Jan Rijken

Jan Rijken reageert namens het NBA-bestuur in deze gastcolumn op commentaren die recent zijn gegeven op het nieuwe beroepsprofiel, dat medio juni aan de ledenvergadering wordt voorgelegd.

Discussie Column

Mkb-accountant behoudt gespecialiseerd beroepsprofiel

Het nieuwe beroepsprofiel is bedoeld om toekomstige accountants een aantrekkelijke en studeerbare opleiding en een aantrekkelijk beroepsperspectief te bieden. Het is goed om te zien dat er over dat nieuwe beroepsprofiel levendig wordt gediscussieerd binnen de beroepsgroep.

De huidige beroepsprofielen zijn in 2015 door de ledenvergadering goedgekeurd. De nieuwe ontwerpverordening  bevat aangepaste kerncompetenties - het 'DNA van de accountant' - en benadrukt voor het eerst permanente educatie. Ook worden er drie opleidingsroutes benoemd:

  • De opleiding tot accountant met een academische master mét de aantekening voor het verrichten van wettelijke controles (hierna: 'aantekening') en de titel RA.
  • De opleiding tot accountant met een hbo bachelor zónder de aantekening en mét de titel AA (opleiding: AA-accountancy mkb).
  • De opleiding tot accountant met een hbo master en mét de aantekening en de titel AA (opleiding: AA-assurance).

In het nieuwe profiel wordt gestimuleerd dat je na accountancy MKB alsnog de aantekening haalt via een verkort programma AA-assurance, omdat je een deel van dat curriculum al hebt gehad.

Die drie opleidingsroutes zijn niet nieuw, maar bestaan al tien jaar. Elke student hbo-accountancy behoudt dus de keuze tussen de assurance- of de mkb-variant. Het grootste deel van de hbo-studenten koos afgelopen jaren voor de mkb-variant met een praktijkgericht vakkenpakket dat klaarblijkelijk goed aansluit op de mkb-markt.

Deze mkb-variant is destijds ontstaan omdat er behoefte was aan een eigen, volwaardige opleidingsroute. Al jaren voeren steeds minder kantoren wettelijke controles uit, of concentreren ze deze in één vestiging. Het is moeilijker geworden om studenten voldoende assurance-ervaring te laten opdoen. Maar om als AA of RA mét aantekening in het register te kunnen worden ingeschreven, vereisen de eindtermen van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) dat minimaal 1.500 van de drieduizend praktijkuren aan assurance worden besteed. Dat is geen Nederlandse kop op Europese wetgeving, maar invulling door de CEA van de EU-richtlijn (2006/43/EC, artikel 10) dat er een "...praktijkopleiding gevolgd [wordt], die in het bijzonder de wettelijke controle (…) omvat". En 1.500 uur is Europees gezien niet aan de hoge kant. AA's zonder aantekening daarentegen, behoeven 'slechts' 250 assurance-uren te draaien en hebben daardoor ruimte voor mkb-gerichte vakken.

Verruiming bevoegdheid

Van geen enkele accountant worden bevoegdheden weggenomen. Wel wordt nu voorgesteld dat, éénmaal afgestudeerd, AA's zonder aantekening ook startbekwaam zijn om vrijwillige, niet-complexe jaarrekeningcontroles te verrichten. Dat sluit goed aan op een stijgende vraag naar assurancewerkzaamheden. Deze verruiming zal mogelijk de CEA doen besluiten tot een wat groter aantal assurance-uren dan 250. Het is dan wel zaak dat andere vakken in de praktijkopleiding worden verlicht. Maar, wordt dan opgemerkt: "Een audit is een audit: een vrijwillige jaarrekeningcontrole verschilt slechts één euro (bij overschrijding drempelwaarden) van een wettelijke controle. Waarom wordt dan niet iedereen ook als startbekwaam voor de wettelijk controle ingeschreven?" Mijn antwoord: Een niet-complexe audit vereist minder assurance-kennis en -ervaring dan een complexe. En het is geen goed idee om voor alle accountancystudenten die 1.500 assurance-uren te verplichten in de praktijkopleiding. Dan zal het aantal studenten gaan dalen. Bovendien, als mkb-ondernemer, financier of Belastingdienst zou ik ook niet zitten te wachten op een specialist in de wettelijke controle, terwijl ik er één nodig heb met kennis van het mkb, fiscale regelgeving en een goed begrip van wat de ondernemer beweegt. Ik wil geen chirurg, als ik een huisarts (ook een specialisme trouwens) nodig heb.

