'Niet thuis in een mannencultuur'
Onbetaalde overuren, strikt hiërarchische verhoudingen, hoge partnerbeloningen, ontmoediging van diversiteit: in het tweede debat van de NBA-werkgroep Toekomst Accountantsberoep, gisteren in Den Bosch gehouden, namen de deelnemers structurele en culturele kenmerken van de grote accountantskantoren onder de loep.
Geert Dekker
Of al die aandacht voor de grote kantoren eigenlijk wel terecht was, zo wilde discussieleider Felix Rottenberg aan het slot van de discussie weten. Het merendeel van de accountants werkt daar immers niet, zo was opgemerkt. Maar een grote meerderheid van de aanwezigen vond de focus op de grote kantoren wél degelijk terecht: die vertegenwoordigen in de publieke opinie immers 'de' accountancy en of dat nu terecht is of niet, wat bij de grote kantoren gebeurt, is bepalend voor het imago van het beroep.
Uiteraard is het negeren van die publieke opinie geen optie (meer), al was het alleen maar omdat de werkgroep Toekomst Accountantsberoep is voortgekomen uit een opdracht die de Tweede Kamer heeft gegeven aan de beroepsgroep.

De onderliggende vraag bij structurele en culturele kenmerken van accountantskantoren is of de manier waarop het vak georganiseerd is, prikkels bevat die de kwaliteit van het controlewerk negatief beïnvloeden. Rottenberg ging eerst in op de cultuur bij accountantsorganisaties en stelde het gebrek aan diversiteit aan de orde. Waarom is dat belangrijk? Interim financial Carla Thomassen werkte jaren bij KPMG, maar vertrok "omdat ik me niet thuis voelde in die mannencultuur". Het probleem is volgens haar vooral de nadruk op status en op hogerop komen in de organisatie. De nadruk ligt dan dus niet op het vak. Anita van Pol (Avans Hogeschool): "Vrouwen hechten meer aan reflectie, op de eigen rol en op het eigen functioneren. Ze hechten ook meer aan het bespreken van dilemma's dan mannen."

Mannelijke competenties
Marc Hogeboom, head audit van KPMG, zit in zijn maag met het geringe aantal vrouwen dat doorstroomt in de accountancy, zei hij. "Maar we denken inmiddels ook te weten hoe dat komt. We hebben onderzoek gedaan naar ons beoordelingssysteem en vonden dat vrouwen steeds slechter scoorden hoe hoger ze in de organisatie komen. Dat bestaat natuurlijk niet. Uiteindelijk stelden wij vast dat wij mannelijke competenties beoordeelden en dat deden met mannenogen. Geen wonder dus." KPMG doet nu aan positieve discriminatie. "Als er geen vrouw op een kandidatenlijstje staat, stuur ik het terug. Ja, dat heeft ook nadelen, maar die neem ik voor lief." Is daarmee het probleem opgelost. Hogeboom: "Nee. Nog niet."

Dicht timmeren
Naast diversiteit kwamen de werkomstandigheden van beginnende, deels studerende accountants aan de orde, als symptoom van organisatiecultuur. Ingrid Stommels, toezichthouder bij een woningcorporatie en docent accountancy bij Fontys, zegt: "Ik ben blij dat ik nu niet accountancy studeer. Het lijkt me niet te doen, de uren die zij maken, de uren die niet geschreven mogen worden, het werk dat ze moeten verzetten, cursussen die ze in hun vakantie moeten volgen... Zo gaan wij om met de toekomstige vertegenwoordigers van ons vak." Andere opleiders onder de deelnemers bevestigden dat beeld. "Studenten haasten zich naar huis om nog gauw 'een dossiertje dicht te timmeren'." Theo Jongeneel, lid van de werkgroep: "Daar schrik ik van. Gaan wij inderdaad zo om met ons personeel?"

