou de accountant binnen de wettelijke controle een taak hebben fraudes van welke omvang dan ook op te sporen. Dat is niet zo, en toch lezen we keer op keer suggesties als zou dat wel zo zijn. Ook impliciet, door over fraudes op te merken dat de accountant gefaald heeft die op te sporen. Dat is geen falen in zichzelf, aangezien het diens taak niet is.

De accountant faalt in dit opzicht pas als deze een materiele afwijking gemist heeft, of die nu door een fout of door fraude is veroorzaakt.

Dus niet "materiele fraude", maar "materiele afwijking als gevolg van fraude" respectievelijk "fraude die een materiele afwijking tot gevolg heeft"

Alexander Vissers

Eerst maar de verwijzing: ECLI:NL:RBNHO:2025:8
@Albert Bosch: Uiteraard onderschrijf ik je uiteenzetting over de verantwoordelijkheden. Goed dat je nog ter discussie stelt of de jaarrekening een afwijking van materieel belang vertoont, een vraag die ook Marcel Pheijffer stelt . Uit de uitspraak maak ik op dat de verbouwingskosten in het onderhanden werk werden verantwoord dan wel via het onderhanden werk in de kostprijs. Als de kosten in het onderhanden werk werden verantwoord is achteraf bezien sprake van een verschuiving tussen vordering op werknemer en onderhanden werk, dat zal niet gauw materieel zijn. Wel is de vraag of gezien de geboden voorzichtigheid met oninbaarheid rekening was te houden. Als de kosten inmiddels in het resultaat zijn verwerkt is sprake van een te lage weergave van de winst en mogelijk ook van een foutieve berekening van de belastinglast en van een te lage weergave van het eigen vermogen. Of dat enige relevantie heeft voor een gebruiker, en daarmee van materieel belang is, valt te betwijfelen gezien het feit dat de onderneming significante verliezen lijdt die de omvang van de fraude duidelijk te boven gaan..

Albert Bosch

Als deze casus iets laat zien, dan zijn dat de volgende punten:

1. Het plegen van fraude: je behoort niet te frauderen. Goed dat de fraudeur in deze casus is bestraft.
2. Het plegen van fraude: je behoort fraude niet te faciliteren. Goed dat ook de aannemer in deze casus, die naar ik vermoed heel goed wist dat deze constructie stonk, ook wordt bestraft.
3. Het voorkomen en ontdekken van fraude: de ondernemingsleiding is verantwoordelijk voor het voorkomen en ontdekken van fraude in haar organisatie. Ik hoop dat deze casus voor hen een goede les is geweest.
4. Het vaststellen van een jaarrekening zonder materiële afwijkingen: de ondernemingsleiding is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrekening die een getrouwe weergave bevat. Mogelijk dat als gevolg van het falen van de ondernemingsleiding bij punt 3 de ondernemingsleiding inzake dit punt 4 ook heeft gefaald. We weten alleen niet of de jaarrekening afwijkingen van materieel belang heeft bevat.
5. Het controleren van de jaarrekening: de accountant is verantwoordelijk voor het ontdekken van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude (en fouten). Mogelijk dat de jaarrekeningen dergelijke afwijkingen bevat. En mogelijk dat de accountant in diens werkzaamheden is tekortgeschoten. Om dat te beoordelen is meer informatie nodig.

De vraag of de accountant de fraude niet had kunnen en/of moeten ontdekken moet worden voorafgegaan door de vraag of sprake is van aan afwijking in de jaarrekening (daar lijkt het wel op), en zo ja of die afwijking van materieel belang is (dat is nog niet goed te beoordelen).

Alexander Vissers

Een genuanceerd verhaal Marcel Pheijffer. Van die "frauderisicofactoren" in het controleverslag moeten we snel af denk ik. Het heeft geen wettelijke grondslag. Niet voor niets is de regelgeving voor de accountantsverklaring van het beroepsrecht naar het burgerlijk wetboek verhuisd. Daarnaast stelt de Richtlijn 2006/43/EU nadrukkelijk dat de accountant voortdurend gedurende de gehele controle bedacht moet zijn op signalen van fraude van materieel belang, daar past een signalering van frauderisico's niet bij. Bovendien kan een gebruiker er niets mee. Voor de gebruiker geldt: hoe korter het controleverslag des te beter. Zoals Blokdijk al in de jaren 70 opmerkte is zelfs het verwijzen naar controlestandaarden (BW2 art. 393 lid 5 sub b.) ongewenst: dat kan alleen begrepen worden als een beperking van de reikwijdte en heeft verder geen informatiewaarde voor de gemiddelde gebruiker die de norm niet kent. Deze uit het Angelsaksische recht overgewaaide gewoonte mag zo spoedig mogelijk van tafel. De fraude is uiteindelijk, zij het laat, aan het licht gekomen en je kunt alleen maar tevreden zijn dat de aannemer moet opdraaien voor de schade.
Fraude is nieuws, een goed verhaal,, fraude is een veelvoorkomend natuurverschijnsel en kruipt waar het niet gaan kan, echter, grote fraudes met een materiële invloed op de jaarrekening zijn in Nederland uiterst zeldzaam. De wettelijke controle van de jaarrekening kost jaarlijks ca. 1,2 miljard euro. Als achter deze wettelijke controle van de jaarrekening een rationeel doel moet worden gezocht is dat het realiseren van een redelijk niveau van jaarverslaggeving, niet het identificeren van incidentele fraudes in de order van grootte van 2 miljoen euro, die zijn vervelend maar geen zorg voor de overheid die niet daarvoor de wettelijke controle in het leven heeft geroepen. Daarom zou ik de eerste zin onder het hoofdje "lessen" willen herformuleren: uit de casus vallen drie belangrijke lessen voor het bestuur te trekken.

René J.A.M. Vromans

Als de interne materialiteitsgrens van het bestuur van de scheepsbouwer (risk appetite) blijkbaar zodanig hoog ligt is het mijn verwachting dat de interne beheersing nog wel andere zaken ook zal hebben gemist.
En de tone at the top zal er wel voor zorggedragen hebben dat de overige managers vluchtig door de onderhanden projecten zijn gelopen. “Goed” voorbeeld van het bestuur doet namelijk volgen.
Daar valt voor een externe accountant feitelijk niet tegen op te controleren ondanks de wijze lessen van Marcel!

Ron Heinen

@Marcel Pheijffer

Je schrijft: "Een retorische vraag!"

Waarom wordt er tegen frauderende Universiteiten in NL niet opgetreden?

Marcel Pheijffer

Een retorische vraag!

Ron Heinen

@Marcel Pheijffer

Hoe noem je het wanneer een Universiteit z'n Euro 85.000 ontvangt voor een afgeleverde PhD welke het gehele onderzoek en de supervisie niet gekregen heeft van de incasserende Universiteit maar een andere externe Universiteit?

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.