Voorbehouden handelingen

De verruiming is een extra stimulans voor de NBA om, als onderdeel van het programma regelverbetering, een hardnekkig probleem bij opdrachtgevers (overheid en privaat) aan te pakken. Veel overheidsregelingen bijvoorbeeld vereisen diensten van accountants; de zogenoemde voorbehouden handelingen. Maar ze bevatten de verkeerde verwijzing naar de bevoegd zijnde accountant. Er wordt verwezen naar artikel 36 Wab, dat enkel de openbaar accountant met aantekening betreft, terwijl artikel 1 Wab onze bredere beroepsgroep betreft. Hierdoor worden AA's zonder aantekening ten onrechte uitgesloten van bijvoorbeeld subsidieverklaringen en ontstaat er onnodige druk op collega's met aantekening.

Ook is men bezorgd dat ondernemers en gebruikers van accountantsdiensten geen verschil meer zien tussen accountants en andere financieel dienstverleners, als de accountant niet tevens over de aantekening beschikt. Ik deel die zorg niet. De buitenwacht gaat het vooral om het feit dat men accountant is. Men gaat er bijna blind vanuit dat 'accountant' staat voor 'geborgde kwaliteit'. Oftewel: kennis, vaardigheden, rechte rug, stevige gedrags- en beroepsregels,  kwaliteitssysteem, toezicht en onafhankelijke tuchtrecht.

Instroom buitenlandse accountants: geen uitzonderingspositie

Het is niet zo dat buitenlandse accountants zich eenvoudig in Nederland kunnen inschrijven als RA mét aantekening, zonder aan de 1.500-uren norm te voldoen. Binnen de EU bestaat een wederzijdse erkenningsregeling, mits voldaan wordt aan een Nederlands vakbekwaamheidsexamen (gericht op nationaal recht en beroepsregels). Academische vorming is (net als bij ons) niet verplicht, maar de elders doorlopen driejarige praktijkopleiding moet wél voldoen aan de EU-richtlijn. Komend van buiten de EU geldt voor iedereen dezelfde norm als voor Nederlandse accountants.

Overigens, de AA-collega's die wel over de aantekening beschikken, gebruiken die bevoegdheid relatief zeer beperkt. Van de 3.690 AA's met aantekening in het openbaar beroep ultimo 2023, tekenden er 83 (2,25 procent) in totaal 765 verklaringen bij digitaal gedeponeerde jaarrekeningen van middelgrote ondernemingen. Van de 5.212 RA's tekenden 1.045 (20 procent) er in totaal 10.189.

Het aantal AA's zonder aantekening werkzaam in het openbaar beroep, is inmiddels gestegen naar 495 (ultimo 2023). Zij hebben klaarblijkelijk prima hun weg gevonden in de mkb-praktijk. Ik lees positieve reacties van young profs op de ontwerpverordening.  Maar wat vinden de kantoren die al jaren accountancy mkb-studenten in huis hebben? Beschouwt men hen als veredelde accountant-assistenten? Ontbraken de benodigde werkzaamheden om hun jonge medewerkers de assurance-variant te laten volgen? En heeft men daar spijt van? Of is men juist blij met deze accountant-adviseurs voor het mkb? Ik vermoed het laatste en zie hun reacties graag tegemoet.

Kortom, laat net zoals de afgelopen tien jaar, aan studenten zelf de keus of ze de hbo-variant accountancy mkb of (aanvullend) assurance willen volgen. Ik beschouw hen, mét of zonder aantekening, als volwaardige beroepsgenoten.