Intermediair
Volgt cultuur uit structuur? Het verdienmodel van controlerend accountants kwam vervolgens ter tafel, waarbij wederom de vraag gesteld werd of het eigenlijk wel werkbaar is dat de controleur betaald wordt door het onderwerp van zijn controle. Wim Nusselder, ontwikkelingseconoom en actief voor GroenLinks, stelde vast dat publieke goederen en diensten normaal gesproken gefinancierd worden uit belastingen. "Als je privatiseert, is onafhankelijkheid domweg niet meer gegarandeerd. Stel je voor dat je defensie privatiseert: dan is veiligheid niet langer gegarandeerd." Dat wil niet zeggen dat collectiviseren nu de oplossing is voor de accountant, vindt Nusselder. Hij pleit wel voor meer afstand tussen controleur en gecontroleerde. "Plaats bijvoorbeeld een intermediair tussen die twee. De gecontroleerde betaalt de rekening aan dat intermediair, de controleur dient daar zijn factuur in."

Zelfreinigend vermogen
Waarop de discussie naadloos overging in een bespreking van het partnermodel, waarbij in eerste instantie vooral de hoge beloningen van partners bij de grote kantoren onder vuur kwamen te liggen. Volgens Hogeboom kwam dat de helderheid van de discussie niet ten goede. "Welk probleem los je eigenlijk op met lagere beloningen?" Volgens Peter Paul Bonants van Dubois & Co. Registeraccountants, een kantoor dat de Balkenendenorm hanteert voor zijn partners, los je met lagere beloningen "in ieder geval het imagoprobleem" op. En volgens Stommels zijn lagere tarieven voor de controlerend accountant ook voor woningcorporaties een oplossing van een probleem. "Dan hoeven we de huren minder te verhogen voor mensen die zelfstandig geen goede huisvesting kunnen betalen." Hogeboom: "Het zijn tarieven die op een vrije markt tot stand komen, in omstandigheden met hevige concurrentie."

Voor Anne van Och, compliance officer bij BDO, is het probleem van het partnermodel tweeledig. "We hebben van het beroep een bedrijf gemaakt. Door de beloning van de accountant afhankelijk te maken van het inkomen van zijn bedrijf, wordt de weeffout versterkt dat de accountant betaald wordt door het object van zijn controle." Ten tweede is het partnermodel probleem voor de aansturing. "Het belemmert het zelfreinigend vermogen van kantoren", aldus Van Och. Daarin gaf Hogeboom haar gelijk. "Ik ben dan ook een groot voorstander van externe toezichthouders en bestuurders bij accountantskantoren."


Vergunning
Huub Wieleman, voorzitter van de NBA, werd om een slotwoord gevraagd en hij lanceerde een idee naar aanleiding van de signalen over werkdruk bij jonge accountants. "Ik zal bij het ministerie van Financiën bepleiten dat het boekjaar op elke gewenste maand af te sluiten moet zijn, zodat bij accountantskantoren de werkdruk gespreid kan worden."

Daarnaast sprak Wieleman zijn waardering uit voor de manier waarop punten als organisatiecultuur en diversiteit besproken waren, "intensiever dan ik tot nu tot gehoord heb". Ten aanzien van het debat over het verdienmodel leek enige zorg door te klinken. "Ik zal er altijd voor pleiten om de kwaliteit van ons werk als voorwaarde voor vergunningverlening te handhaven, onafhankelijk van het gehanteerde verdienmodel", zei hij.
Gerelateerd
Financiën consulteert Wijzigingsbesluit accountancysector
Het ministerie van Financiën legt een ‘Wijzigingsbesluit accountancysector’ ter consultatie voor. Reageren kan tot en met 21 december aanstaande.
Eerste Kamer hamert accountantswet op 7 oktober af
De Wijzigingswet accountancysector staat al op 7 oktober op de agenda van de Eerste Kamer. Pas zeer recent besloot de Commissie Financiën van de senaat om de accountantswet...
In de Eerste Kamer wordt de accountantswet een hamerstuk
De Commissie Financiën van de Eerste Kamer heeft, na de recente instemming door de Tweede Kamer, besloten dat de Wijzigingswet accountancysector als hamerstuk kan...
FD: Wijzigingswet afgezwakt in aanloop naar behandeling door Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft de Wijzigingswet accountancysector goedgekeurd, maar de inhoud is gedurende de totstandkoming afgezwakt. Experts spreken tegenover het FD van...
Tweede Kamer stemt in met accountantswet
De Tweede Kamer heeft op 23 september ingestemd met de Wijzigingswet accountancysector. De wet kreeg brede steun van de verschillende partijen in het parlement.
