Afscheidsrede Philip Wallage: 'Tussen spreadsheet en schandaal: een professie op scherp'
In de goedgevulde Oude Lutherse Kerk in Amsterdam sprak Philip Wallage op 12 december jl. zijn afscheidsrede uit als hoogleraar aan de twee hoofdstedelijke universiteiten (Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam).
Luc Quadackers
Volgens Wallage heeft het accountantsberoep structureel te maken met spanning. Daarvan leeft het beroep zelfs, meent hij. In zijn rede ging Wallage met name in op de spanning tussen enerzijds de snelle technologische ontwikkeling (met data-analyse en kunstmatige intelligentie als belangrijke factoren) en anderzijds het terugkerende publieke wantrouwen na financiële schandalen (Where were the auditors?). Tussen die twee krachten - technologische ontwikkeling en schandaal - moet de accountant telkens opnieuw zijn bestaansrecht waarmaken.
'De sommen moeten kloppen én de geest moet zuiver zijn.'
Wallage plaatste deze spanning in historisch perspectief, van Luca Pacioli's 'morele balans' van het boekhouden ( de sommen moeten kloppen én de geest moet zuiver zijn"), via de Industriële Revolutie en Limpergs leer van het gewekte vertrouwen naar de wettelijke verankering van de jaarrekeningcontrole.
Schandaalcyclus
Financiële schandalen zijn zeldzaam, maar tasten het vertrouwen steeds opnieuw aan. Het is in feite een cyclus, een schandaalcyclus: "Periodes van vertrouwen, gevolgd door incidenten en verlies van vertrouwen, waarop nieuwe regels en hervormingen volgen, tot het volgende incident zich aandient en het beroep weer op scherp komt te staan."
'Volgens Wallage vormen onderwijs en onderzoek het geheugen én het geweten van het beroep.'
Hoewel strengere regelgeving aantoonbaar heeft bijgedragen aan betere basishygiëne in de controlepraktijk, waarschuwt Wallage voor de keerzijde. Een overmaat aan regels kan leiden tot ritueel gedrag, verlies van professionele ruimte en een afnemende leercultuur. Juist omdat accountants mensen blijven, met alle cognitieve beperkingen en denkfouten van dien, zijn cultuur en reflectie zeker net zo belangrijk als regels.
De spanning wordt volgens Wallage verder aangescherpt door AI: "Technologie zal nieuwe schandalen veroorzaken; dat is geen vraag maar een zekerheid." Technologie automatiseert het routinematige werk, maar vergroot tegelijkertijd de risico's op nieuwe, moeilijk zichtbare fouten. AI-systemen kunnen overtuigend, maar ook onjuist zijn, waardoor plausibiliteit de plaats kan innemen van verificatie. In dat krachtenveld verschuift de rol van de accountant: van traditionele cijfercontroleur naar beoordelaar van systemen, algoritmes, randvoorwaarden en governance, met de accountant als human-in-the-loop.
Tien voorstellen
Volgens Wallage vormen onderwijs en onderzoek het geheugen én het geweten van het beroep: "Precies wat nodig is om tussen spreadsheet en schandaal koers te houden." Hij deed tien concrete voorstellen om de professie 'op scherp' te zetten:
- Accountant als curator van betrouwbaarheid. De accountant is niet langer cijfercontroleur, maar hoeder van betekenis, iemand die duidt wat data wél en niet zeggen.
- T-shape 2.0: breed, diep en moreel verankerd. Professionals moeten governance, data en moreel oordeel verbinden; techniek en geweten.
- AI-audit verplicht in opleiding. AI-audit moet verplicht worden in opleiding en permanente educatie, want wie zekerheid geeft over de modellen, moet hun logica begrijpen.
- Verplichte technologische tegenspraak in elke controle. Technologische tegenspraak moet net zo vanzelfsprekend te zijn als collegiale review: een structurele check die voorkomt dat algoritmen ongezien ontsporen.
- Periodieke eed, verplichte dilemmatraining en integriteitstoets. Zo wordt cyclische herijking gestimuleerd.
- Assurance over algoritmes. Dat moet uitgroeien tot een volwaardig domein, gericht op de modellen, datastromen en besluitvormingsketens waarop onze samenleving draait.
- Cultuur: van zero-error naar leren van fouten (incidenten). Er moet worden gestreefd naar een cultuur die van fouten leert, waarin tegenspraak wordt gewaardeerd en groepsdenken wordt doorbroken.
- Chief ethics & learning officer in elke organisatie. Een leercultuur vraagt om leiding die integriteit, leercultuur en morele oriëntatie bewaakt.
- Publiek schandalen- & lessenregister. Dat zorgt voor het zichtbaar maken van patronen en het vormen van een collectief geheugen, dat voorkomt dat we in de schandaalcyclus telkens opnieuw beginnen.
- Instituut voor Vertrouwen & Technologie. Waar wetenschap, beroep en toezicht in één ecosysteem samenwerken. Een dergelijk instituut zorgt voor verankering.
Wallage besloot zijn rede met de opmerking dat de professie baat heeft bij een nieuwe grondhouding "die mens en machine weet te verzoenen en begrijpt dat vertrouwen niet alleen groeit door datastapeling, maar door betekenisvol duiden".
Na afloop van zijn rede kreeg Philip Wallage een Liber Amicorum overhandigd, met daarin liefst 44 bijdragen.
Afscheidssymposium
Voorafgaand aan de afscheidsrede vond in het Chirurgisch Theater, in de universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, een kort symposium plaats ter ere van Wallage.
Hier spraken professoren Arnoud Boot, Martin Hoogendoorn en Marleen Willekens. Boot hield een betoog over de governance van de Europese Unie onder de titel Europa is ook governance.
Martin Hoogendoorn sprak over de integratie van financiële een duurzaamheidsverslaggeving. Hij ging onder andere in op vier 'basismodellen' van financiële en duurzaamheidsverslaggeving, hinderpalen op het gebied van geïntegreerd rapporteren en de vraag of de 'voor-elk-wat-wils'-aanpak niet leidt tot desintegratie.
Marleen Willekens ging in op het belang van de maatschappelijke relevantie van audit research, hoe die tot stand komt, welke uitdagingen er liggen en hoe de relevantie kan worden vergroot.
In het Liber Amicorum is de kern van de presentaties van de sprekers terug te vinden.