Reacties op de consultatie van de ontwerpverordening Beroepsprofielen kunnen tot en met 13 mei 2025 gemaild worden aan a.sukkel@nba.nl

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Rijken is bestuurslid NBA en werkzaam in de mkb-praktijk.

Gerelateerd

8 reacties

Alexander Vissers

Het gebruik van het begrip "vrijwillige controle" is verwarrend wanneer daarmee wettelijk voorwaardelijke controles bedoeld worden. Naast de wettelijke controles uit de bijlage bij de Wta zijn er nog talrijke andere wettelijke controles die verplicht zijn, dat wil zeggen voorwaarde zijn voor gesubsidieerde instellingen. Dat zijn geen vrijwillige maar wettelijke controles. De eis is óf in een bijzondere wet vastgelegd óf de regeling verwijst naar art. 4:37 Algemene wet bestuursrecht de kaderwet waarin subsidies geregeld zijn en waarin is bepaald dat een subsidieverstrekker eisen kan stellen betreffende " het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoording daarover." Deze bepaling is ongelukkig aangezien art. 393 BW2 ook op samenwerkingsverbanden ziet. Maar in ieder geval is een aantekening vereist. De verstrekker kan indien opportuun ook een verklaring van een andere accountant of andere derde accepteren, hij kan het alleen niet eisen. Overigens kan een beroepsprofiel niets veranderen aan de aantrekkelijkheid of de studeerbaarheid. De NBA gaat niet over de werkzaamheden van accountants en evenmin over de opleiding wat de minister ook is wijsgemaakt.

Barry van Leeuwen

@Pieter, blijkbaar is de norm omzet, balanstotaal en aantal medewerkers, wat natuurlijk nergens op slaat, maar is het gevolg van de wijze waarop het wettelijk toezicht is ingericht. Daarnaast schiet de wijziging van het beroepsprofiel in 2015 in zijn eigen voet want er komen te weinig nieuwe AA’s met aantekening bij. Als de AA’s voor vrijwillige assurance opdrachten binnenboord gehouden kunnen worden door ze recht laten houden op dit deel van de taart, is dat een oplossing die een deel van de onderliggende oorzaak (wettelijke verankering van de controleplicht) weer voor een tijdje oplost.

Pieter de Kok

Age, kan je er iets meer over vertellen, hoe vertaald zich dit naar de praktijk? Eg in termen van controlestandaarden, inzet technologie, etc waar liggen de criteria vast wat een audit minder complex maakt. Ik ga het graag lezen. Nieuw terrein voor mij.

Age Lammers

Het onderscheid complexe versus niet-complexe audits bestaat al 10 jaar. Zie de huidige verordening op de beroepsprofielen!

Pieter de Kok

Dit wordt leuk!

“Een niet-complexe audit vereist minder assurance-kennis en -ervaring dan een complexe. “.

Wie bepaalt de norm? Ik zie de discussies bij de toetsingen al ontstaan….maar deze audit was echt niet zo complex…dus hebben we ….wel/niet gedaan.

Geen goed idee. Met aantekening en 1500 uur is niets mis mee. Staan voor kwaliteit als beroep begint bij de opleiding.

Alexander Vissers

Eerst maar eens de flagrante onjuistheden corrigeren: art. 36 Wab en art. 1 Wab hebben er helemaal niets mee te maken! Artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en bijzondere wetten geven bestuursorganen het recht een verklaring van een accountant genoemd in art. 393 BW2 te eisen van een subsidieaanvrager. Het gaat daarbij om een aanzienlijk deel van de overheidsuitgaven Bestuursorganen die subsidie verlenen kunnen aanvragers ook laten kiezen voor een andere accountant als ze dat voldoende achten, en dat doen ze regelmatig ook. De CEA is in de eerste plaats gebonden aan art. 46
Wab en het Besluit accountantsopleiding 2013. Dus een opleiding gericht op de controle van financiële verantwoordingen en de vakken uit het Besluit. En de CEA is gebonden aan de eis uit Richtlijn 2006/43/EG dat de praktijkopleiding (certificeringsbevoegd) voor twee derden bij een AFM vergunninghouder wordt gevolgd. Daar staat geen 1500 uur in. Toezicht? De wet kent geen toezicht op accountants, alleen op accountantsorganisaties en externe accountants door de AFM en op naleven Wwft door Bft! Regelverbetering? Wat heeft dit met regelverbetering te maken? De NBA moet de eigen regels in overeenstemming brengen met het recht, het is niet aan de NBA op de stoel van de wetgever te gaan zitten. Uit alles blijkt dat er één beroep van wettelijk auditor moet komen en het AA beroep zo spoedig mogelijk aan het privaatrecht moeten worden teruggegeven. Deze reactie gaat verder voorbij aan het feit dat de NBA Richtlijn 2018/958/EU negeert, er loopt nota bene al een ingebrekestelling tegen Nederland. Deze ontwerpverordening moet worden ingetrokken!

Arnout van Kempen

Mooi dat het debat over deze kwestie open gevoerd wordt voor de ALV en mooi dat ook het NBA bestuur zich uitspreekt.

Maar op 2 mei publiceerden John Weerdenburg en Marco Moling tien bezwaren, die niet (allemaal) beantwoord worden in dit stuk van het bestuur. Ik mis tenminste antwoord op de punten 1, (2 deels), 3, (4 deels), 5, 6, 7, (8 deels), 9.

Anders gezegd, van de door hen aangedragen punten zie ik alleen punt 10 expliciet beantwoord worden, en 2, 4 en 8 gedeeltelijk en wat impliciet.

Ik wil niet zeuren natuurlijk, maar als betrokken buitenstaander zonder stemrecht op de ALV, zou ik best graag weten hoe het bestuur reageert op de andere punten aangedragen door John en Marco.

Al was het maar omdat John (winnaar NBA loftrompet 2017 en regelmatig schrijver op deze site) en Marco (voorzitter van Novaa, voormalig Novak) grote voorvechters zijn voor de mkb-accountant en al vele, vele jaren een prominente bijdrage leveren aan de opinievorming en aan de dagelijkse praktijk van vele mkb-accountants. Ik zeg niet dat ze gelijk of ongelijk hebben, maar wel dat als deze zwaargewichten gepassioneerd een standpunt innemen, dat uitermate serieus genomen moet worden.

Alexander Vissers

De ontwerpverordening is geen beroepsprofiel. Een beroepsprofiel is niets meer of minder dan een korte beschrijving van de kenmerkende werkzaamheden die het beroep onderscheiden van andere beroepen. Een beroepsprofiel is niet een opleidingsniveau en niet kernkwalificaties. De ontwerpverordening is een kletsverhaal. Het beroepsprofiel kan ook helemaal niet veranderen aan wat dan ook het is een irrelevant. De CEA heeft geen mogelijkheid of beleidsruimte rekening te houden met welk "beroepsprofiel" dan ook aangezien de Wet op het accountantsberoep en het Besluit accountantsopleiding 2013 geen ruimte meer bestaat die ingevuld kan worden met een "beroepsprofiel", de opleiding en praktijkopleiding zijn gericht op de controle van financiële verantwoordingen en de vakken zijn die die genoemd zijn in de Richtlijn 2006/43/EG. Dat de CEA in plaats van . De opleiding tot accountant gaat verder noch de NBA noch de minister van financiën aan. De minister had als toezichthouder alleen bij de CEA moeten ingrijpen en had de Verordening op het beroepsprofiel nooit mogen goedkeuren. "..benadrukt permanente educatie.." ? daar gaat alleen de wetgever over! Permanente educatie is geen beroepsprofiel de bevoegdheid een beroepsprofiel vast te stellen omvat niet de bevoegdheid dat begrip te denatureren. Het gaat om repressief recht met de strengste lex certa en delegatievereisten. Het enige dat duidelijk wordt is dat Nederland toe is aan deugdelijke wetgeving op het beroep van wettelijk auditor. Na 32 jaar wetgevingssabotage moet en de minister en wetgever eens niet de andere kant op kijken.

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.